Wijziging van de Wet kinderopvang i.v.m. een herziening van het stelsel van gastouderopvang

Met dank overgenomen van Ch.P. (Tof) Thissen i, gepubliceerd op dinsdag 7 juli 2009.

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet kinderopvang en beoogt het kinderopvangstelsel voor de langere termijn financieel beheersbaar en toegankelijk te houden. Het merendeel van de wijzigingen heeft betrekking op de gastouderopvang en op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Tof Thissen: "Op een tijdstip dat de meeste ouders hun kinderen al lang naar bed hadden moeten brengen, staan wij hier te debatteren over de gastouders , waarvan acte! Wij dienen dan ook, naar goed Engels gebruik, geen declaraties in voor deze zaken.

De Wet kinderopvang was bedoeld om zorg en arbeid is ons land beter combineerbaar te maken. Als er nu iets is geslaagd van de Haagse wet- en regelgeving, dan is het de Wet kinderopvang. Hulde! Wij zouden als polonaisedansers met alle partijen door het land moeten trekken en tegen iedereen moeten roepen: Eindelijk eens Haagse wetgeving die werkt en die heeft bijgedragen aan datgene wat wij als maatschappelijk doel hebben geformuleerd!

Fantastisch! Mooi! Hier zit een staatssecretaris die dat apetrots vertelt en die er trots en fier op is dat zij 1,5 mld. uit de bocht is gevlogen, want dat is een investering in de toekomst. Dat is geen kostenpost, maar een investering om zorg en arbeid in ons land beter combineerbaar, beter mogelijk te maken. Als de mannen er nu ook nog een keer aan meedoen, dan zijn wij helemaal verder.

Het rapport "Naar een toekomst die werkt" is nog geen jaar oud, maar zoals met zoveel

rapporten gebeurt, is dit rapport al in de vergetelheid geraakt. Dat is wellicht voor de staatssecretaris een stimulans om dit rapport weer snel aan de vergetelheid te onttrekken, ook gelet op het rapport dat zij vorige week heeft gepresenteerd over de oorzaken van de verkiezingsverliezen van de PvdA. Even serieus, wat staat er in het rapport "Naar een toekomst die werkt"? Ik merk eerst even ter relativering op dat vier maanden na het uitkomen van dit rapport de economische crisis is uitgebroken, maar dat doet niets af aan de analyse in dit rapport over de vervangingsvraag op middellange termijn vanaf 2015. Ongeveer 2,6 miljoen banen staan dan leeg, omdat er door demografische ontwikkelingen een enorme vraag naar vervanging zal zijn.

Je zou zeggen dat wij de Wet kinderopvang hebben gemaakt om zorg en arbeid beter combineerbaar en beter mogelijk te maken. Een van de uitgangspunten in het rapport van de

commissie-Bakker, getiteld Iedereen is nodig, is dat de arbeidsparticipatie moet worden verhoogd. Er moeten meer me nsen aan de slag en meer mensen die nu in deeltijd werken moeten meer uren aan de slag gaan. De introductie van de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag leidde tot fors meer kinderen naar de kinderopvang, zowel de dagopvang als de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang; een groot succes. De samenleving laat dus krachtig zien dat er een sterke en gemotiveerde behoefte is aan deze basisvoorziening. Immers, zo wil de GroenLinks-fractie de kinderopvang betitelen: een basisvoorziening. Een basisvoorziening die naast aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en effectieve re-integratie medebepalend is voor de verhoging van de arbeidsparticipatie. Je hebt dus kinderopvang, succesvolle re-integratie en een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt nodig. Hierover hebben wij vorige week een interessant debat gehad met twee staatssecretarissen.

Dit is allemaal te lezen in het eindrapport van de commissie die zich heeft beziggehouden met

kinderopvang. De cijfers laten zien dat de participatie van moeders op de arbeidsmarkt het

afgelopen decennium sterk gestegen is: van iets meer dan 40% in 1996 naar zo'n 70% in 2008.

Hulde, bravo, geweldig! Weliswaar werken moeders nog steeds in deeltijd, maar het aantal vrouwen in grotere deeltijdbanen is ook gestegen, namelijk van 35,6% in 2006 naar 40% in 2007. Nogmaals, het rapport van de commissie-Bakker verscheen vier maanden voor het uitbreken van de crisis. De urgentie op korte termijn is wat naar de achtergrond verschoven. Bakker zei dat op de korte termijn heel veel mensen nodig waren voor de enorm toegenomen vraag, voor het enorm toegenomen aantal vacatures. Dat is wat afgevlakt, maar niet zo ernstig als het almachtige Centraal Planbureau heeft voorspeld. Desondanks moeten wij Bakker wat relativeren. Op de middellange en lange termijn zal de arbeidsparticipatie omhoog moeten: meer mensen aan de slag, meer mensen uit de uitkering, meer vrouwen en moeders aan het werk, meer vaders in de combinatie van zorg en arbeid, maar ook meer kinderen en meer jongeren die geslaagd het onderwijs verlaten. Hoe je het ook wendt of keert, een goed werkende kinderopvang stelt iemand in staat om goed geëquipeerd te beginnen aan een basisschoolcarrière.

Buitenschoolse opvang en het systeem van gastouderschap kunnen voorkomen dat kinderen de

wet kwijtraken. Daar zit de samenhang, de osmose of, zo men wil, de symbiose tussen de twee

belangrijke doelen die altijd aan kinderopvang zijn toegeschreven. Kinderopvang is namelijk van

belang voor ouders. Ze kunnen arbeid en zorg hierdoor goed combineren. Mensen kunnen dus

gaan werken. Kinderopvang is echter ook van belang om de ontwikkeling van het kind op een

hoger plan te tillen.

De staatssecretaris heeft een verbluffend goede wet in haar pakket. Zij doet twee dingen tegelijkertijd. Zij draagt bij aan een betere ontwikkeling van het kind en aan een betere combinatie van zorg en arbeid. Omdat de ontwikkeling van het kind beter gaat, draagt zij uiteindelijk ook bij aan een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Immers, minder jongeren verlaten zonder startkwalificatie het onderwijs. Dat is althans mijn stelling, mijn hoop, mijn hartstocht misschien.

Echter, wat gebeurt er? Wij zien hier geen staatssecretaris die in polonaise door de Eerste Kamer gaat en zegt: mensen wij hebben het fantastisch gedaan als kabinet. Kon zij eindelijk

eens de complimenten van de fractie van GroenLinks krijgen, en nog gemeend ook, en wat

doet zij? Zij zit weer voor penningmeester te spelen; niet te "rentmeesteren", maar te

"penningmeesteren". De staatssecretaris is immers 1,5 mld. uit de begroting gevlogen. Dit is natuurlijk een uiting van het "Zalm & Bos BV"-denken: alleen maar de beurs en knellende budgettaire korsetten. Het is niet denken in termen van investeren. Had nu eens doorgepakt en gezegd: kijk eens hier Bos, beste vriend, ik heb 1,5 mld. geïnvesteerd in een beter werkende arbeidsmarkt vanaf 2015 en dat staat in dit rapport van de commissie-Bakker, count your blessings! Het is dus geen kostenpost, maar een investeringsbijdrage aan een betere arbeidsmarkt. De staatssecretaris had bij haar collega's Donner en Klijnsma kunnen collecteren: kijk eens hier mensen, ik verlos jullie van een gigantisch probleem dat je vanaf 2015 zou hebben; dat doen wij zomaar even als OCW! Misschien heeft SZW er wel spijt van dat de kinderopvang overgeheveld is naar OCW. Het ministerie had de kinderopvang beter kunnen houden, dan had men hem kunnen opnemen in het grote budget van SZW. Waarom is niet gekozen voor het denken in termen van investeren? De staatssecretaris gaat weer gewoon, heel

penningmeesterachtig, bezuinigen. Dat is de Haagse sport die wij kennen. We gaan bezuinigen

en dan vooral op een succesvol project als de gastouderopvang.

Mevrouw Linthorst (PvdA): De heer Thissen is het er toch wel mee eens dat het een zegen is dat misbruik, waarbij buurvrouwen op elkaars kinderen passen maar verder geen betaalde arbeid verrichten, met dit wetsvoorstel onmogelijk wordt gemaakt?

De heer Thissen (GroenLinks): Ja natuurlijk, maar daar kom ik nog op in de anderhalve minuut die ik nog heb. Ik zeg dat heel proactief, voorzitter.

Natuurlijk moeten fraude en misbruik worden uitgebannen, maar daarbij gebeurt altijd iets raars. Als iets werkt, worden bezuinigingen daarop onderbouwd door te wijzen op misbruik en fraude. Het misbruik en de fraude zijn in dit geval niet van dien aard dat we alles over één kam moeten scheren.

Mevrouw Linthorst (PvdA): Ik ben met de heer Thissen eens dat je niet alles over één kam moet

scheren. Zou er echter ook in de opvatting van de heer Thissen niet een koppeling moeten komen tussen de aanspraken op kinderopvangtoeslag en het aantal uren dat er betaald wordt gewerkt? Daarin zit namelijk volgens mijn fractie de grootste oorzaak van de fraude.

De heer Thissen (GroenLinks): Heel graag! Die suggestie willen we de staatssecretaris ook doen,

maar zij heeft haar tot nu toe niet geaccepteerd. In de Tweede Kamer heeft mijn collega Van Gent regelmatig gepleit voor een koppeling tussen de uren arbeid en de uren waarvoor een beroep kan worden gedaan op de toeslag voor gastouderopvang. De staatssecretaris weigert zo'n koppeling echter door te voeren, terwijl dat volgens ons de meest effectieve manier is om fraude aan te pakken. We hebben daar systemen voor en het kan allemaal worden gecontroleerd. Ik heb dat eerder vandaag ook gezegd tijdens het debat over wanbetalers. We hebben een inlichtingenbureau en we hebben de signalen en de datagegevens van de Belastingdienst, het UWV en de gemeente. Die gegevens kunnen allemaal worden gekoppeld, ook die van zzp'ers. Die moeten namelijk ook inkomstenbelasting betalen en kunnen dus ook registreren hoeveel uren ze werken en voor hoeveel uren ze recht zouden hebben op de toeslag.

Eendimensionaal denken weerhoudt ons ervan om het bedrag van 1,5 mld. te plaatsen in het kader van de investering in een hogere arbeidsparticipatie en een dynamischer arbeidsmarkt op termijn. Misschien zorgen de verhalen over crisis ervoor dat wij nu niet meer kijken naar de toekomst, maar de crisis gaat een keer over. Er komt weer een periode van hoogconjunctuur en dan hebben we te maken met demografische ontwikkelingen, die misschien nog wel sterker worden als er nog meer wordt bezuinigd op de kinderopvang. Ouders zijn dan misschien minder bereid om meer kinderen te maken, die ook weer van belang zijn voor de dynamisering van de arbeidsmarkt. Met andere woorden: het bedrag van 1,5 mld. is eigenlijk gewoon een premie voor een beter functionerende arbeidsmarkt en voor meer kinderen. Ook daarover heeft de commissie-Bakker tussen neus en lippen door het een en ander gezegd in het rapport. Ik snap dus best het budgettaire probleem van de staatssecretaris, maar zij moet dat niet als een probleem zien. Zij moet het zien als een bijdrage die zij levert aan de oplossing van een gigantisch probleem dat zich straks op de arbeidsmarkt zal voordoen. We lossen de arbeidsmarktkrapte voor een deel op wanneer we deze redenering kantelen. Een vraag waarop ik wel eens een antwoord op zou willen, is of de kosten van de arbeidsmarktkrapte op middellange termijn straks opwegen tegen de baten die de staatssecretaris nu inboekt. Is de 1,5 mld. die de staatssecretaris bezuinigt overigens een nettobedrag, of is in dat bedrag ook rekening gehouden met het feit dat meer ouders zijn gaan werken en de staatskas dus ook meer belastingopbrengsten krijgt? Hoe is het bedrag berekend?

Ik ga afronden. Ik vraag de staatssecretaris naar de meer inclusieve en meer integrale visie. Heeft zij het wetsvoorstel ook met haar collega's Donner en Klijnsma besproken? Wellicht is het anders toch een dwaling geweest om de kinderopvang weg te halen bij SZW. Dit wetsvoorstel leidt er uiteindelijk toe leidt dat wij weer bovenmatig gaan bureaucratiseren en dat wij de gastouders weer op kosten jagen. Zij moeten zich laten certificeren. Mijn moeder was nooit gecertificeerd, zij heeft mij goed opgevoed. Mijn schoonouders waren niet gecertificeerd en hebben, als gastouders, heel goed op onze zonen gelet. Onbetaald overigens, maar het was ook onbetaalbaar. En dan de controle door de GGD. Die krijgt het nu al niet voor elkaar om de

kinderdagverblijven te controleren. Hoe stelt de staatssecretaris zich voor dat die al die gastouderadressen kan controleren? Kortom, en het is echt mijn laatste zin, mevrouw de voorzitter, de staatssecretaris moet echt van heel goeden huize komen om ons te overtuigen met haar mee te denken.