Koud conflict in het kabinet

Met dank overgenomen van U. (Uri) Rosenthal i, gepubliceerd op vrijdag 16 oktober 2009.

Deze week Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer. De minister-president deed het beter dan in de Tweede Kamer, maar hij is en blijft primus inter pares in een krachteloos kabinet. De twee grote coalitiefracties blijken het op alle wezenlijke punten volkomen oneens te zijn. Het CDA wil geen generieke lastenverzwaring voor burgers en bedrijven (de premier ook niet), maar de PvdA wil herverdelen en morrelt aan de min 20% besparingen.

Relevant politiek feit: alle oppositiefracties, met inbegrip van de SGP, schaarden zich achter een door mij ingediende motie om de regering in december te laten vertellen welke besparingsscenario's dan nog overeind staan. Tegen die tijd hebben de ambtenaren immers al drie maanden kunnen heroverwegen. De premier ontraadde de motie. Komende week hebben we reces, maar de week daarop komt de motie in stemming en dan zullen toch meer dan 30 van de 75 senatoren hun stem geven aan die motie. Het geeft aan hoeveel onvrede er heerst over het vooruitschuiven van moeilijke keuzes door het kabinet.

Waarom alles vooruitgeschoven wordt, is duidelijk. De premier probeerde het nog wel met 'het is niet vooruitschuiven maar vooruitzien', maar je zag en hoorde aan hem dat hij wel de laatste was die in die ambtelijke trouvaille gelooft. De coalitie bestaat alleen nog in naam. Het gezegde gaat op: CDA en PvdA - van mekaar meugen ze niet, bij elkaar deugen ze niet. Joop van den Berg heeft eens gezegd dat coalities toonbeelden van geïnstitutionaliseerd wantrouwen zijn. Bij Balkenende IV kun je er het bijvoeglijk naamwoord diep voorzetten: er heerst diep wantrouwen over en weer. Ze mogen er dan met de AOW bijna drie weken na de toegezegde datum van 1 oktober voorlopig uit zijn - op alle andere fronten staat een patstelling op het bord. En schakers weten dat geen van de partijen dan nog een zet kan doen.

Tot in de wandelgangen merk je tijdens zo'n volle dag en avond hoe kil de onderlinge verhoudingen in het kabinet zijn. Wie praat met wie, en vooral wie praat niet met wie. Wie praat niet met wie - dat hoort typisch bij het ergst denkbare conflict, te weten koude conflicten. Dat zijn conflicten die zich kenmerken door mijdgedrag: men keert elkaar de rug toe, praat inderdaad niet meer met elkaar. Koud conflict in het kabinet - logisch dat er bijna niets uitkomt.