Brief minister met eerste bericht aangaande resultaten voorlopig onderzoek rechten homoseksuelen in partnerlanden - Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 31263 - Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid; Brief minister met eerste bericht aangaande resultaten voorlopig onderzoek rechten homoseksuelen in partnerlanden |
|---|---|
| Documentdatum | 07-11-2007 |
| Publicatiedatum | 14-03-2009 |
| Nummer | KST112015 |
| Kenmerk | 31263, nr. 2 |
| Van | Ontwikkelingssamenwerking (OS) |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2007–2008
31 263
Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2007
Zoals toegezegd stuur ik u hierbij een eerste bericht met betrekking tot de resultaten van het eerste voorlopig onderzoek naar de rechten van homoseksuelen in de partnerlanden. Op basis van de resultaten in het onderzoek zullen Ambassades in de dialoog met autoriteiten van het partner-land pleiten voor afschaffing van strafbaarstelling van homoseksualiteit en voor bestrijding van discriminatie van homoseksuelen.
Ik heb de ambassades in de partnerlanden gevraagd informatie te verschaffen over de juridische en maatschappelijke positie van homoseksuelen. In aanvulling op de verkregen informatie van de ambassades zijn gesprekken gevoerd met internationale belangenorganisaties voor homoseksuelen. Uit dit eerste voorlopig onderzoek naar de rechten en positie van homoseksuelen in de partnerlanden is gebleken dat in 18 van de 36 landen homoseksuele handelingen strafbaar zijn. De straf varieert daarbij van gevangenisstraf tot de doodstraf. In landen waar homoseksualiteit niet strafbaar is, komt het voor dat homoseksuelen vervolgd worden op basis van andere strafrechtbepalingen. Volgens belangenorganisaties komt deze praktijk veelvuldig voor. In de meeste partnerlanden komt discriminatie en homofobie voor, ook in partnerlanden waar homoseksualiteit niet strafbaar is. Zo weigeren sommige autoriteiten om toestemming te geven voor vreedzame demonstraties ter bevordering van de sociale acceptatie van homoseksualiteit. In sommige landen worden individuele homoseksuelen door de autoriteiten lastiggevallen. Een ander voorkomend probleem is dat non-gouvernementele organisaties die de belangen van homoseksuelen behartigen geen vergunning krijgen van de autoriteiten en zich dus niet kunnen registreren.
De relatie tussen mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking is van essentieel belang. Deze relatie is ook weergegeven in de mensenrechten-strategie die binnenkort zal worden gepresenteerd. In het kader hiervan is het bestrijden van discriminatie van homoseksuelen een belangrijk thema. Dit onderwerp zal voor alle ambassades in de partnerlanden een punt van
aandacht zijn. Ambassades zullen dit onderwerp betrekken in de dialoog met de autoriteiten. Uitzonderingen zullen alleen worden gemaakt indien mensenrechtenorganisaties aangeven dat de bespreking van het onderwerp tot contraproductieve resultaten leidt of personen in gevaar brengt.
Juist in de partnerlanden heeft Nederland een geprivilegieerde relatie en gestructureerde dialoog met de autoriteiten. Nederland zal van dit kanaal gebruik maken om bij te dragen aan de bevordering van mensenrechten, inclusief non-discriminatie van homoseksuelen wereldwijd. Wij zullen U nader berichten over de situatie in diverse landen en het verloop van de inspanningen om de positie van homoseksuelen te verbeteren.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking, A. G. Koenders