Brief minister over de voortgang van het project Werving, Selectie en Opleiding van leden Rechterlijke Macht (WSO RM) - Opleidingsbeleid rechterlijke macht - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 4 toegevoegd aan dossier 26589 - Opleidingsbeleid rechterlijke macht.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Opleidingsbeleid rechterlijke macht; Brief minister over de voortgang van het project Werving, Selectie en Opleiding van leden Rechterlijke Macht (WSO RM) |
---|---|
Documentdatum | 26-07-2000 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST47423 |
Kenmerk | 26589, nr. 4 |
Van | Justitie |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1999–2000
26 589
Opleidingsbeleid rechterlijke macht
Nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 juli 2000
-
1.Inleiding
De belangrijkste korte termijn doelstelling voor het in het leven roepen van het project Werving, Selectie en Opleiding van leden Rechterlijk Macht (WSO RM) was het geprognosticeerde capaciteitstekort – 188 buitenstaanders – in 1999 en 2000. De eerste periode van dit project, de periode van juni 1999 tot en met januari 2000, was voornamelijk gericht op het oplossen van deze korte termijn problematiek. In de eerste voortgangsrapportage van 20 januari jl. en in het Algemeen Overleg van 2 februari jl. heb ik u bericht dat de beperkte opleidingscapaciteit bij de gerechten het belangrijkste knelpunt bleek. Door aan het einde van 1999 extra financiële middelen aan de gerechten toe te kennen is de lokale opleidingscapaciteit versterkt en getracht de daadwerkelijke instroom in de Zittende Magistratuur van de in opleiding zijnde buitenstaanders te waarborgen.
Uit de personeelsinformatiesystemen ten departemente is gebleken dat, net als in 1999, ook in het eerste kwartaal van 2000 de instroom van buitenstaanders en Raio’s in de Zittende Magistratuur adequaat verloopt. In de periode tot en met mei van dit jaar zijn in totaal 61 personen tot de Zittende Magistratuur toegetreden, waaronder 38 buitenstaanders (zie bijlage 1). Gedurende het gehele jaar 1999 zijn 118 personen in de Zittende Magistratuur ingestroomd.
In de eerste voortgangsrapportage heb ik tevens aangegeven dat, hoewel het ernaar uitziet dat de instroom van leden van de rechterlijke macht voorspoedig verloopt, dit geenszins mag leiden tot een vermindering van de waakzaamheid. Daarom heeft in de tweede periode van het project WSO RM, de periode van februari tot juni 2000, de nadruk gelegen op het zetten van de eerste stappen richting het structureel oplossen van de problematiek rondom het werven, selecteren en opleiden van leden rechterlijke macht.
Zo zijn in de afgelopen maanden in nauwe samenwerking met het PVRO-project Personeelsbeleid Rechterlijke Organisatie de uitgangspunten bepaald voor opleiden bij de Rechterlijke Organisatie. Deze uitgangspunten zullen, tezamen met de conclusies uit een internationaal vergelijkend onderzoek naar rekrutering en educatie van de rechterlijke macht, de richting bepalen van opleiden en opleidingen van leden van de rechterlijke macht. De nauwe samenwerking met de rechterlijke macht in het bepalen van deze uitgangspunten bevordert de acceptatie en dus de uitvoerbaarheid van deze uitgangspunten. In paragraaf 3 onder «Visie op opleiden en het modulair opleidingsprogramma» licht ik deze uitgangspunten kort toe.
Naast het bepalen van de uitgangspunten voor opleiden en opleidingen bij de Rechterlijke Organisatie is hard verder gewerkt aan de maatregelen die ik in juni 1999 heb aangekondigd. Deze maatregelen, die ik onder punt 3 zal toelichten, dragen bij aan structurele optimalisering van de afzonderlijke stappen in het instroomproces. Daarnaast is een onderzoek verricht naar de (verdere) mogelijkheden tot stroomlijning en intensivering van het gehele instroomproces en de organisatie van dit instroomproces. Dit onderzoek, dat door middel van interviews met alle betrokken partijen in het instroomproces tot stand is gekomen, heeft geleid tot een advies over de optimale organisatievorm van het selectieproces mede bezien in het licht van de invoering van de Raad voor de Rechtspraak en de ontvlechting van het gemeenschappelijk beheer. In dit advies zijn derhalve nieuwe uitgangspunten voor het werven, selecteren en opleiden van leden van de rechterlijke macht geformuleerd. Dit onderzoek zal ik onder punt 2 «Het instroomproces» toelichten.
-
2.Het instroomproces
De basis van het advies over de optimale organisatievorm van het instroomproces wordt gevormd door de ketengedachte. Alleen als de gehele instroomketen geoptimaliseerd wordt en goed op elkaar aansluit kan de Rechterlijke Organisatie op de korte en lange termijn beschikken over voldoende, gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers.
Het instroomproces laat zich als volgt weergeven:
Capaciteit ® werven ® selecteren ® opleiden ® plaatsing
Gezien het ketenkarakter van het instroomproces wordt aanbevolen uit te gaan van één samenhangende organisatiewijze. Vergelijkbaarheid, uniformiteit en transparantie in de verschillende schakels van de keten dienen hierbij belangrijke uitgangspunten te zijn, alsmede monitoring op de verbinding tussen de schakels. Een goede verbinding tussen de schakels komt niet automatisch tot stand en wordt niet zonder inspanning bereikt of gehandhaafd.
In de komende maanden zal afstemming over het onderzoek naar de mogelijkheden tot optimalisering en intensivering van de instroomketen plaatsvinden met vertegenwoordigers van de Zittende Magistratuur, het Openbaar Ministerie, de Stichting Studiecentrum Rechtspleging (SSR), de secretariaten van de selectiecommissies en vertegenwoordigers van de selectiecommissies zelf en met PVRO en de NVvR. In dit afstemmingstraject zal de reikwijdte (de mate waarin de aanbevelingen uitgevoerd worden) en de praktische haalbaarheid van de aanbevelingen bepaald moeten worden. Bij het uitwerken van de aanbevelingen zal recht gedaan moet worden aan de bestaande verschillen in de instroomprocessen (mede gezien de doelgroepen) en het onderscheid tussen de zittende en staande magistratuur.
Duidelijk hierbij is al wel dat, om tijdig en adequaat te kunnen voorzien in de behoefte aan nieuwe leden voor de rechterlijke organisatie de keten-gedachten een belangrijke rol moeten gaan spelen. Er moet gestreefd worden naar het verbeteren van de concurrentiepositie op de arbeidsmarkt door middel van een toegankelijk, transparant en kwalitatief goed instroomproces.
-
3.Stand van zaken aangekondigde maatregelen
Ontwikkeling capaciteitsprognosemodel
Momenteel bestaat er binnen de ZM onvoldoende zicht op de benodigde capaciteit in de toekomst en het te verwachten aantal vacatures op de middellange en lange termijn. De eerste capaciteitsprognose voor de Zittende Magistratuur zal in augustus van dit jaar gereed zijn. De pc-applicatie waarmee de capaciteitsprognose periodiek kan worden bijgesteld zal in november worden opgeleverd. Een betrouwbare en actuele capaciteitsprognose vormt de input voor het verdere traject van werven, selecteren en opleiden en plaatsen van nieuwe leden rechterlijke macht bij de verschillende gerechtelijke onderdelen.
Landelijke wervingscampagne en arbeidsmarktstrategie
Er is een landelijke wervingscampagne ontwikkeld welke zich richt op de maatschappelijke functie die de rechters in ons land innemen. De presidenten van de rechtbanken en de gerechtshoven zullen ingelicht worden over het gereed komen van deze campagne en kunnen de campagne op elk gewenst moment inzetten voor het vervullen van vacatures bij hun gerecht. De wervingscampagne dient, naast het direct vervullen van vacatures, er tevens voor om bewustwording te creëren bij de doelgroep over de mogelijkheden om rechter te worden.
In nauwe samenwerking met de rechterlijke macht, i.c. PVRO, zullen de landelijke wervingscampagne en de wervingsuitingen van de Raioselectiecommissie geïntegreerd worden in een landelijke arbeidsmarktstrategie. Het ontwikkelen van een arbeidsmarktstrategie heeft niet alleen tot doel de verschillende doelgroepen op de externe arbeidsmarkt actief voor te lichten over de mogelijkheden tot toetreding tot de rechterlijke macht, maar tevens de interne arbeidsmarkt bestaande uit onder andere gerechtssecretarissen en stafjuristen. De arbeidsmarktstrategie zal bestaan uit centrale wervingsactiviteiten gericht op handhaving van het relatief goede imago van de rechterlijke macht op de arbeidsmarkt en ondersteuning en facilitering van lokale wervingsactiviteiten voornamelijk gericht op vacaturevervulling. Bij de ontwikkeling van een arbeidsmarktstrategie is het van groot belang dat het weergegeven beeld van werken bij de rechterlijke macht overeenkomt met de werkelijkheid. Nauwe samenwerking met de rechterlijke macht is daarom onontbeerlijk.
Opheffen leeftijdscriterium en versterken rechtspositie buitenstaanders
Door het leeftijdscriterium voor de Raio-opleiding uit het Besluit Opleiding Rechterlijke Ambtenaren te schrappen wordt de doelgroep verruimd waardoor de wervingskracht op de arbeidsmarkt toeneemt. Het voorstel voor opheffing van het leeftijdscriterium bevindt zich momenteel bij de Raad van State. Vooruitlopend hierop wordt bij de selectie van Raio’s al soepeler omgegaan met het leeftijdscriterium van 30 jaar. In de CAO-onderhandelingen voor de sector Rechterlijke Macht die in september van start zullen gaan zullen daarnaast voorstellen worden gedaan om de rechtspositie van buitenstaanders te versterken.
Stroomlijning werving- en selectieproces
In de eerste voortgangsrapportage berichtte ik u reeds over aangebrachte optimaliseringen en intensiveringen in de selectie van leden van de rechterlijke macht. Zo is de CALRM op eigen initiatief en op aandringen van de Zittende Magistratuur overgegaan tot intensivering van het aantal selectievergaderingen.
De Raio-selectiecommissie heeft haar selectieprocedure, per 1 januari 2000, verkort van 8 maanden naar 8 weken en heeft de universiteiten en de doelgroep hierover uitvoerig geïnformeerd. De wervingsacties die de Raio-selectiecommissie heeft ondernomen zijn onder andere publicaties in dag- en weekbladen, publicaties in jaarboeken, beroepengidsen en programmaboeken voor bedrijven- en instellingsdagen en aanwezigheid op banenmarkten georganiseerd door de juridische faculteitsverenigingen van de universiteiten. Ook de gerechtelijke autoriteiten en de studiecentra en decanen van de universiteiten zijn middels een mailing geïnformeerd over de nieuwe selectieprocedure.
De belangstelling voor de Raio-opleiding is groot. Dit blijkt met name tijdens de diverse voorlichtingsactiviteiten en de verzoeken om informatie die dagelijks bij het secretariaat van de Raio-selectiecommissie binnenkomen. De verkorte selectieprocedure wordt door de kandidaten als zeer positief ervaren. Het aantal daadwerkelijke sollicitaties staat nog niet geheel in verhouding tot de belangstelling voor de Raio-opleiding zoals die blijkt uit het aantal aangevraagde sollicitatiepakketten. Naast dat men nu niet meer gebonden is aan vaste sollicitatiemomenten van twee keer per jaar, kan dit verschil samenhangen met het feit dat men in de nieuwe procedure maar eens in de drie jaar kan deelnemen en dat men al afgestudeerd dient te zijn op het moment dat men solliciteert. Kandidaten hebben in de nieuwe procedure meer vrijheid om het sollicitatiemoment te bepalen dat het beste bij hun situatie past.
Naar aanleiding van het Algemeen Overleg over de financiële verantwoording 1999 van 7 juni jl. heb ik toegezegd in deze voortgangsrapportage in te gaan op de aansluiting van de nieuwe selectieprocedure bij de start-momenten van de opleiding. Hoewel het nu mogelijk is gedurende het hele jaar te solliciteren voor een plaats op de Raio-opleiding start deze opleiding nog op twee momenten in het jaar, te weten in april en oktober. Voor de opleiding die in april 2000 is gestart zijn de kandidaten al in 1999 geworven en geselecteerd, nog volgens de oude selectieprocedure. Voor de 30 plaatsen die in oktober 2000 voor de opleiding van Raio’s beschikbaar zijn is in januari van dit jaar gestart met de selectie volgens de nieuwe en kortere procedure. Al bij het aanvragen van een informatiepakket worden kandidaten gewezen op de mogelijkheid om, bij een overbruggingsperiode tussen het moment van aanbeveling en het moment waarop de opleiding van start gaat, tijdelijk te werken bij een parket of een rechtbank. Door die kandidaten die nu al geselecteerd zijn volgens de nieuwe procedure en die dus een overbruggingsperiode hebben tot de start van de opleiding in oktober van dit jaar wordt niet van deze mogelijkheid gebruikt gemaakt. Zij zijn al werkzaam bij bijvoorbeeld advocatenkantoren. Wanneer mocht blijken dat een extra startmoment van de Raioopleiding toch nodig is dan kan dit, in overleg met de SSR, gerealiseerd worden.
Versterken lokale opleidingscapaciteit
Aan de gerechten zijn middelen toegekend ter versterking van de opleidingscapaciteit. Aan de gerechten zal worden verzocht om het aantal opleidelingen per 1 juni en wederom aan het einde van 2000 door te geven. Aan de hand hiervan kan gekeken worden hoeveel van de aan het
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
einde van 1999 bij de gerechten in opleiding zijnde buitenstaanders daadwerkelijk in de Zittende Magistratuur zijn ingestroomd. Maatregelen voor het structureel versterken van de opleidingscapaciteit bij de gerechten zullen in komende overleggen met de Zittende Magistratuur worden meegenomen en in de besluitvorming over het onderzoek naar stroomlijning en intensivering van het instroomproces.
Visie op opleiden en het modulair opleidingsprogramma
In samenwerking met het PVRO project Personeelsbeleid RO zijn de uitgangspunten bepaald voor opleidingen bij de Rechterlijke Organisatie, voor een professioneel opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Organisatie en zijn de contouren vastgesteld van de initiële opleiding tot beginnend rechter. De geformuleerde uitgangpunten worden momenteel voorgelegd aan betrokken partijen en zullen, tezamen met de aanbevelingen uit het onderzoek naar optimaliseringen in de instroomketen en het internationaal vergelijkend onderzoek naar rekrutering en educatie van de rechterlijke macht, leiden tot een heroriëntatie op opleiden en opleidingen bij de Rechterlijke Organisatie. De volgende ontwikkelingen zullen de basis gaan vormen voor opleiden, opleidingen en het opleidingsinstituut van de Rechterlijke Organisatie:
– De keuze voor de invoering van competentiemanagement in de Rechterlijke Organisatie maakt dat dit ook als uitgangspunt bij opleiden genomen wordt. Naast kennis en juridisch-technische vaardigheden zullen vooral ook gedragsvaardigheden en attitude centraal staan in opleidingen bij de Rechterlijke Organisatie.
– Er wordt grote waarde gehecht aan het duaal leerbestel, leren op het opleidingsinstituut in combinatie met leren op de werkplek.
– Opleiden is primair functiegericht. Dit heeft onder andere tot gevolg dat de initiële programma’s voor Raio’s, buitenstaanders en de zogenaamde derde instroom worden samengebracht in een modulair opgezet opleidingsprogramma met dezelfde eindtermen, maar met verschillende instapmogelijkheden. Het is daarom niet wenselijk om een afzonderlijke leergang te ontwikkelen voor de zogenaamde 3e instroom. De middelen die hiervoor beschikbaar zijn zullen worden ingezet voor de ontwikkeling van een functiegericht opleidingsprogramma voor alle aankomende rechters. De leergang buitenstaanders is in 2000 voor het eerst van start gegaan.
Internationaal vergelijkend onderzoek naar opleidingssystemen voor de rechterlijke macht
Het internationaal vergelijkend WODC-onderzoek naar rekrutering en educatie van de rechterlijke macht is afgerond en treft u hierbij aan1. Een belangrijke doelstelling van dit, in het kader van het project WSO RM verrichte, onderzoek is inzicht te verkrijgen in hoe in andere landen qua verantwoordelijkheid, inhoud en organisatie vorm is gegeven aan de opleiding tot rechter. Het WODC-onderzoek biedt inhoudelijk een rijke bron om, naast het genoemde onderzoek naar optimaliseringen in de instroomketen, een visie op het traject van werving, selectie en opleiding te formuleren.
Het streven naar eenduidige eindtermen en meer op maat gesneden individuele opleidingstrajecten wordt, tezamen met de resultaten van het rapport, geplaatst tegen de achtergrond van de te vormen Raad voor de Rechtspraak en de veranderende positie van de SSR vanwege de ontvlechting van het gemeenschappelijk beheer.
Landelijk universitair onderwijs- en onderzoeksprogramma
Teneinde een impuls te geven aan de ontwikkeling van meer empirische kennis over de rechtspleging en het toegankelijk maken van deze kennis is in maart een onderzoeksagenda gereed gekomen. Deze is afgedrukt in de bundel «Rechtspleging, Samenleving en Bestuur: Een gerichte onderzoeksagenda» tezamen met de bijdragen aan het congres dat onder de gelijknamige titel in december 1999 in Scheveningen is gehouden. Intussen is een «platform Rechtspleging en Wetenschap» gecreëerd. Dit platform gaat zorgdragen voor de uitvoering van de onderzoeksagenda en de publiekelijke verantwoording inzake de programmatische voortgang en de besteding van onderzoeksgelden.
Wat betreft de bijzondere leerstoelen kan worden gemeld dat een notitie van de Voorbereidingscommissie Bijzondere Leerstoelen, voorgezeten door de voormalig voorzitter van de SSR, naar het Discipline Overlegorgaan is gezonden. Deze notitie gaat uit van de instelling van drie bijzondere leerstoelen: een leerstoel «Kwaliteit van de rechtspleging», een leerstoel «Internationalisering» en een wisselleerstoel. De universiteiten beraden zich thans over de instelling van deze leerstoelen Deze activiteiten bevorderen de aansluiting tussen universiteiten en de rechterlijke macht, hetgeen op termijn de kwaliteit van de rekrutering en educatie van rechters bevordert.
-
4.Ten slotte
Het project WSO RM heeft een looptijd die tot het einde van het huidige jaar zal duren. Een afsluitende voortgangsrapportage zal in januari 2001 aan u worden aangeboden. Dit betekent echter niet dat de activiteiten op het gebied van de optimalisering van de werving, selectie en opleiding van de leden van de rechterlijke macht zullen ophouden op die datum. In tegendeel, deze activiteiten raken nauw aan de kwaliteit van het rechtsprekend personeel en dienen voortdurend en structureel onze aandacht te hebben. Om deze reden hecht ik er zeer veel waarde aan. Des te meer omdat het de basis vormt voor een zorgvuldig personeelsbeleid; een beleid dat in een turbulente tijd als deze – met de ontwikkeling van een Raad voor de Rechtspraak en ontvlechting van gemeenschappelijk beheer – niet mag ontbreken. Het is immers het personeel dat de maatschappelijke taken van de nieuwe rechterlijke organisatie zal moeten uitvoeren. Een efficiënte en zorgvuldige werving, selectie en opleiding is hiervoor een onmisbaar beginpunt.
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
BIJLAGE 1
Instroom en uitstroom ZM Januari t/m mei 2000
Aantal FTE
INSTROOM ZM
-
1.Indiensttredingen buitenstaanders
-
2.Interne instroom (Raio’s, OM & gedetach. Pers.)
-
3.Arbeidstijdverlenging A. Totaal instroom (1, 2 + 3)
34,97
17,42
3,19
55,58
+ 10% deeltijdfactor (aantal personen*
38
19
4
61
UITSTROOM ZM
-
4.Arbeidstijdverkorting
-
5.Leeftijdsontslag
-
6.Overig ontslag B. Totaal uitstroom (4, 5 + 6)
-
-7,61 23,37
-
-7,62
38,60
-
-8 26
-
-8
42
Uitbreiding ZM (A-B)
16,98
19
-
*door afronding niet volledig zuiver Bron: VINK mei 2000
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.