Memorie van toelichting - Wijziging van de Wet inburgering (inburgeringsvoorzieningen voor alle inburgeringsplichtigen gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 31318 - Wijziging van de Wet inburgering (inburgeringsvoorzieningen voor alle inburgeringsplichtigen gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet inburgering (inburgeringsvoorzieningen voor alle inburgeringsplichtigen gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal); Memorie van toelichting
Document­datum 24-12-2007
Publicatie­datum 21-03-2009
Nummer KST114306
Kenmerk 31318, nr. 3
Van Wonen, Wijken en Integratie (WWI)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 318

Wijziging van de Wet inburgering (inburgeringsvoorzieningen voor alle inburgeringsplichtigen gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal)

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1.  Inleiding

Dit wetsvoorstel beoogt gemeenten de mogelijkheid te bieden alle inbur-geringsplichtigen een inburgeringsvoorziening aan te bieden en beoogt voorts mogelijk te maken dat die inburgeringsvoorziening ook gericht kan zijn op het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II (hierna: staatsexamen).

2.  Huidige situatie

Uitgangspunt van de Wet inburgering is dat de inburgeringsplichtige zelf moet zorgen dat hij binnen de wettelijke termijnen het inburgerings-examen haalt. De inburgeringsplichtige kan daarvoor een lening krijgen van de IB-Groep en krijgt voorts een vergoeding als hij tijdig het inburge-ringsexamen haalt. De inburgeringsplichtige die binnen de termijn die staat voor het inburgeringsexamen het staatsexamen behaalt, krijgt niet tegengeworpen dat hij het inburgeringsexamen niet heeft gehaald, bovendien kan hij ook voor het staatsexamen een lening en een vergoeding krijgen.

Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) kan de inburgerings-plichtige die een uitkering geniet of oudkomer is en geen tegenwoordige inkomsten uit arbeid, algemene bijstand of uitkering geniet een inburgeringsvoorziening aanbieden. Deze voorziening bereidt de inburgeringsplichtige voor op het inburgeringsexamen en wordt bekostigd door het college. Het college is, op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet inburgering, verplicht de inburgeringsplichtige die een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in de artikelen 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 heeft gekregen of die geestelijk bedienaar is een inburgeringsvoorziening aan te bieden.

3.  Gemeentelijk aanbod aan iedere inburgeringsplichtige

Dit wetsvoorstel beoogt het college de mogelijkheid te geven om iedere inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Dat wil zeggen dat het college niet alleen aan de hiervoor genoemde inburge-

ringsplichtigen met een uitkering of die oudkomer zijn een inburgerings-voorziening mag aanbieden, maar dat het college aan iedere inburge-ringsplichtige een inburgeringsvoorziening mag aanbieden. Dus ook aan nieuwkomers en oudkomers met werk en nieuwkomers (gezinsvormers en -herenigers) zonder werk en zonder uitkering. De verplichting om asielgerechtigden en geestelijk bedienaren een inburgeringsvoorziening aan te bieden, blijft onveranderd.

Dit voorstel is reeds aangekondigd in het Deltaplan inburgering: vaste voet in Nederland(Kamerstukken II 2006/07, 31 143, nr. 1) dat op 7 september 2007 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangeboden.

Dit voorstel beoogt het gemeenten makkelijker te maken om inburgerings-voorzieningen aan te bieden aan inburgeringsplichtigen. Daarmee wordt naar verwachting dat deel van de financiële onderuitputting dat het gevolg is van de problemen die gemeenten hebben bij het bepalen wie in aanmerking kan komen voor een inburgeringsvoorziening weggenomen.

Deze mogelijkheid voor gemeenten laat onverlet dat de inburgeringsplich-tige zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar inburgering in Nederland. Dit is concreet ingevuld met de wettelijke verplichting om tijdig het inburge-ringsexamen (of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II) te behalen. Die eigen verantwoordelijkheid blijft het uitgangspunt van de Wet inburgering.

De gemeenten zijn geïnformeerd dat zij, vooruitlopend op de aanvaarding en inwerkingtreding van de voorgestelde wijzigingen van de Wet inburgering, nu reeds alle inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening gericht op het inburgeringsexamen of het staatsexamen kunnen aanbieden.

4. Voorstel omtrent het staatsexamen Nederlands als tweede taal

In het Coalitieakkoord is de wens uitgesproken om inburgeringsplichtigen/ inburgeraars naar capaciteit direct op een hoger niveau te laten inburgeren (Kamerstukken II 2006/07, 30 891, nr. 4, p. 22). Met een hoger niveau dan het inburgeringsexamen hebben inburgeringsplichtigen meer mogelijkheden om daadwerkelijk te participeren in de Nederlandse samenleving.

Dit wetsvoorstel maakt het inburgeringsplichtigen, die van het college een aanbod voor een inburgeringsvoorziening ontvangen, mogelijk direct voor het staatsexamen op te gaan.

De Tweede Kamer heeft eerder om deze wijziging verzocht met de motie-Sterk c.s. (Kamerstukken II 2006/07, 30 308, nr. 121). Het vorige kabinet kon deze wijziging echter niet meer uitvoeren, omdat dat zou leiden tot vertraging van de invoering van de Wet inburgering.

Uitvoering van de motie-Sterk past geheel bij de ambitie van dit kabinet om de kwaliteit en het rendement van het inburgeringsstelsel te verbeteren.

Deze wijziging is reeds aangekondigd in de brief van 9 juli 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 30 308, nr. 125) aan de Tweede Kamer alsmede in het Deltaplan inburgering.

Dit wetsvoorstel regelt de mogelijkheid voor inburgeringsplichtigen die een inburgeringsvoorziening krijgen aangeboden om, indien zij daartoe in staat geacht worden, direct op te gaan voor het staatsexamen. Als gevolg hiervan zal het college inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorzie-ning kunnen bieden die, afhankelijk van de capaciteiten van de inburge-ringsplichtige, ofwel gericht is op het inburgeringsexamen ofwel op het staatsexamen. Op dit moment kunnen alleen inburgeringsplichtigen die

op eigen initiatief inburgeren kiezen voor een rechtstreekse gang naar het staatsexamen, terwijl inburgeringsplichtigen die een inburgeringsvoorzie-ning krijgen aangeboden altijd eerst het inburgeringsexamen moeten halen, ook als ze in staat moeten worden geacht om direct op te gaan voor het staatsexamen. Dit wetsvoorstel beoogt de wettelijke belemmering voor het aanbieden van een inburgeringsvoorziening gericht op het staatsexamen weg te nemen.

5.  Financiële aspecten

Zoals hiervoor reeds is opgemerkt zijn de gemeenten geïnformeerd dat zij reeds in 2007 aan alle inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening kunnen aanbieden. Dit zal leiden tot een betere benutting van de voor het jaar 2007 door het Rijk beschikbaar gestelde voorschotten inburgering. Meer algemeen wordt met de voorgestelde wetswijziging bereikt dat gemeenten voor het aanbod van een inburgeringsvoorziening aan een inburgeringsplichtige die niet behoort tot de nu in artikel 19 van de Wet inburgering genoemde groepen toch in aanmerking komen voor rijks-bekostiging, voorzover dit past binnen de tussen Rijk en gemeenten overeengekomen budgettaire kaders.

Ook de voorgestelde mogelijkheid voor het college om inburgeringsplich-tigen direct op te laten gaan voor het staatsexamen past binnen de overeengekomen budgettaire kaders. De rijksbijdrage is gemiddeld genomen voldoende voor het aanbieden van een inburgeringsvoorziening, dat opleidt voor het staatsexamen. Voor de bekostiging geldt dat het staatsexamen in de plaats treedt van het inburgeringsexamen, waardoor deze wijziging geen gevolgen heeft voor de door het Rijk aan gemeenten beschikbaar te stellen middelen.

Volgens de in het Besluit inburgering beschreven bekostigingssystematiek krijgen gemeenten jaarlijks voor 15 september van het Rijk een indicatie van het voorschot op de rijksbijdrage voor het daaropvolgende jaar. Gemeenten wordt vervolgens gevraagd de gemeentelijke ambitie voor inburgering aan het Rijk op te geven, in termen van het aantal aan te bieden inburgeringsvoorzieningen. Dit biedt gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van het door het Rijk geïndiceerde voorschot en, indien gewenst, hiervoor extra budget te vragen.

Of en in hoeverre de hogere ambities van gemeenten door het Rijk worden gehonoreerd is afhankelijk van de budgettaire ruimte binnen het beschikbare budget op macroniveau.

Binnen deze systematiek hebben gemeenten, binnen de beschikbare budgettaire kaders, ruimte om hun eigen ambities met betrekking tot de inburgering te realiseren. Gemeenten hebben zelf de mogelijkheid om hun ambities aan te geven en zullen, gegeven de beschikbare middelen voor inburgering, zelf keuzen moeten blijven maken met betrekking tot de inburgeringsplichtigen die zij in enig jaar een aanbod doen.

6.  Administratieve lasten en uitvoerbaarheid

Dit wetsvoorstel schept, wijzigt of schrapt geen verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft dus geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De gemeenten hebben aangedrongen op de voorgestelde verruiming van hun mogelijkheid om inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Gemeenten zijn niet verplicht om iedere inburgeringsplich-tige een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Bij gemeentelijke verordening worden de criteria voor zo’n aanbod door het college vastgelegd.

De beoordeling of de inburgeringsvoorziening die een inburgeringsplich-tige krijgt aangeboden gericht moet zijn op het inburgeringsexamen of op het staatsexamen zal naar verwachting niet veel extra inspanning vragen van de gemeente.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, B, onder 1,3en 4, en C

De voorgestelde wijziging van artikel 19, eerste lid, van de Wet inburgering bewerkstelligt dat het college iedere inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening kan aanbieden.

De overige voorgestelde wijzigingen vloeien voort uit de wijziging van artikel 19, eerste lid.

Onderdeel B, onder 2

Deze voorgestelde wijziging van artikel 19, derde lid, van de Wet inburgering maakt het mogelijk dat inburgeringsplichtigen die een inburgerings-voorziening krijgen aangeboden door het college direct opgaan voor het staatsexamen, indien zij daarvoor de capaciteiten hebben.

Het college zal tijdens het onderzoek in samenspraak met de inburgerings-plichtige bepalen of de inburgeringsvoorziening die het college voor de inburgeringsplichtige vaststelt gericht is op het inburgeringsexamen of op het staatsexamen. Dit is afhankelijk van de capaciteiten van de inburge-ringsplichtigen. Deze beoordeling verschilt niet wezenlijk van de beoordelingen die het college doet in het kader van bijvoorbeeld reïntegratietrajec-ten van inwoners met een uitkering. Ten behoeve van deze beoordeling zijn reeds de nodige instrumenten beschikbaar.

Artikel III

De gemeenten zijn, zoals hiervoor al is opgemerkt, geïnformeerd dat zij met ingang van 1 november 2007 alle inburgeringsplichtigen een inburge-ringsvoorziening kunnen aanbieden. Ten behoeve van een wettelijke grondslag hiervoor wordt voorgesteld dit wetsvoorstel terugwerkende kracht tot en met 1 november 2007 te geven.

In de praktijk zal het veelal niet mogelijk zijn om voor 1 januari 2008 inburgeringsvoor-zieningen gericht op het staatsexamen aan te bieden. Voorts wordt ook, zoals aangegeven in het Deltaplan inburgering,de Regeling vrijwillige inburgering op een aantal onderdelen aangepast. Een van deze aanpassingen zal zijn dat ook vrijwillige inburgeraars een inburgeringsvoorziening gericht op het staatsexamen door het college aangeboden kunnen krijgen en direct kunnen opgaan voor het staatsexamen. Naar verwachting zal deze gewijzigde regeling op 1 januari 2008 in werking treden. Gelet hierop wordt voorgesteld de wijziging van artikel I, onderdeel B, onder 2, terug te laten werken tot en met 1 januari 2008.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie, C. P. Vogelaar

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.