Inburgeren in het buitenland, naar Nederlands recept

Met dank overgenomen van M.H.A. (Tineke) Strik i, gepubliceerd op vrijdag 27 juni 2008.

Inburgeren in het buitenland, kan dat taalkundig gesproken wel? Ik weet niet of een taalpurist zich daarover ooit heeft uitgesproken. Maar of het moreel en juridisch wel kan, daar is in ieder geval echt te weinig over nagedacht.

Wat is inburgeren in het buitenland eigenlijk? Sinds twee jaar moet een migrant van buiten de Europese Unie die zich in Nederland bij zijn gezin wil vestigen, eerst in eigen land slagen voor zijn integratie in Nederland. Kan dat? Jawel, het gaat zo. Het gezinslid uit, noem ’s wat, Georgie gaat naar de Nederlandse ambassade in Tblisi. Daar gaat hij in een computer Nederlandse zinnen inspreken en vragen in het Nederlands beantwoorden over ons unieke landje. Als de computer vindt dat hij geslaagd is, is hij "ingeburgerd in Nederland" en krijgt hij, als hij aan alle andere voorwaarden voldoet, een visum voor Nederland. Nederlands leren met behulp van een dvd in een omgeving waar niemand het spreekt, ga er maar eens aanstaan. (Fijn trouwens voor Sandra Roelofs dat zij zonder een woord Georgisch haar schatje Sakaasvili in de armen kon sluiten.) Gevolg is dat de gezinshereniging lang op zich laat wachten en ouderen, analfabeten of laag opgeleiden misschien de drempel helemaal niet kunnen nemen. Het blijkt ook wel: sinds de invoering van de Wet Inburgering Buitenland is het aantal aanvragen met meer dan de helft gedaald. Alleen hoger opgeleiden komen nu nog binnen. Wat er met de rest gebeurt, lijkt de regering niet te boeien. Of toch? De Wet blijkt een vondst: wat met embryoselectie niet mag, mag gerust met buitenlandse partners: alleen als ze rijk, mooi en slim zijn.

De Nederlandse vondst is inmiddels enthousiast binnengehaald door de buurlanden, en daarom heb ik deze eis woensdag in het parlement van de Raad van Europa aan de orde gesteld. Mijn amendement met de strekking dat integratievoorwaarden geen obstakel mogen vormen voor het recht op gezinsleven, haalde het praktisch unaniem.

De wet inburgering buitenland discrimineert niet alleen naar sociale afkomst maar ook naar nationaliteit. Burgers van Nieuw-Zeeland, Japan of Zuid-Korea hoeven niet, maar van China, Peru of Georgië moeten wel slagen. Human Rights Watch heeft een tijdje geleden Nederland aan de schandpaal genageld voor deze discriminatie en onredelijke barriere voor het gezinsleven. Ook de Gezinsherenigingsrichtlijn waar Nederland enkele jaren gelden mee heeft ingestemd, staat dit beleid niet toe. Je mag het volgen van een cursus opleggen voor de toelating, maar niet een bepaald kennisniveau eisen. Bovendien moet een lidstaat bij een verzoek tot gezinshereniging alle individuele omstandigheden en belangen meewegen in het besluit. Dat verzuimt Nederland consequent: de computer bepaalt zelfstandig of het gezinslid mag komen.

Op een Europees seminar voor experts in taalonderwijs aan migranten, kreeg mijn kritiek veel bijval. Er was ook veel bezorgdheid, want in veel meer landen zijn nu plannen om dit creatieve idee uit Nederland over te nemen. Deskundigen weten het: hoe meer toegang tot de samenleving (werk, studie, gezinshereniging, stemmen), hoe sneller de integratie verloopt. Maar populistisch beleid hanteert de omgekeerde volgorde: eerst moet de migrant bewijzen dat hij volledig is geïntegreerd, dan pas krijgt hij de rechten.

Ik zal Albayrak confronteren met de uitspraak van de Raad van Europa. Je weet maar nooit. In de campagnetijd had zij bij Premtime gezegd dat de inburgeringseis alleen als ondersteuning diende. Als het een barriere zou blijken te zijn, zou ze de eis willen intrekken. Vandaag schrijft ze in een brief over een "modern migratiebeleid" dat ze de Wib intact laat. Als politici, mensenrechtenorganisaties en deskundigen tegen een muur blijven praten, wat helpt dan nog wel? Natuurlijk, procederen! Dus organisaties en advocaten, zoek een buitenlandse partner (van een klant dus) en ga naar de rechter. Tegen de tijd dat die een uitspraak wil doen, is het Verdrag van Lissabon wel in werking getreden en kan de rechter de zaak voorleggen bij het Hof van Justitie. Alleen een Europese rechter kan een halt toeroepen aan de verbreiding van deze onsmakelijke Verdonkerfenis.