Brief minister - Beleidsdoorlichting Defensie

Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 31516 - Beleidsdoorlichting Defensie.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Beleidsdoorlichting Defensie; Brief minister  
Document­datum 19-06-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST119990
Kenmerk 31516, nr. 1
Van Defensie (DEF)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 516

Beleidsdoorlichting Defensie

Nr. 1

BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2008

Op grond van de Comptabiliteitswet evalueert Defensie periodiek haar beleid. Van voorgenomen en uitgevoerde beleidsevaluaties wordt zowel in de begroting als in het jaarverslag melding gemaakt. De op de Comptabiliteitswet gebaseerde «Regeling periodiek evaluatieonderzoek en beleidsinformatie 2006» (RPE) van het ministerie van Financiën schrijft voor aan welke eisen evaluatieonderzoek moet voldoen. De beleidsdoorlichting is één van de beschreven methoden van evaluatieonderzoek. Beleid dat is gericht op de algemene of operationele doelstellingen dient periodiek te worden geëvalueerd in de vorm van een beleidsdoorlichting. De uitkomsten van deze doorlichtingen moeten door de betrokken minister aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Met enige regelmaat ontvangt u van mij evaluaties van de vredesoperaties. U hebt van mij echter nog geen beleidsdoorlichting ontvangen, omdat uit eerdere evaluaties is gebleken dat de beleidsartikelen van Defensie zich niet goed lenen voor een beleidsdoorlichting. Op verzoek van de Tweede Kamer zijn de beleidsartikelen in de begroting van Defensie gekoppeld aan de zeven defensieonderdelen. Eerdere evaluaties van de beleidsartikelen wijzen uit dat deze alleen informatie geven over de gereedstelling van eenheden maar niet over de daadwerkelijke inzet van de Krijgsmacht. Een beleidsdoorlichting zou echter juist informatie over de bereikte resultaten van deze inzet moeten geven. Daarnaast speelt de strikte toepassing van de voorschriften uit de RPE een rol. In de genoemde evaluaties was het niet mogelijk een harde kwantitatieve en traceerbare onderbouwing te geven voor het wel of niet bereiken van de doelstellingen. Hierdoor kon aan het voor een beleidsdoorlichting cruciale onderdeel – een uitspraak over de mate van het bereiken van de doelen – geen invulling worden gegeven. In dit licht heb ik de in de defensiebegroting 2007 aangekondigde beleidsevaluaties naar beleidsartikelen laten vervallen.

In overleg met het ministerie van Financiën is besloten in plaats van de beleidsartikelen de operationele invulling van de drie hoofdtaken van

Defensie als uitgangspunt te nemen voor de beleidsdoorlichtingen. Die is uitgewerkt in dertien aspecten zoals die zijn verwoord op pagina 23 en 24 van de begroting 2008. Daarnaast zal bij toekomstige beleidsdoorlichtin-gen op een andere manier worden geëvalueerd waarbij het oordeel van deskundigen een meer prominente rol gaat spelen. Dit aspect zal ook worden betrokken in een op initiatief van het ministerie van Financiën uit te voeren rijksbrede tussenevaluatie van de RPE in het tweede kwartaal 2008. Directe aanleiding voor deze evaluatie is de brief van de commissie voor de Rijksuitgaven van de Kamer over beleidsdoorlichtingen van juni 2007.

De RPE schrijft voor dat beleidsdoorlichtingen worden uitgevoerd door onafhankelijke instanties binnen het ministerie zoals de auditdiensten of door externen. Hiermee worden deskundigen bedoeld die geen verantwoordelijkheid dragen voor het te onderzoeken beleid en waarvan een onafhankelijk oordeel mag worden verwacht. Naar aanleiding van dit voorschrift heb ik onlangs besloten de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van beleidsdoorlichtingen bij de Audit Dienst Defensie te leggen en de kwaliteitstoetsing van de beleidsevaluaties ex ante bij de Hoofddirectie Financiën en Control.

In het licht van bovenstaande herschikking is vertraging ontstaan in de uitvoering van de voorgenomen beleidsdoorlichtingen. Voor 2007 was een beleidsdoorlichting voorzien van de defensietaak «beschikbaarstelling van militaire deskundigen ten behoeve van de training en advisering van veiligheidsorganisaties in andere landen». In plaats daarvan zal in 2008 eerst een pilot beleidsdoorlichting worden uitgevoerd van genoemde taak. Defensie heeft bewust gekozen voor een pilot, omdat eerst moet worden vastgesteld of de uitvoering van een dergelijke beleidsdoorlich-ting bruikbare beleidsinformatie oplevert.

Bij deze pilot die door de Audit Dienst Defensie zal worden uitgevoerd naar de beschikbaarstelling en inzet van militaire deskundigen zal conform de eisen van RPE ondermeer aandacht worden gegeven aan de aanleiding, de geformuleerde doelstellingen, de gebruikte instrumenten, de benodigde financiële middelen en de bereikte effecten.

Op grond van de uitkomsten van deze pilot zal worden bepaald of een beleidsdoorlichting van een afzonderlijke defensietaak een bruikbare methode van evaluatieonderzoek is die toegevoegde waarde voor Defensie oplevert. De uitkomsten zullen ook bepalend zijn voor het wel of niet handhaven van de in de begroting 2008 op pagina 29 opgenomen meerjarige programmering van beleidsdoorlichtingen. Over de uitkomsten van deze pilot en de eventuele gevolgen voor de meerjarige programmering zal ik u eind 2008 informeren.

De minister van Defensie, E. van Middelkoop

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.