Voorstel van wet - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2002

Dit voorstel van wet i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 28000 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2002.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2002; Voorstel van wet  
Document­datum 18-09-2001
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST54787_1
Kenmerk 28000 VIII, nr. 1
Van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

28 000 VIII

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2002

Nr. 1

VOORSTEL VAN WET

18 september 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat.

Artikel 2

De begroting van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en ontvangsten van de baten-lastendiensten Centrale Financiën Instellingen en de Rijksarchiefdienst voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake die diensten.

Artikel 3

De vaststelling van de in artikelen 1 en 2 genoemde begrotingen geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 4

De volgende artikelen dan wel leden van artikelen van de Comptabiliteitswet zijn op de begroting voor het jaar 2002 niet van toepassing:

  • a. 
    Artikel 5, eerste, derde, zesde en negende lid;
  • b. 
    Artikel 7.

Artikel 5

Ter vervanging van de artikelen dan wel van de leden van artikelen, genoemd in artikel 4, gelden voor de begroting voor het jaar 2002 de volgende bepalingen.

  • 1. 
    Begrotingsartikelen worden onderscheiden in beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen.
  • 2. 
    De begroting bevat per begrotingsartikel in elk geval de volgende gegevens:
  • a. 
    het artikelnummer;
  • b. 
    de artikelomschrijving;
  • c. 
    bruto het maximumbedrag dat voor het aangaan van verplichtingen in het begrotingsjaar beschikbaar is;
  • d. 
    bruto het maximumbedrag dat voor het verrichten van uitgaven in het begrotingsjaar beschikbaar is;
  • e. 
    bruto het bedrag dat aan ontvangsten in het begrotingsjaar geraamd wordt.
  • 3. 
    De toelichting bij de begroting biedt per beleidsartikel in elk geval inzicht in de met het beleid samenhangende:
  • a. 
    algemene en, indien van toepassing, nader geoperationaliseerde doelstellingen die worden nagestreefd;
  • b. 
    instrumenten die ter bereiking van die doelstellingen worden ingezet;
  • c. 
    meerjarig beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;
  • d. 
    meerjarig beschikbare bedragen voor het verrichten van programma-uitgaven;
  • e. 
    meerjarig bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd.
  • 4. 
    Het meerjarige inzicht dient, uitgaande van jaar t als begrotingsjaar, betrekking te hebben op het jaar t-2 tot en met het jaar t+4, dat wil zeggen op de periode lopende van twee jaar voorafgaand tot en met vier jaar volgend op het begrotingsjaar.
  • 5. 
    De toelichting bij de begroting bevat per beleidsartikel:
  • a. 
    doeltreffendheidsgegevens over de in het eerste lid bedoelde algemene en/of nader geoperationaliseerde doelstellingen, alsmede gegevens over de doelmatigheid van het beleid, alle al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek;
  • b. 
    waar mogelijk doelmatigheidsgegevens, al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek, voor de in het eerste lid bedoelde begrotingsartikelen.
  • 6. 
    De begroting kan drie niet-beleidsartikelen bevatten, te weten:
  • a. 
    een begrotingsartikel met de omschrijving Algemeenvoor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten die niet aan een beleidsartikel worden toegedeeld;
  • b. 
    een begrotingsartikel met de omschrijving Geheimvoor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een beleidsartikel niet in het belang van de staat is;
  • c. 
    een administratief begrotingsartikel met de omschrijving Nominaal en onvoorzien.
  • 7. 
    De bij het administratieve begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien opgenomen bedragen voor verplichtingen en voor uitgaven kunnen zowel positief als negatief zijn.
  • 8. 
    Ten laste van het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzienkunnen geen uitgaven worden gedaan en verplichtingen worden aangegaan; de bedragen worden bij een wijziging van de begroting toegedeeld aan een ander begrotingsartikel en wel zodanig dat in het betrokken jaarverslag de gerealiseerde bedragen bij het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien uitkomen op nihil.
  • 9. 
    De toelichting bij de begroting biedt per niet-beleidsartikel meerjarig in elk geval inzicht in:
  • a. 
    de beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;
  • b. 
    de beschikbare bedragen voor het verrichten van programmauitgaven;
  • c. 
    de bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd. Het vierde lid is van toepassing.
  • 10. 
    In afwijking van het zesde lid en in overeenstemming met Onze Minister van Financiën kan de begroting andere niet-beleidsartikelen bevatten.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van......, Stb.....

Begroting 2002

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII)

(in € 1 000)

Omschrijving

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verplichtingen EUR 1 000

Uitgaven EUR 1 000

Ontvangsten EUR 1 000

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16

17 18 19 20 21 22 23

TOTAAL

Beleidsartikelen

Basisonderwijs

Expertisecentra

Voortgezet onderwijs

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Technocentra

Hoger beroepsonderwijs

Wetenschappelijk onderwijs

Internationaal onderwijsbeleid

Onderwijspersoneel

Informatie- en communicatietechnologie

Studiefinanciering

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Lesgelden

Cultuur

Media

Onderzoek en wetenschappen

Niet-beleidsartikelen

Nominaal en onvoorzien

Bestuursdepartement

Inspecties

Adviesraden

Uitvoeringsorganisaties onderwijs

Uitvoeringsorganisaties cultuur

Uitvoeringsorganisaties wetenschappen

 

22 924 535

23 111 087

1 243 749

6 014144

6 019 384

17 876

676 158

676 158

2 723

4 938 707

4 912 248

1 361

2 581 410

2 557 251

27 227

0

5 445

5 445

1 477 662

1 500 057

17

2 915 850

2 913 647

1 198

16 882

17 856

99

71 500

71 500

0

40 090

79 024

45 378

1 719 946

1 719 946

344 328

333 888

333 888

11 934

0

0

375 185

498 262

647 399

250

845 678

846 167

307 935

751 683

768 444

99 019

  • 384 358
  • 384 358

2 553

157 282

157 282

567

42 284

42 284

0

5 779

5 779

0

149 723

149 723

408

69 599

69 599

244

2 365

2 365

0

Mij bekend,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van......, Stb.....

Begroting 2002

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII)

Onderdeel baten-lastendiensten

(in € 1 000)

Naam baten-lastendienst

Totaal baten EUR 1 000

Totaal lasten EUR 1 000

Saldo baten en lasten EUR 1 000

Centrale FinanciënInstellingen (CFI) Rijksarchiefdienst (RAD)

Totaal

39 135 32 852

71 987

39 135 32 852

71 987

Naam baten-lastendienst

Totaal kapitaaluitgaven EUR 1 000

Totaal kapitaalontvan-sten EUR 1 000

Centrale Financiën Instellingen (CFI) Rijksarchiefsienst (RAD)

Totaal

7 601 515

8 116

3 647 0

3 647

Mij bekend,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

0

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.