Artikel over bootvluchtelingen in de Volkskrant

Met dank overgenomen van M.H.A. (Tineke) Strik i, gepubliceerd op donderdag 15 januari 2009.

Naar aanleiding van het crisisberaad tussen de Zuidelijke lidstaten over de bootmigranten, heb ik met Klaas de Vries een opiniestuk geschreven voor de Volkskrant. We wilden een signaal afgeven aan de EU ministers voor asiel die vandaag in Praag bij elkaar komen, dat ze snel in actie moeten komen om niet nog meer bootmigranten te laten verdrinken of in de onveiligheid terug te drijven. Daarvoor zullen ze ook meer solidariteit moeten tonen met Malta, Cyprus, Griekenland en Italië. Dit artikel is vandaag op de Forumpagina te lezen.

Bescherm bootvluchteling

Deze week hebben de migratieministers van Malta, Italië, Griekenland en Cyprus de koppen bij elkaar gestoken voor een gezamenlijk antwoord op het toenemende aantal bootvluchtelingen dat op hun stranden aanspoelt. De landen zijn het zat om de trek naar Europa alleen te moeten opvangen, en neigen er naar om de migranten linea recta naar hun herkomstland terug te sturen. Vandaag komen alle asielministers van de Europese Unie bij elkaar in Praag. Om ongelukken te voorkomen, moeten zij snel komen tot een gezamenlijk beleid.

Het afgelopen jaar maakten ruim 67.000 mensen de gevaarlijke oversteek maakten naar Europa via de Golf van Aden. Zeshonderd van hen verdronken, vierhonderd raakten vermist. De UNHCR dringt er bij de Europese lidstaten op aan om asielzoekers toegang tot hun grondgebied te verlenen en hun asielverzoeken eerlijk te behandelen. De Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa verzocht eind vorig jaar om een verbetering van reddingscapaciteit en van de opvangomstandigheden, en veroordeelde het systematisch opsluiten van aangekomen migranten. Maar vooral waarschuwde ze dat vluchtelingen gevaar lopen als ze worden afgeweerd door grenswachten.

De UNHCR constateert dat de meesten vluchten voor vervolging en ernstige mensenrechtenschendingen in Somalië en de Hoorn van Afrika. Maar ook degenen die de armoede ontvluchtten, hebben geen legale manier om naar Europa te komen. Ze maken zich afhankelijk van mensensmokkelaars die niet zelden hun macht misbruiken door torenhoge sommen geld te eisen, geweld te gebruiken en hen zelfs overboord te gooien bij een dreigende controle.

Als de gammele en overvolle bootjes in gevaar komen en hulpsignalen uitzenden, kijken schippers van de reguliere vaart steeds vaker weg. Nog verontrustender is dat ook grensambtenaren van Malta en Griekenland alarmsignalen negeren, en de boten zelfs wegduwen uit hun kusten en de extraterritoriale wateren. Hiermee schenden ze de verplichting van het zeerecht om mensen in nood altijd te redden. Maar ook nemen ze het risico dat ze vluchtelingen terugdrijven naar onveilige landen, nog voordat zij de kans hebben gehad hun asielverzoek in Europa in te dienen. Daarmee schenden ze de internationale verplichting van het Vluchtelingenverdrag om mensen niet aan vervolging bloot te stellen. Een overheid die zich daaraan wil houden, zal altijd eerst een verzoek om bescherming moeten behandelen om te weten of vervolging dreigt bij terugkeer.

Het Europese agentschap Frontex dat ter ondersteuning van de Zuidelijke lidstaten in de wateren patrouilleert, moet migranten op zee altijd de mogelijkheid te bieden een asielverzoek in te dienen. Maar hoe kunnen zij op een afstand hun vraag kenbaar maken?

Krijgen asielzoekers een eerlijke kans? Dit raakt de kern van het asielbeleid, dat de Europese Unie de komende jaren gaat harmoniseren. Er zijn de afgelopen jaren al richtlijnen afgesproken over de asielprocedure, de opvang en de criteria voor een vluchtelingenstatus. Maar dit zijn minimumnormen en lidstaten hebben zoor zichzelf veel uitzonderingen bedongen. Wat vooral knelt is dat de richtlijnen niet waarborgen dat elke asielzoeker de kans krijgt om zijn verhaal te doen en kan rekenen op een gedegen onderzoek. Als er een veilig derde land is, kunnen de lidstaten volstaan met een algemene beoordeling van dat veilige land, of het asielverzoek zelfs niet in behandeling nemen. Het is echter zeer de vraag of die veilige derde landen inderdaad veilig zijn. Vaak lopen asielzoekers het risico om te worden teruggestuurd naar een land dat voor hen niet veilig is, en dat hen misschien zelfs doorstuurt naar het herkomstland.

De Noordelijke lidstaten sturen weliswaar ambtenaren om te ondersteunen bij de buitengrensbewaking, maar weigeren een deel van de asielzoekers over te nemen. De ministers moeten garanderen dat buitengrenscontroles gepaard gaan met een zichtbare en bereikbare mogelijkheid voor migranten om een asielverzoek in te dienen.

De nieuwe Europese wetgeving moet waarborgen dat dit asielverzoek altijd individueel en zorgvuldig behandeld wordt, en asielzoekers hun beroep bij een onafhankelijke rechter in de lidstaat mogen afwachten. Verder moeten de lidstaten niet langer het principe hanteren dat het land waar de asielzoeker het eerst aankomt verantwoordelijk is, want dat treft de Zuidelijke en Oostelijke lidstaten het hardst. De Unie zou een slimme verdelingssystematiek kunnen bedenken of de asielzoeker één keer het land van asiel laten kiezen.

En de EU mag vooral niet vergeten de afgesproken normen te handhaven. Als Malta asielzoekers systematisch opsluit of Griekenland hen geen bescherming biedt, moet de Commissie adequaat optreden. De plaats van aankomst in Europa mag niet bepalen hoe een asielzoeker behandeld wordt.

De UNHCR heeft gelijk dat de weg naar Europa voor vluchtelingen praktisch onbegaanbaar is geworden. Zij die in Europa bescherming vragen, vormen slechts een fractie van de miljoenen vluchtelingen die worden opgevangen in de regio, in kampen waar de omstandigheden lang niet altijd veilig en humaar zijn. De VN zoekt een nieuw thuis voor 560.000 vluchtelingen uit deze kampen, maar de EU-landen willen er maar 5.000 opnemen. Europa zou dat aantal fors moeten verhogen. Maar dat doet natuurlijk niets af aan de hoge eisen die we moeten stellen aan de bescherming van asielzoekers die zich in Europa melden.

Tineke Strik (GroenLinks) en Klaas de Vries (PvdA zijn lid van de Eerste Kamer en lid van de Nederlandse delegatie van de Parlementaire Assemblee naar de Raad van Europa.