Verslag algemeen overleg van 13 september 2007 over de brief van staatssecretaris van Bijsterveldt (OCW) inzake Ontwerp plan van scholen (31135, nr. 1) - Plan van Scholen

Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 31135 - Plan van Scholen.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Plan van Scholen; Verslag algemeen overleg van 13 september 2007 over de brief van staatssecretaris van Bijsterveldt (OCW) inzake Ontwerp plan van scholen (31135, nr. 1) 
Document­datum 04-10-2007
Publicatie­datum 14-03-2009
Nummer KST110631
Kenmerk 31135, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 135

Plan van Scholen

Nr. 2

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (ChristenUnie), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Abel (SP), Van Leeuwen (SP), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Jasper van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwehand (PvdD) en Dibi (GroenLinks).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (ChristenUnie), Weekers (VVD), Atsma (CDA), Sterk (CDA), Vietsch (CDA), Schinkelshoek (CDA), Ten Broeke (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Van Dam (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Bommel (SP), Gesthuizen (SP), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Van Gent (GroenLinks).

VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 4 oktober 2007

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft op 13 september 2007 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:

– de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, d.d. 31 augustus 2007 inzake het Ontwerp plan van scholen 2008– 2009–2010 (31 135, nr. 1).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Heijnen (PvdA) juicht het groeiend aantal regionale arrangementen toe maar constateert dat de grondslag er vaak onder wegvalt wanneer nieuwe scholen op basis van denominatie worden geaccepteerd. Hij vraagt het oordeel van de staatssecretaris hierover nu de regionale arrangementen een steeds belangrijker kader worden voor het vestigen van afdelingen van scholen. Hij betreurt het dat nieuwe vestigingen alleen op belangstelling worden getoetst. Weliswaar komen weinig nieuwe scholen van nieuwe besturen en nieuwe denominaties tot stand. Hij meent dat toetsing ook moet plaatsvinden op bestuurskracht, financiële dekking, degelijkheid, deskundigheid en onderwijskundige visie. Hij verzoekt de staatssecretaris haar visie hierop te geven. Het voornemen is om het wetsvoorstel over de planningsvrijheid met ingang van het schooljaar 2008–2009 te laten ingaan. Hij stelt grote vraagtekens bij de haalbaarheid daarvan. Hij geeft de voorkeur aan een jaar uitstel. De afschaffing van de fusieprikkel in de bekostiging komt voort uit het streven naar kleine scholen. De vrees bestaat echter dat het omgekeerde effect wordt bereikt, namelijk een groot aantal aanvragen voor het verplaatsen van afdelingen en schoolsoorten in het komend jaar. Hij verzoekt de staatssecretaris om de consequenties voor het plan van scholen in beeld te brengen. Het Merlet College in Grave heeft afgelopen maandag de ouders van 64 leerlingen meegedeeld dat deze vanaf aanstaande maandag naar een vestiging in Cuijk, 12 km verder, moeten. Hij meent dat ouders en leerlingen niet zo kort na het begin van het schooljaar en op zo korte termijn met verplaatsing over een zo grote afstand mogen worden geconfronteerd. Hij verzoekt de staatssecretaris om in te grijpen en de kinderen in

Grave naar school te laten gaan terwijl zij de zaak grondig uitzoekt. In Houten bestaat al heel lang de behoefte aan een breed vmbo. Vinexlocaties voorzien vaak wel in avo-scholen terwijl vmbo-leerlingen, waaronder kwetsbare leerlingen, veel verder weg naar school moeten. Hij bepleit dat in Vinex-locaties met het vmbo wordt begonnen. Hij dringt erop aan dat de staatssecretaris ingrijpt in de situatie in Houten. De gemeente Wierden hikt al vijf jaar lang aan tegen de huisvesting voor een evangelische school, die op basis van wet- en regelgeving moet worden gehonoreerd. Hij roept de staatssecretaris op hieraan iets te doen. Leidt het beroep dat de gemeente heeft ingesteld opnieuw tot minstens een jaar uitstel? De staatssecretaris heeft de aanvraag voor een gymnasium in IJburg als onderdeel van een bredere avo-school afgewezen op grond van leerlingverlies bij omliggende scholen. De andere gymnasia hebben echter geen bezwaar. Wat is er dan tegen?

De heer Bosma (PVV) wijst op de relatie van het plan van scholen met de vrijheid van schoolkeuze. Hij acht de vrijheid om zelf te bepalen naar welke school je je kinderen stuurt cruciaal. Scholen moeten dan immers concurreren. In andere landen kun je alleen aan de opgelegde schoolkeuze ontkomen door kinderen naar peperdure particuliere scholen te sturen. De vrijheid van schoolkeuze wordt echter ondergraven door het zogenaamde postcodebeleid waarmee de schoolkeuze tot de eigen buurt wordt beperkt. Veel autochtone ouders, zoals Wouter Bos, willen hun kinderen juist op scholen plaatsen met andere autochtone kinderen. Velen verlaten de stad om aan het postcodebeleid te ontkomen, of laten zich inschrijven op een ander woonadres. Scholen, zelfs bijzondere scholen, krijgen het mes op de keel van de gemeente om hen te dwingen het postcodebeleid uit te voeren. Hoe wijd verbreid is het verschijnsel dat gemeenten allerlei voorwaarden verbinden aan nieuwbouw? Is dat geen inmenging in de vrijheid van schoolkeuze? Hij bepleit dat de staatssecretaris gemeenten laat stoppen met het chanteren van scholen.

De heer Jasper van Dijk (SP) verzoekt de staatssecretaris uit te leggen hoe het mogelijk is dat een school in Almere met 160 leerlingen een beschikking krijgt terwijl het verzoek van een vwo-school in Utrecht met evenveel leerlingen niet wordt ingewilligd. Heeft de laatste school geen regionaal arrangement gesloten? Wat is het oordeel van de staatssecretaris over de huidige stichtingsnormen? Hoe worden deze gerelateerd aan de wens van het kabinet tot kleinschaligheid? Hij heeft grote zorgen over zorgvuldige invoering van de grotere planningsvrijheid in 2008. De Onderwijsraad is kritisch over het wetsvoorstel. In het advies staat dat geen zekerheid bestaat dat de wet een aanmerkelijke verbetering betekent. Hoe gaat de staatssecretaris om met het spanningsveld tussen algemeen belang en concurrentiebelang? Hij bepleit dat een manier wordt gezocht om het algemeen belang te laten overheersen. De Onderwijsraad stelt letterlijk dat regionale arrangementen een impuls kunnen geven tot verdere schaalvergroting. Hoe gaat de staatssecretaris dit voorkomen? Hij is benieuwd naar de kabinetsreactie op het advies van de Onderwijsraad. Wat is het standpunt van deze staatssecretaris over de havo-top? De heer Van Dijk zet vraagtekens bij de soepele overgang van mavo-leerlingen naar de havo. Het Economisch College in Maarssen is opgeheven omdat de school is opgegaan in een vo-school in Leidserijn, Utrecht. Een mooie kleine school in de wijk gaat teloor, kinderen moeten tien kilometer verder fietsen naar een grotere school. Dat is precies wat wij niet willen. In M-magazine van NRC/Handelsblad stelt de directeur dat het Zuiderpark-college in Rotterdam dat zijn school omvalt als het leerlingenaantal onder de 800 komt. Wat is het oordeel van de staatssecretaris daarover?

De heer Anker (ChristenUnie) acht het een slechte zaak dat een gemeente de vestiging van een school kan tegenhouden, zoals het geval is in

Wierden. Als er bekostiging is, moet de gemeente voor huisvesting zorg dragen. Er mag geen precedentwerking van Wierden uitgaan. Hij bepleit ferm optreden van de staatssecretaris. Is het juist dat de verplaatsing van het Islamitisch Galdhoun College in Rotterdam is goedgekeurd? Ten aanzien van het praktijkonderwijs in Den Haag is onduidelijkheid gerezen over de wijze waarop de staatssecretaris beoordeelt of sprake is van een dekkend netwerk. Hij verzoekt haar om helderheid te bieden. Zij stelt dat sprake is van een dekkend netwerk wanneer de basisscholen van een dekkend netwerk goed zijn gespreid over het voedingsgebied en voor elke leerling het onderwijs van de betreffende richting binnen redelijke afstand voorhanden is. Daarbij wordt gekeken naar het verschil tussen de feitelijke deelname en de gemeten belangstelling. Als dat verschil groot is, is geen sprake van een dekkend netwerk. Volgens het toetsingskader is dit onjuist. Hoe stelt de staatssecretaris het dekkend netwerk concreet vast? Het verschil tussen belangstelling en de feitelijke situatie acht hij relevant.

Mevrouw Vietsch (CDA) is benieuwd naar de stand van zaken ten aanzien van de nieuwe wetgeving over planningsvrijheid. Is in het ontwerpplan rekening gehouden met de vergrote planningsvrijheid? Waarom heeft de gemeente Wierden bezwaar aangetekend tegen de school? Het verbaast haar dat uit het verslag van het overleg niet blijkt dat hierover is gesproken. Wat betekent het feit dat de school al ruim vijf jaar op het overzicht staat voor de financiering, die na vijf jaar gaat lopen? Blijft de school op het overzicht staan of wordt de aanvraag herbezien aan de hand van recente gegevens? Belangstelling, waarop wordt getoetst, kan zijn afgenomen. Welke mogelijkheden heeft een school om de bekostiging van de bouw af te dwingen? Zij sluit zich aan bij het pleidooi voor een gymnasium van het IJburg College. Waarom mag niet langer les worden gegeven aan de bovenbouw van het Merlot College in Grave? Wie heeft besloten tot sluiting? Zij acht het pendelen met bussen vol leerlingen onzin. Kan de staatssecretaris bemiddelen? Het scholenplan is het resultaat van een afwegingsproces. Zij vraagt de staatssecretaris om een visie op de vraag of de criteria die eraan ten grondslag liggen, aanpassing behoeven met aspecten als een mogelijke harmonisering van de verschillen in financiering van scholenbouw voor verschillende schooltypen, de positie van de eigenaren van de scholen inclusief de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het gebruik en onderhoud van het gebouw en criteria voor de afweging tussen vervangende nieuwbouw, onderhoud en renovatie en de financiering daarvan. Er zou aandacht moeten worden geschonken aan de mogelijkheid om schoolgebouwen te verkopen. Wie mag dat doen en wie krijgt het geld? Tevens moet aandacht worden geschonken aan een onderscheid tussen onderhoud aan buitenen binnenkant in plaats van groot en klein onderhoud die elders gebruikelijk is.

De eisen die aan scholen worden gesteld, zijn vastgelegd in een gemeentelijke verordening die veelal is gebaseerd op de oude regelgeving van OCW. Hoe geschiedt afstemming op het bouwbesluit? Hoe zijn scholen opgenomen in het Gebruiksbesluit van VROM? Wat betekent dit financieel? Veel nieuwbouwscholen hebben een prachtige architectuur. Naar verluidt bouwen zij minder oppervlakte dan de norm zodat zij betere kwaliteit kunnen verwezenlijken. In het kader van het nieuwe leren krijgen leerlingen elders les. Wat zijn de consequenties wanneer de lesmethoden veranderen? Wie is verantwoordelijk voor de financiële consequenties?

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris benadrukt dat een regionaal arrangement het basisrecht om op grond van de wettelijke stichtingsnormen een school te stichten nooit kan doorkruisen. Per jaar worden slechts een of twee echt nieuwe scholen gesticht. Afdelingen van bestaande scholen vallen onder

het regionaal arrangement. Op dit moment wordt alleen op aantallen getoetst. Ook zij acht kwaliteit een belangrijk aspect. In het kader van het wetsvoorstel Goed bestuur zal dit aan de orde komen. De plannings-vrijheid is 7 september aan de orde geweest in de ministerraad. Invoering geschiedt gefaseerd. Zij verwacht dat zorgvuldige invoering voor het schooljaar 2008–2009 mogelijk is. Nieuwe voorstellen inzake de plannings-vrijheid zullen geen invloed meer hebben op het onderhavige plan van scholen. Het advies van de Onderwijsraad en de daarover gestelde vragen kunnen bij de behandeling van dit wetsvoorstel aan de orde komen. Op basis van dit advies is het wetsvoorstel op onderdelen aangepast. Het effect van de fusieprikkel op het scholenplan kan bij de begrotingsbehandeling aan de orde komen. Zij zal trachten de Kamer een beeld te schetsen van de gevolgen als de huidige plannen worden verwezenlijkt. Voor de school in Grave was een aanvraag gedaan. Deze is in april 2007 afgewezen. Men was te vroeg, en dus illegaal, begonnen. Het bestuur heeft het probleem gecreëerd en dient een oplossing te vinden. Dat had men al eerder moeten doen. Dergelijk gedrag kan niet worden gehonoreerd. Elke school moet zich houden aan de wet en de procedures. De Kamer kan erop rekenen dat zij OMO hierover zal onderhouden. Ook ouders moeten het bestuur aanspreken.

In Houten is het groene onderwijs gestart. In het kader van het regionaal arrangement wordt gesproken over de vestiging van een administratieve vmbo-richting. Een integraal vmbo ligt op termijn in het verschiet. De school in Wierden staat al vijf jaar op de planning. Traineren door de gemeente kan niet betekenen dat nieuwe toetsingen moeten plaatsvinden. Het verzoek tot schorsing dat de gemeente heeft gedaan, dient volgende week. Zij zal direct daarna de gemeente informeren en met de provincie overleggen om een aanwijzing af te geven.

Rond de stichting van de IJschool in Amsterdam is soepel opgetreden. Er was sprake van een afsplitsing. De aanvraag voor het gymnasium wordt volgens de regels beoordeeld. Er is geen ruimte voor nog een gymnasium erbij.

De beschikking tot verplaatsing van Ibn Ghaldoun is recent afgegeven. Als een dekkend netwerk van basisscholen bestaat, moet de belangstelling voor een te stichten school voor voortgezet onderwijs worden bepaald met de indirecte meting. De belangstelling voor de betreffende richting in het basisonderwijs wordt dan doorvertaald naar de te stichten school. Indien geen dekkend netwerk bestaat, mag de belangstelling worden bepaald met de directe meting in de vorm van een enquête onder ouders naar de belangstelling voor voortgezet onderwijs in de gevraagde richting. Een ander metingskader ontbreekt dan. Bij de behandeling van het bezwaar van de gemeente Den Haag over de plaatsing van een islamitische scholengemeenschap op het plan van scholen is komen vast te staan dat hierbij de vraag moet worden betrokken of er nog plaats is op de bestaande basisscholen van deze richting en of er ruimte is voor het stichten van islamitische scholen voor basisonderwijs. Op basis van deze erkende aanvullende criteria is komen vast te staan dat in Den Haag sprake was van een dekkend netwerk van islamitische basisscholen. De belangstelling voor voortgezet islamitisch onderwijs moest dus vervolgens met de indirecte meting worden bepaald.

Mevrouw Vietsch heeft gevraagd om een visie op de scholenbouw. Zij noemt daarbij ook onderwerpen die naar de gemeenten zijn gedecentraliseerd. Grote instellingen, waaronder OMO, hebben verzocht de huisvesting rechtstreeks naar de scholen door te decentraliseren. Dat heeft geleid tot de brief aan de Kamer van 20 april, waarin een onderzoek wordt aangekondigd. De suggesties van mevrouw Vietsch zullen daarin worden meegenomen voor zover zij tot de nationale competentie behoren. In Almere betreft het een uitbreiding van het vbo waarvoor binnen het regionaal arrangement overeenstemming bestaat. In Utrecht is sprake van een stichting die niet aan de norm voldoet. De stichtingsnorm bedraagt

260 leerlingen voor een vo-school. Zij acht dit echt het minimale aantal leerlingen. In het kader van het beleidsplan zal de staatssecretaris terugkomen op de menselijke maat.

Binnen de zorgplicht in het regulier onderwijs worden daarvoor gekwalificeerde leerlingen op de havo opgevangen. Zij acht geen reden aanwezig een aparte havo-top in te stellen. Zij zal schriftelijk ingaan op de doorstroming van mavo naar havo.

De aankondiging van de directeur van het Zuiderparkcollege in Rotterdam dat de school omvalt bij minder dan 800 leerlingen acht zij een plaatselijke situatie die wordt veroorzaakt door demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de samenleving. De opheffingsnorm ligt daar ver onder. De school zal beter in staat zijn met minder leerlingen overeind te blijven wanneer enkele afdelingen worden gesloten. Het is uitsluitend een zaak voor het bevoegd gezag, de staatssecretaris heeft hierin geen rol. Chantage bij nieuwbouw is niet aan de orde. Binnen het regionaal arrangement bepalen de scholen gezamenlijk of een ontwikkeling binnen het gebied verantwoord kan plaatsvinden. Voor een nieuwe school geldt de stichtingsnorm. Een gemeente kan iets lang tegenhouden, zoals Wierden bewijst. Een initiatiefgroep heeft echter recht op een school als aan de voorwaarden wordt voldaan.

Nadere gedachtewisseling

De heer Heijnen (PvdA) ziet in het kader van Goed bestuur uit naar aanvullende stichtingseisen op het gebied van kwaliteit. Aanvragen voor het schooljaar 2008–2009 moeten voor 1 februari 2008 worden ingediend; hij meent dat publicatie in de Staatscourant daarom uiterlijk 1 december 2007 dient te geschieden om de schoolbesturen twee maanden de tijd te geven. Hij verzoekt de staatssecretaris de Kamer voor 1 februari te informeren over het succes dat zij voorziet voor het aanbieden van breed vmbo in Houten komend schooljaar. Hij wijst op de ingrijpende consequenties voor ouders en leerlingen van de sluiting van de school in Grave en bepleit uitstel van de verplaatsing tot de kerstvakantie toe te staan. Het bestuur moet uiteraard worden aangesproken op zijn illegaal handelen maar de ouders en leerlingen mogen daarvan niet het slachtoffer zijn.

De heer Bosma (PVV) hoopt dat de staatssecretaris blijft opkomen voor de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van scholen en dat zij erop toeziet dat schoolbesturen niet worden geringeloord door gemeentebesturen.

De heer Jasper van Dijk (SP) is verheugd dat de staatssecretaris gaat werken aan een toetsing op kwaliteit in samenhang met de getallen. In het kader van de kleinschaligheid acht hij dit van groot belang. Hij wijst erop dat voor verschillende schooltypen andere stichtingsnormen gelden. Voor een vbo is dit 320 leerlingen, voor een gymnasium 355 en een havo 360. Hij verzoekt de staatssecretaris alsnog te reageren op de opheffing van het ECN in Maarssen. Hij meent dat het Zuiderparkcollege een voorbeeld is van een ontwikkeling die plaatsvindt als gevolg van de tweedeling. De witte vlucht vergroot de segregatie. Hij verzoekt dit mee te nemen in de toegezegde schriftelijke reactie op de problematiek van de doorstroming vmbo-havo-vwo.

De heer Anker (ChristenUnie) dankt de staatssecretaris in het bijzonder voor haar duidelijke uitspraak over de situatie in Wierden.

Mevrouw Vietsch (CDA) wacht uitwerking van nadere criteria met grote belangstelling af.

De staatssecretaris benadrukt dat de aanvraag van Grave in april is afgewezen en dat het besluit tot sluiting door het OMO-bestuur is

genomen. Zij meent dat dit direct in april had moeten gebeuren; sterker nog de school had zonder toestemming niet mogen worden geopend. De illegale situatie heeft al veel te lang geduurd. De school moet het met de ouders oplossen. Op basis van de aanvragen in het schooljaar 2007–2008 wordt nog eenmaal een plan van scholen volgens de bestaande procedure opgesteld. De nieuwe planning gaat met ingang van het schooljaar 2008–2009 in. Zij zal de Kamer informeren of vanuit Houten een of twee vmbo-aanvragen zijn ingediend. Zij neemt de suggestie van de heer Van Dijk in overweging. Mocht het te breed worden wanneer ook dit aspect in de notitie over de doorstroming wordt betrokken, dan zal zij er alsnog van afzien. Zij is niet op de hoogte van de situatie in Maarssen.

Toezeggingen

– De Kamer zal informatie ontvangen over de vorderingen ten aanzien van een breed vmbo in Houten.

– De Kamer zal een schriftelijke reactie ontvangen op de mogelijke tweedeling tussen vmbo en havo en de doorstroommogelijkheden.

– De staatssecretaris zal de Kamer informeren over de mogelijkheden van het verder doordecentraliseren van huisvesting naar de scholen.

– De staatssecretaris zal pogen een inschatting te maken van de

gevolgen van de fusieprikkel voor het plan van scholen 2008 en zal de Kamer daarover informeren.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van de Camp

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van Erp

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.