Mededeling inzake gemeenschappelijke geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting

1.

Kerngegevens

Document­datum 03-07-2006
Publicatie­datum 07-04-2009
Kenmerk 22112, 451, 3

2.

Tekst

Titel

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: Naar een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB): balans en vooruitblik

Datum Raadsdocument

6 april 2006

Nr. Raadsdocument

8231/06

Nr. Commissiedocument

COM(2006)157

Eerstverantwoordelijk ministerie

Financiën i.o.m. BZ en EZ

Behandelingstraject in Brussel

Na korte bespreking in de ECOFIN van 7 juni 2006 in Luxemburg zal de werkgroep onder Commissie voorzitterschap verder gaan met het uitwerken van de technische aspecten. Een mogelijk richtlijnvoorstel wordt niet eerder verwacht dan 2008 en zelfs dat is ambitieus.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel

Het concept van een gemeenschappelijke geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting (in de Engelse afkorting: CCCTB) vindt zijn oorsprong in het «Commission Staff Working Paper» over de vennootschapsbelasting in de interne markt uit oktober 2001 ­ in de wandelgangen het «Bolkesteinrapport». Dit rapport valt in twee delen uiteen. In het eerste deel presenteert de Commissie de uitkomsten van haar studie naar de effectieve druk van de vennootschapsbelasting in de lidstaten. In het tweede deel inventariseert de Commissie een aantal fiscale belemmeringen binnen de Interne Markt, zoals administratieve lasten voor Europese ondernemingen door het bestaan van (destijds) vijftien verschillende systemen van vennootschapsbelasting en dubbele belasting van grensoverschrijdende geldstromen. Tegelijk met het Bolkesteinrapport heeft de Commissie een mededeling doen uitgaan, waarin zij het voornemen uit om deze fiscale belemmeringen weg te nemen. Dit betreft enerzijds gerichte maatregelen voor de relatief korte termijn («incremental approach») en anderzijds het realiseren van een geharmoniseerde belastinggrondslag voor ondernemingen die intra-EU actief zijn («comprehensive solution»). De Commissie is van mening dat Grondslagharmonisatie in combinatie met de consolidatie van Europese winsten en verliezen voordelig is voor het bedrijfsleven in termen van administratieve lasten en, nog belangrijker de mogelijkheid tot grensoverschrijdende verliesverrekening. Voor de «comprehensive solution» zijn zowel een Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB) als Home State Taxation (HST) een optie. Voor HST is onlangs een BNC fiche opgesteld naar aanleiding van de mededeling van 10 januari 2006 «Communication from the Commission to the Council, the European Parliament and the Economic and Social Committee ­ Tackling the corporation tax obstacles of small and medium-sized enterprises in the Internal Market ­ outline of a possible Home State Taxation pilot scheme» COM(2005)702. De CCCTB houdt in dat de fiscale winst van de hele onderneming (dus inclusief alle EU dochters en filialen) wordt vastgesteld volgens een nieuw te ontwerpen, EU-breed geldende grondslag voor bedrijfswinsten: de CCCTB. Vervolgens wordt deze gezamenlijke geconsolideerde winst verdeeld over de lidstaten waar deze ondernemingen actief zijn volgens een nader vast te stellen verdeelsleutel. Elke lidstaat kan op het aan hem toerekenbare deel van die gezamenlijke winst vervolgens afzonderlijk zijn eigen nationale tarief toepassen.

In september 2004 is onder het NL voorzitterschap besloten tot het opzetten van een Werkgroep onder voorzitterschap van de Commissie. Deze werkgroep brengt de fiscaal technische aspecten van een gezamenlijke geconsolideerde heffingsgrondslag in kaart en is in november 2004 voor het eerst bijeengekomen. Verslagen van de werkgroep zijn raadpleegbaar via internet: europa.eu.int/comm/taxation_customs/ taxation/company_tax/common_tax_base/index_en.htm.

In de voorliggende mededeling doet de Commissie verslag van de voortgang die tot dusverre is geboekt en geeft zij aan welke onderwerpen nog uitstaan. Bij deze laatste horen onder andere het consolidatieproces, het vaststellen van een verdeelsleutel en het al dan niet optionele karakter van de CCCTB. De Commissie geeft aan dat veel werk is verzet, maar merkt tevens op dat de resterende onderwerpen zeer complex zijn. Het uiteindelijke resultaat zal afhankelijk zijn van de inzet van de lidstaten en van hun bereidheid om in te stemmen met afwijkingen van hun huidige stelsel. De Commissie vraagt politieke steun voor de ingezette koers.

Rechtsbasis van het voorstel

n.v.t., betreft een mededeling.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement

n.v.t., betreft een mededeling.

Instelling nieuw Comitologie-comité

n.v.t.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Subsidiariteit

Strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een mededeling. Voor zover tot beoordeling kan worden overgegaan luidt het oordeel: positief.

De doelstellingen van de mededeling, te weten het informeren van Raad en Europees Parlement kan het beste door de Commissie als voorzitter van de CCCTB werkgroep worden verwezenlijkt. Nederland verleent steun aan de Commissie om het onderzoek naar de CCCTB samen met de lidstaten langs de aangegeven weg voort te zetten.

Proportionaliteit

Strikt genomen niet van toepassing want het betreft een mededeling. Voor zover tot beoordeling kan worden overgegaan luidt het oordeel: positief.

Een mededeling is het meest geëigende instrument voor de beoogde doelstelling. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de steun die Nederland verleent aan het voortzetten van het onderzoek op geen enkele wijze een toezegging inhoudt om te zijner tijd in te stemmen met een CCCTB. Instemming dan wel afwijzing zal geheel afhangen van de uiteindelijke vormgeving van een CCCTB.

Consequenties voor de EU-begroting

geen.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger

Mocht het initiatief van de Commissie uitmonden in een Richtlijnvoorstel dan heeft dit financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid en voor het bedrijfsleven. Ondernemingen zullen een andere aangifte winstbelasting moeten doen, de belastingdienst zal moeten toetsen aan een nieuwe heffingsgrondslag en de opbrengsten van de winstbelasting voor de Staat zullen wijzigen. Een omschrijving van de gevolgen alsmede een kwantificering ervan is echter pas mogelijk na het verschijnen van een Richtlijnvoorstel. Dit wordt niet eerder verwacht dan 2008.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering)

n.v.t.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden

geen.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling

Begin 2004 heeft de Commissie twee non papers gepresenteerd over de harmonisatie van de vennootschapsbelasting. De eerste non paper gaat over een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor vennootschapsbelasting, oftewel de Common Consolidated EU Corporate Tax Base (CCCTB). De tweede gaat over belastingheffing volgens het stelsel van het land van herkomst, oftewel Home State Taxation (HST). Onder de lidstaten bestond in 2004 vrij brede steun om de technische aspecten van de CCCTB in werkgroepverband verder uit te werken. Nederland neemt aan deze technische overleggen actief deel. In de voorliggende mededeling vraagt de Commissie de lidstaten in de eerste plaats om steun voor de ingezette koers. In de tweede plaats verzoekt zij lidstaten zich uit te spreken over enkele fundamentele aspecten van de CCCTB.

Ten aanzien van het eerste punt is Nederland nog steeds van mening dat het zinvol is de fiscaal technische aspecten van een CCCTB in kaart te brengen. Nederland steunt de Commissie derhalve in haar werkzaamheden. Zonder het exacte voorstel te kennen, is het onmogelijk inzicht te krijgen in de gevolgen. Duidelijk is wel dat deze zeer ingrijpend zullen zijn. Daarom geldt de nadrukkelijke voorwaarde dat steun en deelname aan het CCCTB project niet een toezegging inhoudt om te zijner tijd in te stemmen met een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag. Met betrekking tot het tweede punt verwelkomt de Commissie steun voor de volgende specifieke uitgangspunten:

  • 1. 
    Er komt geen direct verband tussen internationale verslaggevingsregels (IAS/IFRS) en de CCCTB
  • 2. 
    Ondernemingen krijgen de keuze om deel te nemen aan de CCCTB
  • 3. 
    Er zal van aanvang aan sprake zijn van een geconsolideerde grondslag
  • 4. 
    Het opereren in werkgroepverband wordt voortgezet
  • 5. 
    Voldoende inbreng van individuele Lidstaten blijft van groot belang
  • 6. 
    Lidstaten zijn bereid afwijkingen van hun huidige grondslagregels te aanvaarden.

Nederland onderschrijft de uitgangspunten 1, 3, 4, 5 en 6. Nederland onderschrijft eveneens dat de reikwijdte van de CCCTB beperkt zou moeten zijn en niet noodzakelijkerwijs ook ondernemingen zonder grensoverschrijdende activiteiten zou moeten raken. Nederland is er echter nog niet van overtuigd dat de keuze voor toepassing van toekomstige CCCTB regels vrijelijk aan de ondernemingen moet worden overgelaten. Overigens is Nederland van mening dat thans al moet worden geconstateerd dat het creëren van een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag complexer blijkt te zijn dan voorzien. Het tijdpad dat de Commissie zichzelf heeft opgelegd, is dan ook ambitieus.

 
 
 
 

3.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.