Brief minister over de voortgang van de nieuwe aanpak P-Direkt - Instellen P-Direkt als baten-lastendienst

Deze brief is onder nr. 18 toegevoegd aan dossier 30146 - Aanbesteding ICT-component P-Direkt.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Instellen P-Direkt als baten-lastendienst; Brief minister over de voortgang van de nieuwe aanpak P-Direkt 
Document­datum 20-08-2007
Publicatie­datum 14-03-2009
Nummer KST109672
Kenmerk 30146, nr. 18
Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2006–2007

30 146

Instellen P-Direkt als baten-lastendienst

Nr. 18

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2007

  • 1. 
    Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de voortgang1 van de nieuwe aanpak voor P-Direkt, welke in gang gezet is december 2006 (Tweede Kamer 2006–2007, 30 146, nr. 17).

  • 2. 
    Voortgang op de Nieuwe Aanpak

a) overall (aanpak en planning)

De essentie van P-Direkt is tweeërlei. De administratieve HRM-processen worden gestandaardiseerd en gedigitaliseerd. Managers en medewerkers gaan P&O-transacties zoals het aanvragen van verlof en het indienen van declaraties zoveel mogelijk digitaal afhandelen: het concept van zelfbediening. Daarnaast worden de daarbij behorende administraties stap voor stap gebundeld. Beide processen van digitalisering en bundeling moeten leiden tot besparing in mensen en kosten. De Nieuwe Aanpak bestaat uit twee fasen. In fase 1 ontwikkelt het shared service centrum P-Direkt in samenwerking met departementen een samenhangend en uniform pakket aan HRM-processen en onderliggende ICT-oplossingen. De departementen implementeren deze in eigen huis. De wijze waarop en het tempo waarin dit geschiedt wordt bepaald in overleg met de departementen. Elk departement heeft hiervoor een plan van aanpak gemaakt. Het streven is dat in 2011 alle producten zijn ingevoerd. Fase 2 voorziet in de oprichting van een gemeenschappelijk contact center en de bijbehorende overdracht van werkzaamheden en medewerkers van de departementen naar dat contact center. In de Nieuwe Aanpak is afgesproken dat daar in 2008 aparte besluitvorming over plaatsvindt.

1 De rapportage van follow-up onderzoek en de rapportage second opinion bij de voortgangsrapportage zijn ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

b) voortgang per hoofdspoor (de5ontwikkelprojecten), inclusief stand van zaken op de departementen1.

In de vorige brief (Tweede Kamer 2006–2007, 30 146, nr. 17) heb ik u de 5 projecten geschetst die in de eerste fase worden uitgewerkt. De stand van zaken van deze projecten is als volgt:

Vereenvoudiging en Uniformering HR-processen

Wat is het doel?

De 26 processen die conform het Kabinetsbesluit van 2004 onderdeel

uitmaken van het P-Direkt traject zijn geharmoniseerd en vereenvoudigd.

Deze processen zullen de huidige sterk uiteenlopende processen op de

ministeries vervangen. Deze ontwerpen vormen de basis voor de verdere

inrichting van de zelfbediening.

Wat is de stand van zaken?

De procesontwerpen zijn klaar en door het pSG-beraad vastgesteld. De ministeries zijn nu bezig met het treffen van voorbereidingen van de implementatie van de processen. De implementatie loopt parallel aan de invoering van zelfbediening, het uitvoeren van transacties via het beeldscherm. Alle ministeries zullen deze procesontwerpen gaan gebruiken, met uitzondering van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die in fase 1 de processen nog niet volledig kan gaan gebruiken. Dit komt omdat dit ministerie, vanwege haar afwijkende organisatievorm (P-taken zijn belegd bij een centrale P&O dienst en slechts in zeer beperkte mate bij de lijnmanagers) en de grote interne personeelsmobiliteit eigen verwerkingsystemen kent.

Invoeren van zelfbediening, het uitvoeren van transacties via het beeldscherm Wat is het doel?

Zelfbediening is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een meer doelmatige personeels- en salarisadministratie. Het is de bedoeling dat straks alle ministeries beschikken over een centraal ontwikkeld, rijksbreed portaal met zelfbedieningsfunctionaliteiten voor managers, medewerkers en HR-professionals, waarmee zij transacties kunnen verrichten.

Wat is de stand van zaken?

De bouw van het nieuwe rijksbrede zelfbedieningsportaal is in volle gang. In eerste instantie zullen vier veel gebruikte processen, te weten de personeelskaart, aanvraag van verlof, zieken betermelding en declaraties, via het portaal beschikbaar komen. Deze processen zijn gereed en worden medio 2007 getest. De overige 22 processen komen in de eerste helft van 2008 beschikbaar. Het portaal wordt vanaf najaar 2007 in eerste instantie geïmplementeerd bij een viertal departementen (Justitie, Financiën, V&W en OCW). Het implementeren is een complex proces. Het is niet alleen een automatiseringsvraagstuk, maar bovenal een andere manier van werken binnen de departementen. P-Direkt zal de ministeries hierbij desgewenst ondersteunen. Alles is er op gericht het zelfbedieningsportaal bij de vier departementen voor 2009 voor alle 26 processen, te hebben geïmplementeerd.

Een aantal ministeries heeft al de beschikking over een vóór de start van P-Direkt ontwikkeld zelfbedieningsportaal. Het beheer daarvan is inmiddels ondergebracht bij P-Direkt. Op termijn zijn deze (eigen) portals geen structurele en doelmatige oplossing. De betrokken ministeries zullen daarom overgaan op het nieuwe portaal, zodra dat vergelijkbare functionaliteiten heeft als hun huidige systeem. Naar verwachting is dat proces uiterlijk 1 januari 2011 afgerond.

1 Het ministerie van Defensie doet niet mee aan P-Direkt.

Voor Buitenlandse Zaken geldt dat zij vooralsnog moet afzien van de invoering van algemene zelfbedieningsfunctionaliteiten. Dit vanwege de grote complexiteit die invoering vanwege het buitenlandse postennet betekent.

Centrale opslagen ontsluiting personeelsdossiers Wat is het doel?

De personeelsdossiers van alle rijksambtenaren worden digitaal opgeslagen en ontsloten. Medewerkers, managers en p&o-medewerkers hebben daarmee zonder omwegen toegang tot een actueel dossier. Dit gebeurt in eerste instantie decentraal op ministerieniveau, via een zogenaamd decentrale Record Management Applicatie (dRMA). Als opmaat voor de definitieve oplossing, de koppeling aan het centrale HRM-systeem, worden de dossiers nu eerst aangesloten op de centrale Record Management Applicatie (cRMA) bij P-Direkt.

Wat is de stand van zaken?

Het afgelopen jaar is een aantal departementen aangesloten op het door P-Direkt ontwikkelde, maar nog decentrale geïnstalleerde, systeem voor opslag van personeelsdossiers. Dat zijn V&W, Financiën, LNV, OCW, VROM en SZW. Daarvóór hadden de ministeries LNV, BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat) en AZ de decentrale ontsluiting via hun eigen zelfbedieningsportaal al gerealiseerd. Inmiddels is ook de versie gebouwd die de basis vormt voor een centrale installatie. De komende maanden gaan alle departementen aansluiten op de centrale opslag van P-Direkt. Vóór het tweede kwartaal 2008 is deze aansluiting klaar, behalve voor het ministerie van Justitie, die in 2010 aansluit op de centrale installatie. Door technische problemen is enige vertraging opgetreden bij het aansluiten van de eerste departementen. Die is echter beperkt tot ongeveer twee tot drie maanden. Dit heeft echter geen gevolgen voor het aansluitmoment van de laatste departementen.

De ontsluiting van de personeelsdossiers zal plaatsvinden via het zelfbedieningsportaal. De planning is dat voor 1 januari 2009 alle rijksambtenaren direct toegang hebben tot hun personeelsdossier via een portaal. Zo lang dat niet het geval is, is toegang alleen mogelijk via daartoe geautoriseerde medewerkers, die rechtstreeks op het systeem kunnen.

Migratie naar één systeem van personeelsadministratie Wat is het doel?

Voor zowel de zelfbediening als voor de aansluiting op het salarissysteem van het Facilitaire Salariscentrum (zie volgend omschreven project) is een specifiek systeem voor de personeelsadministratie noodzakelijk. Ministeries die een ander systeem hanteren voor personeelsadministratie moeten dit dan ook vervangen.

Wat is de stand van zaken?

Een aantal ministeries beschikt al over het juiste personeelsadministratiesysteem voor zowel aansluiting op de zelfbediening als op het salarissysteem, dat zijn Financiën, V&W, EZ en OCW. Financiën, V&W en OCW kunnen echter vooralsnog niet volledig aansluiten op een centrale omgeving, omdat hun systeem deel uitmaakt van een geïntegreerd bedrijfsvoeringssysteem, waarin ook andere dan personeelsgegevens zijn opgeslagen. Onderzoek naar oplossingsmogelijkheden hiervoor vormt onderdeel van de voorbereiding rond fase 2 van P-Direkt.

De overige ministeries hebben andere personeelsadministratiesystemen. Deze zijn te verdelen in drie blokken van ministeries, die per blok hetzelfde systeem hebben: – Justitie, BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat), AZ, LNV en VROM.

Genoemde departementen ontwikkelen gezamenlijk met P-Direkt het nieuwe rijksbrede standaard personeelsadministratiesysteem. Het nieuwe personeelsadministratiesysteem wordt in 2007 zodanig ingericht voor deze departementen dat een succesvolle aansluiting op het standaard salarissysteem per 1 januari 2008 mogelijk is. In 2008 wordt het «oude» personeelsadministratiesysteem daadwerkelijk vervangen, parallel aan de invoering van zelfbediening. Per 1 januari 2009 wordt dan geen gebruik meer gemaakt van het oude administratiesysteem.

– SZW, VWS en de Thesaurie H.M. de Koningin hebben ook een ander personeelsadministratiesysteem. Zij zullen in principe per 1 januari 2011 overstappen.

– Voor Buitenlandse Zaken geldt voorlopig dat vervanging van hun huidige personeelsinformatiesysteem niet doelmatig is omdat dit deel uitmaakt van een volledig geïntegreerd bedrijfsvoeringssysteem.

Aansluiting opéén salarisverwerking

Wat is het doel?

Alle departementen gaan voor wat betreft hun salarisverwerking

aansluiten op een en hetzelfde salarissysteem. Het oude salarissysteem

wordt dan buiten werking gesteld.

Wat is de stand van zaken?

De ministeries Financiën, V&W, OCW en EZ maken reeds gebruik van de nieuwe salarisverwerking die nu nog wordt uitgevoerd door het Facilitair Salariscentrum, onderdeel van het ministerie van Financiën. Per 1 januari 2008 wordt dat Facilitair Salariscentrum onderdeel van P-Direkt. Zoals eerder gemeld sluiten BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat, maar exclusief AIVD), AZ, VROM, LNV en Justitie per 1 januari 2008 aan. Dat geldt ook voor Buitenlandse Zaken. De aansluiting ligt op schema, met dien verstande dat het een strakke en kritische planning betreft. Het eerste, belangrijke resultaat is geboekt: namelijk het bundelen van de personeelsadministratie van Justitie, BZK (incl. HCvS), AZ, LNV en VROM in één gezamenlijke omgeving. Nu nog niet te voorziene technische problemen kunnen roet in het eten gooien. Alle maatregelen die genomen kunnen worden om die risico’s te voorkomen, zijn genomen. Vertraging betekent dat aansluiting een jaar later plaatsvindt. Midden in een jaar aansluiten is om allerlei praktische redenen geen optie. De financiële schade bij de eventuele vertraging is overzienbaar. Het huidige salarissysteem moet namelijk hoe dan ook tot 1 januari 2009 blijven functioneren, omdat de resterende ministeries SZW en VWS evenals de AIVD en de Thesaurie H.M. de Koningin pas op 1 januari 2009 zullen aansluiten. Vooralsnog wordt de planning goed gerealiseerd. De salarisbetaling loopt daarbij geen risico. Het bestaande systeem kan tenminste nog tot 1 januari 2010 blijven functioneren.

Dat betekent dat er vanaf 1 januari 2009 geen gebruik meer wordt gemaakt van het oude salarissysteem. De overgang van het «oude» systeem naar de nieuwe salarisverwerking leidt vanaf 2009 tot een jaarlijkse besparing op de kosten van de salarisadministratie van ca. 2 miljoen euro ten opzichte van 2007.

c) risico’s per spoor op hoofdlijnen en maatregelen

Door de diverse departementale uitgangssituaties en de afzonderlijke invoeringstrajecten op de ministeries is het noodzakelijk dat inhoudelijke samenhang wordt geborgd. Dat gebeurt via het ontwikkelen van rijksbrede standaarden. Met betrekking tot de ICT vindt sturing op samenhang plaats door het ontwikkelen van een eenduidige architectuur. Ook bij de besturing is de samenhang een punt van aandacht. Via een model van contracthoudersraad (deelnemers zijn de plaatsvervangend

Secretarissen-Generaal) en subcontracthoudersraden per project (deelnemers zijn programmamanagers van de ministeries) worden enerzijds de kwaliteitseisen van producten aan de voorkant vastgelegd en wordt de voortgang continu bewaakt.

d) opbouw P-Direkt

De organisatorische opbouw van P-Direkt is een continu proces. Inmiddels is per 1 mei 2007 de nieuwe directie aangetreden, waarbij de periode van een interim-directie is afgerond. Tot mijn genoegen was de belangstelling voor de vacatures groot. Daaruit blijkt vertrouwen in de ontwikkeling van P-Direkt.

P-Direkt is op dit moment opgebouwd uit drie onderdelen, namelijk de projectenorganisatie, de dienstverleningsorganisatie en de bedrijfsvoering.

De projecten worden gestuurd op basis van principes van programma- en projectmanagement. P-Direkt heeft die principes vastgelegd in een kwaliteitshandboek. De implementatie is ter hand genomen en wordt continu geoptimaliseerd.

De dienstverleningsorganisatie voert op dit moment diensten uit die als voorlopers beschouwd kunnen worden van de nieuw te ontwikkelen diensten. De ministeries van Justitie, BZK (inclusief Hoge Colleges van Staat), AZ, LNV en VROM die hetzelfde personeelsadministratiesysteem hebben, hebben het functioneel beheer daarvan, inclusief bemensing, overgedragen aan P-Direkt.

Nagenoeg alle medewerkers bij de dienstverleningsorganisatie zijn rijksambtenaren, hetzij in dienst van P-Direkt, hetzij (vooralsnog) gedetacheerd.

Voor het realiseren van fase 1 van de Nieuwe Aanpak is een omvang nodig van 100 tot 120 fte. Dat is inclusief functioneel beheer PeRCC en de inbedding van het FSC, nu nog onderdeel van Financiën, per 1 januari 2008.

Met de bonden en medezeggenschap zullen nieuwe afspraken gemaakt worden over het te voeren aannamebeleid van P-Direkt. Ik verwacht hierover in najaar 2007 nadere besluiten te kunnen nemen. Op het gebied van bedrijfsvoering is het zaak de tijdelijke status van batenlastendienst om te zetten in een reguliere status. Daartoe is een plan van aanpak gemaakt, dat nu wordt uitgevoerd. Dit voorziet in de afronding van de instellingsvereisten eind 2007. In 2008 zal de besluitvorming naar een definitieve status per 1 januari 2009 plaatsvinden.

  • 3. 
    Beoordeling Auditdiensten en Commissie Second Opinion van de Voortgang

Auditdiensten

De auditdiensten van BZK, Financiën en Verkeer en Waterstaat hebben in juni 2007 onderzoek gedaan naar de werking van de Nieuwe Aanpak op de volgende aandachtsgebieden, die ook door de Rekenkamer waren aangemerkt als kritisch: rollen en verantwoordelijkheden, planmatig werken, kwaliteitsborging, risicomanagement en informatievoorziening. Het volledige rapport is bijgevoegd.

De Auditdiensten hebben – gelet op de korte periode van werking – nog niet op alle punten de daadwerkelijke werking kunnen beoordelen. De Auditdiensten hebben geconstateerd dat de rolinvulling, de planning, het risicomanagement, de kwaliteitsinstrumenten en de informatievoorziening aanzienlijk zijn verbeterd ten opzichte van de rapportage van de Auditdiensten van september 2006. Er zijn niettemin nog een paar aandachtspunten. Zo wordt een tweetal projecten (Facilitair Salaris-

centrum (FSC) en SAP HR wel door BZK als opdrachtgever, maar niet door P-Direkt als opdrachtnemer aangestuurd. Bij knelpunten moet altijd naar de opdrachtgever worden geëscaleerd.

Voor FSC is dit punt per 1 januari 2008 opgelost, omdat het de bedoeling is dat het FSC, nu nog onderdeel van het ministerie van Financiën, dan onderdeel uitmaakt van P-Direkt. Voor SAP HR zal ik met mijn collega’s van de 5 betrokken departementen dit najaar afspraken maken over een aangepaste sturingsrelatie, ter voorbereiding op een volgende fase van het project.

De Auditdiensten constateren dat er veel aandacht is voor risicomanagement. Keerzijde is dat er zoveel instrumenten zijn, dat niet altijd zichtbaar is hoe de instrumenten op elkaar aansluiten. De instrumenten zullen daarom nog beter op elkaar afgestemd worden. Verder wordt voorgesteld dat er voor een aantal producten nog concretere acceptatie- en testcriteria gemaakt worden. Ook dit aandachtspunt wordt reeds opgepakt. Tot slot bevelen de Auditdiensten aan om helder te communiceren over de voortgang van het project migratie SAP HR, dat een ambitieuze en kritische planning kent, om zo de verwachtingen van de belanghebbenden op de ministeries goed te managen. Alle ministeries worden in elk geval tweemaandelijks op de hoogte gehouden over de voortgang van de projecten. Zodra de planningen gaan knellen zal hier tijdig over gerapporteerd worden aan de ministeries, zonodig naast de reguliere informatiemomenten.

Commissie Second Opinion

Ik heb de Commissie Second Opinion verzocht om een oordeel te geven over de integrale voortgang van de Nieuwe Aanpak. Ik geef u hierbij een korte weergave van het oordeel van de commissie, alsmede mijn reactie. Het volledige rapport is bijgevoegd. De Commissie heeft in haar vorige second opinion (Tweede Kamer 2006–2007, 30 146, nr. 17) geconstateerd dat de Nieuwe Aanpak een realistische aanpak is met een goede kans van slagen. De huidige bevindingen bevestigen deze constatering. De Nieuwe Aanpak leidt volgens de Commissie tot meer stabiliteit en minder onrust. De realisatie van de vijf ontwikkelprojecten ligt in het algemeen goed op schema. Wel moet er op onderdelen nog een detailplanning voor de departementale migratie en transitie worden opgesteld. Ik zal er voor zorgen dat dat op korte termijn gebeurt. De Commissie vraagt voorts blijvende aandacht voor het risico van divergentie, die met de Nieuwe Aanpak kan ontstaan. Doordat generieke producten met afzonderlijke groepen van ministeries worden ontwikkeld is de betrokkenheid van die ministeries groot, van de niet direct betrokkenen kleiner. Ook bestaat het risico dat er meerdere platforms blijven bestaan. Overigens heeft de Commissie geen aanwijzingen dat dit risico zich al materialiseert. De Commissie vraagt hier mijns inziens terecht aandacht voor. Strakke sturing op de standaarden blijft noodzakelijk. De communicatie naar de niet rechtstreeks betrokken ministeries zal worden geïntensiveerd. De Commissie constateert evenals de Auditdiensten het punt van de krappe planning van het project Migratie SAP HR. Daarop ben ik in het voorgaande al ingegaan. Tot slot wijst de Commissie op een onvolkomenheid in de scheiding van de rollen van de eigenaar van de batenlastendienst en de gedelegeerd opdrachtgever van P-Direkt, die voor risico’s kan gaan zorgen zodra P-Direkt meer in een productiefase belandt. Oplossingen hiervoor worden onderzocht.

  • 4. 
    Ten slotte

Zoals afgesproken informeer ik u één keer per jaar over de voortgang van P-Direkt. Voor het voorjaar 2008 staat de besluitvorming over Fase 2, over verdere bundeling en schaalvergroting van de HR-administratie en gebruikersondersteuning, op de agenda. Ik zal u in de volgende rappor-

tage, als wij één realisatiejaar achter de rug hebben, melden wat de kosten, opbrengsten en overige effecten van het totale project tot dan toe zijn.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.