Brief minister met nadere informatie over de uitbraak van Mond- en Klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk en diverse maatregelen - Mond- en Klauwzeer

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 27622 - Mond- en Klauwzeer.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Mond- en Klauwzeer; Brief minister met nadere informatie over de uitbraak van Mond- en Klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk en diverse maatregelen 
Document­datum 12-03-2001
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST51775
Kenmerk 27622, nr. 3
Van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2000–2001

27 622

Mond- en Klauwzeer

Nr. 3

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2001

Hierbij doe ik u nadere informatie toekomen over de uitbraak van Monden Klauwzeer (MKZ) in het Verenigd Koninkrijk (VK) en de maatregelen die in Nederland en de rest van Europa zijn genomen om de insleep en mogelijke verspreiding van het MKZ virus te voorkomen. Dit in aanvulling op mijn brief van 26 februari jl. (kamerstukken II, 2000–2001, 27 622, nr. 1)

Algemeen

MKZ is, zoals bekend, een zeer besmettelijke en ernstige virusziekte die voorkomt bij evenhoevige dieren: runderen, varkens, schapen, geiten maar ook wilde zwijnen, herten, reeën en een aantal dierentuindieren. Paarden, honden, katten en pluimvee hebben er geen last van. De ziekte is niet gevaarlijk voor de mens. Er bestaat bij mensen wel een ziekte die lijkt op MKZ, nl. hand-, voet- en mondziekte (HVM). Deze ziekte komt voor bij kinderen en jonge mensen. Het HVM-virus is op geen enkele manier verwant aan het virus dat bij evenhoevige dieren MKZ veroorzaakt. Het MKZ-virus kan zich razendsnel over een veestapel verspreiden. Dit kan door zowel directe contacten (dier–dier) als indirecte contacten (b.v. dier– mens–dier, via dierlijke producten en via vervoermiddelen). Bovendien kan het ook via de lucht over zeer grote afstand worden verspreid. Dieren met MKZ hebben koorts, maken in het algemeen een zieke indruk en eten minder. De dieren lijden aan blaren o.a. aan de rand tussen huid en klauw, op de tong en op het uier. De blaren aan de klauwen zijn zo pijnlijk dat de dieren kreupel worden, door de blaren in de bek (die in een later stadium wonden worden) gaan de dieren speekselen en kunnen ze niet meer eten. Door de blaren op het uier ontstaan er problemen bij het melken. De verschijnselen zijn bij runderen en varkens vaak zo duidelijk, dat al op het oog een redelijk zekere diagnose gesteld kan worden. Bij geiten en schapen zijn de verschijnselen veel minder duidelijk. Ongeveer 5% van de volwassen, besmette dieren sterft aan de ziekte. Het sterftecijfer onder jonge dieren ligt aanmerkelijk hoger en kan wel tot 50% oplopen.

De situatie in het VK

In het VK is op 20 februari een uitbraak van de MKZ vastgesteld bij varkens op een slachthuis in Essex, het gaat hierbij om MKZ type O, van een ondersoort die eerder voorgekomen is in Japan, Korea, Rusland en Mongolië. Het aantal besmette bedrijven is inmiddels opgelopen tot ca. 170, verspreid over een groot deel van het VK , inclusief één geval in Noord-Ierland. Te verwachten valt dat het aantal besmette bedrijven de komende tijd nog aanmerkelijk zal aangroeien. De meerderheid van de uitbraken is geconstateerd bij bedrijven met schapen, maar de ziekte doet zich in toenemende mate ook voor bij runderen en varkens.

Op basis van de huidige epidemiologische gegevens gaat men er in het VK van uit dat een varkensbedrijf in Tyne and Wear de bron van de epizoötie is. De infectie zou daar rond 1 februari binnen zijn gekomen, mogelijk door het vervoederen van besmet swill (keukenafval). In het VK is het gebruik van swill niet verboden; het keukenafval (dat onder andere van restaurants betrokken wordt), wordt door gespecialiseerde bedrijven verhit tot een temperatuur die bij een juiste toepassing van de procedures voldoende moet zijn om virus te inactiveren. Het is op dit moment niet bekend wat er fout is gedaan. Vanuit dit bedrijf is de infectie door het vervoer van besmette varkens (onder andere naar een slachterij) overgebracht naar varkensbedrijven in Essex. Daarnaast heeft verspreiding op korte afstand plaatsgevonden via de lucht en zijn ook via indirecte contacten (personen of vervoermiddelen) bedrijven met schapen en runderen in Tyne and Wear besmet. Vervolgens heeft de ziekte zich, onder andere door de afvoer van schapen via verschillende veemarkten, over grote delen van Engeland kunnen uitbreiden. Daarbij zijn ook in Schotland en Noord-Ierland besmette bedrijven aangetroffen.

Maatregelen in het VK

Alle maatregelen zoals beschreven in de Europese bestrijdingsrichtlijn zijn toegepast. Het gaat hier om het instellen van beschermings- en toezichts-gebieden met een straal van resp. minimaal 3 en minimaal 10 kilometer, waarbij de zones vergroot zijn, op basis van de wind en windrichting in de periode tussen introductie en ontdekking van het virus. Besmette bedrijven worden geruimd; gedode dieren worden op het bedrijf verbrand. De kadavers worden in een sleuf op stro, hout en kolen gestort en verbrand en vervolgens met aarde bedekt. Naast de in de richtlijn voorgeschreven maatregelen heeft het VK ook extra maatregelen genomen. Zo is het vervoer van alle gevoelige dieren verboden, tenzij met ontheffing en is ook meteen een verbod op het houden van markten, shows en andere verzamelingen van dieren ingesteld. Inmiddels is het vervoer van dieren naar het slachthuis, onder voorwaarden, toegestaan, behalve in de gesloten gebieden. Varkens dienen rechtstreeks naar het slachthuis te worden afgevoerd. Naast besmette bedrijven worden ook bedrijven, die directe contacten met besmette bedrijven hebben gehad (preventief) geruimd. Inmiddels heeft het VK daarnaast besloten om bij MKZ bij varkens in de toekomst in een straal van 1 km. rond de besmettingshaard preventief te gaan ruimen.

EU maatregelen t.a.v. het VK

De Europese Commissie heeft de exportstop voor evenhoevigen en hun producten voor het gehele grondgebied van het VK, zoals die reeds op 21 februari is ingesteld, voorlopig verlengd tot 27 maart 2001. Daarnaast dient het VK er op toe te zien dat de wielen voertuigen die het VK verlaten gereinigd en ontsmet worden.

Maatregelen in Nederland

Naar aanleiding van de eerste uitbraak in het VK is door de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) onmiddellijk getraceerd op welke bedrijven in de periode vanaf 24 januari evenhoevige dieren uit het VK waren terecht gekomen. Dit betrof zowel bedrijven met varkens, schapen als met herten. De bedrijven met schapen en herten zijn geruimd, op de bedrijven die varkens uit het VK hadden ontvangen zijn klinische controles uitgevoerd en bloedmonsters genomen. Ook op bedrijven die contact hadden gehad met de betreffende bedrijven zijn klinische controles uitgevoerd. In een later stadium zijn nog 5 bedrijven geruimd, nadat gebleken was dat via een slachthuis een aantal schapen was doorgeleverd naar deze bedrijven. Alle klinische controles en alle bloedmonsters hebben een negatieve uitslag opgeleverd.

Voor een overzicht van alle in Nederland genomen maatregelen verwijs ik naar de bijlage, waarin een chronologisch overzicht wordt gegeven van de nationale regelgeving in verband met MKZ.

Het vervoersverbod van schapen en geiten

Tot de maatregelen waartoe ik direct na het bekend worden van de uitbraak van MKZ in het Verenigd Koninkrijk heb besloten behoort het algehele verbod van het vervoer van schapen en geiten. De reden om voor schapen en geiten een algeheel vervoersverbod in te voeren was dat met name schapen een bijzonder ernstige risicofactor vormen voor de verspreiding van MKZ. De ziekte manifesteert zich namelijk in het VK, zoals gezegd, vooral bij schapen en dat in een periode van het jaar dat er sprake is van een extra grote uitvoer van schapen uit het VK naar het vaste land van Europa. Hier komt dan nog bij dat MKZ bij schapen klinisch erg moeilijk is vast te stellen en de tracering van geïmporteerde schapen vanwege het ontbreken van een betrouwbaar systeem van identificatie en registratie grote problemen oplevert. Bij runderen en varkens ligt de situatie in dit opzicht wezenlijk anders. De uitvoer van runderen uit het VK is, zoals bekend, reeds geruime tijd niet toegestaan als uitvloeisel van de BSE-maatregelen. Uitvoer van varkens uit het VK naar Nederland vindt slechts beperkt plaats, waarbij de ingevoerde dieren onmiddellijk zijn te traceren. Het verbod op het vervoer van schapen en geiten heeft, helaas, tot gevolg gehad dat de aanvoer van schapen ten behoeve van het Islamitische Offerfeest ernstig werd verstoord. Over deze consequenties is door mijn ministerie onmiddellijk in contact getreden met de verschillende Islamitische organisaties. In het algemeen hebben deze voor de getroffen maatregelen begrip getoond.

Geen algemeen vervoersverbod

Van diverse kanten is een algemeen vervoersverbod voor alle landbouwhuisdieren dus ook voor varkens en runderen bepleit. Op dit moment is voor varkens en runderen een verzamelverbod van kracht en is vervoer alleen op één-op-één-basis toegestaan; dat wil zeggen dat slechts van één veehouderijbedrijf, zonder bijlading op een ander bedrijf, dieren mogen worden afgevoerd naar een slachterij of naar een ander veehouderijbedrijf.

Een algeheel vervoersverbod acht ik thans niet noodzakelijk. De zeer beperkende voorwaarden waaronder het vervoer van runderen en varkens thans nog mag plaatsvinden en de scherpe reinigings- en ontsmettings-maatregelen met betrekking tot de transportmiddelen zijn, naar mijn mening, in dit stadium toereikend.

Er is evenwel een andere belangrijke overweging die mij er toe heeft gebacht vooralsnog af te zien van een algeheel vervoersverbod ook voor varkens en runderen. Die overweging is dat een algemeen vervoers-verbod zeer snel aanleiding heeft tot het ontstaan van ernstige welzijnsproblemen op veehouderijbedrijven. Dat heeft de ervaring met de varkenspestepidemie van enkele jaren geleden heel duidelijk geleerd. Uiteindelijk moesten destijds ingrijpende maatregelen worden getroffen om die welzijnsproblemen op te lossen met als gevolg dat extra transportbewegingen moesten worden uitgevoerd, extra bedrijfsbezoeken nodig waren en daardoor op zich een additioneel risico optrad van verdere verspreiding van de ziekte. In die situatie wil ik niet terecht komen, gegeven ook het feit dat er geen zicht lijkt te zijn op een spoedig einde van de huidige MKZ-epidemie in het VK. Het algehele vervoersverbod zoals dat wel voor schapen en geiten van toepassing is, geeft nu reeds aanleiding tot welzijnsproblemen. Voor geiten heb ik daarom het vervoers-verbod versoepeld: voor deze dieren is vervoer op één-op-één-basis weer toegestaan. Voor schapen zal een dergelijke versoepeling worden doorgevoerd, zodra voldoende zekerheid is vekregen dat uit het VK geïmporteerde schapen geen risico meer vormen.

Overigens heeft de Europese Commissie 8 maart jl. besloten tot een algeheel vervoersverbod voor alle MKZ-gevoelige dieren voor het grondgebied van de EU, met dien verstande dat één-op-één-vervoer tussen veehouderijbedrijven en van veehouderij-bedrijven door de lidstaten kan worden toegestaan. De Nederlandse praktijk is derhalve geheel in lijn met de beoordeling van de Commissie.

Bij verschillende gelegenheden heb ik mijn bezorgdheid uitgesproken over het intensieve internationale handelsverkeer in levende dieren, waarbij transporten vaak over grote afstanden plaatsvinden. Zowel vanuit het oogpunt van dierenwelzijn als vanuit veterinair gezichtspunt brengen deze transporten risico’s met zich. De recente uitbraak van MKZ heeft dat eens te meer duidelijk gemaakt. Het is mijn voornemen deze problematiek in EU-verband opnieuw aan de orde te stellen.

Controles

De AID heeft in de afgelopen periode strikt gecontroleerd op een aantal belangrijke maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van MKZ. Daarbij is met name gelet op overtredingen van de verschillende vervoersbeperkende maatregelen en is aandacht geschonken aan naleving van het verbod op het vervoederen van Swill. Swill brengt, zoals bekend, een groot risico van insleep van ziekten met zich mee. Zoals ik reeds heb aangegeven wordt op dit moment aangenomen dat de eerste besmetting van MKZ in het VK door het gebruik van swill veroorzaakt is. De AID heeft tot nu ongeveer 200 vervoerscontroles verricht, waarbij slechts 8 overtredingen zijn geconstateerd, die betrekking hadden op een beperkt aantal schapen. Er is proces verbaal opgemaakt; de betreffende dieren zijn in beslag genomen en afgevoerd voor destructie.

MKZ op het Europese vaste land

Vanuit het VK heeft export van met name schapen plaatsgevonden naar Duitsland, Frankrijk, België, Denemarken en Nederland. In de verschillende Europese landen zijn dan ook de transporten van de voor MKZ gevoelige diersoorten getraceerd, die in de periode hebben plaatsgevonden dat een besmetting met MKZ niet uit te sluiten was (dus vanaf eind januari). Naast deze tracering is ook sprake van een verhoogde alertheid van de verschillende veterinaire diensten, controlerende instanties, boeren en dierenartsen op de verschijnselen van MKZ. Tot nu toe heeft dit geleid tot meldingen van verdachte bedrijven in o.a. België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk. Tot nu toe zijn al deze meldingen inmiddels negatief bevonden. De situatie in Frankrijk is echter nog zorgelijk. Op 36 bedrijven zijn schapen rechtstreeks vanuit het VK geïmporteerd. Op 19 bedrijven zijn VK-schapen via een andere lidstaat binnengekomen. Al deze dieren zijn geslacht, een deel ervan is bemonsterd. Bij een relatief groot percentage van de bloedtestsen was de serologische reactie niet negatief. Hoewel geen klinische verschijnselen zijn geconstateerd, lijkt op basis van de uitslagen van de serologische tests niet uit te sluiten dat Frankrijk besmette dieren heeft geïmporteerd. De schapen die vanuit Nederland naar Frankrijk zijn geëxporteerd waren overigens, zo is van Franse zijde meegedeeld, in de serologische testen negatief.

Maatregelen in EU-verband

Alle landen van de Europese Unie hebben naast de door Brussel opgelegde maatregelen, extra nationale maatregelen genomen. Deze regelingen zijn min of meer dezelfde als de in Nederland genomen maatregelen: traceren en onderzoeken van importen uit Engeland, verzamelverboden, vervoersbeperkingen, maatregelen m.b.t. reiniging en ontsmetting van voertuigen, etc. Frankrijk ging hierin afgelopen het verst door naar aanleiding van een achttal verdachte bedrijven, een totaal vervoersverbod voor MKZ-gevoelige dieren in te stellen. De nationale maatregelen zijn grotendeels achterhaald door het besluit van de Commissie om aan alle EU-lidstaten een vervoersverbod van MKZ-gevoelige dieren op te leggen. Lidstaten mogen, zoals gezegd, op dit verbod een uitzondering maken voor transport naar het slachthuis of transport tussen bedrijven, mits in het transportmiddel slechts dieren van één bedrijf worden vervoerd. Ook transport tussen lidstaten blijft mogelijk, maar onder dezelfde voorwaarden, nl. dat de autoriteiten in beide betrokken lidstaten akkoord gaan en vervoer op één-op-één-basis geschiedt. In Nederland zal de invoer van MKZ-gevoelige dieren uit Frankrijk en Italië niet worden toegestaan. Dit omdat de betrokken landen zelf een algeheel vervoersbod kennen (Frankrijk) of zelf geen invoer toestaan (Italië). Uiteraard blijft ook de invoer uit het VK verboden. Over het MKZ-maatregelenpakket vindt op ambtelijk niveau dagelijks afstemming plaats tussen Nederland, België en de Duitse deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen. De vervoersbeperkende maatregelen zijn in deze landen dezelfde.

Reactie derde landen

De meeste derde landen nemen een afwachtende houding aan. Een klein aantal heeft echter maatregelen genomen nadat in de pers berichten verschenen zijn over mogelijke MKZ besmettingen in België, Denemarken en Frankrijk. Het gaat daarbij om maatregelen variërende van een invoerbeperking voor varkensvlees (Korea) tot een invoerverbod voor zuivel (Kroatië, Letland, Mexico).

Maatregelen bij een eventuele uitbraak in Nederland

Bij de bestrijding van MKZ moet minimaal voldaan worden aan de eisen die de Europese Unie stelt. Bij een uitbraak zal snel en hard worden ingegrepen. In Nederland is hiertoe een maatregelenpakket vastgesteld, dat is uitgewerkt in een operationeel draaiboek. Een exemplaar van dit draaiboek ligt bij de Tweede kamer ter inzage. Overigens zal bij een uitbraak van MKZ gewerkt worden volgens het departementaal handboek crisisbesluitvorming, waarvan de structuur aansluit bij de (interdepartementale) structuur zoals beschreven in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming. Over het maatregelenpakket is uw Kamer ook bij brief van

6 januari 2000 (kamerstukken II, 1999–2000, 26 800 XIV, nr. 83) en bij brief van 16 oktober 2000 (kamerstukken II, 2000–2001, 27 400 XIV, nr. 8) uitvoerig ingelicht. In de Algemeen Overleggen met de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op 24 februari 2000 en 7 december 2000 is over de respectieve brieven van gedachten gewisseld. De extra maatregelen die zijn beschreven in het maatregelenpakket zijn o.m. de volgende. Besmette dieren, maar ook andere gevoelige dieren in een straal van 1 km rond het besmette bedrijf worden preventief geruimd. Bovendien wordt direct voor heel Nederland een «stand-still» afgekondigd voor 72 uur. Dat houdt in dat al het vervoer van en naar veebedrijven wordt stilgelegd. Dit geldt dus voor alle diertransporten, andere transporten van en naar bedrijven, zoals transport van mest, veevoer of melk, zijn dan eveneens verboden of aan strenge maatregelen gebonden. De certificering voor export van MKZ-gevoelige dieren en dierlijke producten zal worden gestaakt. Afhankelijk van de ernst van de situatie zullen aanvullende maatregelen worden getroffen. Na de eerste 72 uur zal Nederland onderverdeeld worden in compartimenten, waarbij transport van en naar bedrijven in principe alleen binnen het compartiment plaats mag vinden.

Non-vaccinatie beleid

De maatregelen met betrekking tot belangrijke besmettelijke dierziekten zoals klassieke varkenspest (KVP) en MKZ kunnen alleen bekeken worden in een wereldwijd perspectief. In Europa, maar ook in Amerika en Australië is gekozen voor een non-vaccinatiebeleid in combinatie met stringente uitroeiingsmaatrelen als de ziekte zich toch openbaart. De inzet is insleep van het virus te voorkomen en als MKZ wel uitbreekt de ziekte snel uit te roeien door middel van «stamping-out».

De EU heeft in 1991 besloten tot een non-vaccinatiebeleid met betrekking tot mond- en klauwzeer. Het is de lidstaten sindsdien, op grond van de bepalingen van EU-richtlijn 85/511 i, verboden tot vaccinatie over te gaan.

Tot 1991 werden in Nederland runderen ouder dan 1 jaar jaarlijks tegen MKZ gevaccineerd. In andere lidstaten, zoals bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en Denemarken werd op dat moment al langere tijd niet (meer) tegen MKZ gevaccineerd. De totstandkoming van de interne markt vereiste dat ook op het vlak van het vaccinatiebeleid tegen MKZ één lijn zou worden getrokken binnen de EU; het is in de situatie dat de Europese binnengrenzen zijn weggevallen, uiteraard niet mogelijk dat in de ene lidstaat wel zou worden gevaccineerd en in de andere niet. De beslissing om met betrekking tot MKZ een non-vaccinatiebeleid te voeren is gebaseerd op de overweging dat de hoogste veterinaire status ten aanzien MKZ er in bestaat vrij te zijn van de ziekte zonder vaccinatie. Dit conform de richtlijn van het Office International des Epizooties (OIE). De achtergrond hiervan is dat door vaccinatie MKZ zich, onopgemerkt, in de veestapel zou kunnen verschuilen en zelfs endemisch zou kunnen worden. De antilichamen die gevaccineerde dieren aanmaken laten zich namelijk niet onderscheiden van de antilichamen die worden aangemaakt door dieren die met het virus in aanraking zijn geweest. Markervaccins die aan dat bezwaar een eind zouden kunnen maken zijn niet beschikbaar. Ik ben overigens van mening dat er alle aanleiding is het besluit tot non-vaccinatie tegen MKZ in het verband van de EU opnieuw ter discussie te stellen. Op korte termijn zal dat, zo is mijn inschatting, niet tot een verandering van het tot dusver gevoerde beleid leiden. Zowel in het Permanent Veterinair Comité (PVC) als in de Landbouwraad is de non-vaccinatie recentelijk door Nederland aan de orde gesteld. Daarbij is gebleken dat noch bij de andere lidstaten noch bij de Commissie op dit moment animo bestaat het non-vaccinatiebeleid te heroverwegen.

Commissaris Byrne heeft daarvoor onlangs ook blijk gegeven in het Europees Parlement.

Dit alles neemt niet weg dat ik het van het grootste belang acht alle aspecten van het (non)vaccinatiebeleid met betrekking tot mond- en klauwzeer nogmaals in beschouwing te nemen. Vaccinatie of non-vaccinatie is niet alleen een kwestie van veterinaire overwegingen. Het is een vraagstuk waar ook belangrijke handelspolitieke, financiële, economische en niet in de laatste plaats ethische aspecten zijn verbonden. Het is mijn voornemen een studie te laten verrichten naar de argumenten pro en contra vaccinatie, waarin alle hiervoor genoemde aspecten met hun consequenties aan de orde moeten komen. Ik hoop uw Kamer voor de zomer over de uitkomsten van de studie te kunnen berichten.

Vaccinatie voorafgaand aan ruiming

Indien bij een eventuele uitbraak in Nederland zou blijken dat er onvoldoende destructie capaciteit voorhanden is om op korte termijn preventieve ruimingen uit te kunnen voeren, zal mogelijk het instrument vaccinatie ingezet worden. De huidige destructiecapaciteit – welke door de BSE maatregelen maximaal benut is – is namelijk voor preventieve ruiming de beperkende factor. Indien nodig zullen daarom preventief te ruimen dieren, vooruitlopend op de ruiming, gevaccineerd worden. Met de vaccinatie wordt het risico op verspreiding van het virus gecoupeerd, terwijl tegelijkertijd de ruiming gefaseerd plaats kan vinden. De betrokken dieren worden na vaccinatie geruimd, waarbij strikte voorwaarden t.a.v. identificatie in acht genomen worden.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L. J. Brinkhorst

Bijlage 1                                                  Chronologisch overzicht d.d. 12 maart 2001 van nationale regelgeving houdende preventieve maatregelen in verband met uitbraken van Mond- en klauwzeer in Verenigd Koninkrijk

  • 1. 
    Regeling vervoersverbod evenhoevigen uit Verenigd Koninkrijk 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 38, pag. 11./ Nummer regeling: TRCJZ/2001/ 2452

– In Engeland is mond- en klauwzeer uitgebroken. Ook in Nederland worden nu preventieve maatregelen getroffen ter voorkoming van een eventuele verspreiding in Nederland. Alle evenhoevigen (varkens en herkauwers), afkomstig uit Groot-Brittannië die nu in Nederland aanwezig zijn, worden onderzocht op mond- en klauwzeer. In afwachting van de uitslagen is het verboden die evenhoevigen van het bedrijf af te voeren. Dit geldt ook voor de overige op het bedrijf aanwezige evenhoevigen en voor het vlees, embryo’s, sperma en eicellen van de evenhoevigen.

– De regeling is op 21 februari 2001 om 14.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 2. 
    Regeling verzamelverbod schapen mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 38, pag. 12./ Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2466 – Markten, verkopingen en veilingen van schapen zijn in Nederland tijdelijk verboden. – De regeling is op 21 februari 2001 om 18.00 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden. – De regeling is op 26 februari 2001 ingetrokken (want opgegaan in het algehele verzamelverbod voor evenhoevigen).

  • 3. 
    Wijziging Regeling vervoersverbod evenhoevigen uit Verenigd Koninkrijk 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 39, pag. 40 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2466 – Met de onderhavige wijziging is de onderzoekplicht uitgebreid tot evenhoevigen uit Noord-Ierland. – De regeling is op 22 februari 2001 om 16.00 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 4. 
    Regeling verzamelverbod evenhoevigen mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 39, pag. 40 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2537 – Door de onderhavige regeling is het verboden om andere evenhoevige dieren dan schapen bijeen te brengen op een plaats, niet zijnde een veehouderijbedrijf of slachthuis. – De regeling is op 22 februari 2001 om 18.00 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 5. 
    Wijziging Regeling vervoersverbod evenhoevigen uit Verenigd Koninkrijk 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 40, pag. 28 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2600 – Inhoud: Met deze wijziging wordt de onderzoekplicht uitgebreid tot alle zogenoemde contactbedrijven, te weten die bedrijven die varkens,

ongeacht hun oorsprong, hebben ontvangen van bedrijven, waarop evenhoevigen van oorsprong afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk staan of hebben gestaan, en die sedert 24 januari 2001 naar Nederland gebracht zijn. – De regeling is op 23 februari 2001 om 17.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 6. 
    Wijziging en intrekking regeling i.v.m. mond- en klauwzeer

– Vindplaats: 28-2-2001 Stcrt. 2001, 41, pag. 11 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/2595

– Het verzamel- en markt verbod wordt verlengd tot 5 maart 2001 en gaat gelden voor alle evenhoevigen (inclusief schapen). De aparte regeling met het Verzamelverbod speciaal voor schapen wordt nu ingetrokken. Voorts wordt verduidelijkt dat ook een vervoermiddel een plaats in de zin van het verzamelverbod is.

– De regeling is op 26 februari 2001 om 16.00 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 7. 
    Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen en geiten mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 41, pag. 11. / Nummer regeling: TRCJZ/2001/ 2648

– Verbod om schapen en geiten te vervoeren binnen en vanuit Nederland.

– De regeling is op 26 februari 2001 om 14.45 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden

  • 8. 
    Wijziging Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen en geiten mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 43, pag. 10 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/ 2710

– Verduidelijkt wordt dat ook het vervoer over de openbare weg zonder vervoermiddel verboden is, zodat het ook niet is toegestaan schapen en geiten over de openbare weg te drijven. Daarnaast worden twee uitzonderingen op het vervoersgebod geformuleerd, in verband met het lammerseizoen.

– De regeling is op 28 februari 2001 om 18.45 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden

  • 9. 
    Wijziging regeling verzamelverbod evenhoevigen

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 44, pag. 7 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2708. – De duur van het verzamelverbod wordt verlengd tot en met 12 maart

2001. – De regeling is op 1 maart 2001 om 14.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 10. 
    Regeling met betrekking tot Reiniging en ontsmetting vervoermiddelen evenhoevigen.

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 44, pag. 13 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/ 2818.

– Geregeld wordt dat voor alle vervoermiddelen, waarmee een of meer evenhoevigen zijn vervoerd en die niet reeds op grond van de Regeling hygiëne besmettelijke dierziekten verplicht gereinigd en ontsmet worden, nu ook het principe geldt dat deze vervoermiddelen tezamen met de bij het vervoermiddel behorende voorwerpen, onmiddellijk na lossing moeten worden gereinigd en ontsmet, zodat de lege vervoermiddelen slechts schoon op de weg aanwezig zijn. Voorts is het ingevolge de onderhavige regeling verboden evenhoevigen op een plaats te lossen, te ontvangen, indien niet is voldaan aan het vereiste dat op de plaats van lossing een installatie aanwezig is voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen. Deze installatie moet water leveren van voldoende druk voor een deugdelijke en efficiënte reiniging en ontsmetting. – De regeling is op 1 maart 2001 om 18:45 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 11. 
    Regeling tijdelijk verbod zoeken en rapen van kievitseieren 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 45, pag. 15 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

2819 – Het zoeken en rapen van kievitseieren is voorlopig verboden omdat deze activiteit over het algemeen plaatsvindt op landbouwpercelen. – De regeling is op 2 maart 2001 om 12.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 12. 
    Regeling verkorting meldingstermijn identificatie en registratie runderen

– Vindplaats: Stcrt. 2001, 45, pag. 16 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/

1144 – De I&R meldingstermijn van verplaatsingen van en naar vestigingen wordt verkort van drie dagen naar één dag. – De regeling is op 7 maart 2001 in werking getreden.

  • 13. 
    Tijdelijke regeling evenementenverbod vee en pluimvee mond- en klauwzeer 2001.

– Vindplaats: Stcrt. 2001, nr. 48, pag. 8 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/ 3012

– Alle markten, verkopingen, veilingen, shows en andere evenementen waar pluimvee en ander vee dan evenhoevigen afkomstig van verschillende plaatsen worden verzameld op één plaats, worden tijdelijk verboden. Een aanvraag tot ontheffing is mogelijk.

– De regeling is op 7 maart 2001 om 18.00 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 14. 
    Import- en exportrestricties mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/3133 – Het is verboden evenhoevigen, al dan niet van oorsprong, afkomstig uit Frankrijk of Italië naar of uit Nederland te vervoeren. Het is ook verboden paarden, al dan niet van oorsprong, afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk naar of uit Nederland te vervoeren. – De regeling is op 8 maart 2001 om 18.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

15 Tijdelijke regeling vervoersverbod schapen mond- en klauwzeer 2001

– Vindplaats: Stcrt. 2001 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/3135 – Het vervoersverbod voor geiten wordt opgeheven. Er geldt nu alleen nog een vervoersverbod voor schapen.

– De regeling is op 9 maart 2001 om 17.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

  • 16. 
    Wijziging regeling verzamelverbod evenhoevigen

– Vindplaats: Stcrt. 2001 / Nummer regeling: TRCJZ/2001/3178.

– De duur van het verzamelverbod wordt verlengd tot en met 26 maart

2001. – De regeling is op 9 maart 2001 om 18.30 uur bekend gemaakt aan de media en onmiddellijk in werking getreden.

Overig: EU-beschikkingen d.d. G. Eu-beschikkingen d.dis 21-02-2001, 1-03-2001 en 8-3-2001

– Vindplaats: PbEG L53/25, PBEG L 62/22, PbEG L67/88.

– Maatregelen van de EU zijn automatisch geïmplementeerd in de nationale regelgeving (artikel2:13 Regeling keuring en handel dierlijke producten; artikel 7b van Regeling in- en doorvoer vlees 1979; artikel 6b Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.