Nota van wijziging - Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelen - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 30061 - Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelen; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 11-07-2005 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST88659 |
Kenmerk | 30061, nr. 8 |
Van | Financiën (FIN) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
30 061
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelen
Nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 11 juli 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I worden na onderdeel E twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
Ea. Aan artikel 29, derde lid, wordt na de woorden «een korting voor contante betaling» een zinsnede toegevoegd, luidende: en in gevallen waarin de ondernemer die een prestatie verricht en diens afnemer ter zake van hun overeenkomst, direct of indirect, niet handelen als zelfstandige partijen als bedoeld in artikel 8, zevende lid, eerste en tweede volzin.
Eb. Aan artikel 29a, tweede lid, wordt na de woorden «een korting voor contante betaling» een zinsnede toegevoegd, luidende: en in gevallen waarin de ondernemer die een prestatie verricht en diens afnemer ter zake van hun overeenkomst, direct of indirect, niet handelen als zelfstandige partijen als bedoeld in artikel 8, zevende lid, eerste en tweede volzin.
Toelichting
Voor een toelichting op deze wijzigingen verwijs ik naar paragraaf 6 van de nota naar aanleiding van het verslag, waar ik de noodzaak ervan heb toegelicht (naar aanleiding van de vraag van de leden van de PvdA-fractie naar de relatie tussen artikel 29 en de toepassing van de normale waarde).
De Staatssecretaris van Financiën, J. G. Wijn