Verordening communautair douanewetboek (CDW)

1.

Kerngegevens

Document­datum 08-10-2003
Publicatie­datum 07-04-2009
Kenmerk 22112, 287, 4

2.

Tekst

Titel

Voorstel

voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW).

Datum Raadsdocument

28 juli 2003

Nr Raadsdocument

11837/03

Nr. Commissiedocument

COM(2003)452 def.

Eerstverantwoordelijk ministerie

FIN i.o.m. EZ, VROM, LNV, VWS, BZ,

DEF, V&W

Behandelingstraject in Brussel

Raadswerkgroep Douane-unie; Raadswerkgroep Douanesamenwerking Raad Concurrentie-vermogen

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel

De Commissie biedt in pakket de Mededelingen over eenvoudige en papierloze procedures voor de douanediensten en de marktdeelnemers en de rol van de douane in het geïntegreerde beheer van de buitengrenzen plus een voorstel voor een verordeningswijziging voor vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW) aan de Raad aan. Over ieder deel van het pakket is een apart BNC-fiche opgesteld.

Het voorstel omvat wijzigingen van een aantal artikelen van het communautair douanewetboek teneinde:

  • · 
    te verduidelijken onder welke omstandigheden informatie die door ondernemers aan de douane werd verstrekt, mag worden meegedeeld aan andere autoriteiten in dezelfde lidstaat, in andere lidstaten, aan de Commissie, of aan autoriteiten in derde landen;
  • · 
    een EU-kader voor risicobeheer te creëren ter ondersteuning van een gemeenschappelijke benadering, zodat de prioriteitenstelling effectief en de middelenallocatie efficiënt gebeuren, teneinde een juist evenwicht te handhaven tussen douanecontroles enerzijds en facilitering van de legale handel anderzijds. Een dergelijk kader moet ook in gemeenschappelijke criteria en geharmoniseerde verplichtingen voor toegelaten ondernemers voorzien en garanderen dat dergelijke criteria en verplichtingen op geharmoniseerde wijze worden toegepast;
  • · 
    op risicoanalyse gebaseerde informatie over import- en exportgoederen onderling te kunnen delen tussen de bevoegde diensten van de lidstaten en de Commissie en ook met derde landen indien een internationale overeenkomst daarin voorziet;
  • · 
    de aanlevering van pre-arrival of pre-departure informatie verplicht te stellen voor alle goederen die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten, behalve voor goederen die over zee of door de lucht worden vervoerd zonder dat er in dit douanegebied een tussenstop wordt gemaakt. Dergelijke informatie moet beschikbaar zijn voordat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten.

Rechtsbasis van het voorstel

artikelen 26, 95, 133 en 135 EG-verdrag

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie.

Instelling nieuw Comitologie-comité

geen

Subsidiariteit en proportionaliteit

Subsidiariteit

positief; het betreft een exclusieve bevoegdheid van de EG. Proportionaliteit: positief; het betreft slechts een beperkte wijziging van het communautair douanewetboek.

Consequenties voor de EU-begroting

ca. M 2 per jaar tot en met 2006 (projectkosten IT).

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger

  • aanpassing automatisering bij douane (o.a. Sagitta Binnenbrengen);
  • vermindering administratieve lasten bij bedrijfsleven door de overgang van papieren naar elektronische aangifte, voor wat betreft pre-arrival, berekend op M 3 ;
  • de financiële effecten voor de administratieve lasten van het bedrijfsleven van pre-departure zijn nog niet bekend. De bedrijven zullen in de toekomst eerder, in elektronische vorm, een douaneaangifte moeten doen (in beginsel 24 uur voor de goederen bij het douanekantoor van uitvoer worden aangebracht, dit is in veel gevallen niet het douanekantoor van uitgang waar de goederen het douanegebied fysiek verlaten). Indien het bedrijf op dat tijdstip nog over niet alle voor een douaneaangifte benodigde gegevens beschikt moet op eerdergenoemd tijdstip eerst een summiere aangifte (eveneens elektronisch) worden ingediend, gevolgd door een (elektronische) douaneaangifte. Momenteel is slechts een douaneaangifte vereist. In geval van vereenvoudigde regelingen, met name de procedure waarbij de aangifte door middel van inschrijving in de administratie van het bedrijf wordt gedaan (de domiciliëringsprocedure), dient minimaal een actieve vooraanmelding op eerdergenoemd tijdstip te geschieden (onder de huidige wetgeving kan worden volstaan met een passieve melding). Deze elementen zullen voor het bedrijfsleven een verzwaring betekenen. In hoeverre besparingen als gevolg van een eventueel snellere afhandeling van de goederen deze nadelige effecten kunnen mitigeren is nog niet bekend.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering)

In het Douanebesluit (4 maart 1996, Stb 166) en de Douaneregeling (10 mei 1996, nr WD 96/402, Stcrt 1996, 94) moeten enkele bepalingen tekstueel worden aangepast om rekening te houden met het voorstel tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Het betreft hier met name verwijzingen naar artikelen in de huidige Verordening (EEG) nr. 2913/92 welke als gevolg van het wijzigingsvoorstel worden aangepast dan wel vervallen. In het bijzonder verwijzingen naar artikel 43 van de huidige Verordening (EEG) nr. 2913/92, dit artikel komt te vervallen). In het Douanebesluit zijn dit met name de artikelen 1, 4, 5, 11. In de Douaneregeling de artikelen 11, 12, 13.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

Inwerkingtreding: op de zevende dag volgend op de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. De systemen voor elektronische aangifte en de geautomatiseerde ondersteunende systemen voor de tenuitvoerlegging van het risicobeheer moeten bedrijfsklaar zijn en de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening moeten zijn vastgesteld twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. Wat Nederland betreft is de termijn van twee jaar haalbaar. Of deze termijn EU-breed gehaald kan worden is echter twijfelachtig.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling

In hoofdlijnen akkoord.

  • Enkele kanttekeningen bij de afbakening van het begrip «douanecontrole» in artikel 4 punt 14 van het CDW (artikel 1 lid 1 van het voorstel). Het aanwijzen van diensten belast met de uitvoering en het regelen van de bevoegdheden van deze diensten blijft een nationale aangelegenheid. Het is onduidelijk of de Commissie in artikel 4 punt 14 een uitbreiding van de bevoegdheden van de douane beoogt dan wel een nadere precisering ervan die de bevoegdheden van andere nationale diensten onverlet laat. Inzet van Nederland is erop gericht ten aanzien van dit punt duidelijkheid te verkrijgen.
  • In artikel 1 punt 3 van het voorstel wordt de mogelijkheid geboden om tot het zgn. single window concept te komen( controle in het land van uitvoer en geen nieuwe controle in het land van invoer). Er zal dan uitwisseling van gegevens met de douanediensten van een derde land moeten plaatsvinden. Het is echter onduidelijk hoever de gegevensverstrekking als bedoeld in punt 4 (art. 15 CDW) gaat. Er kunnen tussen landen uiteenlopende systemen van gegevensbescherming bestaan. Binnen de Gemeenschap is op dit punt van belang het bepaalde in Richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 november 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, alsmede de bepalingen in Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften en ten slotte de DIS-Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied. Deze lijken voor wat betreft de gegevensuitwisseling binnen de Gemeenschap op zich voldoende waarborgen te bieden.

3.

Onderdeel van

8 okt
'03
Brief staatssecretaris met zestien fiches van de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Europese Zaken (EUZ)
22112, nr. 287
 
 
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.