Brief minister over de voetbalwetgeving in Engeland en Nederland met betrekking tot voetbalvandalisme - Voetbalvandalisme

Deze brief is onder nr. 31 toegevoegd aan dossier 25232 - Voetbalvandalisme.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voetbalvandalisme; Brief minister over de voetbalwetgeving in Engeland en Nederland met betrekking tot voetbalvandalisme 
Document­datum 24-07-2002
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST62997
Kenmerk 25232, nr. 31
Van Justitie (JUS)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

25 232

Voetbalvandalisme

Nr. 31

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2002

Tijdens het Algemeen Overleg van 31 januari jl. inzake de bestrijding van voetbalvandalisme heb ik toegezegd een onderzoek te verrichten naar de Engelse voetbalwetgeving (Kamerstukken II 2001/02, 25 232, nr. 27). In de gezamenlijke brief van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 april jl. is aangegeven dat ik de Kamer vóór de zomer zou inlichten (Kamerstukken II 2001/02, 25 232, nr. 29).

Hierbij ontvangt u een uiteenzetting van de voetbalwetgeving in Engeland en de wetgeving met betrekking tot voetbalvandalisme zoals we die in Nederland kennen.

Engelse voetbalwetgeving

De Engelse voetbalwetgeving bestaat niet uit één voetbalwet, maar uit verschillende wetten die deels specifiek voor voetbalwedstrijden zijn ontwikkeld (bijvoorbeeld The Sporting Events Act 1985, The Football Offences Act 1991 en The Football Disorder Act 2000) én uit wetgeving waarin meer algemeen – bijvoorbeeld openbare orde verstorend – gedrag bij voetbalwedstrijden strafbaar is gesteld (bijvoorbeeld The Public Order Act 1986 en The Offences against Persons Act 1861). Kort gezegd stelt de Engelse wetgeving vele gedragingen die in relatie staan tot voetbal, strafbaar en geeft zij de rechter de mogelijkheid een zo genoemde banning order (stadionverbod) op te leggen.

De volgende gedragingen rond voetbalwedstrijden zijn in Engeland en Wales verboden:

  • • 
    Zwart verkopen, aanbieden of uitstallen voor de verkoop van toegangskaarten voor voetbalwedstrijden.
  • • 
    Dronken en/of in bezit van alcohol met de trein naar een voetbalwedstrijd reizen.
  • • 
    Dronken en/of in het bezit van alcohol het terrein betreden.
  • • 
    Gedurende de voetbalwedstrijd in het zicht van het veld alcohol bezitten of consumeren.
  • • 
    Het voetbalveld zonder toestemming betreden.
  • • 
    Vuurwerk bezitten in het stadion.
  • • 
    Objecten op het veld gooien zonder toestemming.
  • • 
    Mee doen aan onfatsoenlijke of racistische spreekkoren (alleen of samen met een groep).

Banning order

De Engelse wetgeving kent op dit moment twee soorten banning orders: een strafrechtelijk verbod dat na een strafrechtelijke veroordeling wordt opgelegd en een civielrechtelijk verbod dat op verzoek van de politie wordt opgelegd. De politie kan voorafgaand aan een verzoek aan de civiele rechter om een verbod, iemand in voorlopige hechtenis nemen. Een stadionverbod geldt zowel voor nationale als internationale voetbalwedstrijden.

Banning order na veroordeling

Indien een ban nieuwe ordeverstoring en nieuw geweld in het kader van een voetbalwedstrijd kan voorkomen, móet de rechter de ban na een veroordeling voor een aan voetbal gerelateerd delict opleggen. Indien de rechter van oordeel is dat er geen gronden zijn om te veronderstellen dat een banning order nieuw geweld en nieuwe ordeverstoring zal voorkomen (en de rechter dus geen ban oplegt), dient hij dit te motiveren. Een banning order betekent een verbod op het betreden van elk terrein met het doel een voetbalwedstrijd bij te wonen. Daarnaast geldt er een meldingsplicht en kan de plicht tot het inleveren van het paspoort gedurende de periode dat er in het buitenland een voetbalwedstrijd wordt gespeeld, worden opgelegd. De rechter kan bijkomende voorwaarden stellen die te maken hebben met de persoon voor wie de ban bestemd is. Indien de banning order naast een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is opgelegd, geldt de ban minimaal zes en maximaal tien jaar. Indien er geen vrijheidsstraf is opgelegd, geldt de ban minimaal drie en maximaal vijf jaar

Banning order op verzoek van de politie

De civiele rechter kan in een civiele procedure een ban opleggen, indien een persoon heeft bijgedragen aan geweld of ordeverstoring en er gegronde redenen zijn om te geloven dat met een banning order nieuwe ordeverstoring en geweld zullen worden voorkomen. Het geweld en/of de ordeverstoring waarvan sprake moet zijn, behoeft niet in het kader van voetbal te hebben plaatsgevonden. De rechter mag bij zijn beoordeling gedragingen tot tien jaar terug meenemen.

De civiele procedure voor een banning order moet vooraf worden gegaan door een verzoekschrift van de politie. De civielrechtelijke ban geldt minimaal twee en maximaal drie jaar.

Indien er nog geen ban is opgelegd en de politie een verzoek om een banning order wil indienen, kan zij een persoon het bevel geven binnen 24 uur voor de civiele rechter te verschijnen en zich in de tussentijd niet buiten Engeland en Wales te begeven. De politie mag het bevel alleen geven met toestemming van de inspecteur en indien er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat een persoon bijdraagt aan geweld en ordeverstoring en een banning order nieuw geweld en nieuwe ordeverstoring kan voorkomen.

Het bevel kan alleen worden gegeven gedurende de periode dat er buiten Engeland of Wales een voetbalwedstrijd wordt gespeeld.

Indien de politie tijd nodig heeft om te beslissen of zij een dergelijk bevel noodzakelijk acht, kan zij een persoon gedurende maximaal vier uur (met toestemming van de inspecteur zes uur) vasthouden.

Nederlandse voetbalwetgeving

De Nederlandse wetgeving ter bestrijding van voetbalvandalisme bestaat evenals de wetgeving in Engeland uit strafbaarstelling van gedragingen en de mogelijkheid om een stadionverbod op te leggen. Veelal gaat het bij de strafbaar gestelde gedragingen om delicten uit het Wetboek van Strafrecht, maar er kan ook sprake zijn van overtreding van bijvoorbeeld een APV. In het Wetboek van Strafrecht zijn onder meer de volgende strafbare feiten die veelal bij voetbalwedstrijden worden gepleegd, strafbaar gesteld (geen uitputtende lijst):

  • • 
    Baldadigheid
  • • 
    Bedreiging
  • • 
    Discriminatie
  • • 
    Erf/lokaalvredebreuk
  • • 
    Mishandeling
  • • 
    Openbare dronkenschap
  • • 
    Openlijk geweld
  • • 
    Opruiing
  • • 
    Vernieling
  • • 
    Vuurwerk voorhanden hebben of afsteken

Stadionverbod

Nederland kent twee soorten stadionverboden: een strafrechtelijk stadionverbod dat door de strafrechter wordt opgelegd en een civielrechtelijk stadionverbod dat door de KNVB wordt opgelegd.

Het strafrechtelijk stadionverbod

Als bijzondere voorwaarde bij een (gedeeltelijk) voorwaardelijke veroordeling kan de rechter een stadionverbod opleggen. In de praktijk wordt het stadionverbod opgelegd bij een voorwaardelijke veroordeling voor een aan voetbal gerelateerd delict.

Een stadionverbod betekent dat het verboden is om voetbalterreinen evenals de directe aanvoerwegen te betreden. Vaak legt de rechter ook een meldingsplicht op. Daarnaast moet de rechter bepalen voor welke voetbalwedstrijden het verbod geldt (alleen voor binnenlandse wedstrijden of ook voor buitenlandse) of het is toegestaan zich in de naaste omgeving van het stadion te begeven en hoe lang het stadionverbod van kracht is. Het verbod kan niet langer gelden dan de proeftijd bij de voorwaardelijke veroordeling, dus maximaal drie jaar. Indien er hoger beroep wordt aangetekend, kan het stadionverbod niet ten uitvoer worden gelegd omdat het vonnis nog niet onherroepelijk is.

Het civielrechtelijk stadionverbod

Indien een stadionverbod helpt ten behoeve van preventie van criminaliteit en van ernstige openbare ordeverstoringen, moet de KNVB een stadionverbod opleggen na een melding van het OM dat een persoon wordt vervolgd voor een aan voetbal gerelateerd delict. Alleen op grond van zwaarwegende redenen kan de KNVB besluiten toch geen stadionverbod op te leggen (Aanwijzing van het College van procureurs-generaal inzake de bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld). Een stadionverbod houdt in dat het verboden is om de voetbalterreinen en directe aanvoerwegen in Nederland te betreden. De duur van het stadionverbod is minimaal drie en maximaal 48

maanden. In geval van recidive kan de duur van het stadionverbod worden verdubbeld. Indien de verdachte wordt vrijgesproken, ontslagen van rechtsvervolging of de officier van justitie alsnog besluit tot een technisch sepot wordt het stadionverbod onmiddellijk ingetrokken (Aanwijzing van het College van procureurs-generaal inzake de bestrijding van voetbalvandalisme engeweld).

Uit het onderzoek naar de Engelse wetgeving blijkt dat de wetgeving tegen voetbalvandalisme in Engeland evenals in Nederland verspreid is over verschillende regelingen. De Nederlandse regelgeving biedt veel mogelijkheden om voetbalvandalisme aan te pakken. Ik volsta thans met deze feitelijke uiteenzetting van de Engelse en Nederlandse regelgeving. Ik meen dat aan het volgende kabinet moet worden overgelaten om te beoordelen of de Nederlandse wetgeving aanvulling behoeft.

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.