Brief minister inzake voortgang aansluitbeleid - Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Deze brief is onder nr. 56 toegevoegd aan dossier 29023 - Voorzienings- en leveringszekerheid energie.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorzienings- en leveringszekerheid energie; Brief minister inzake voortgang aansluitbeleid
Document­datum 13-05-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST118139
Kenmerk 29023, nr. 56
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

29 023

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

nr. 56

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2008

In mijn brief aan uw Kamer van 20 december 2007 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2007-2008, 29 023, nr. 45) heb ik een pakket maatregelen aangekondigd in het kader van het aansluitbeleid voor nieuwe duurzame productiecapaciteit en de schaarste op de transportnetten:

  • ik heb maatregelen aangekondigd waarmee de realisatie van netverzwaringen en -uitbreidingen zal kunnen worden versneld;
  • ik heb aangegeven op welke wijze ik voorrang voor duurzame productiecapaciteit voor die situaties waarin sprake is van een tijdelijke schaarste aan transportcapaciteit;
  • ik heb maatwerkoplossingen aangekondigd voor de problematiek rond het aansluiten van nieuw WKK-vermogen in het Westland en het Noorden van het land.

Tijdens het Algemeen Overleg op 30 januari jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 47) heb ik toegezegd u zo snel mogelijk te informeren over het resultaat van de uitwerking van het congestiemanagement. Mijn streven was dit per 1 juli 2008 in te voeren. Tevens heb ik aangegeven dat ik een wetsvoorstel voor voorrang voor duurzame productiecapaciteit in voorbereiding zou nemen. In deze brief informeer ik u achtereenvolgens over:

  • de voortgang van het congestiemanagement mede naar aanleiding van de voortgangsrapportage die ik van TenneT heb ontvangen;
  • de oplossingen voor de knelpunten in aansluitcapaciteit in het Westland en het Noorden van Nederland;
  • de stand van zaken met betrekking tot het wetsvoorstel in verband met voorrang voor duurzame elektriciteit.

Met deze brief geef ik ook invulling aan mijn toezegging nader in te gaan op het n-1 veiligheidscriterium met betrekking tot de transformator in het Westland, zoals gedaan in het voornoemde Algemeen Overleg.

Voortgang congestiemanagement

Uitgangspunt van mijn beleid is, zoals in de brief van 20 december 2007 vermeld, het tijdig realiseren van netverzwaringen en - uitbreidingen om ervoor te zorgen dat alle nieuwe duurzame productiecapaciteit direct kan worden aangesloten en te voorkomen dat er congestie op kan treden. Daarvoor heb ik in genoemde brief een aantal structurele maatregelen aangekondigd. Congestiemanagement is dus uitsluitend bedoeld als vangnet voor situaties waarin de aangesloten productiecapaciteit de beschikbare transportcapaciteit op het relevante netdeel overschrijdt. TenneT werkt thans op mijn verzoek aan de concrete uitwerking van het congestiemanagementsysteem. Recent heb ik op mijn verzoek een voortgangsrapportage van TenneT ontvangen1. TenneT merkt op dat er met betrokken organisaties constructief wordt gewerkt aan de voorbereiding en invoering van een congestiemanagementsysteem. TenneT signaleert in zijn brief een aantal belangrijke ontwikkelingen:

  • Het uitgewerkte systeem voor congestie-management kan met name ingezet worden bij congestie op het landelijke hoogspanningsnet, of de toegang tot het landelijke net. Congestiemanagement blijkt echter niet goed toepasbaar op het merendeel van de regionale distributienetten. Congestiemanagement stelt hoge eisen aan de technische infrastructuur. Vanzelfsprekend dient daarbij de netveiligheid en integriteit gegarandeerd te blijven. Congestiemanagement biedt alleen een oplossing indien de transportcapaciteit van een netvak de enige beperkende factor is. Aan andere veiligheidscriteria, onder meer in verband met kortsluitvermogen en de zogenoemde blindlasthuishouding, zal de netbeheerder altijd moeten voldoen. Naar nu blijkt lenen middenspanningsniveaus van de regionale netten zich om die reden in de meeste gevallen toch niet goed voor de toepassing van congestiemanagement.
  • Er is meer tijd nodig voor een zorgvuldige invoering van congestiemanagement op de hoogspanningsnetten. Naar verwachting zal de benodigde aanpassing in regelgeving oktober 2008 zijn afgerond. Marktpartijen hebben aangegeven dat, nadat de aanpassingen zijn afgerond, zij minimaal 1 jaar nodig hebben voor de noodzakelijke aanpassingen in de ICT-systemen en in het berichtenverkeer tussen TenneT, netbeheerders en Programma Verantwoordelijke partijen. Als gevolg van de complexiteit van het systeem en het grote aantal betrokken partijen neemt de implementatie derhalve aanzienlijk meer tijd in beslag dan oorspronkelijk voorzien. Generieke invoering van congestiemanagement vanaf 1 juli 2008 is daardoor niet haalbaar. TenneT verwacht dat een systeem van congestiemanagement in het derde kwartaal van 2009 operationeel zal zijn.

Overigens merk ik op dat deze vertraging geen consequenties heeft voor het aansluiten van duurzaam opgewerkt vermogen op het hoogspanningsnet. Congestie op het hoogspanningsnet treedt naar verwachting pas op in 2011 op het moment dat de Nuon centrale in de Eemshaven wordt aangesloten.

Maatwerkoplossingen

Ik heb in mijn brief van 20 december 2007 maatwerkoplossingen voor een zo snel mogelijke verzwaring van het netwerk voor het Westland en het Noorden van het land aangekondigd. In mijn brief van 23 januari jl. heb ik de situatie in het Westland verder toegelicht (Kamerstukken II, vergaderjaar 2007-2008, 29 023, nr. 46). Hieronder geef ik u de stand van zaken en de gevolgen van de vertraging.

Westland

In het Westland is op dit moment de exportcapaciteit van het transformatorstation te laag om de groei in het aantal nieuwe WKK’s op te vangen. In de afgelopen twee jaar is de export op het transformatorstation verviervoudigd tot ca 440 MW. Daarmee is het maximum bereikt.

Ik hecht er aan er op te wijzen dat deze transformatoren gezien hun aard tot het hoogspanningsnet behoren en volgens het «n-1»-veiligheidscriterium worden geopereerd. Ik acht het niet opportuun dit criterium hier los te laten, omdat de daarmee bereikte uitbreiding van capaciteit ten koste zou gaan van de leveringszekerheid van een groot deel van Zuid-Holland.

De volgende technische maatregelen zijn thans definitief gepland door de netbeheerders Westland Infra, TenneT en Eneco Netbeheer:

In gebruik name «slapende» kabel naar verzorgingsgebied van Eneco Netbeheer 40 MW maart 2008

Tijdelijke 20kV-kabel van De Lier naar Westerlee 50 MW mei 2009

Vervroegde levering van één transformator en tijdelijke plaatsing in Westerlee 70 MW mei 2009

Oplevering 1e fase transformatorstation De Lier en 1e fase station Westerlee - 380 105 MW december 2009

Oplevering 2e fase transformatorstation De Lier en 2e fase station Westerlee - 380 105 MW maart 2010

Nieuwe 150kV-kabel De Lier naar Wateringen 450 MW eind 2011

Met de oplevering van de 2e fase van beide transformatorstations zal de exportcapaciteit van het Westland van de huidige 440 MW verhoogd naar ruim 800 MW. Daarmee is er voldoende capaciteit voor het transport van de verwachte WKK-installaties.

Gelet op het tempo van de aangevraagde aansluitingen, de planning van de netuitbreidingen en afhankelijk van de ontwikkeling van een snelle versie van congestiemanagement en de benodigde codewijzigingen, verwachten de netbeheerders dat congestiemanagement in vereenvoudigde vorm in oktober 2008 operationeel kan worden. Westland Infra sluit op dit moment alle WKK’s aan, maar er is een beperking in de mogelijkheid tot teruglevering. Deze congestie zal in de loop van 2008 geleidelijk toenemen tot circa 45 MW in oktober 2008 en oplopen tot circa 100 MW eind 2009. Samen met NMa/DTe en LTO Nederland werken TenneT en Westland Infra, vooruitlopend op het generieke congestiemanagement, aan een snel in te voeren versie van het congestiemanagement. Dit zal een vereenvoudigd computersysteem gebruiken omdat het in het Westland een beperkte en homogene groep van producenten betreft.

Noorden van het land

In het noorden van het land betreft het de congestie op de verbinding tussen Eemshaven en Zwolle die optreedt vanaf het moment dat de nieuwe centrales aan de Eemshaven in bedrijf komen. Deze aangekondigde beperkingen hebben gevolgen voor het aansluiten van lokale decentrale initiatieven.

De drie provincies Groningen, Drenthe en Overijssel hebben onlangs formeel en definitief ingestemd met het in stand houden en verzwaren van de hoogspanningsleiding Groningen-Hoogeveen-Zwolle. Daarmee is een belangrijke voorwaarde vervuld voor het aansluiten van de duurzame initiatieven in deze provincies. De netbeheerder Essent Netwerk heeft in samenwerking met TenneT de afgelopen maanden aan 83 van de 100 aanvragen in de provincies een aansluiting kunnen aanbieden. De overige aanvragers zullen moeten wachten op verzwaring en uitbreiding van het middenspanningsnet en het regionale 110 kV hoogspanningsnet; dit zal 1 tot 3 jaar vergen. Congestiemanagement voor deze overige 17 klanten biedt hier geen oplossing omdat andere veiligheidscriteria (zoals kortsluitvermogen en blindlasthuishouding) het aansluiten onmogelijk maken.

Wetsvoorstel Voorrang voor duurzame productiecapaciteit

In het overleg met uw Kamer op 30 januari jl. heb ik aangegeven met spoed een wetswijziging voor te gaan bereiden om voorrang voor duurzaam ook wettelijk een goede basis te geven, mede gelet op een voorstel met die strekking van de Europese Commissie in het kader van een wijziging van de Richtlijn voor Duurzame Energie.

Vanzelfsprekend is er een nauwe samenhang tussen dit wetsvoorstel en de invoering van een systeem van congestiemanagement. De voorrangsregeling is immers alleen relevant als er congestie dreigt op te treden. In die situatie zal de toegang van niet-duurzame producenten moeten worden beheerst door middel van congestiemanagement.

Ik streef ernaar het wetsvoorstel voor Voorrang voor duurzame productiecapaciteit vòòr het zomerreces 2008 aan de Raad van State te kunnen aanbieden.

Tot slot

Er zal door regionale netbeheerders, met of zonder congestiemanagement, voortvarend moeten worden gewerkt aan de noodzakelijke netuitbreidingen en -verzwaringen. Om de noodzakelijke netuitbreidingen en -verzwaringen te versnellen onderneem ik een viertal acties:

  • Bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening krijgt de provincie de mogelijkheid om de Provinciale Projectenprocedure in te zetten. Dit maakt het mogelijk om het traject tussen planning en realisatie ervan aanzienlijk te bekorten. Ik zal er bij de provincies voor pleiten om de mogelijkheid die ze bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening krijgen om de Provinciale Projectenprocedure in te zetten ten volle te benutten. Ik wil er verder voor zorgen dat provincies en gemeenten daarbij te allen tijde een beroep kunnen doen op de expertise op dit terrein die op mijn departement aanwezig is.
  • Indien verbindingen van 110 kV en/of 150 kV van nationaal belang zijn en om die reden regie van het Rijk geboden is, zal ik er samen met mijn collega van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zorg voor dragen dat een ad hoc besluit zal worden genomen om de Rijksprojectenprocedure van toepassing te verklaren. Op basis van een aanpassing van de Elektriciteitswet 1998 zal deze al automatisch worden toegepast op hoogspanningsverbindingen van 220 kV en hoger (Kamerstukken II, vergaderjaar 2007-2008, 31 326).
  • Ik heb een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 inzake aanmerkelijke investeringen in voorbereiding om ervoor te zorgen dat netbeheerders sneller zekerheid verkrijgen over nut en noodzaak van hun investeringen. Ook deze wetswijziging zal bijdragen aan een snellere realisatie van noodzakelijke netuitbreidingen en -verzwaringen.
  • Verder ben ik in gesprek met netbeheerders en provincies om meer samenhang aan te brengen tussen de ruimtelijke planning van energieprojecten enerzijds en de bijbehorende energie-infrastructuur anderzijds, bijvoorbeeld bij wijziging van streek- en bestemmingsplannen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Noot 1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.