Brief minister over de actuele situatie op de Westelijke Balkan en de Nederlandse inspanningen in deze regio - De situatie in voormalig Joegoslavië

Deze brief is onder nr. 321 toegevoegd aan dossier 22181 - Situatie in voormalig Joegoslavië i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel De situatie in voormalig Joegoslavië; Brief minister over de actuele situatie op de Westelijke Balkan en de Nederlandse inspanningen in deze regio 
Document­datum 22-09-2000
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST48081
Kenmerk 22181, nr. 321
Van Buitenlandse Zaken
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2000–2001

22 181

De situatie in voormalig Joegoslavië

Nr. 321

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2000

Met het oog op het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie op 26 september a.s. bericht ik U mede namens de Minister van Defensie en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de actuele situatie op de Westelijke Balkan en over de Nederlandse inspanningen in deze regio.

Inleiding

In de afgelopen maanden zijn de spanningen in de regio toegenomen, hoofdzakelijk als gevolg van de ontwikkelingen binnen de FRJ. De door Milosevic doorgevoerde grondwetswijziging en vervroegde presidentsverkiezingen hebben de spanningen niet alleen binnen Servië en Montenegro, maar ook tussen deze beide deelrepublieken verder opgevoerd. Een en ander vormt voor de Regering aanleiding tot nauw overleg binnen de NAVO en de Europese Unie.

De eerste ronde van de lokale verkiezingen in Macedonië is redelijk ordelijk verlopen, hoewel enige forse incidenten werden veroorzaakt door de Albanese gemeenschap in het Westen van het land. In Albanië vinden op 1 en 15 oktober de lokale verkiezingen plaats. In Kosovo zijn deze vastgesteld voor 28 oktober a.s., terwijl in Bosnië-Herzegovina op 11 november a.s. algemene verkiezingen zullen worden gehouden. Met name in Albanië en in Bosnië-Herzegovina leidt de verkiezingsperiode bepaald niet tot nieuwe constructieve initiatieven op het gebied van de broodnodige maatschappelijke en economische hervormingen. In Macedonië kan vastgesteld worden dat de noodzakelijke hervormingen thans door de huidige coalitie voortvarend ter hand worden genomen. In Kroatië worden de door de nieuwe regering geëntameerde hervormingen en de toenadering tot Europa voortgezet.

Na het succesvolle verloop van de regionale financieringsconferentie in het kader van het Stabiliteitspact in het afgelopen voorjaar, dient nu de uitvoering van het overeengekomen «Quick Start Package» door de donoren voortvarend ter hand te worden genomen. Mede hiertoe zullen de drie werktafels in het najaar opnieuw bijeenkomen, bij welke gelegenheid tevens zal worden overlegd over de wijze waarop investeringen in de regio kunnen worden bevorderd en de ingrijpende interne hervormingsprogramma’s, die hiertoe noodzakelijk zijn, kunnen worden uitgevoerd. Op 18 september jl. aanvaardde de Algemene Raad mede op aandringen van de Regering asymmetrische handelsmaatregelen die ten doel hebben om de nagenoeg vrije toegang van Zuideuropese produkten tot de Europese markt mogelijk te maken.

Federale Republiek Joegoslavië

Servië

Het door Milosevic gecontroleerde federale parlement heeft in juli van dit jaar de Grondwet van de FRJ gewijzigd. Als gevolg daarvan zal de federale president voortaan rechtstreeks kunnen worden gekozen voor maximaal twee ambtstermijnen van ieder vier jaar. Dit betekent dat Milosevic nog acht jaar federaal president zou kunnen blijven. Vervolgens werd aangekondigd dat op 24 september in de FRJ verkiezingen worden gehouden voor de gemeenteraden, het federale parlement en de federale president. Sindsdien is de repressie tegen de oppositiepartijen, de onafhankelijke pers en andere democratische krachten nog verder toegenomen. Dit wijst er op dat momenteel in de FRJ geen klimaat bestaat waarin vrije en eerlijke verkiezingen kunnen worden gehouden. Ook de weigering van de FRJ-autoriteiten om de verkiezingen te laten waarnemen door de OVSE duidt hierop. Evenmin zijn visa verleend aan een delegatie parlementariërs uit de 15 EU-landen, die als «witnesses for democracy» de verkiezingen zouden evalueren.

De oppositie is er niet geheel in geslaagd om verenigd de verkiezingen in te gaan. Verreweg het grootste deel van de oppositiepartijen heeft zich gebundeld in de «Democratic Opposition of Serbia» (DOS), met Kostunica als presidentskandidaat. De Servische Vernieuwingsbeweging (SPO) van Draskovic zal echter met een eigen lijst aan de lokale en federale verkiezingen deelnemen en heeft Mihailovic kandidaat gesteld voor het federale presidentschap. In Montenegro heeft de regeringscoalitie besloten de verkiezingen te boycotten, terwijl de Kosovaren van Albanese afkomst traditiegetrouw niet aan de FRJ-verkiezingen zullen deelnemen.

N.a.v. het informele overleg terzake in Evian heeft de Algemene Raad van 18 september jl., mede op aandringen van Nederland, besloten het sanctieregime tegen de FRJ niet vóór de verkiezingen te verzachten, aangezien dat Milosevic bij de verkiezingen hoe dan ook in de kaart zou spelen. Zoals de Raad op 18 september heeft verklaard, zal een keuze van de Servische kiezer die een democratische verandering tot gevolg heeft leiden tot een radicale herziening van het EU-beleid en tot opheffing van sancties. Daarbij kan wat Nederland betreft gedacht worden aan onmiddellijke maatregelen als opschorting van het olie-embargo en inkrimping van de visumlijst.

Ingeval Milosevic aan de macht blijft, is er naar de mening van de Regering eerder aanleiding voor aanscherping van de sancties (bijv. uitbreiding van de visumlijst en van de financiële sancties) dan voor verlichting. De situatie in Servië is immers sinds de beëindiging van het conflict in Kosovo nog verder verslechterd: de recente grondwetswijziging, toegenomen persbreidel, de Wet op het Locaal Bestuur, het wetsontwerp ter bestrijding van terrorisme, intimidatie van politieke oppositie, de gevangenhouding van buitenlanders voor propagandistische doeleinden, de verkiezingswetgeving met o.a. een monopolie van het regime op de fede- rale Kiescommissie etc. De democratische krachten, de onafhankelijke pers en de «civil society» zouden ondertussen zo veel mogelijk moeten worden blijven gesteund. Het EU-programma «Energie voor Democratie» is overigens inmiddels opgevolgd door «Scholen voor een democratisch Servië», dat zich richt op kleine infrastructurele projecten t.b.v. scholen in door de oppositie bestuurde gemeenten. Nederland verleent steun aan de onafhankelijke Servische media en draagt ook anderszins bij aan de bevordering van democratie en respect voor de mensenrechten.

Montenegro

De verhouding tussen de Joegoslavische deelrepublieken Servië en Montenegro is het afgelopen half jaar verder verslechterd. Eerdergenoemde grondwetswijzigingen, waarover de Montenegrijnse autoriteiten niet waren geconsulteerd, worden door Montenegro beschouwd als een «constitutionele staatsgreep». Reeds langere tijd overigens erkent de Montenegrijnse regeringscoalitie het federale parlement niet, aangezien haar legitieme vertegenwoordigers niet tot het Hogerhuis worden toegelaten.

Teneinde de indruk te vermijden dat Montenegro de grondwetswijzigingen legitimeert, zal de Montenegrijnse regeringscoalitie niet deelnemen aan de federale parlements- en presidentsverkiezingen van 24 september. De Montenegrijnse regering staat overigens wel toe dat er op Montenegrijns grondgebied wordt gestemd.

Over de militaire en politieke ontwikkelingen in Montenegro vindt voortdurend internationaal overleg plaats, laatstelijk in de Algemene Raad van 18 september jl. Terzake heb ik ook in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties overleg gevoerd met mijn Montenegrijnse ambtgenoot. Het Nederlandse uitgangspunt blijft dat enerzijds internationale steun aan de Montenegrijnse autoriteiten dient te worden gegeven en anderzijds Milosevic onder druk moet worden gehouden om hem af te houden van ingrijpen in Montenegro, maar dat onafhankelijkheid van deze deelrepubliek niet moet worden aangemoedigd.

In het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de FRJ geniet Montenegro een bijzondere behandeling. Zo wordt Montenegro bij het sanctiebeleid zo veel mogelijk ontzien. Het olie-embargo is voor Montenegro niet meer van toepassing. Voorts hanteert de EU bij de financiële sancties voor Montenegro een «zwarte» i.p.v. een «witte» lijst.

De EU verleent ook financiële ondersteuning aan de regering van Montenegro. In 2000 werd reeds 30 miljoen euro aan projecten en 20 miljoen euro aan bijzondere macro-economische bijstand goedgekeurd. Voorts zal Montenegro profiteren van de in september 2000 goedgekeurde asymmetrische handelspreferenties die de EU verleent aan de democratische staten in de Westelijke Balkan. Montenegro kan dankzij deze preferenties zijn aluminium en aluinaarde grotendeels rechtenvrij op de Europese markt afzetten.

Ook de Nederlandse financiële inspanning t.b.v. Montenegro is van betekenis. In het kader van het «Quick Start Package» van het Stabiliteitspact werd ruim 6 miljoen euro toegezegd, waarvan reeds 4 miljoen euro is gecontracteerd ten behoeve van infrastructuur en een project op het gebied van mediatraining. Voorts financiert Nederland bilaterale activiteiten op het gebied van democratisering, goed bestuur en mensenrechten. Tevens ondersteunt Nederland het Office for Democratic Institutes and Human Rights (ODIHR) in Podgorica. Eind 1999 is ook het door het Ministerie van EZ uitgevoerde PSO-programma (Projecten Samenwerking Oost-Europa) op Montenegro geopend.

Zoals gesteld in de brief van 10 maart jl., zou Montenegro gebaat zijn bij een structureel aanpassingsprogramma dat met behulp van de internationale financiële instellingen zou moeten worden opgesteld. Inmiddels is het internationale klimaat voor betrokkenheid van de internationale financiële instellingen aanzienlijk verbeterd. De Wereldbank heeft in nauw overleg met Nederland en het IMF, alsmede met andere grote donoren, een strategie geformuleerd op basis waarvan een dergelijke betrokkenheid na de federale verkiezingen op korte termijn mogelijk zou zijn, mits er geen sprake is van grote instabiliteit. Nederland heeft zich bereid verklaard 1 miljoen dollar in een Trustfund te storten, waaruit het technisch advies van de Wereldbank kan worden gefinancierd.

Kosovo

Teneinde gestalte te geven aan de door resolutie 1244 voorgeschreven autonomie gedurende de interim-periode heeft Speciale Vertegenwoordiger Kouchner de afgelopen periode gewerkt aan een «framework for provisional self-government», ook wel «Pact» genaamd, waarbij de Rambouillet-voorstellen als basis worden gebruikt.

Op 28 oktober zal de OVSE in Kosovo, als onderdeel van UNMIK, lokale verkiezingen organiseren. De bevolkingsregistratie, op basis waarvan ook de kiezersregistratie wordt opgesteld, heeft meer dan een miljoen aanmeldingen opgeleverd. Vrijwel alle Kosovo-Serviërs zullen echter wegblijven en ook heeft geen enkele Kosovo-Servische groepering zich voor verkiezingsdeelname laten registreren. O.m. onder druk van Belgrado hebben zij zich, ondanks intensieve en langdurige pogingen van UNMIK en de OVSE, niet laten registreren. Zij betogen dat het voortdurende geweld en de onvoldoende terugkeer van verdreven Kosovo-Serviërs betekenen dat niet aan de minimum voorwaarden voor het houden van verkiezingen wordt voldaan. Op basis van de op 11 augustus van kracht geworden UNMIK «Gemeentewet» kan de Speciale Vertegenwoordiger voor hen zetels toevoegen aan de gekozen structuren. De OVSE heeft 1250 internationale «supervisors» opgeroepen voor het toezicht in de stembureaus. Nederland streeft er naar 30 «supervisors» te leveren. Voor de internationale waarneming van de verkiezingen heeft de Raad van Europa toegezegd 150 waarnemers te sturen. Hiervan heeft Nederland er 20 toegezegd.

Na een scherpe daling in de misdaadcijfers in de tweede helft van 1999 vindt sinds een half jaar geen merkbare verbetering meer plaats. De aanloop naar de verkiezingen is gepaard gegaan met toenemend politiek geweld. Een incident dat daar mogelijk verband mee hield was een aanslag op het «Political Party Service Center» in Pristina van de OVSE. Hoewel recent nog een aanslag op Servische kinderen plaatsvond, valt momenteel een verschuiving te constateren van etnisch geweld naar gewelddadigheden tussen de verschillende Albanese facties. Daarbij gaat het vaak om incidenten waarbij gematigde Albanese leiders betrokken waren, waaronder vooral partijleden van Rugova’s LDK, die vooralsnog aan de leiding gaat in de opiniepeilingen, het moeten ontgelden. Er is KFOR en UNMIK alles aan gelegen dit geweld terug te dringen en de verkiezingen vreedzaam te laten verlopen.

De UNMIK-politie beschikte per augustus 2000 over 4020 politiemensen. De geautoriseerde sterkte is 4718 personen. De Kosovo Politiedienst (KPS), de door de OVSE opgezette Kosovaarse politie, beschikt over 1980 agenten. Nog eens 570 zijn in opleiding op de Kosovo Police Service School (KPSS) in Vucitrn. Voorts is inmiddels een Ombudspersoon aangesteld in de persoon van de Pool Nowicki, bij wie klachten zullen kunnen worden ingediend over het optreden van overheidsfunctionarissen.

Nederland blijft actief bijdragen aan de wederopbouw van Kosovo. Daarbij verlegt het accent zich in toenemende mate van humanitaire hulp naar economische reconstructie en vredesopbouw. In totaal zullen de uitgaven voor Kosovo dit jaar ongeveer 70 miljoen gulden bedragen. De Nederlandse steun via de Wereldbank concentreert zich op rehabilitatie van de landbouwsector, een fonds voor kleinschalige reconstructieactiviteiten en een armoede-analyse. Een Wereldbankvoorstel voor verbetering van de infrastructuur wordt thans beoordeeld.

De totale UNMIK-uitgaven bedragen dit jaar ruim 484 miljoen gulden. Daarvan wordt bijna de helft gefinancierd uit zelf gegenereerde inkomsten. Het restant wordt gefinancierd uit begrotingssteun afkomstig van donoren. De verwachting is dat in 2001 de interne inkomsten verder zullen stijgen naarmate nieuwe belastingen en heffingen worden ingevoerd en de inning wordt verbeterd. Ook de uitgaven zullen echter stijgen, o.a. ten behoeve van de energiesector en de infrastructuur. Niettemin wordt verwacht dat de begroting voor ca. twee derde uit eigen inkomsten zal kunnen worden gedekt.

Op het terrein van mensenrechten, vredesopbouw en goed bestuur is een groot aantal activiteiten ontplooid. De ontwikkeling van pluriforme media in Kosovo wordt door Nederland sterk ondersteund. Nederland is de grootste donor van Radio Televisie Kosovo. Voorts draagt Nederland in totaal 3 miljoen gulden bij aan de personele ondersteuning en fysieke wederopbouw van het gevangeniswezen in Kosovo.

Het voortbestaan van het Kosovo Protection Corps (KPC), opgericht als alternatieve werkgever voor gedemobiliseerde strijders, is van belang voor de veiligheid en stabiliteit in Kosovo. Deze organisatie is voor haar financiering aangewezen op vrijwillige bijdragen. Nederland zal daaraan een bedrag van een half miljoen gulden bijdragen.

Op 13 juni jl. is de Algemene Raad akkoord gegaan met het «Actieplan voor Albanië en omliggende regio» van de Werkgroep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie. Met «omliggende regio» wordt voornamelijk Kosovo bedoeld. Thans wordt gewerkt aan de uitvoering van de daarin vermelde maatregelen, die zijn gericht op de oorzaken van migratie vanuit deze regio. Nederland is bovendien voornemens een Memorandum of Understanding af te sluiten met UNMIK over zowel vrijwillige als gedwongen terugkeer van Kosovaren. Een concept is reeds aan UNMIK voorgelegd. Duitsland en Zwitserland hebben reeds dergelijke overeenkomsten.

Teneinde de samenwerking en coördinatie tussen de vele hulporganisaties in Kosovo te bevorderen kanaliseert Nederland zijn humanitaire hulpbijdragen zoveel mogelijk via de internationale organisaties die de leiding hebben over de hulpactiviteiten in een specifieke sector. Van de totale Nederlandse bijdrage van ruim 20 miljoen dollar aan het VN-programma voor Zuidoost-Europa (2000) is 6 miljoen geoormerkt voor activiteiten in Kosovo.

Nederland heeft zich deze zomer uit KFOR teruggetrokken. In Kosovo zijn nu alleen nog Nederlandse militairen aanwezig die zijn uitgezonden door het NAVO-hoofdkwartier waar zij werkzaam zijn. De Bulgaarse genie-eenheid waar Nederland in Kosovo mee samenwerkte is ondergebracht bij de Duitse troepen. De Nederlandse bijdrage aan de Strategische Reserve van KFOR en SFOR (SRF), de eenheid waarop de commandanten van KFOR en SFOR in noodgevallen een beroep kunnen doen, is vanaf 1 juli alleen voor SFOR beschikbaar.

Bosnië-Herzegovina

Hoewel het Bosnische Presidentschap zich eind vorig jaar heeft uitgesproken voor een versnelde uitvoering van de Dayton-akkoorden, heeft geen van de voornemens zich geconcretiseerd. Het wetsontwerp voor de grenspolitie moest uiteindelijk door de Hoge Vertegenwoordiger (HV) worden opgelegd, terwijl het parlement het evenmin eens kon worden over de nieuwe kieswet. De HV besloot geen nieuwe kieswet op te leggen, omdat in dit specifieke geval «ownership» beslist noodzakelijk wordt geacht. Derhalve zullen de parlementsverkiezingen van 11 november a.s. nog op basis van de voorlopige kieswet worden gehouden. Het functioneren van de gemeenschappelijke instituties binnen Bosnië-Herzegovina blijft derhalve problematisch, hetgeen ook de verdere uitbouw van een gezond systeem van overheidsfinanciën en een adequate corruptiebestrijding in de weg staat. De problemen rond de totstandkoming van de grenspolitie illustreren de politieke onwil van bepaalde nationalistische groeperingen om een gemeenschappelijke staat te vormen, ten koste van de banden met de respectieve buren.

De positieve ontwikkelingen bij de terugkeer van minderheden die zich in het begin van het jaar aftekenden hebben zich wel voortgezet, veelal ondanks gebrek aan medewerking van de lokale autoriteiten. Het aantal terugkerenden zal naar verwachting dit jaar 160 000 kunnen bedragen, een verdubbeling t.o.v. 1999. Ondertussen mag voor de komende drie maanden in het licht van de verkiezingen oplopende spanning worden verwacht in plaatsen waar de terugkeer goed op gang komt.

Bosnië is nog niet rijp voor een Stabilisatie- en Associatieovereenkomst met de EU. Wel is een «road map» opgesteld, waarin de voorwaarden zijn vervat waaraan Bosnië moet voldoen om in aanmerking te komen voor een haalbaarheidsstudie.

Het privatiseringsproces, dat in alle landen in de Westelijke Balkan moeizaam verloopt, boekt in Bosnie-Herzegovina slechts moeilijk vooruitgang, ondanks grote internationale druk van de IFI’s en van de Hoge Vertegenwoordiging. In de aanloop tot de algemene verkiezingen van november a.s. blijkt het welhaast onmogelijk om de autoriteiten te overtuigen van de noodzaak om op korte termijn de diverse economische hervormingsmaat-regelen uit te voeren die men met de IFI’s is overeengekomen. Bij niet tijdige naleving van de verplichtingen komt ook de nog steeds zeer noodzakelijke begrotingssteun op de tocht te staan. In de komende weken zal blijken tot welke hervormingsmaatregelen de autoriteiten zo kort voor de verkiezingen alsnog bereid zijn.

De totale Nederlandse hulp aan Bosnië zal in het jaar 2000 naar schatting 110 miljoen gulden bedragen. Nog meer dan in het verleden zal deze hulp gericht worden op de ondersteuning van de minderhedenterugkeer. In aanvulling op de 20 miljoen dollar die hiertoe al begin dit jaar via de ambassade in Sarajevo beschikbaar werd gesteld, is onlangs nogmaals 25 miljoen dollar in het vooruitzicht gesteld voor 2001. Op deze manier geeft Nederland gehoor aan de noodkreet van de HV, die bij diverse gelegenheid heeft gewezen op het teruglopen van de internationale hulp juist op het moment dat de minderhedenterugkeer goed op gang komt. Ook heeft Nederland vanaf oktober a.s. een Plaatsvervangend Hoge Vertegenwoordiger beschikbaar gesteld, die belast is met de bevordering en coördinatie van de minderhedenterugkeer binnen Bosnië-Herzegovina.

Nieuwe begrotingssteun zal pas worden verleend nadat Bosnië weer overeenstemming met Wereldbank en IMF heeft bereikt over het economische hervormingsprogramma, zowel op het gebied van de overheids- financiën als dat van de privatisering. Wel zal de reeds toegezegde begrotingssteun voor de State Border Service uitgevoerd worden zodra de Bosnische autoriteiten overeenstemming hebben bereikt over de financiering hiervan. Voorts zal financiering van humanitaire hulp en vredesim-plementatie voortgezet worden.

De voor drie jaar vastgelegde samenwerking in SFOR met het Verenigd Koninkrijk, Canada en Tsjechië heeft in het eerste half jaar in de Multinationale Divisie Zuid-West (MND SW) gestalte gekregen. Nederland draagt binnen MND SW zorg voor de verbindingen met een eenheid van 119 militairen, zodat de Nederlandse bijdrage aan SFOR momenteel ongeveer 1350 militairen bedraagt. De Nederlandse generaal die de functie van plaatsvervangend commandant in de MND SW vervulde is afgelost door een Britse. Nederland zal vanaf november 2000 de Assistant Chief of Staff Joint Military Affairs leveren. Deze generaal is in het hoofdkwartier in Sarajevo de militaire contactfunctionaris met de Bosnische strijdkrachten en ressorteert direct onder commandant SFOR. De volgende SFOR-rotatie is voorzien voor de eerste week van november 2000.

Met Roemenië is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Bij de volgende rotatie in november wordt een Roemeens detachement van 52 militairen ondergebracht bij de Nederlandse eenheden in Bosnië. Defensie zal de additionele kosten van de Roemeense bijdrage vergoeden. De samenwerking met de Bulgaren in SFOR verloopt naar wens.

Op verzoek van de NAVO houdt Nederland twee extra F-16 jachtvliegtuigen op de basis Volkel paraat om binnen 96 uur inzetbaar te zijn in de Bosnia/Kosovo Air Component (BKAC).

Kroatië

De positieve ontwikkelingen in Kroatië hebben zich het afgelopen half jaar voortgezet. Door het beleid van de nieuwe regering, gericht op soberheid in de publieke sector, verdere privatisering en het scheppen van een beter klimaat voor buitenlandse investeringen, lijkt de belangrijkste bedreiging voor de stabiliteit van het land – de rampzalige economische situatie – te kunnen worden afgewend. De economische indicatoren zijn aan het verbeteren en in het najaar zal naar alle waarschijnlijkheid een sociaal pact tussen regering, werkgevers en werknemers kunnen worden getekend. De Kroatische toetreding tot de WTO in juli jl. betekende een grote stap vooruit.

Hoewel de recente moord op een Kroaat, die voor het ICTY had getuigd over door Kroaten gepleegde wreedheden, reden geeft tot zorg, is het verheugend dat de regering zich daardoor niet heeft laten afschrikken en onmiddellijk een aantal verdachten van oorlogsmisdaden heeft gearresteerd. Dat de EU van haar kant bereid is om op positieve ontwikkelingen ook positief te reageren, blijkt uit de door de Algemene Raad onderschreven positieve conclusie van de in juni jl. afgeronde haalbaarheidsstudie naar de wenselijkheid om met Kroatië een Stabilisatie- en Associatieovereenkomst af te sluiten. De onderhandelingen met Kroatië zullen waarschijnlijk nog dit jaar een aanvang nemen. De Kroatische minister van Defensie heeft duidelijk gemaakt volledige civiele controle over het defensie-apparaat en een geleidelijke ontvlechting van het Kroatische leger en het Bosnisch-Kroatische gedeelte van het leger van de Bosnisch-Kroatische Federatie voor te staan. Op 25 mei 2000 heeft Kroatië het door de NAVO aangeboden lidmaatschap van het Partnerschap voor de Vrede aanvaard.

Vanwege de hoogte van het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking komt Kroatië niet in aanmerking voor ODA-middelen. Samenwerking geschiedt derhalve op basis van non-ODA hulpinstrumenten als Matra en PSO. Voor Matra-projecten m.b.t. Kroatië is in 2000 een bedrag van ca. 8 miljoen gulden beschikbaar. Via het PSO-programma van het Ministerie van Economische Zaken is in het lopende jaar 4 miljoen gulden beschikbaar voor samenwerking met Kroatië. Dat zal voor de jaren 2001–2003 worden verhoogd tot 6 miljoen gulden per jaar. In het kader van het Stabiliteitspact concentreert Nederland zich op ondersteuning van de terugkeer van vooral Servische vluchtelingen uit Bosnië-Herzegovina en de FRJ. Daartoe is voor het jaar 2000 een bedrag van ca. 11 miljoen gulden gecommitteerd, dat naar alle waarschijnlijkheid nog dit jaar geheel zal worden uitgeput.

Albanië

Prioriteit in het Albanese buitenlands beleid blijft toetreding tot Euro-Atlantische structuren. In november 1999 viel de haalbaarheidsstudie om te komen tot een Stabilisatieen Associatieovereenkomst negatief uit. Albanië kent nog te veel economische en bestuurlijke zwakheden. Eind 2000 zullen over de belangrijkste obstakels (o.m. openbaar bestuur, functioneren rechtsstaat, douane) door Commissie en internationale organisaties sectorstudies worden uitgevoerd. Indien zou blijken dat Albanië op deze gebieden substantiële voortgang heeft geboekt, zal de EU verdere stappen nemen op weg naar een overeenkomst.

In het Stabilisatie en Associatieproces is Macedonië koploper. De haalbaarheidsstudie werd in september 1999 positief beoordeeld en het onderhandelingsmandaat in januari 2000 door de Algemene Raad aanvaard. De Commissie is voornemens later deze maand de onderhandelingen met Macedonië te starten.De belangrijkste prioriteiten van de regering-Meta op binnenlands gebied zijn economisch herstel, hervorming van het openbaar bestuur en het vestigen van «law and order». De economie van het armste land in Zuid-Oost Europa vertoonde in 1999 een lichte opleving. Het overheidstekort nam verder af, de inflatie bleef beperkt en er werd voortgang geboekt met de privatisering van met name banken, telecommunicatie en de industrie. De herstructurering van de voor de economie zo belangrijke landbouwsector bleef echter achter. De regering heeft met haar actieve anti-corruptiebeleid de afgelopen maanden enige successen geboekt. Een campagne tegen corruptie bij de douane is de meest voor de hand liggende verklaring voor de 28% hogere opbrengst aan douanegelden in het eerste kwartaal van 2000 vergeleken met dezelfde periode in 1999.

Op 1 en 15 oktober 2000 zullen verkiezingen plaatsvinden. De verhitte verkiezingsstrijd gaat voornamelijk tussen regeringspartij SPA en de DP van Berisha. Heet hangijzer zijn de vele fouten en omissies die in de kies-registers zijn geconstateerd. Nederland neemt deel aan de door de OVSE georganiseerde internationale verkiezingswaarneming.

Medio dit jaar werd de Nederlandse ambassade in Tirana operationeel (vooralsnog met uitzondering van consulaire taken). Aan de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Albanië wordt vorm gegeven vanuit het thema democratisering, mensenrechten, vredesopbouw en goed bestuur. Hoewel het programma zich nog in de opbouwfase bevindt, zal de omvang van de Nederlandse bilaterale OS-inzet in 2000 ca 9 miljoen gulden bedragen. Albanië komt tevens in aanmerking voor door Nederland gefinancierde activiteiten in het kader van het Stabiliteitspact. In 2001 zal het PSO-programma actief worden in Albanië.

Zoals reeds vermeld heeft de Algemene Raad in juni jl. het actieplan voor Albanië en omliggende regio van de Werkgroep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie vastgesteld en wordt thans gewerkt aan de uitvoering van de daarin vermelde maatregelen. Met de Albanese autoriteiten wordt sinds mei 2000 onderhandeld over een Terug- en Overname Verdrag. Deze onderhandelingen worden namens de Benelux door België gevoerd.

Macedonië

Integratie in Europese structuren, zoals de EU en de NAVO, blijft de belangrijkste pijler van het buitenlands beleid van Macedonië. Macedonië onderhoudt goede betrekkingen met de buurlanden en is onder meer een actief deelnemer aan het Stabiliteitspact voor Zuid-Oost Europa.

De in april jl. gestarte onderhandelingen over een Stabilisatie- en Associatieakkoord met de EU zullen naar verwachting vóór eind 2000 kunnen worden afgesloten. Deze overeenkomst voorziet in vergaande handelspreferenties, intensieve samenwerking alsmede perspectief op EU-lidmaatschap op termijn.

De regeringscoalitie is er tot op heden in geslaagd om de eenheid te bewaren en het belang van goede samenwerking tussen slavische Mace-doniërs en etnische Albanezen voor de opbouw van een welvarende democratische samenleving te benadrukken. Sinds begin 2000 het tempo van de lange tijd uitgestelde economische hervormingen werd versneld, is op een aantal terreinen voortgang geboekt. De relatie met de Wereldbank en het IMF werd hersteld. Een driejarig strategisch economisch programma werd gelanceerd, gericht op ingrijpende structurele hervormingen en verdere economische groei. De Macedonische autoriteiten realiseren zich dat voor een duurzame economische groei investeerders moeten worden aangetrokken en dat vereenvoudiging van de handelswetgeving hiertoe essentieel is. De economische hervormingen komen hard aan bij de bevolking; de sluiting van 11 verlies lijdende staatsbedrijven heeft geleid tot toename van de werkloosheid (thans ca 40 %); de invoering van de BTW tot hogere lasten voor de bevolking.

Eind augustus jl. zette de Macedonische regering de eerste concrete stap op weg naar een slagvaardiger, moderner overheidsapparaat door het aantal ministeries aanzienlijk te verminderen. Nieuwe wetgeving teneinde lokale overheden meer bevoegdheden te geven is in een vergevorderd stadium van voorbereiding.

De coalitie heeft nieuwe onderwijswetgeving ingediend, waaronder de formalisering van hoger onderwijs in de Albanese taal op basis van een compromis-voorstel van HCNM Van der Stoel, dat voorziet in het met buitenlandse financiële steun oprichten van een private instelling voor hoger onderwijs. Daarmee kwam de coalitie tegemoet aan de belangrijkste eis van de DPA en heeft zij aangetoond ernst te maken met moeilijke maatschappelijke hervormingen.

De regeringscoalitie kan, ondanks een recente afsplitsing vanuit de VMRO-DPNE, nog steeds rekenen op een parlementaire meerderheid. De (voorlopige) resultaten van de op 10 september jl. gehouden eerste ronde van de lokale verkiezingen vielen voor de regeringscoalitie als geheel mee; er was een licht verlies voor VMRO-DPNE en DA en winst voor de DPA. De lokale verkiezingen in het overgrote deel van het land verliepen ordelijk. In het Westen van het land, waar de meerderheid van de bevolking van etnisch Albanese afkomst is, deden zich echter diverse onregelmatigheden voor, die in een aantal gevallen gepaard gingen met openlijk geweld. Nederland participeert in de door de OVSE gecoördineerde inter- nationale verkiezingswaarneming, ook tijdens de tweede ronde van 24 september a.s.

Ontwikkelingssamenwerking is in de goede bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Macedonië prominent aanwezig. In overleg met de Macedonische autoriteiten is eind 1999 bepaald dat Nederland via de sectorale werkwijze activiteiten ontplooit in de sectoren landbouw en onderwijs. Daarnaast komt Macedonië ook in 2000 in aanmerking voor macro-economische steun en wordt het hervormingsproces langs andere weg ondersteund; zo verleent het Nederlandse Ministerie van Financiën thans op diverse terreinen technische assistentie aan het Ministerie van Financiën in Macedonië. Het verwachte volume van de totale bilaterale ontwikkelingssamenwerking in 2000 is ca. 50 miljoen gulden. Tevens profiteert Macedonië ruimschoots van de regionale activiteiten die Nederland in het kader van het Stabiliteitspact financiert en wordt het PSO-programma verder uitgebouwd.

Stabiliteitspact voor Zuid-Oost Europa en de hulp aan de regio

De eind maart jl. in het kader van het Stabiliteitspact georganiseerde regionale financieringsconferentie voor Zuid-Oost Europa is succesvol verlopen. De internationale gemeenschap heeft ruim 2 miljard euro toegezegd voor de financiering van het zgn. «Quick Start Package», een pakket van regionale samenwerkingsactiviteiten in diverse sectoren die op korte termijn van start kunnen gaan. Het merendeel van deze fondsen werd bestemd voor regionale infrastructurele projecten, een sector waar met name de ontvangende landen veel waarde aan hechten. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de private sector in de regio bevorderd en kunnen regionale milieu-activiteiten in uitvoering genomen worden. Maar ook voor regionale terugkeer van minderheden zijn extra gelden beschikbaar gekomen, alsmede voor democratiseringsactiviteiten en voor interne en externe veiligheid.

Nederland heeft tijdens de financieringsconferentie voor 2000 en 2001 67 miljoen euro toegezegd, o.a. voor «minderhedenterugkeer». Het Kantoor van de Speciale Coördinator van het Stabiliteitspact zal in samenwerking met het gezamenlijke kantoor van Commissie en Wereldbank in de nabije toekomst toezien op de uitvoering van deze toezeggingen.

Een succesvolle financieringsconferentie is een noodzakelijke, maar zeker geen voldoende voorwaarde voor het bereiken van de diverse doelstellingen van het Stabiliteitspact. Naast de bevordering van de uitvoering van het genoemde hulpprogramma zal het Pact zich in de nabije toekomst meer gaan richten op het bevorderen van investeringen in Zuid-Oost Europa en van de ingrijpende interne hervormingsprogramma’s die hiervoor in de betreffende landen nodig zijn. Daarnaast zal ook de handel binnen de regio en ook tussen Zuid-Oost Europa en de EU met kracht bevorderd worden.

Handel

Parallel aan de totstandkoming van contractuele betrekkingen heeft de EU in september 2000 asymmetrische handelspreferenties toegekend aan Albanië, Bosnië, Kroatië, Kosovo en Montenegro. Deze verordening neemt een voorschot op de handelsparagrafen uit Stabilisatie en Associatieovereenkomsten. Tarieven en quota voor industriële producten (o.m. staal en textiel) zullen worden afgeschaft en de EU zal verbeterde markttoegang bieden voor landbouw- en visproducten. De liberalisering heeft vooral betrekking op sectoren waarin betreffende landen een comparatief voordeel hebben Het voorgestelde regiem voor de landen in de Balkan is voor- deliger dan hetgeen de EU toekent aan de kandidaat-lidstaten. De verordening zal voorlopig voor twee jaar gelden. Verlenging ervan zal afhankelijk zijn van de mate waarin de landen in de regio effectieve macro-economische hervormingen doorvoeren en onderling samenwerken.

EU-hulp

Ter vervanging van PHARE en OBNOVA heeft de Commissie momenteel een nieuwe verordening in voorbereiding voor de hulp aan de Westelijke Balkan. Dit Community Programme for Assistance, Reconstruction and Development (CARDS) zal worden ingezet om de drie hoofddoelstellingen van het Stabilisatie- en Associatieproces te verwezenlijken: institutionele ondersteuning op het gebied van rechtsstaat, mensenrechten en goed bestuur; reconstructie en economische hervormingen alsmede regionale samenwerking.

Inhoudelijk is Nederland een voorstander van de plannen van de Commissie. Over het referentiebedrag zal nog een discussie worden gevoerd. Nederland meent dat de allocatie niet mag leiden tot het openbreken van de Financiële Perspectieven.

Vorig jaar werd op voorstel van de Commissie een Europees Agentschap voor de Reconstructie van Kosovo opgericht met hoofdzetel in Thessaloniki en werkzetel in Pristina. Het Agentschap heeft de zaken vanaf het begin op voortvarende wijze aangepakt. Alle gelden voor 2000 zijn reeds gecommitteerd.

EU – Balkantop

Op initiatief van het Franse EU-voorzitterschap zal op 24 november in Zagreb een bijeenkomst worden gehouden van staatshoofden en regeringsleiders van de 15 EU-landen en Albanië, Macedonië, Bosnië, Kroatië en Slovenië. Voorts zullen o.m. president Djukanovic van Montenegro, de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN voor Kosovo, DOS-presidents-kandidaat Kostunica, vertegenwoordigers van de «civil society» en lokale gezagsdragers uit Servië alsmede de Speciale Coördinator voor het Stabiliteitspact worden uitgenodigd. Het Voorzitterschap wil met deze bijeenkomst vooral het belang benadrukken dat de EU hecht aan de toenadering van de landen van de Westelijke Balkan tot Europa en de zichtbaarheid van de EU vergroten. Het is de bedoeling dat de top een boodschap aan het Servische volk richt, waarin het perspectief wordt weergegeven waartoe democratisering van Servië kan leiden. De voortgang van het Stabiliteits- en Associatieproces zal aan de orde komen, terwijl wordt gehoopt dat de verordening m.b.t. het nieuwe assistentie-programma CARDS en de daarbij behorende meerjarenreservering zullen kunnen worden aangekondigd. Tevens zal worden gesproken over de geleidelijke instelling van een vrijhandelszone tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan en zouden de deelnemende Balkanlanden samenwerking op het gebied van JBZ moeten toezeggen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, J. J. van Aartsen

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.