Brief minister met de reactie van het kabinet op de wens van de Kamer om een Huis van de democratie op te richten - Huis voor democratie en rechtsstaat

Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 31475 - Huis voor democratie en rechtsstaat.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Huis voor democratie en rechtsstaat; Brief minister met de reactie van het kabinet op de wens van de Kamer om een Huis van de democratie op te richten 
Document­datum 15-05-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST118695
Kenmerk 31475, nr. 1
Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 475

Huis voor democratie en rechtsstaat

Nr. 1

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

1  Algemene politieke beschouwingen van 19 september 2007 (vraag voorzitter CDAfractie). Kamerbehandeling begroting van Algemene Zaken en het Huis van de Koningin op 10 oktober 2007 en motie Heijnen en Van der Camp (31 200 III nr. 8). Motie Cqörüz c.s. inzake een concreet actieplan waarin de waarden van de Nederlandse democratische rechtsstaat (Kamerstukken 2007/2008, 29 754, nrs. 118. en 120. Amendement Schinkelshoek en Heijnen om het Huis van de Democratie een stimulans te geven door daar voor het jaar 2008 al € 0,5 miljoen vrij te maken in de BZK-begroting (31 200 VII, nr. 27).

2  kamerstukken II 2006/2007, 30 800 VII, nr. 63H.

Den Haag, 15 mei 2008

  • 1. 
    Inleiding

Met deze brief geef ik mede namens de minister-president, minister van Algemene Zaken, en de minister van Justitie de kabinetsreactie op de wens van uw Kamer om een Huis van de democratie op te richten.

Bij diverse gelegenheden werd in de eerste maanden van dit parlementaire jaar aandacht gevraagd voor de oprichting van een Huis van de Democratie.1 Daarnaast adviseerde de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling in zijn advies nr. 42 «Vormen van democratie» op 5 oktober 2007 om meer werk te maken van burgerschapseducatie en mogelijkheden te creëren om te oefenen met democratie. Het Huis van de Democratie werd daarbij als een van de mogelijkheden genoemd. Dat sloot ook aan op het onderzoek «Jonge burgers en democratie» op grond waarvan ik concludeerde dat met name bij jonge burgers de kennis van democratie en de beginselen van de rechtsstaat versterking behoeft.2

Recentelijk, op 13 februari 2008 bracht een maatschappelijke commissie onder voorzitterschap van prof. dr. W.B.H.J. van de Donk advies uit aan de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het uitdragen van de kernwaarden van de rechtsstaat. In dit advies benadrukt de commissie dat effectieve overdracht van kernwaarden van de rechtsstaat vraagt om inzet vanuit de overheid en inzet vanuit burgers. Burgerschap en de rechten en plichten die hieraan verbonden zijn, zijn van groot belang en moeten versterkt worden op scholen en ook daarbuiten in het kader van volwasseneneducatie en inburgering.

Het kabinet spant zich in om een Huis voor democratie en rechtsstaat op te richten. Met deze brief worden de hoofdlijnen van de benadering en de contouren van de beoogde aanpak weergegeven

  • 2. 
    Doel en inhoud van het Huis voor democratie en rechtsstaat

Kennis van en draagvlak voor democratie en rechtsstaat bij burgers in onze samenleving vindt het kabinet van fundamenteel belang voor de toekomst van dit land. Meer in het bijzonder gaat het dan om de democratische kernwaarden, de werking van de instituties van de rechtsstaat en de representatieve democratie alsmede de bewustwording van de actieve rol die burgers daarin kunnen spelen. Er is ook een breed gedragen gevoelen dat wij hierin moeten investeren, op verschillende manieren, op verschillende niveaus en in verschillende contexten. Om dit te ondersteunen wil het kabinet een Huis voor democratie en rechtsstaat oprichten.

De centrale doelstelling van het Huis is het overdragen van kennis en vaardigheden (informatie en educatie) en het versterken van draagvlak (houding) bij de bevolking - in het bijzonder bij jongeren - voor de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat en de werking van de instituties van de rechtsstaat en de democratie. Rechtsstaat en democratie zijn in de visie van het kabinet bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook de rechten van de burger (grondrechten) maken hier deel van uit en bieden een goed aanknopingspunt om aan te geven wat van burgers wordt verwacht en wat ze zelf kunnen doen (actief burgerschap). Om deze reden spreekt het kabinet van een Huis voor democratie èn rechtsstaat.

Om deze centrale doelstelling te realiseren zal het kabinet een kabinets-breed actieprogramma democratie en rechtsstaat ontwikkelen waarmee in deze kabinetsperiode al concrete initiatieven in onderlinge samenhang zullen worden genomen en lopende acties (versterkt) zullen worden voortgezet. Onderdeel van dat actieprogramma is ook de oprichting van een Huis voor democratie en rechtsstaat. De oprichting van het Huis maakt derhalve deel uit van een breder, nader uit te werken programma.

In het Huis zullen in beginsel de volgende inhoudelijke thema’s aan de orde komen.

  • • 
    staatsburgerschap, rechtsgelijkheid, kiesrecht
  • • 
    burgerrechten (petitierecht, godsdienstvrijheid, vrije meningsuiting, privacy)
  • • 
    de rechtsstaat, scheiding der machten
  • • 
    de werking van de representatieve democratie en de rol daarin van:
  • constitutionele monarchie
  • rechtspraak (nationaal - Europees - internationaal)
  • Tweede Kamer, gemeenteraad, provinciale staten en waterschappen
  • Europese Raad en Europees Parlement
  • politieke partijen, verkiezingen
  • overheidsbestuur (ministers, wethouders, enz.)
  • • 
    positie andere overheidsinstellingen, positie ambtenaren
  • • 
    openbaarheid, publieke controle en publieke verantwoording, rol van media (kranten/tijdschriften, radio/televisie, internet) politici en burgers
  • • 
    burgerinitiatieven, actief burgerschap, burgerparticipatie, vrijwilligerswerk
  • • 
    niet-democratische systemen.

Het Huis moet daadwerkelijk bijdragen aan het versterken van de kennis over en het draagvlak voor de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat zodat burgers zich hierbij betrokken voelen en hierin kunnen participeren. Hiervoor is nodig dat burgers toegerust zijn om deel te nemen aan politiek en samenleving en dat zij zich bewust zijn van hun burgerrechten en de verantwoordelijkheden die een burger in onze democratische rechtsstaat heeft.

  • 3. 
    Opzet en werkwijze in het Huis voor democratie en rechtsstaat

Inzet is dat het Huis een fysieke vestiging in Den Haag zal krijgen nabij het Binnenhof waarin simulaties, exposities en andere activiteiten plaatsvinden en dat tevens dient als uitvalsbasis voor rondleidingen, activiteiten op straat, bezoek aan politici en bestuurders op de diverse niveaus, bezoek aan de rechtbank, Vredespaleis, gevangenenpoort etc. Den Haag is daarvoor ook bij uitstek geschikt als (internationale) stad van vrede en recht en als bestuurscentrum, met fysieke aanwezigheid van de instituten van de democratische rechtsstaat en overheidsbestuur op alle niveaus. Zo kan een aansprekende context en een programma worden geboden voor scholieren van de verschillende onderwijstypen en -niveaus alsmede voor volwassenen.

Daarnaast zal een gecombineerde inzet plaatsvinden van diverse media (o.a. via Internet) en met programma’s op lokaal en regionaal niveau in het land, in samenwerking met scholen, lokale instellingen, gemeenten en provincies.

Deelnemers, respectievelijk bezoekers, zullen via (inter)actieve vormen op internet of in het fysieke Huis dan wel op locatie in Nederland, de democratische en maatschappelijke processen beleven, waarin de kernwaarden van de rechtsstaat tot uitdrukking komen.

In het Huis zal aldus een aansprekend beeld worden geboden van de rechtsstaat en de (representatieve) democratie. Dat levert niet alleen versterkte kennis op van de democratische rechtsstaat, maar ook meer begrip, draagvlak en participatie.

  • 4. 
    Ontwikkeltraject 2008–2012

Onderdelen van de inhoudelijke programmering voor het Huis zijn de afgelopen jaren door het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) al uitgetest via kleinschalige programma’s (www.dehaagsetribune.nl en www.weg-wijsdagen.nl) en voor een deel moeten deze nog worden uitgewerkt. Deze activiteiten worden dit jaar (versterkt) voortgezet.

Met ingang van het schooljaar 2008/2009 zal met een subsidie van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van € 0,3 miljoen ook een scholierenprogramma democratische rechtsstaat vanuit een historische context worden uitgevoerd door het IPP.

Inmiddels heb ik ook aan het IPP een subsidie van € 0,25 miljoen verstrekt om voorlopig het bestaande scholierenprogramma «De Haagse Tribune» voort te zetten en inhoudelijk een aantal zaken voor te bereiden. Onderdeel daarvan is de ontwikkeling van relevante toepassingen op internet, gericht op scholieren/jongeren.

Daarnaast heb ik het Forum voor Democratische Ontwikkeling (FDO), dat gedeeltelijk door mij wordt gesubsidieerd, gevraagd zich reeds dit jaar op de ontwikkeling van het Huis te richten. Het FDO zal daarin (uiteindelijk) moeten opgaan.

In de loop van het schooljaar 2008/2009 zal feitelijk met een «Huis voor democratie en rechtsstaat» worden gestart. Het «Huis» is immers niet alleen een fysiek gebouw, maar veeleer een conceptueel kader waarbinnen men activiteiten verricht, in Den Haag, in het land en op internet. Voor een impressie van de verschillende activiteiten, zij verwezen naar de bijlage bij deze brief.1

Met de start van online-activiteiten en voorlopige (tijdelijke) huisvesting zal het Huis vanaf eind 2008/begin 2009 starten, waarbij wordt begonnen met een programma voor 25 000 scholieren per jaar.

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

De intentie is het Huis te laten groeien zodat meer mensen aan het programma kunnen deelnemen. De omvang van de groei is afhankelijk van het beschikbare budget.

Afhankelijk van de inhoudelijke ontwikkelingen, de belangstelling en budgettaire mogelijkheden zal in 2012 een evaluatie plaatsvinden op grond waarvan kan worden bepaald met welk ambitieniveau vanaf 2013 het Huis kan worden gecontinueerd.

  • 5. 
    Organisatie en financiering

Het kabinet is van oordeel dat de sterke verbondenheid met de politiek en de rechtsstaat meebrengt dat de organisatie die verantwoordelijk is voor het Huis uiteindelijk een daarvan inhoudelijk onafhankelijke positie dient te hebben. Bovendien brengt de sterke gerichtheid op het onderwijs en het brede publiek mee, dat het Huis onpartijdige informatie moet aanbieden, die bovendien voldoende aansprekend is voor jongeren (als primaire doelgroep).

Daarnaast zal de uitvoeringsorganisatie voor het Huis geen publiekrechtelijke bevoegdheden krijgen, zal het met veel partijen, waaronder particuliere organisaties, samenwerken en ook trachten aanvullende particuliere fondsen te werven voor het uitbreiden van de activiteiten. De uitvoeringsorganisatie is in dit opzicht te vergelijken met, bijvoorbeeld, het Nationaal Comité 4 en 5 mei of het Instituut voor Publiek en Politiek. De ministeriele verantwoordelijkheid zal – uiteindelijk – beperkt zijn tot het financieren van de uitvoeringsorganisatie en het toezicht op de realisatie van de doelstellingen.

Op basis van bovenstaande overwegingen zal het Huis voor democratie en rechtsstaat worden ontwikkeld en geëxploiteerd door een op te richten stichting op basis van overheidssubsidie en eigen inkomsten.

Het kabinet zal overeenkomstig het daarvoor geldende beleidskader1 een nader voorstel opstellen op basis waarvan een onafhankelijke stichting zal worden opgericht om het Huis verder te gaan ontwikkelen. Over de oprichting van deze stichting zal de komende maanden nader overleg plaatsvinden met betrokken partijen en de Algemene Rekenkamer. Vervolgens zal het concrete voornemen ingevolge artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 worden voorgehangen bij de beide Kamers.

De taken van het Huis voor democratie en rechtsstaat zullen worden vastgesteld bij ministeriële regeling krachtens de Wet overige BZK-subsidies. Die regeling zal de financiële, inhoudelijke en organisatorische kaders vaststellen. Het Huis zal op basis daarvan voor de kernactiviteiten een instellingssubsidie via het ministerie van BZK ontvangen. Zaken als verantwoording over de subsidiegelden zullen geregeld worden via de subsidievoorwaarden. Doelstelling is de aansturing van de op te richten, onafhankelijke, stichting uiteindelijk geheel via de subsidierelatie te laten plaatsvinden.

1 Kader voor stichtingen: Beleidskader voor betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het oprichten van stichtingen. Kamerstukken II 2006/07, 25 268, nr. 42.

In de eerste jaren, tijdens de aanloopperiode, waarbij veel zaken nog moeten worden ontwikkeld en nader worden uitgewerkt, zullen de direct betrokken partijen – de ministeries van Algemene Zaken, BZK en Justitie, de Staten-Generaal en de gemeente Den Haag – nauw bij het ontwikkelingsproces betrokken worden. Dit kan tot uitdrukking worden gebracht via een programmaraad die over het te subsidiëren jaarprogramma adviseert.

Het kabinet is bereid structureel bij te dragen in de exploitatie van het Huis voor een bedrag van € 3,5 miljoen per jaar in 2012. Het Huis zal daarnaast met diverse andere ministeries samenwerken op projectbasis

en tevens de ruimte krijgen om elders voor algemene of specifieke doeleinden binnen de taakopdracht financiële en andere steun te verwerven. Gelet op de brede maatschappelijke opdracht van het Huis, zullen daarvoor verschillende mogelijkheden zijn.

De uitvoeringsorganisatie zal ook activiteiten overnemen die thans met subsidie van de rijksoverheid (BZK en VWS) worden uitgevoerd door het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP). Hierbij wordt gedacht aan de activiteiten van het IPP gericht op jeugdvoorlichting inzake de democratische rechtsstaat en het scholierenprogramma «De Haagse Tribune». Daarnaast zal de uitvoeringsorganisatie ook de taken en functies overnemen van het Forum voor Democratische Ontwikkeling (FDO) voor zover deze thans door de rijksoverheid (BZK) worden gesubsidieerd. Daarbij gaat het om de activiteiten gericht op burgerrechten, actief burgerschap en de jongeren-debatten.

In het plan van aanpak zal de organisatie van het project nader worden uitgewerkt.

  • 6. 
    Financiering en participatie door derden

Het kabinet gaat er vanuit dat de gemeente Den Haag naast de basissubsidie van de rijksoverheid aanvullende middelen zal bijdragen in het kader van de nieuwe huisvesting die nodig zal zijn wanneer de vestiging in Den Haag (in 2012) toegroeit naar zo’n 1000 bezoekers per dag. De gemeente Den Haag heeft ideeën om het huis vanaf 2013 op de hoek Spui/Kalvermarkt onder te brengen. In dat geval zou de gemeente het Huis willen ondersteunen met maatregelen in de fysieke sfeer (bereikbaarheid, omgeving) en mogelijk steun voor een deel van de exploitatie van het gebouw. Hierover zullen nog nadere afspraken moeten worden gemaakt.

Participatie door andere partijen zal daarnaast mogelijk zijn. Veel daarvan zal in de komende jaren verder kunnen worden uitgewerkt Het principe vanzwaan-kleef-aanzal hierbij gelden, waarbij de financiële betrokkenheid van andere partijen leidt tot een versterkte opzet van het Huis, zowel voor wat betreft de inhoudelijke opzet als het aanbod voor specifieke doelgroepen. Met meer geld kan ook meer gedaan worden.

Zo is denkbaar dat het Huis ook de front-office en begeleiding van bezoekers van het Binnenhof gaat verzorgen en een deel van de educatieve activiteiten van de Tweede Kamer gaat overnemen.

De Raad voor de Rechtspraak heeft mij bij brief van 7 augustus 2007 gemeld zich op het standpunt te stellen dat de behandeling van de onderwerpen democratie en rechtsstaat op scholen momenteel te vrijblijvend is. De Raad heeft ook voorgesteld hierover met het kabinet van gedachten te wisselen. Om die reden zal met de Raad voor de Rechtspraak in het komende ontwikkeltraject worden gesproken over de afstemming tussen voorlichtingsactiviteiten van de Raad en de activiteiten die in het Huis zullen plaatsvinden. Daarnaast zal overleg met de Raad van State plaatsvinden over de mogelijkheid van de Raad om betrokken te zijn bij het project en of de Afdeling bestuursrechtspraak ook een rol zou kunnen vervullen in de educatieve activiteiten.

De komende periode zullen nadere gesprekken over participatie worden gevoerd met Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met het oog op een beter zichtbaar en herkenbaar provinciaal bestuur met meer betrokkenheid van inwoners bij de provinciale politiek.

Het IPO en de VNG hebben inmiddels inhoudelijke steun en expertise aangeboden voor het Huis, maar zullen geen aandeel in de financiering (kunnen) hebben.

  • 7. 
    Uitvoering

Op basis van bovenstaande uitgangspunten zal een uitgewerkt plan van aanpak worden opgesteld, dat erop is gericht het Huis te realiseren. Doelstelling van het project is dat in de loop van het schooljaar 2008/2009 al onder de vlag van het Huis voor democratie en rechtsstaat zal worden gewerkt en dat in de periode tot en met 2012 wordt opgeschaald binnen het beschikbare budget.

Het kabinet staat een ambitieuze aanpak voor waarbij men zowel in Den Haag als in het land een toenemend deel van de doelgroep bereikt.

Tot de officiële start zal, gelijktijdig met de voorbereiding daarvan, het bestaande programma «De Haagse Tribune» door het Instituut voor Publiek en Politiek worden voortgezet en verder worden uitgebreid.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst

3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.