Brief minister over ontvoering Arjan Erkel (Artsen zonder Grenzen) - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004 - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 86 toegevoegd aan wetsvoorstel 29200 V - Vaststelling begroting Buitenlandse Zaken 2004.

Officiële titel	Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004; Brief minister over ontvoering Arjan Erkel (Artsen zonder Grenzen)
Document­datum	07-06-2004
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST77320
Kenmerk	29200 V, nr. 86
Van	Buitenlandse Zaken (BUZA)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 200 V

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004

Nr. 86

¹ Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2004

Graag bied iku hierbij de reactie aan op het verzoekvan het lid Koenders van 2 juni 2004 met kenmerk 204-053 inzake de ontvoering van Arjan Erkel.

Zoals bekend, is het vast beleid van de Nederlandse regering niet te onderhandelen over de vrijlating van Nederlanders die in het buitenland zijn ontvoerd. Zulks betekent dat de regering evenmin losgeld betaalt. De rol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in ontvoeringszaken bestaat uit het onderhouden van contacten met de autoriteiten van het land waar de ontvoering heeft plaatsgevonden, het eventueel aanbieden van expertise aan die autoriteiten en desgewenst het faciliteren van contacten ten behoeve van rechtstreeks belanghebbenden, zoals familieleden of werkgever. Met ontvoerders worden door het Ministerie nimmer rechtstreekse contacten onderhouden.

Deze lijn is aangehouden bij recente ontvoeringszaken (Colombia, Algerije) en ook bij de ontvoering van Arjan Erkel. Omdat er geen sprake is geweest van afwijking van staand beleid, was er geen aanleiding uw Kamer speciaal in te lichten over de activiteiten die in de zaakvan Erkel zijn ondernomen, voordat de persconferentie werd gehouden.

Dat het Ministerie, in afwijking van de gangbare praktijk, specifieke mededelingen heeft moeten doen over de wijze waarop de vrijlating van Erkel tot stand is gekomen, is het rechtstreekse gevolg van de publicatie van een artikel in het Franse dagblad Le Monde. Dat artikel bevatte apert onjuiste informatie betreffende de betrokkenheid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die niet onweersproken kon blijven.

Zoals staat aangegeven in de terzake uitgegeven verklaring, waarvan de tekst is bijgevoegd¹, had Artsen zonder Grenzen een enveloppe met contant geld op de Nederlandse ambassade in Moskou gedeponeerd, voor het geval losgeld moest worden betaald, maar was de organisatie niet in staat het aan haar voor de vrijlating van Erkel gevraagde bedrag in

zijn geheel bijeen te brengen binnen de gestelde termijn. Om deze reële kans op vrijlating van Erkel na eerdere vergeefse pogingen niet voorbij te laten gaan, is de afspraak gemaakt dat het Ministerie de ontbrekende som bij wijze van voorschot zou aanvullen en dat dat voorschot zo snel moge-lijkdoor Artsen zonder Grenzen zou worden terugbetaald. Andere afspraken zijn er niet gemaakt.

De Minister van Buitenlandse Zaken, B. R. Bot