Brief staatssecretaris over Convenant Verpakkingen III - Verpakkingsbeleid

Deze brief is onder nr. 6 toegevoegd aan dossier 28694 - Verpakkingsbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Verpakkingsbeleid; Brief staatssecretaris over Convenant Verpakkingen III 
Document­datum 17-06-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST77614
Kenmerk 28694, nr. 6
Van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

28 694

Verpakkingsbeleid

Nr. 6

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2004

Het Convenant Verpakkingen III, dat is ondertekend in december 2002, heeft evenals de vorige convenanten verpakkingen geleid tot een groot aantal activiteiten bij bedrijfsleven en overheid. Over die activiteiten wordt uitgebreid gerapporteerd in de jaarverslagen van de Commissie Verpakkingen die ook aan de Tweede Kamer worden gezonden. Het laatst verschenen jaarverslag is u toegezonden bij brief van 11 november 2003 (VROM030852). Het duurt nog een aantal maanden voordat het jaarverslag over 2003 aan U kan worden toegezonden. Ik heb er behoefte aan u vooruitlopend daarop nu al vast te informeren over een aantal ontwikkelingen die zich voordoen. Het gaat om een viertal onderwerpen:

  • • 
    meermalige verpakkingen;
  • • 
    zwerfafval;
  • • 
    ontwerp-AmvB verpakkingen;
  • • 
    integratie verpakkingen en product.

Meermalige verpakkingen en het EG-verdrag

In het Convenant Verpakkingen zijn afspraken opgenomen over het handhaven van het aandeel meermalige verpakkingen in de sectoren frisdranken en water en bier.

Op 12 januari jl. heb ik u bij brief (VROM040018) geïnformeerd over de opvattingen van de Europese Commissie m.b.t. deze afspraken. Inmiddels heeft op ambtelijk niveau op 30 maart jl. een gesprek over dit onderwerp plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Commissie en van mijn Ministerie en zijn de opvattingen over en weer nog eens toegelicht. De vertegenwoordigers van de Commissie waren niet overtuigd van de argumenten op basis waarvan naar mijn opvatting de gemaakte afspraken over meermaligheid niet in strijd zijn met de bepalingen van het EG-verdrag. Tot nu toe is nog geen schriftelijke reactie met een definitieve stellingname vanuit Brussel als vervolg op deze gedachtewisseling ontvangen. Recent heeft de advocaat-generaal bij het Europese Hof m.b.t. een tweetal

hofprocedures rond statiegeld en meermaligheid advies uitgebracht dat er op neer komt dat, naar de mening van de advocaat-generaal, in een aantal gevallen verplichtingen tot meermaligheid in strijd zijn met het EG-verdrag. Verwacht wordt dat het Europese Hof op basis van het advies van de advocaat-generaal binnenkort uitspraken zal doen over de mogelijkheden en beperkingen tot de invoering van verplichte meermaligheid en statiegeld zonder in strijd te komen met de Europese regelgeving. Ik hou er daarbij rekening mee dat deze uitspraken betekenen dat de afspraken in het convenant verpakkingen ten aanzien van meermaligheid op zijn minst fors aangepast moeten worden.

Alternatief systeem voor meermalige verpakkingen van frisdranken en water

Behalve de beperkte mogelijkheden voor afspraken of verplichtingen t.a.v. meermalige verpakkingen in relatie tot het EU-verdrag is een ander relevant gegeven voor de vraag hoe op termijn moet worden omgegaan met meermalige PET-flessen voor frisdranken en waters dat autonome marktontwikkelingen al enige tijd wijzen op een toename van grote eenmalige PET-flessen voor frisdranken en water maar ook in concurrerende sectoren als sappen en zuivel.

Deze ontwikkelingen bevestigden al eerder uitgesproken vermoedens bij overheid en bedrijfsleven dat het systeem van verplichte meermalige PET-flessen voor frisdranken en water op termijn niet houdbaar is. Daarbij is het voor het bedrijfsleven van belang voldoende zekerheid te krijgen dat investeringen passen in een systeem dat ook voor de toekomst voldoende zekerheid geeft.

Beide partijen hebben daarom al bij het afsluiten van Convenant Verpakkingen III, in een overigens openbare sideletter bij dit convenant (ter informatie bijgevoegd), afgesproken te zoeken naar alternatieven voor dit systeem na afloop van de huidige convenantsperiode. Vervolgens is meerdere malen overlegd met het bedrijfsleven. Bij dat overleg waren ook vertegenwoordigers van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Stichting Natuur en Milieu en de departementen van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit betrokken. Bij het zoeken naar alternatieven staat voorop dat met zo’n alternatief tenminste een gelijk milieurendement moet worden gehaald als met de afspraken in Convenant Verpakkingen III. Uitgangspunt bij het zoeken was verder het verbreden van de producentenverantwoordelijkheid. Dat wil zeggen dat de producent en in het verlengde daarvan de koper van de producten en niet de burger moet betalen voor een mogelijk alternatief systeem. Bij zo’n systeem mag het milieu er niet op achteruit gaan t.o.v. de afspraken in het convenant, maar moet uiteraard wel tegemoet wordt gekomen aan genoemde bezwaren tegen het meermalig systeem. Verder moet er geen afwenteling naar de gemeenten plaatsvinden. Een systeem wat aan deze uitgangspunten voldoet, kan in grote lijnen als volgt worden geschetst. Voor meermalige grote PET-flessen voor frisdranken en water wordt overgegaan naar eenmalige. Deze worden dan niet opnieuw gevuld maar gescheiden ingezameld en als materiaal hergebruikt. Het milieu-verlies dat hierdoor optreedt, wordt gecompenseerd door de milieuwinst die ontstaat door het opzetten van een inzamelsysteem voor kleine PETflesjes met een nader vast te stellen vorm van waarde toekenning voor deze flesjes. Hiermee wordt bereikt dat er minder kleine flesjes in het zwerfafval en restafval terechtkomen en dat ook kleine PET-flesjes apart worden ingezameld en als materiaal herverwerkt. Om na afloop van dit convenant een dergelijk systeem te kunnen invoeren, worden door en op kosten van het bedrijfsleven eerst pilots uitgevoerd. Mocht blijken dat de pilots niet het gewenste resultaat opleveren of dat door autonome marktontwikkelingen eerder maatregelen nodig zijn, dan zal ik op basis van de binnenkort te publiceren AmvB (zie ook verderop) tenminste voor-

schrijven hoeveel er moet worden ingezameld en herverwerkt om er zeker van te zijn dat het zelfde milieurendement wordt bereikt als is afgesproken in het huidige convenant.

Volledigheidhalve wordt opgemerkt dat het bedrijfsleven expliciet heeft uitgesproken dat het de afspraken uit het Convenant Verpakkingen III met betrekking tot verplichte meermaligheid van grote PET-flessen voor frisdranken en waters tot het eind van deze convenantsperiode in stand zal houden.

In de bijlage treft u het concept aan van de tekst met afspraken met het bedrijfsleven over de ontwikkeling van een alternatief voor meermalige verpakkingen voor frisdrank en water, die ik voornemens ben zo spoedig mogelijk te ondertekenen.

In uw brief van 16 juni jl. verzoekt u mij nog om het toezenden van relevante stukken en verwijst daarbij naar de milieustudie uit 2001 en het CE-rapport. Ik heb de opdrachtgever van de studie uit 2001, de Vereniging Nederlandse Frisdrankenindustrie (NFI) verzocht mij z.s.m. exemplaren daarvan voor u ter beschikking te stellen. De CE-studie, welke eveneens in opdracht van de NFI wordt uitgevoerd, is nog niet afgerond. Er moet nog een aanpassing plaatsvinden n.a.v. opmerkingen bij een eerder concept, terwijl daarnaast nog een peer review m.b.t. deze studie moet worden verricht.

Zwerfafval

Begin dit jaar is door partijen bij het convenant aan de Commissie Verpakkingen voorgesteld de in het Convenant Verpakkingen afgesproken evaluatie van het convenant te beperken tot een evaluatie van het deelconvenant zwerfafval. Dit omdat zwerfafval een nieuw onderwerp is waarmee nog niet eerder ervaring was opgedaan en dat dus ook niet in eerdere convenanten was opgenomen, terwijl met alle andere onderwerpen wel jarenlange ervaring is opgedaan. De Commissie heeft in haar vergadering van 9 januari jl. met dit voorstel ingestemd. Op verzoek van VROM en SVM.PACT zijn door de heren Feenstra (lid van de Commissie Verpakkingen) en Van Nieuwenhoven (secretaris van de Commissie Verpakkingen) gesprekken gevoerd met de meest betrokken partijen bij de uitvoering van het deelconvenant zwerfafval. De rapportage van deze gesprekken met een advies voor verdere actie is inmiddels ontvangen. Kort samengevat wordt in het rapport geadviseerd rol en functie van de verschillende partijen bij het deelconvenant waar nodig nader te verduidelijken en in te vullen en periodiek overleg van betrokkenen «op de werkvloer» in te stellen. Partijen herkennen zich in de conclusies en het advies. In het advies wordt ook aanbevolen de huidige monitoringsmethoden voor zwerfafval eenduidig hanteerbaar te maken in relatie tot de doelstellingen. In dat verband is het volgende van belang. Conform de afspraken hierover in het convenant is de afgelopen jaren, naast algemene metingen van de hoeveelheid zwerfafval, drie maal de hoeveelheid flesjes en blikjes in het zwerfafval onderzocht op basis van een enquête. Omdat de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken geen consistent beeld te zien gaven, is op verzoek van VROM en SVM.PACT een zogenaamde peer review verricht. Daaruit is naar voren gekomen dat het verrichte onderzoek geen betrouwbaar bewijs levert voor de mate waarin het aantal flesjes en blikjes in het zwerfafval is gewijzigd.

Gegeven de uitkomst van de peer review hebben VROM en SVM.PACT besloten om aan een aantal onafhankelijke deskundigen te vragen welke alternatieven er zijn om de vraag te kunnen beantwoorden of het beleid om het aantal flesjes en blikjes te doen afnemen voldoende is geslaagd. Ik zal u zo spoedig mogelijk over de uitkomsten van dit overleg en de besluiten die partijen mede op basis daarvan zullen nemen, nader informeren. De rapportage over de evaluatie en de peer review zijn inmiddels met een

verzoek om advies aangeboden aan de Commissie Verpakkingen. Zodra dit advies is ontvangen zal ik u nader informeren.

Ontwerp-AmvB verpakkingen

Op 17 december 2001 is het ontwerpbesluit beheer verpakkingen en papier en karton in de Staatscourant gepubliceerd. Deze ontwerp-AmvB biedt de mogelijkheid tot invoering van integrale producentenverantwoordelijkheid en het wettelijk voorschrijven van statiegeld en meermaligheid. Een n.a.v. de reacties daarop aangepast ontwerp is vervolgens voorgelegd aan de Raad van State, die daarover op 10 december 2003 advies heeft uitgebracht.

In de definitieve AmvB kunnen de eerder genoemde resultaten van de besprekingen tussen overheid en bedrijfsleven over alternatieven voor het huidige systeem van meermaligheid worden meegenomen, terwijl de producentenverantwoordelijkheid nader kan worden verbijzonderd m.b.t. het meer specifiek voorschrijven van te behalen inzamel- en herverwerkingsresultaten voor verpakkingen van frisdranken en water. In de nieuwe regeling zal ook rekening worden gehouden met de recent gewijzigde Europese richtlijn verpakking en verpakkingsafval van 11 februari jl.

Integratie verpakkingen enproduct.

In artikel 14 van het convenant verpakkingen is afgesproken te onderzoeken of het mogelijk is om na afloop van de huidige convenantsperiode per 1 januari 2006 een doelstelling voor het beheer van verpakkingen te integreren in het productenbeleid. Tevens is daarbij afgesproken een onderzoeksprogramma op te stellen met als doel dat uiterlijk per 1 januari 2004 de milieugevolgen voor verpakkingen kunnen worden gekwantificeerd, uitgedrukt in CO-2 en finaal te storten afvalstoffen. Het onderzoeksbureau CE is in samenwerking met KPMG belast met een onderzoek daarnaar evenals naar de mogelijkheden voor de genoemde integratie van beleid. Daartoe is ondermeer gekeken naar de mogelijkheden bij een aantal specifieke product-verpakkingscombinaties. Gegeven de complexiteit van de materie en de belangen van partijen bij een zorgvuldig onderzoek waarvan de resultaten breed gedragen worden, is het niet gelukt voor genoemde datum met definitieve resultaten te komen. Voorlopige uitkomsten duiden er nu op dat verdere integratie van milieubeleid van verpakkingen en producten vooralsnog een brug te ver is, terwijl een nieuwe milieumaat van verpakkingen nog moeilijk te operationaliseren is. De verwachting is dat het onderzoek binnenkort kan worden afgerond. Ook hierover zal ik u te zijner tijd nader informeren.

Afsluiting

Alle overig in deze brief genoemde nadere informatie die ik u thans nog niet kan verstrekken, zal u zo spoedig mogelijk worden aangeboden en in elk geval uiterlijk op het tijdstip waarop het jaarverslag van de Commissie Verpakkingen over 2003 verschijnt, naar verwachting medio oktober a.s.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.