3 nov 2009 - Hoofdinhoud
Bijdrage Boekestijn aan Wetgevingsoverleg OS met Koenders
Voorzitter, iedereen weet het maar niet iedereen durft het te zeggen. Hulp in zijn huidige vorm heeft gefaald. De relatie tussen hulp en groei is zo onduidelijk dat er alle reden is om iets anders te gaan proberen. Ik heb dat zelf gedaan in een boek dat in december uitkomt bij uitgeverij Aspekt. Ik hoop dat dit boek een bijdrage kan leveren aan de zo broodnodige verandering van het huidige beleid.
Met het huidige beleid heb ik namelijk grote problemen. Ik zal die problemen hieronder uiteenzetten.
-
1.de allerbelangrijkste reden voor het falen van het huidige beleid is het onvermogen van onze regering om het probleem van het moreel risico serieus te nemen. Het moreel risico staat voor het fenomeen dat mensen roekelozer gaan autorijden als men verzekerd is. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingslanden. Wat zouden Afrikaanse regeringen nog moeten doen als de VN voor de veiligheid zorg draagt en Westerse donoren voor het onderwijs en de gezondheidszorg? Welke prikkels gaan uit van alimentatie? Wij hebben met geld heel veel potentie voor zelfredzaamheid kapot gemaakt. En dat is iets om ons diep voor te schamen.
Een mooi voorbeeld is Oeganda. Daar wordt het onderwijs en gezondheidszorg bijna geheel door het Westen betaald. Het is ook gratis. Prachtig zou een socialist zeggen wat wil je nog meer. De gevolgen zijn echter verschrikkelijk. Docenten komen niet opdagen en ouders missen een machtsmiddel om hen tot de orde te roepen. Het gevolg is dat het onderwijs abominabel is en dat de Oegandese regering daar niet erg mee lijkt te zitten. Leest U maar het fraaie essay van Marcia Luyten in Nrc-Handelsblad. Over Oeganda trouwens een vraag aan de Minister:
Ik heb nog eens alle kamerbrieven over Oeganda zitten bestuderen. U heeft heel wat afgeworsteld met Kampala. De laatste strohalm was dat U sectorale begrotingsteun afhankelijk ging maken van resultaatindicatoren.
Kunt U ons informeren of de Oegandese regeringen inderdaad de afgesproken resultaten heeft gehaald?
-
2.De enige manier om het probleem van het moreel risico te bestrijden is het verminderen van de hulp. Er is geen verband tussen de 0.7% doelstelling en welvaartsgroei in ontwikkelingslanden. Er is wel een verband tussen hulp en het ondermijnen van democratisering en concurrentiekracht. Er is helaas ook een verband tussen hulp en corruptie en zelfs met het afbreken van goed bestuur. Iedereen die vol probeert te houden dat een grote zak geld Afrika kan redden is kennelijk geestelijk te lui om zich te verdiepen in het probleem van het moreel risico. En dan te bedenken dat het helemaal niet zo moeilijk is. Als hulp veel meer het karakter aanneemt van investeringen dan is het probleem van de machtsbestendiging en de hulpverslaving veel minder nijpend.
-
3.Al deze problemen komen terug bij het beleid dat gericht is op het behalen van de millennium doelen, dat nota bene het vlaggenschip is van ons beleid. Veel van het beleid is top down en wordt uitgevoerd via verticale fondsen. Op deze wijze is er geen ruimte voor searchers en te veel voor planners. Als het zo eenvoudig is dan zouden wij 20 jaar geleden al malaria hebben uitgeroeid. Helaas is dat niet zo: malariabestrijding vereist een uitstekende kennis van de lokale situatie en dat laat zich niet verenigen met een top down benadering. Iedereen weet dat het in sub-Sahara Afrika niet goed gaat met de millenium doelen. Iedereen weet zelfs dat het experiment met de millennium dorpen in grote problemen is geraakt. Kan het ironischer. Zelfs het lokale kleine experiment mislukte omdat Jeffrey Sachs bedacht had dat boeren een deel van hun oogst aan de gemeenschap moesten afstaan. Zie hier voor de zoveelste keer wat verkeerde prikkels aan ellende veroorzaken. Laat ik over het MDG project ook een vraag stellen:
Waarom bezuinigt U op GAVI terwijl deze organisatie veel efficiënter opereert dan het Global Fund en bovendien per dollar beduidend meer mensenlevens redt?
-
4.En dan kom ik op het volgende pijnpunt. Onze Minister heeft niet alleen de MD doelen als vlaggenschip maar ook zijn beleid ten aanzien van fragiele staten. Het treurige is dat dit beleid ook volkomen vastgelopen is. Het beleid van de Minister ten aanzien van Rwanda, Burundi en Oeganda is erop gericht om erger te voorkomen. Alleen die formulering zegt het al. Om erger te voorkomen zijn wij bereid regimes die erg zijn te steunen. En wie zegt dat wij inderdaad erger voorkomen. In Burundi is er sprake van een toename van het aantal mensenrechtenschendingen. Het regime kent jeugdmilities die diep in de nacht deuren opentrappen en mensen vermoorden als ze niet op de juiste partij stemmen. De honden lusten er geen brood van, NGO's maken zich grote zorgen maar onze Minister gaat gewoon door. Onbegrijpelijk.
Waarom wilt U zich toch medeverantwoordelijk maken voor wandaden? Is dat soms een onderdeel van de sociaal democratische ideologie?
Ook in Rwanda gebeuren de vreselijkste dingen. Verkiezingen worden gemanipuleerd, afluisterapparatuur aangeschaft en in stelling gebracht, de Oost-Congo wordt leeg geroofd en Hutsi's en rurale Tutsi's worden stelselmatig gediscrimineerd. Waarom wilt U dan toch met alle geweld Kagame steunen? Oh ja natuurlijk om erger te voorkomen. We hebben in de geschiedenis wel vaker mee gemaakt dat een beleid dat gericht was op het voorkomen van erger ons vervolgens medeplichtig maakte aan de meest verschrikkelijke wandaden. Hou er toch mee op.
En dan Oeganda. Museveni is steeds verder afgegleden maar onze hulp wordt gewoon gecontinueerd. Corruptie all over the place, een President die de grondwet wijzigt om een derde ambtstermijn mogelijk te maken het maakt allemaal niets uit. En dan te bedenken dat onze bijdrage aan de gezondheidszorg en onderwijs nu precies de sectoren zijn waar de lethargie het grootst is.
-
5.En dan kom ik natuurlijk op het punt van de begrotingssteun. Ik zie nog steeds niet in waarom wij een zak geld zouden geven aan dubieuze regimes. In Burundi, Rwanda en Oeganda moeten we dat niet doen. Maar we moeten elders ook zeer kritisch zijn. In Zambia heeft u de steun opgeschort door een groot schandaal op het Ministerie van Onderwijs. Simon Rozendaal die dit land deze week bezochtte schreef dat u alweer tegen de pers in Zambia heeft gezegd dat wij het land niet in de steek zullen laten? Daarover de volgende vragen:
-
-
-
a.Is dit juist?
-
-
-
-
b.Wat denkt u dat een dergelijke uitspraak voor signaal geeft aan de Zambiaanse regering?
-
Ook in Senegal zijn er grote problemen. De Minister ontkent dat de Senegalese president betrokken was bij de coup in Guinee. Of dat waar is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat hoge ambtenaren van het IMF mijn mailbox bestoken met de vraag waarom wij een regering steunen die geen enkele greep lijkt te hebben op het begrotingstekort. Ik heb daar geen goed antwoord op.
Heeft U dat wel Minister?
-
6.En dan heb ik nog steeds een buitengewoon nare herinnering overgehouden aan ons debat over het MFS II. U bent bereid geweest om onze NGO's van 2011 tot 2015 een grote zak geld te geven zonder dat het IOB de kans heeft gehad om hun werk grondig te evalueren. Sterker nog veel NGO's waren niet eens bereid om slechts een klein deel van hun activiteiten te evalueren. Ik vind dit een volstrekt onverkwikkelijke gang van zaken die geleid heeft tot een juridische verplichting die bij de volgende kabinetsformatie open gebroken zal moeten worden.
Voorzitter, ik rond af. Het beleid van deze minister is volkomen vastgelopen. Mijn fractie zal ook dit jaar tegen de begroting van Os stemmen. Wij zijn overigens bepaald niet de enige die kritisch zijn. De Minister van OS ligt in eigen kring ook onder vuur. Mensen als Aad van den Heuvel en Flip de Kam distantiëren zich ervan. In CDA kring heeft Lans Bovenberg, niet de minste, hetzelfde gedaan.
En dan te bedenken dat het allemaal niet zo ver had moeten komen. Als nu gewoon de OS portefeuille door een Staatssecretaris zou worden gedaan hadden wij nu niet twee Ministers van Buitenlandse Zaken gehad. Een voor Afrika en een voor de rest van de wereld. En dan hadden wij alle ellende in Burundi, Rwanda en Oeganda niet hoeven meemaken.
En het is om die reden, Voorzitter, dat mijn ik besloten heb om het eerste exemplaar van mijn boek niet aan de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te bieden maar aan de Minister van Buitenlandse Zaken.