Geleidende brief - Voorstel van wet van de leden Van Blerck-Woerdman, Oudkerk, Buijs en Van der Vlies tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening in verband met verruiming van de bevoegdheid van apotheekhoudende artsen tot uitoefening van de artsenijbereidkunst - Hoofdinhoud

Deze geleidende brief i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 28158 - Initiatiefvoorstel Verruiming van de bevoegdheid van apotheekhoudende artsen tot uitoefening van de artsenijbereidkunst i.

Officiële titel	Voorstel van wet van de leden Van Blerck-Woerdman, Oudkerk, Buijs en Van der Vlies tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening in verband met verruiming van de bevoegdheid van apotheekhoudende artsen tot uitoefening van de artsenijbereidkunst; Geleidende brief
Document­datum	06-12-2001
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST57766
Kenmerk	28158, nr. 1
Van	Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

28 158

Voorstel van wet van de leden Van Blerck-Woerdman, Oudkerk, Buijs en Van der Vlies tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening in verband met verruiming van de bevoegdheid van apotheekhoudende artsen tot uitoefening van de artsenijbereidkunst

Nr. 1

GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 6 december 2001

Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening in verband met verruiming van de bevoegdheid van apotheekhoudende artsen tot uitoefening van de artsenijbereidkunst.

De toelichtende memorie, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

Van Blerck-Woerdman

Oudkerk

Buijs

Van der Vlies