Brief minister over inzage in MIVD-rapporten - Bestrijding internationaal terrorisme

Deze brief is onder nr. 199 toegevoegd aan dossier 27925 - Bestrijding internationaal terrorisme.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Bestrijding internationaal terrorisme; Brief minister over inzage in MIVD-rapporten 
Document­datum 24-01-2006
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST94143
Kenmerk 27925, nr. 199
Van Defensie (DEF)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

27 925

Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 199

BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2006

Naar aanleiding van de brief van de voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van 17 januari jl. (kenmerk 06-BuZa-B-001) informeer ik u hierbij dat de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in staat zal worden gesteld inzage te krijgen in de rapporten van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) van 19 oktober 2005 en 17 november 2005 over Afghanistan, met weglating van gegevens waarvan het verstrekken in strijd is met het belang van de staat.

In deze aan mij gerichte rapporten wordt ingegaan op de belangrijkste omstandigheden en bedreigingen met betrekking tot de komende Nederlandse bijdrage aan ISAF in Zuid-Afghanistan. Uit de MIVD-analyse komt naarvoren dat er in Zuid-Afghanistan sprake is van een instabiele en onveilige situatie, voornamelijk door het optreden van de Taliban en aanverwante groeperingen. Daarnaast is er in deze regio en in het bijzonder in Uruzgan sprake van een aantal onderling samenhangende problemen waaronder spanningen tussen en binnen etnische groeperingen, gebrekkige overheidscontrole, een grote mate van corruptie, drugsproductie en criminaliteit.

Het uitvoeren van een ISAF-missie in Uruzgan wordt door de MIVD gekenschetst als een complexe en risicovolle onderneming die niet zonder robuust optreden kan worden uitgevoerd. Voor het behalen van succes is het noodzakelijk een goed evenwicht te bereiken tussen robuust optreden tijdens veiligheidsoperaties, en de inspanningen bij het verkrijgen van de steun van de bevolking en ten behoeve van wederopbouw. Er zal rekening moeten worden gehouden met gewapend verzet van de Taliban en aanverwante groeperingen tegen de ISAF-presentie, aldus de MIVD.

In het MIVD-rapport van 17 november 2005 zijn de appreciaties door buitenlandse zusterdiensten van conclusies en bevindingen uit het eerdere MIVD-rapport afzonderlijk vermeld. Zoals vermeld in mijn brief van 17 januari jl. (kamerstuk 27 925, nr. 198) heeft de CDS de MIVD-analyse gebruikt bij het opstellen van zijn militair advies.

Militair advies van de CDS

Tevens informeer ik u hierbij over het militair advies van de CDS over deze bijdrage. Reeds op 11 februari 2004 heb ik tijdens het algemeen overleg over de Apache-helikopters voor ISAF (Kamerstuk 27 925 nr. 117) uiteengezet dat het kabinet verantwoordelijk is voor de conclusies die door het kabinet in een Artikel 100-brief worden getrokken ten aanzien van de veiligheidsanalyse en het advies van de CDS. Ik hebdaar toen aan toegevoegd dat ik niet langer in de Artikel 100-brieven het advies van de CDS zou weergeven, zoals tot dan de gewoonte was, maar alleen het parlement zou informeren indien het advies van de CDS zou afwijken van de kabinetsconclusies. Kort voor dit algemeen overleg in de Tweede Kamer was daar op 3 februari 2004 in de Eerste Kamer sterk op aangedrongen tijdens de begrotingsbehandeling van Defensie (Handelingen Eerste Kamer, vergaderjaar 2003–2004, EK 16 726-760). In deze brief zal ik, in aanvulling op de Artikel 100-brief van 22 december 2005 (Kamerstuk 27 925 nr. 193), alsnog ingaan op het advies van de CDS aangezien de Kamer mij daar in dit geval uitdrukkelijk om verzoekt.

De CDS stelt vast dat de veiligheidssituatie in Zuid-Afghanistan zeer risicovol is. Deze risico’s kunnen met diverse maatregelen tegemoet worden getreden, waaronder maatregelen ter bescherming van de eigen troepen, alsmede de beschikbaarheid van luchtsteun en een snelle reactiemacht. Bij het optreden van de Nederlandse troepen staat de eigen bescherming voorop. Het door de Nederlandse troepen getoonde respect voor de bevolking zal bijdragen aan de eigen veiligheid. Veel aandacht zal worden gegeven aan het verzamelen van inlichtingen. Met een verhoogd CIMIC-budget kan, vooruitlopend op wederopbouwprojecten, de houding van de bevolking worden beïnvloed.

De CDS acht het uitvoeren van een militaire operatie in Zuid-Afghanistan uitdagend maar uitvoerbaar en verantwoord, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden betreffen kortheidshalve de beschikbaarheid van bepaalde militaire middelen en eenheden, ook van andere landen; goede Navo-afspraken over de kosten van de basis in Kandahar; en een goede invulling van de Nederlandse wederopbouw-inspanning.

In de Artikel 100-brief van 22 december 2005 heeft de regering uiteengezet dat sinds medio 2005 intensief overleg is gevoerd met verschillende bondgenoten, met de NAVO en met de Afghaanse regering over de mogelijke Nederlandse bijdrage. In de weken voorafgaand aan het versturen van deze Artikel 100-brief heeft de regering een aantal aandachtspunten geformuleerd waarop vooruitgang diende te worden geboekt. Deze aandachtspunten waren mede gebaseerd op aspecten en voorwaarden die door de MIVD en de CDS naar vorenwaren gebracht. Naar aanleiding van deze Nederlandse wensen zijn vruchtbare besprekingen gevoerd met verschillende internationale partners. De resultaten van deze besprekingen hebben de regering in staat gesteld het parlement te informeren over de Nederlandse bijdrage aan ISAF in Zuid-Afghanistan door middel van de Artikel 100-brief.

De regering is gaarne bereid medewerking te verlenen aan de voor 30 januari a.s. geagendeerde besloten briefing voor de Vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie. Tijdens deze briefing zullen de CDS en de directeur van de MIVD nadere informatie kunnen verschaffen over de komende bijdrage, waarbij zij tevens vragen van de zijde van de Kamer zullen kunnen beantwoorden.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Defensie, H. G. J. Kamp

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.