Eigen homo’s eerst?

Met dank overgenomen van M.H.A. (Tineke) Strik i, gepubliceerd op zaterdag 18 oktober 2008.

GroenLinks komt al jaren op voor de positie van homo’s. Het ingezonden artikel van Kathalijne Buitenweg (Europarlementariër en namens het Europees Parlement rapporteur voor de antidiscriminatierichtlijn) en mezelf vandaag in het Eindhovens Dagblad past volledig in die lijn.

Eigen homo’s eerst?

Goed nieuws voor Mariusz uit Polen. Hij had een prijs gewonnen! De mevrouw aan de telefoon vertelde dat hij mocht kiezen: een fotocamera of een reis voor twee personen naar Spanje. Mariusz koos voor de reis. Een paar weken later belde de mevrouw weer. De reis was rond en ze had de gegevens van zijn partner nodig. Mariusz gaf de naam van zijn vriend. Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn. Wat bleek het geval? De partner moest een vrouw zijn. Maar Mariusz wilde niet met zijn moeder naar Spanje, hij wilde die ervaring delen met zijn vriend. Het telefoongesprek kreeg een ijzige toon. Aan het eind zat Mariusz met lege handen. Ook naar de camera kon hij fluiten.

Het verhaal van Mariusz is waar gebeurd. In Polen is deze vorm van discriminatie nog steeds toegestaan. Een meerderheid in het Europees Parlement wil hier een eind aan maken. Gelijke behandeling, ongeacht seksuele voorkeur, handicap, leeftijd of geloof, zou niet alleen op de Europese arbeidsmarkt moeten gelden, maar ook op de markt voor goederen en diensten. Discriminatie naar ras en sekse is op dit terrein al verboden, het is nu hoog tijd voor een ‘horizontale richtlijn’ die alle discriminatie uitbant. Want een Europa dat wel obstakels slecht voor bedrijven, maar geen rechten schept voor burgers, is uit balans.

Onder druk van het Europarlement heeft de Europese Commissie in juli zo’n horizontale richtlijn voorgesteld. De weerstand, zo verwachtten we toen, zou vooral komen van conservatieve landen. Nu dreigt ook het Nederlandse parlement dwars te gaan liggen. Een monsterverbond van rechtse partijen en de SP staat huiverig tegenover het Europese wetsvoorstel. De bezwaren lopen uiteen en zijn deels tegenstrijdig. De ene partij is bang dat de godsdienstvrijheid aan banden wordt gelegd, de andere vreest juist dat moslims teveel rechten krijgen. De SP grijpt elke kans om Brussel de wacht aan te zeggen, met als gevolg dat de solidariteit met de verdrukten wordt bepaald door landsgrenzen.

Terwijl de Nederlandse regering het Europese wetsvoorstel omarmt, wil de Tweede Kamer van het antidiscriminatiebeleid een nationale zaak maken. De teneur is: dat kunnen alle landen prima zelf regelen. Wij zijn daar niet zo zeker van. Anders dan bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk doet Nederland weinig aan de gelijke behandeling van mensen met een handicap. Onze zuiderburen lopen voorop bij het bestrijden van leeftijdsdiscriminatie. Europese wetgeving kan ook voor velen in Nederland een steun in de rug zijn.

De Nederlandse volksvertegenwoordigers moeten ook meewegen wat hun opstelling betekent voor de rest van de Europese Unie. Een veto uit Den Haag zal andere Europeanen in de kou laten staan. Mensen die openlijk homo zijn hebben soms grote moeite om huisvesting te vinden, niet alleen in Polen. Voor gehandicapten blijven nog veel deuren gesloten. Ouderen of jongeren worden regelmatig als klant geweigerd omdat ze een ‘slecht risico’ vormen. Moslims staan onder voortdurende verdenking. Deze misstanden kan de EU niet in haar eentje oplossen, maar het ligt wel op haar weg om gelijke behandeling voor te schrijven op het terrein waarvoor zij bevoegd is: de markt.

De EU telt inmiddels 27 landen met een bonte verscheidenheid aan culturen en levensstijlen. Uit deze diversiteit kan Europa kracht putten, mits we het eens worden over een aantal uitgangspunten die vreedzaam samenleven en samenwerken mogelijk maken. Een daarvan moet zijn: geen discriminatie.