Rapport pag. 1 t/ 15 van het Feitenrelaas - Srebrenica

Dit rapport is onder nr. 18A toegevoegd aan dossier 26122 - Srebrenica.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Srebrenica; Rapport pag. 1 t/ 15 van het Feitenrelaas
Document­datum 29-12-1999
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST43015_0
Kenmerk 26122, nr. 18A
Van Defensie (DEF)
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

-1- FEITENRELAAS DEBRIEFING "SREBRENICA" I           INLEIDING 1.1. Onderzoeksmethode 111.                Opdracht aan de Leider van het onderzoek "Hoor alle Nederlandse VN militairen die zich tijdens het Bosnisch-Scn ische offensief in de enclave SREBRENICA bevonden (periode 6-21 juli 1995). Vorm daartoe debriefingsteams om mei deze militairen persoonlijke gesprekken te voeren. Tijdens deze gesprekken moet worden ingegaan op alle mogelijke aanwijzingen van oorlogsmisdaden en op militair-operationcle aspecten. Overigens moet alle gelegenheid worden geboden zaken op te brengen die niet strikt onder deze twee thema's vallen. Aan de hand van deze informatie wordt beoogd een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen Aan de gebeurtenissen en deze (beter) in hun onderlinge samenhang te overzien".

1.1.2.                Tc debricfen militairen Uit vooronderzoek en uit de gehouden debriefingsgesprekken is gebleken dat 481 Nederlandse militairen geacht konden worden in de periode 6 juli 199:> t/m 21 juli 1995 aanwezig te zijn geweest in de enclave SREBRENICA. Deze 481 militairen waren destijds ingedeeld in het DUTCHBAT 3 ofdc staf van UNPROFOR. danwei zijn ten tijde van het onderzoek ingedeeld in het DUTCHBAT 4 ofhel 1 (NL/BE) Logistiek en Trarisportbalaljon.

De te debricfen militairen van DUTCHBAT 3 blijken organiek afkomstig te zijn van 13 Infanterieba-laljon Luchtmobiel aangevuld met militairen organiek ingedeeld bij 35 onderdelen van de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine, de Koninklijke Luchtmacht, de Koninklijke marechaussee en de Krijgsmacht Hospitaal Organisatie.

1.3.                                                                                                    Uitgevoerde debriefingsgesprekken In de periode van 30 augustus 1995 t/m 15 september 1995 zijn 385 militairen door 20 debrief-ingstcams in NEDERLAND, alle bestaande uil 2 KMAR-rcchcrclicurs en 1 KL-mililair. gedebriefcd terzake hun persoonlijke ervaringen.

In de periode 18 september 1995 i/m 21 september 1995 zijn 36 militairen door 4 debriefingsleams in NEDERLAND, alle beslaande uit 3 KL-militairen. gedebriefed terzake hun persoonlijke ervaringen.

Deze debriefingsgesprekken hebben plaats gevonden op de onderzoekslocatic aan de WITTERSTRAAT 39a te~ASSEN. Een klein aantal militairen is ivm bijzondere (persoonlijke) omstandigheden op het huisadres gedebriefcd. 1 militair is op 18 september 1995 door een KL -militair op het huisadres in de BRD gedebriefcd.

In de periode 15 september 1995 t/m 21 september 1995 zijn 29 militairen door 1 debriefingsleam in het voormalige JOEGOSLAVIË, bestaande uit 1 KMAR-rechercheur en 2 KL-mililairen. gedebriefed terzake hun persoonlijke ervaringen.

Deze debriefingsgesprekken nebben plaats gevonden op de onderzoekslocatie te BUSOVACA in het voormalige JOEGOSLAVIË In totaal zijn er uit de lijst van 481 militairen met 451 militairen debriefingsgesprekken gevoerd. Met 8 militairen is een tweede debriefingsgesprek gehouden. Met 1 militair is een derde debrief-ingsgesprek gehouden. 1 militair is telefonisch een tweede maal gehoord.

Van 24 NL-militaircn is tijdens het onderzoek vast komen te staan dat zij zich niet in de enclave SREBRENICA hebben bevonden in de periode 6 juli 1995 t/m 21 juli 1995.

Met 6 militairen is hel onmogelijk gebleken een persoonlijk debriefingsgesprek te houden in de beschikbare onderzoeksperiode tot 22 september 1995. Redenen voor die niel-beschikbaarheid waren: buitenlands verblijf voor dienst danwei vakantieverlof (3 militairen), onbekende verblijfplaats cq onbereikbaarheid (3 militairen) Van de inhoud van de debriefingsgesprekken is een zakelijke weergave vastgelegd in een de-bricfingsrapport. Die 451 debriefingsrapporten bevinden zich in hel onderzoeksdossier "Debriefing SREBRENICA".

De vastlegging in de debriefingsrapporten geschiedde door de leden van de debriefingsleams op een gestandaardiseerde wijze aan de hand van 3 hoofdaandachtspunten (zie hierna par 1.2.) onderverdeeld in diverse deelonderwerpen en subdeelonderwerpen (zie hierna par 1.3.). De debriefingsrapporten zijn ondertekend door de leden van het betreffende debriefingsleam. De gedebriefde militair ondertekende daarbij steeds voor zijn/haar accoord met de voorslaande zakelijke weergave van zijn/haar debriefingsgesprek alsmede voor zijn/haar verklaring daaraan niets meer te willen toevoegen.

Aan 78 militairen zal. op hun verzoek, een afschrift van de betreffende verklaring(en) worden toegezonden na I oktober 1995.

1.4.                  Vrijwaringen van de te debricfen militairen Aan alle gedebriefde militairen is voorafgaande aan het debriefingsgesprek het navolgende schriftelijk bekend gesteld: "(...) dal:

A. ALLE GEGEVENS IN HET DOSSIER MET UW PERSOONLIJKE ERVARINGEN PERMANENT ZIJN GERUBRICEERD ALS "STAATSGEHEIM CONFIDENTIEEL".

B. NIEMAND VAN UW COLLEGA'S EN UW COMMANDANTEN OOIT INZAGE ZULLEN HEBBEN IN UW PERSOONLIJKE DEBRJEFINGSVERSLAG.

C. UITSLUITEND DE LEDEN VAN DEZE DEBRIEFINGSORGANISATIE KENNIS DRAGEN VAN UW PERSOONLIJKE ERVARINGEN. WIJ ALLEN ONDERWORPEN ZIJN AAN DE AMBTELIJKE GEHEIMHOUDINGSPLICHT."

Met de Officier van Justitie te ARNHEM is vooraf door de Leider van het onderzoek overeengekomen dat mogelijke strafbare feiten vanuil het onderzoeksteam niet gemeld zullen worden.

Voorafgaande aan hel debriefingsgesprek zijn alle gedebriefde militairen door hel debriefingsteam geïnformeerd terzake de mogelijke melding vanuit het onderzoeksteam aan hel Internationale Tribunaal voor Oorlogsmisdrijven in het voormalige Joegoslavië (ICTY) inzake hun persoonlijke waarnemingen van schendingen van hel humanitaire oorlogsrecht. In het betreffende debriefings-rapport slaat daartoe ondermeer vermeld: "Nadat (naam + voorletters) terzake werd geïnformeerd omtrent liet doel van de debriefing en dal de afgelegde vcrklaring(en) voor wat betreft waarnemingen van schendingen van het humanitaire (oorlogs-)rcchl ter beschikking zullen worden gesteld aan net Internationale Tribunaal voor Oorlogsmisdrijven in het voormalige Joegoslavië (ICTY) (...)".

1.2.        Hoofdgroepen De zakelijke weergave van de uitgevoerde debricfingsgesprekken geschiedde aan de hand van 3 hoofdgroepen:

  • a. 
    Algemene zaken b.           Operationeel optreden c.           Humanitair oorlogsrecht 1.3.        Deelonderwerpen en subdeelonderwerpen De 3 hoofdgroepen zijn tbv de verslaglegging onderverdeeld in de volgende deelonderwerpen en subdeelonderwerpen:
  • a. 
    DEELONDERWERPEN ALGEMEEN I.           Bewijsmateriaal:

Bezit van video-materiaal, dagboeken, cassettes of andere informatiedragers Benadering voor inlichtingen mbl gerubriceerde gegevens eigen troepen Verlies en/of diefstal van informatiedragers II.          Contacten met de media: Benadering door de media Benadering van de media Gemaakte afspraken met de media III.         Ondertekende documenten of afspraken: Ondertekende documenten mbl RAVIV VAN RENSSEN Overige documenten (al dan niet onder dwang) IV.         Mogelijke strafbare feiten/wangedrag: Afgifte van wapens (dwang) Kopen/ruilen van wapens, materieel. PGU etc Diefstal/verlies van wapens, materieel en PGU Verzoeken mbl koeriersdiensten / poststukken Verzoeken mbl geldsmokkcl Bewaren van geld voor locals voor rekeningnummers in Nederland Criminele netwerken in de enclave Onjuist optreden / wangedrag eigen troepen Nadelige invloeden op handelen (overmatig alcohoL/druggcbruik) V.          Overige zaken:

Vernietiging / onbruikbaar maken van belangrijk materieel door eigen personeel Achtergebleven belangrijk onbeschadigd materieel Ongevallen Contacten of relaties met locals^cvolkingsgroepen Sfeer binnen de eenheid, onderlinge verhouding meerderen/minderen of mannen en vrouwen Opvang in ZAGREB Mening over lokale bevolkingsgroepen Overige zaken b.           DEELONDERWERPEN OPERATIONEEL OPTREDEN I.           Opdracht:

Commandovoering DUTCHBAT en interactie met hogere niveaus Opdrachten, richtlijnen en aanwijzingen (2> Besluitvorming en bevch ocring (a>, II.          Ontplooiing en inzet:

Commandovoering door de ondercommandanten en de lagere niveaus Opdrachten, richtlijnen en aanwijzingen van DUTCHBAfaan de ondercommandanlen en inleractic tussen de bataljonsstaf en de ondercommandanten Inzet van middelen met bijbehorende aanwijzingen Communicatie en bcvclvocring bij de inzet Overige niet in een der fasen genoemde gebeurtenissen III.         Terrein:

Informatie over weers- en tcrreingcsleldhcid Tcrrcininvlocdcn op de uitvoering van eigen opdrachten IV.         Moslims:

Informatie over de bevolking Contacten tussen bevolking en militairen Optreden moslim-strijders (ABiH) Vluchtelingen Hulpverlening aan moslim-bevolking V.          Bosnische Serviërs (BSA): Optreden van BSA Contacten met BSA VI.         Hulpverlening VII.       Fase I (Aanvang val OP's. 4 juli t/m 9 juli 1995) VIII.      Fase II (Val SREBRENICA.' 10 en 11 juli 1995) IX         Fase lil (Evacuatie bcvolkine. 12 en 13 juli 1995) X.          Fase IV (Afvoer gewonden, vertrek DUTCHBAT 14 juli t/m 21 juli 1995) XI.         Logistiek XII.        Moreel c.          DEELONDERWERPEN HUMANITAIR OORLOGSRECHT I.            Behandeling van gewonden en zieken II.          Behandeling van gevangenen III.         Behandeling van burgers / vluchtelingen IV.         Behandeling van gegijzelden V.          Methoden / middelen van oorlogvoercn VI.         Identificatie VII.       Kennis van oorlogsrecht 1.4. Samenstelling feitenrelaas Het navolgende feitenrelaas is samengesteld uit de verklaringen van de gedebriefde militairen in de betreffende debriefingsrapportcn. Het feitenrelaas is ogv privacy-overwegingen en de vooraf gegarandeerde vrijwaringen gedepersonaliseerd.

Door de relaasstellers KM AR zijn de gelijkluidende waarnemingen van de verschillende militairen over dezelfde fenomenen, incidenten cd zakelijk samengevat en gegroepeerd. Voor zover mogelijk wordt daarbij aangegeven hoeveel militairen dezelfde waarnemingen hebben kenbaar gemaakt danwei wordt de ordegroollc daarvan aangegeven met de termen "enkele", "enkele tientallen" of "vele". Afwijkende waarnemingen worden in voorkomend geval eveneens op eenzelfde wijze weergegeven.

De indeling van het feitenrelaas is analoog aan de indeling van de debriefingsrapportcn. Daar waar waarnemingen onder meerdere (sub)dccTondcrwerpen gebracht konden worden zijn zij onder de respectieve (sub)dcclondcrwcrpcn vermeld.

Het draaiboek Debriefing "SREBRENICA" behoort bij dit feitenrelaas.

-5- 1.5. Lokaties dossier "Debriefing SREBRENICA"

Hel gerubriceerde dossier "Debriefing SREBRENICA" beslaande uit 451 debriefingsrapporten, de database met slcutclgegcvens. het eerste origineel van dit feitenrelaas alsmede hel feitehJK journaal van hel onderzoeksteam en de (gerubriceerde) brondocumenlen bevinden zich in hel archief van de Directie Operation Koninklijke Landmacht. Afdeling Inlichtingen en Veiligheid (DOKL I&V) te DEN HAAG.

Hel tweede originele exemplaar van dil feitenrelaas alsmede de kopieën van de voornoemde database en het feitelijk journaal bevinden zich in het archief van de Centrale Recherche Koninklijke marechaussee (CRKMAR) te UTRECHT.

-6- FE1TENRELAAS DEBRIEFING "SREBRENICA" 2.         ALGEMEEN 2.1. Bewijsmateriaal 2.1.1.                Bc/.it van video-malcriaal, dagboeken, cassettes of andere informatiedragers Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel, circa 95 % van de militairen in het bezit zijn ca zijn geweest van dagboeken en/of beeld- en geluidsmaleriaal. die gemaakt zijn in de enclave SREBRENICA. op de compound POTOCARI c.q. SREBRENICA en op de observalieposten (OP's).

Als gevolg van het vallen van de OP's en uiteindelijk de enclave SREBRENICA hebben velen (al dan niet in opdracht van hun militaire commandant het door hun "vastgelegde" vernietigd).

Veel materiaal is desondanks toch in NEDERLAND aangekomen.

Hel overgrote deel van de militairen was bereid het materiaal ter beschikking Ie stellen van het onderzoek.

Een militair verklaarde, dat het fotomateriaal dat in zijn bezit was. op de compound in SREBRENICA is achtergebleven. Dit als gevolg van de gehaaste verplaatsing naar POTOCARI. dd 11 juli Een militair verklaarde, dal hij een foto heeft van de afvoer van de vluchtelingen, waarop de bussen staan welke de vluchtelingen "afvoerden. Een foto in de compound van gewonde vluchtelingen, van slechte kwaliteit. Hij is bereid deze foto's ter beschikking te stellen.

Een militair verklaarde, wel foto's te hebben gemaakt maar dal hij deze voordat hij de enclave verliet had vernietigd. Hij wilde voorkomen dal indien hij krijgsgevangene zou worden gemaakt deze foto's in handen van de Sen en zouden vallen.

Een militair verklaarde, dat hij gezien had dat in de laatste dagen van hun verblijf in POTOCARI, 19. 20 en 21 juli. op bevel van hogerhand veel militairen hun foto-Aïdeo-apparaluur vernietigd hebben Een militair verklaarde, dal hij twee filmrolletjes van hemzelf, in opdracht van zijn compagniescommandant. had vernietigd, óp de compound te POTOCARI op 2l juli 1995.

Een militair verklaarde, dal op hel appel van 21 juli 1995 door de compagniescommandant werd medegedeeld dal voor vertrek alle foto's (vidco)films moesten worden vernietigd, daar dit mogelijk onderweg oponthoud zou geven. Deze films werden ingeleverd bij de loeg S2.

Een militair verklaarde, dat hij geen enkel bewijs meer had. alles was verbrand, waaronder brieven van hel thuisfront, aantekeningen en een fotorolletje waar hij tezamen met Z.K.H. Prins Willem ALEXANDER slaat. Hij heeft dit alles verbrand op 11 juli. Hij is door niemand benaderd voor hel verkrijgen van informatie. Hij vertelde dal hel enige aan wat èr aan informatie verloren is gegaan. is hetgeen in de scherfw erende vesten verborgen zatop het moment dat deze moesten worden afgegeven aan de BSA- en/of ABiH-slrijdcrs.

Een militair verklaarde dat het hem bekend was dal folo's zijn gemaakt van 9 lijken. Deze zijn in NEDERLAND ingeleverd bij de MID. Via de media is vernomen dat die foto's zijn mislukt. Hierover en hetgeen hij van de lijken heeft gezien had hij reeds een verklaring bij de marechaussee afgelegd.

Een militair verklaarde dat hij in het verleden een fotorolletje ter beschikking had gesteld aan DOKL/Afd I&V Sie Veiligheid.' Daarnaast was betrokkene gehoord door hel "KODAKTEAM" van de Koninklijke marechaussee Districtsrecherche District Zuid-Holland/Zeeland waarbij een situatietekening is gemaakt van de positie en de wijze hoe de stoffelijke overschotten lagen.

Een militair verklaarde, dat hij 14 fotorolletjes had meegenomen, daarvan zijn er 13 ontwikkeld en afgcdmkt. Echter het ene rolletje met bewijsmateriaal is in de ontwikkelcentrale verloren gegaan. Hij heeft enige folo's van hel uitdelen van brood nabij de compound en de vrachtwagens van het RODE

s

-7- KRUIS waarin de vluchtelingen vervoerd werden.

Een militair verklaarde dal hij gezien had dat: gezien vanafdc weg in westelijke richting ongeveer 300 meter aan de linkerzijde van het pad nabij een stroompje water (zuid-noord richting) waarin een schoepenrad staat. 9 lijken lagen. De lijken, mannen, lagen voorover mei hel gezicht naar de beek (oostelijk) waarbij twee lijkcrTingcdraaid liggen (de tweede en de achtste). De laatste twee hebben een schotwond in de zij en verder hebben aïten een nigschol ter hoogte van het hart. De lichamen konden nog niet lang daar gelegen hebben omdat geconstateerd kon worden dat de lichamen niet zichtbaar verstijfd waren crThcl zichtbare bloed niet gestold was. Bovendien werden geen vliegen geconstateerd ondanks de hoge temperatuur (33 graden). Door hem werden ter plaatse twee foto's gemaakt. Het fotograferen werd verstoord door hel afgaan Aan een schol in de onmiddellijke nabijheid. Hierop werd een Sen in de directe omgeving waargenomen.

Een militair verklaarde dat hij op 13 of 14 juli 1995 samen met een andere militair een rondje ging lopen in de omgeving van dö compound POTOCARI. Zij liepen langs de vluchtelingen builen de compound en achter de elektriciteitsfabriek, welke is gelegen tegenover de compound. Zij zagen nabij het grasveld een achttal lijken liggen. Hij verklaarde dat deze lijken op de buik lagen; dat deze lijken nigschoten hadden: bloed vlekken op de rug aanwezig waren en dat deze mannen burgerkleding droegen. De militair zag dal de lijken op de buik in een rij lagen, allen met het hoofd in de richting van iet naast het grasveld gelegen beekje. De militair kreeg de indruk dal deze personen vermoedelijk waren omgebracht door executies, doordal deze lijken allen gelijke wonden vertoonden. De stoffelijke overschotten werden ongeveer zevenhonderd nieter van de compound aangetroffen. Met een camera had hij een vijftal foto's gemaakt. Over deze foto's die hij al had gezien, was hij door de marechaussee gehoord. Dit verhaal had hij ook aan een collega verteld.

Een militair verklaarde, dal hij had gehoord dat op de compound POTOCARI lussen de posten Charlie en Bravo een graf was waarin moslim lijken zouden liggen. Dit graf was gemaakt door de Genie en niet goed afgedekt Uit dit graf stak een hand. Hiervan was voTgens betrokkene een foto gemaakt. Betrokkene heeft later met (2). gesproken die van hel beslaan van dit graf afwist. @ had dit gra f I atcr beter a fgedekt.

Een militair verklaarde dat hij achter de compound POTOCARJ een (massa)graf heeft gezien op de plaats waar hij zijn (eb, moest parkeren. Daarop stond een bordje met (vermoedelijk) de namen van degene die daar begraven lagen, namen die hij niet herkende. Hij had gehoord dal deze mensen een natuurlijke dood zouden zijn gesionen.

2.1.2.                Benadering voor inlichtingen mbt gerubriceerde gegevens eigen troepen Een militair verklaarde, dal hij redelijk de Scnisch Kroatische taal spreekt en dal hij deze kennis heeft opgedaan naar aanleiding van een eerdere uilzending in deze regio. Hij is gedurende zijn vcrblijfin de enclave SREBRENICA door zowel ABiH als BSA-leden regelmatig benaderd voor liet verkrijgen van inlichtingen over de "tegenpartij", mede doordat hij hun taal redelijk sprak. Hij is hierop niet ingegaan.

Een militair verklaarde dal hij na aankomst in de kazerne te BRATUNAC met de rest van de bemanning van OP - S in een kamer werd gebracht alwaar zich allerlei etenswaren bevonden. Daarna werd een camera binnengebracht en verscheen een tolk die aan een collega militair aan de hand van zijn "kale" stafkaart een explicatie vroeg van OP's. stellingen en bunkers van de ABiH etc. Op de vraag waar zich de sterkste punten van de (ABiH) bevonden heeft hij aangegeven dat ze "de blauwe lijn maar moesten aanhouden". Het betrof hier een confrontatielijn die eigenlijk de begrenzing van de enclave aangeeft en welke reeds door de BSA was overschreden.

Een aanlal militairen zijn benaderd voor inlichtingen. Vastgesteld wordt dal de gedebriefde militairen hier terughoudend mee omgegaan zij. Gesteld kan worden dat men geen inlichtingen heeft verstrekt die het optreden van de eigen troepen zou kunnen schaden.

2.1 3                 Verlies en/ofdicfstal van informatiedragers Een militair verklaarde dat op hel moment dat zij overhaast hun positie moesten verlaten (2). het boekje (a), op die positie achter gebleven. Het boekje droeg een rubricering. Hoogte onbekend. Of hierin aanwijzingen staan mbt hel optreden van de eigen eenheid kon de militair niet verklaren.

-8- 2.2. Media-zaken 2.2.1.                Benadering door de media Uit hel onderzoek blijkt dat een groot deel van de militairen door de pers is benaderd. Velen van hen hebben interviews gegeven aan 3c schrijvende pers. zoals lokale, regionale en landelijke dagbladen: aan diverse binnen- en buitenlandse televisie stations alsmede aan de media afkomstig uit het voormalige Joegoslavië.

Gebleken is dat ook familieleden door de media zijn benaderd. Een aantal van hen heeft een interview gegeven aan de pers. Enkelen van hen zijn op de tv geweest in diverse actualiteitenrubrieken.

Gebleken is dat er contacten zijn geweest met de programmamakers van RTL4 om een opname te maken voor het programma "LIEF EN LEED".

Een militair verklaarde, dat hij door diverse media was benaderd en dat hij diverse interviews heeft gegeven. Betrokkene heeft over twee onderwerpen de media te woord gestaan omdat hij verbaasd was over het vertekende beeld dat in NEDERLAND leefde over aantallen slachtoffers en over de Moslims en de Scrvcn. Tevens was hij van mening dal het onterecht zou zijn als de beklag-affaire gebruikt zou worden om (5), achteraf extra schade te berokkenen.

Een militair verklaarde, dal betrokkene contact heeft gehad met de programmamakers van "LIEF EN LEED" RTL4. Het betreft hier een te maken uitzending die zal gaan over hel thuisfront. De opnamen zullen in oktober worden gemaakt. Verder heeft betrokkene een klein interview in ZAGREB afgelegd aan een journalist van "DE LEIDSE COURANT". Daar heeft ze eigenlijk weinig aan verteld, echter in de krant stond bv dal ze in de enclave was geweest tijdens de val daarvan.

Een militair verklaarde, dal hij de media had ontlopen. Er heeft een negatief artikel over DUTCH-BAT in het "BRABANTS DAGBLAD" regio (TILBURG) geslaan. Door omstandigheden werd nadien de naam van betrokkene bij de krant bekend gesteld waarna deze krant contact heeft gezocht met betrokkene. Betrokkene is hier niet verder op ingegaan.

Een militair verklaarde, dal hij op 20 juli 1995 een interview heeft gegeven aan NOVA: uitzending 22 juli. Verder heeft hij een interview gegeven aan INDEPENDENT ON SUNDAY en SAT I. Op maandag 24 juli 1995 heeft hij een interview gegeven aan HIER EN NU en NCRV-radio. Op 4 september werd hij geïnterviewd door hel NOS-journaal bij de poort van de kazerne. Betrokkene zal op 11 september riog een tweede interview geven aan INDEPENDENT ON SUNDAY m.b.t. gebeurtenissen in de enclave voorafgaande aan 3e val.

Een militair verklaarde dal hij een interview had gegeven aan DE LIMBURGER. Naar aanleiding van dat interview heeft hij een interview gegeven aan de Duitse tv. (ARD praatprogramma Z.A.K.).

Een militair verklaarde, dat hij contact had gehad met de media. Hij had een interview gegeven aan DE LIMBURGER. Naar aanleiding van dat interview heeft hij een interview gegeven aan de Duitse tv. (ARD praatprogramma ZAK.). Betrokkene bezit hiervan een videoband.

Een militair verklaarde, dal hij achtereenvolgens heeft meegewerkt aan:

  • a. 
    een groepsinterview met DE VOLKSKRANT te ZAGREB:

b een interview met het ALGEMEEN DAGBLAD en DE NIEUWE REVU thuis:

nav het interview van NIEUWE REVU. verzocht achtereenvolgens BRANDPUNT om een interview wat hij heeft afgewezen: 5-Uur Show en RTL(GE).

Een militair verklaarde, dat hij na aankomst in ZAGREB, op 23 juli 1995. een interview had gehad met RTL4. Voorafgaande aan dat interview heeft hij aanwijzingen van de Sie-2 gehad over hetgeen hij mocht vertellen en hetgeen hij niet moest vertellen. Hij heeft zich tijdens hel interview aan de aanwijzingen gehouden. Na de opnames werd hij in de gelegenheid gesteld de opnames te bezien en aan te geven welk deel uitgezonden mocht worden. Hieraan is door RTL4 voldaan.

Een militair verklaarde, dal hij in ZAGREB was ondervraagd door een medewerker van UNHCR. Tevens had hij daar gesproken met een hem onbekende Nederlandse kolonel over schending van de mensen rechten. Hij verklaarde ook benaderd Ie zijn door RTL4. Hij was hierop nooit ingegaan. Hij had wekelijks een "verhaal" geschreven voor de WOERDENSE COURANT. Deze verhalen werden eerst gelezen door zijn groepscommandant (die steeds weer wisselde). Betrokkene was hiertoe benaderd door een plaatselijk journaliste JOLANDA VAN HUNNIK.

Ook was betrokkene benaderd door hel ALGEMEEN DAGBLAD voor een interview. Hij was hier nog niet op ingegaan.

-9- Ecn militair verklaarde, dat hij was benaderd door HAROLD DOORNBOS van de AVRO om dingen te verklaren over cola en bier wal door Nederlanders gekocht werd in BRATUNAC. Dal was al bekend, dus heeft hij dal bevestigd. Dezelfde DOORNBOS had hij in ZAGREB ook gesproken bij terugkomst op 24 juli 1995.

Een militair verklaarde, dat hij door iemand van hel ANP was benaderd tijdens zijn verlof mei hel verzoek om een kopie af te staan van de briefdie hem thuis toegezonden was inzake deze debriefing. In het blad ELSEVIER had een artikel gestaan waaraan hij had meegewerkt bij terugkeer in ZAGREB. Bij het artikel was een foto gepubliceerd waarop hi) stond afgebeeld. Een ANP medewerker had hem een telefoonnummer gegeven en hem verzocht te bellen. Hij was niet voornemens om daaraan mec te werken.

Een militair verklaarde, dat de actualiteiten rubriek HIER EN NU zijn ouders op 16 juli had geïnterviewd. De vragen waren on: Stonden jullie er achter, dal uw zoon naar ex-Joegoslavië wordt uitgezonden? Zijn ouders hadden verklaard dat ze er achter stonden, zolang het maar znn eigen keuze was. Het RTL4 nieuws had hem ook nogop tv vastgelegd, nadat hij op SOESTERBERG was aangekomen. Hij is samen met minister VOORHOEVE - handenschuddend - op hel nieuws geweest. De plaatselijke krant DAGBLAD VAN NOORD-LIMBURG had hem ook geïnterviewd, nadat hij thuis was aangekomen.

Een militair verklaarde, dat toen zij uiteindelijk toestemming hadden gekregen om vanuil POTOCAR1 richting ZAGREB te rijden zij vrijwel vanaf hel begin de pers achter zich aan hadden. In NEDERLAND had zijn moeder van RTL4 een uitnodigingskaart ontvangen voor een gesprek met hem Hij was niet op die uitnodiging ingegaan, omdat hij dat niet wilde. Hij verklaarde bereid te zijn deze kaart (er beschikking te stellen van dit onderzoek. Ook verklaarde hij dat zijn moeder was benaderd door hel HELMONDS DAGBLAD voor een gesprek met hem. Beide benaderingen zijn gebeurd in de dagen direct na zijn thuiskomst in juli j.l.

Een militair verklaarde, dat in Servië cen NOS team met hem mee reed. Er werden geen interviews gegeven. Bij Servisch/Kroatische grens was de pers aanwezig, oa. RTL4. Wel even gesproken met hcrALGEIVlEEN DAGBLAD/NRC. RTL4 moent geen opnames maken. Geen interviews gegeven. In ZAGREB was de pers aanwezig op tweede dag. De pers was er dus niet op de dag van aankomst. In NEDERLAND had hij geen afspraken met de pers lol nu toe.

Een militair verklaarde, dal hij door de Duitse pers. de ARD, was benaderd, op Vliegbasis SOESTERBERG. welke hij een interview had gegeven waarin concreet de vraag werd gesteld: " Hoc was de situatie in Ëx-Yoegb ". Hierop had hij m eigen bewoordingen de situatie geschetst. Een dag later zag hij de uilzending waarbij het onderwerp was: Hoe de BRD-ers moesten debriefen.

Een militair verklaarde, dal hij ook was benaderd door de media. Na de val van de enclave hadden de Serven cen mooi verhaal opgebouwd. Toen de OP's overgingen naar de Serven reed een cameraploeg mee.

Een militair verklaarde, dal zijn moeder een interview heeft gegeven aan een verslaggeefster van hel EINDHOVENS DAGBLAD. Het stuk is ook geplaatst, (maart 1995). Betrokkene was tevens na terugkeer benaderd door de NOS en RTL4. Betrokkene heeft zelfbewust de boot afgehouden en nimmer een interview gegeven. Hij geeft te kennen dat hij geen behoefte heeft om alsnog een interview aan de media te geven Een militair verklaarde, dat hij het hem bekend is dal (eb, in BRATUNAC cen verklaring heeft afuclctid voor de camera. Deze opname werd gemaakt op de dag na aankomst op de kazerne te BRATUNAC in cen niimlc waar overvloedig voedsel aanwezig was. Hetgeen daar gebeurde wekte de indnik bij geïnterviewde dat hij als propagandamiddel gebruikt dreigde Ie worden. (S>, heeft daar aan de hand van een stafkaart ccii aantal, bij geïnterviewde onbekend gebleven, situaties verduidelijkt. Aan (2) is gevraagd of hij iets wist van een aanval van ABiH op een dorp buiten de enclave alwaar 54 mensen op een koelbloedige wijze zouden zijn verkracht en vermoord. Het dorp was vervolgens platgebrand. (Sj heeft hierop geantwoord met "neen ". Vervolgens werd hem de vraag gesteld of hij op dat moment goed werd behandeld. (Sj heeft daarop geantwoord " ja ". In gesprekken die de bemanning van OP-©, later met elkaar voerde ontstond de gedachte dat deze propaganda opnames wclcens zouden kunnen worden "verknipt" zodat op de televisie het antwoord van @ op de vraag over de slachting in het dorp. JA kon zijn...

Een militair verklaarde, dal hij tijdens de evacuatie naar ZAGREB werd benaderd door de media van de Serven. Dit was op 21 of 22 juli 1995. Dit gebeurde in de Servische taal. Deze taal beheerste niemand. dus hel contact was op niets uit gelopen. Na terugkomst in NEDERLAND werd hij niet door de media benaderd.

-10- Een militair verklaarde door een reporter met behulp van een tolk in het hotel te zijn geïnterviewd voor de Servische televisie. De reporter was in het bezit van een videocamera. Door de tolk werd aangegeven dal de reporter een interview wilde afnemen van de bemanning van OP-@. Daarbij werd de mededeling gedaan dat de bemanning van OP-(a) moest verklaren dat zij goed werden behandeld. Dit was voor de bemanning van OP-©, geen probleem omdat zij op dat moment ook goed werden behandeld. Hiervan is ecn~vcrklaring in de Engelse taal afselèga ten overstaan van de camera. Tijdens dit interview is een kleine onderbreking geweest in de opname. Op dat moment werd een "geval" aangehaald waarbij door ABiH strijders een dorp in de buurt van de zuid - west hoek van de enclave een dorp zou zijn uitgemoord en platgebrand. Daar de militair hier geen weel van had kon hij hierop geen antwoord geven. Daarop werd gesteld dal hij dan voor de camera maar moest zegeen "Nee. dal weel ik niet". Hierna is aan de militair voor de camera de vraag gesteld of hij iets van liet hiervoor aangehaalde voorval wist. Hierop hccfl de militair in het Engels geantwoord "Nee. dat weet ik niet".

Door een vnn de militairen van de bemanning van OP-©, is aangegeven dat hij een gesprek had opgevangen lussen de reporter en de tolk waarbij de reporter aangaf dat hij alleen de vragen mocht stellen dié hij gesteld had. Majoor NICOLIC en een op Ralph Inbar gelijkende majoor haalden hierop de schouders op.

Een militair verklaarde, dal hij aan een journalist van DE TELEGRAAF een fotorolletje had gegeven. De journalist had om foto's gevraagd en zou deze wel voor hein ontwikkelen. Wanneer er iels interessants voor zou komen op de foto's zou de journalist deze plaatsen, zo verklaarde hij. De militair stond er niet bij stil dal er foto's op stonden welke gemaakt waren in Servische bezet gebied. Dit zou voor de daar nog verblijvende Nederlanders een risico kon inhouden.

Een militair is (eb, het transport/vervoer van het stoffelijk overschot van VAN RENSSEN naar Nederland. Te ZVORNIK kwam volgens hem de Bosnisch/Servische (leger)pcrsvoorlichler naar hem loc of hij een verklaring afwilde leggen omtrent de schuldvraag van de dood van VAN RENSSEN. Hij antwoordde daarop dat het afleggen van zo'n verklaring met het doel van zijn aanwezigheid in ZVORNIK was. Hij had uitgelegd dal hij verder geen mededelingen wilde doen %. Een militair verklaarde, dat de KRO aan hem heeft verzocht om met een cameraploeg lenig te keren naarTUZLA. om hel kind. dat hij had voorzien van een herkenningsplaalje. terug te vinden. Hij is voornemens om positief op dit verzoek te reageren.

Een militair verklaarde, dat tijdens zijn verblijf in Joegoslavië zijn echtgenote en dochtertje heeft meegewerkt aan een reportage (AD) gebaseerd op ervaringen" van kinderen van militairen in Joegoslavië. Ook het JEUGDJOURNAAL is hiervoor bij betrokkene thuis geweest en was aanwezig bij "zijn aankomst in Nederland. Betrokkene zegt na "terugkomst benaderd te zijn door het 5 uur journaal. Hij heeft zijn medewerking hieraan geweigerd. Verder geen contacten/afspraken met media.

Een militair verklaarde, dal hij bij thuiskomst is geïnterviewd door RTL4 . Deze omroep had die dag hel gezin waartoe hij behoort gevolgd. Bij aankomst op hel huisadres stond RTL4 in de straat en is hem gevraagd hoc hij het vondom weer thuis te zijn. Hij heeft hierop geantwoord dat hij hoopte dat de andere jongens ook snel thuis zouden komen. Verder had hij iedere benadering door de pers afgekapt.

Een militair verklaarde, dal hij omstreeks 15 augustus 1995 was geïnterviewd door NRC HANDELSBLAD. Van dit interview is een artikel in"dc krant verschenen waarin hij delen van dal interview lenig vond. In NOVISADen in ZAGREB had hij geen medewerking aanpers gegeven. Het ANP had hem na zijn vakanlic gebeld en gevraagd of hij gedebriefd was en hoe. Zij wifclen hem spreken over de debriefing die nu lopende was. Hij zal daaraan geen medewerking geven omdat dal door de leiding verboden was. Ook gaf hij nog aan dal zijn ouders benaderd waren door het ANP. Deze hadden het ANP verwezen naar de persvoorlichter.

Een militair verklaarde, dat hij na lenigkeer in NEDERLAND na zijn verblijf in de enclave op grote schaal is benaderd door de diverse media. Om enige nisl te krijgen heeft hij in enkele contacten met de pers toegestemd Onder andere heeft hij zijn medewerking verleend aari het programma NOVA: nieuwsuitzendingen van RTL4/NOS alsmede aan een artikel in HET PAROOL en een blad van de ACOM Hij heeft geen lopende afspraken meer met de media.

Een militair verklaarde, dal door hem in de Ie weck van juni 1995 een faxbericht met instemming van de plaatsvervangend bataljonscommandant naar de KL-Crisisstaf verzonden met de vraag om meer vers voedsel naar het DUTCHBAT te sturen. Hij wees daarbij eveneens op de gevolgen welke hel uitblijven daarvan na verloop van tijd op medisch gebied kon betekenen. Deze fax stond één dag later in het BRABANTS DAGBLAD en de dag erna in de landelijke dagbladen onder vermelding

-11- \ an zijn naam. Hij had deze info enkel aan de KL-Crisisstaf verstrekt en hij wist niet hoe de pers aan deze info kwam. De pers interpreteerde die de fax alsof er al medische problemen waren ontstaan bij DUTCHBAT door vocdsclgcbrck. Naar aanleiding van deze berichten werd hij door NOVA telefonisch op de compound POTOCARI benaderd. Daar was hij niet op ingegaan. Verder was hij bij terugkeer op SOESTERBERG benaderd met enkele vragen door een verslaggeefster van een dcTcnsickrantjc. Deze zou nog contact niet hem opnemen hetgeen niet meer gebeurd was. Hij had zelf de pers niet benaderd Een militair verklaarde, dat in ZAGREB op zondag 16 juli 1995 het contact met de pers verboden was. De reden was hel mogelijk in gevaar brengen van de mensen in POTOCARI.

Een militair verklaarde, dal hij in ZAGREB door het ALGEMEEN DAGBLAD en DE TELEGRAAF was benaderd. Hij had geen interview gegeven. Hij was door het NOS-joumaal benaderd die hij een interview heeft laten"afnemen. De vraag werd gesteld: " Hoe was de sfeer was bij de compagnie". Hij had daarvan een algemene indruk gegeven. Na terugkomst in Nederland, heeft een afvaardiging van de compagnie, de begraafplaats van RAVIV bezocht. Aldaar was een journalist aanwezig, welke o.a. de vraag stelde, wat hij vond van de toestand rond de bataljonscommandant. Hij had geantwoord dat hij dit niet terecht vond. Vervolgens was hij benaderd voor het programma ZÊMBLA (VPRO) ivm'dc reportage "OP FOXTROT", welke hij heeft afgezegd. Hij was van mening dat net personeel aan verlof loc was.

Een militair verklaarde, dal hij in ZAGREB met meerdere collega's een live interview heeft gegeven voor radio 1. Het was een algemeen verhaal met het verzoek van de verslaggever om niet te veel anti Moslim te praten. Na terugkomst op het onderdeel werd weer aan betrokkene om een interview gevraagd. Hij heeft hier kort op geantwoord.

Een militair verklaarde, dal hij contact gehad met het dagblad TROUW in ZAGREB. Het interview is gepubliceerd. Hij is nu uilgenodigd door RTL4 om zijn medewerking te geven aan het tv programma "LIEF EN LEED". Hij heeft nog geen ja gezegd, hij twijfelt nog. Dit programma gaal over wat voor soort uitwerking een uitzending heeft op Defensiepersoneel.

Een militair verklaarde, dat een collega militair voor hel oog van de camera in de Engelse taal is gevraagd wie hij dacht dat er verantwoordelijk was voor de dood van soldaat RENSSEN. Hij heeft hierop geantwoord dat hij dit niet wist omdat soldaat VAN RENSSEN tol de bemanning van een andere ÖP behoorde.

Een militair verklaarde, dal hij bij terugkeer op 4 september 1995 op de JWF-kazcrne door de journalist. Harm ROELAND, van RTL4 is aangesproken ter hoogte van de hoofdpoort. Deze stelde licm vragen over zijn verblijfplaats in SREBRENICA, over de opvang door Defensie bij terugkeer en over zijn gevoelens na aantijgingen in de krant over oorlogsmisdrijven gepleegd door DUTCHBAT. Hij heeft hierop terughoudend gereageerd.

Een militair verklaarde, naar aanleiding van het krantcartikel van 21 september 1995 in de "INDEPENDENT", dat hij op 11 september 1995 een interview had gegeven aan de verslaggever ROBERT BLOCK. Reden niervoor was een reeds eerder gegeven interview waarin alleen gevraagd was zijn ervaringen van de lijd van gijzeling in Bratunac weer te geven. Tijdens het hernieuwde interview zou naar de ervaringen \ oorafgaandc aan de val van Srebrenica w orden gevraagd en omdat de verslaggever eerder zelf in hel gebied geweest was. Hij was op het verzoek om een interview te geven ingegaan. Hij had nooit het gevoel gehad dal de verslaggever tot doel had een negatief stuk te schrijven. Tijdens hel interview had hij gesproken over het feit dal zij voorzien waren van TOW-wapensj sternen op enkele OP's. Zover Hij weet had hij geen plaatsen eii/of hoeveelheden genoemd. Wel had hij gezegd dal dit wpnsyslecm als verdedigingsmiddel te zwaar was om te worden ingezet bij een cvtcnlucle aanval.

In het artikel werden een aantal suggesties gewekt o.a. dat hij zou hebben gevraagd om toestemming zijn TOW te gebruiken. Betrokkene verklaarde dat dit nooit aan de orde is geweest, daar hij nooit op een OP heeft gezeten welke was uitgerust met dit wapensysteem. Verder was hij ervan overtuigd dat hel vuren met een TOW. welke op een OP was geplaatst, niet zinvol was omdat herladen te lane duurt en de bemanning zonder bescherming door vijandelijk vuur zeker zou worden vernietigd" Daarom werd hel systeem alleen passief als aanvullend waarnemingsnmiddel ingezet (gebruik warmlcbccldkijkcr bij nacht, en I6.\ kijker bij dag). Verder was het het z.i. onmogelijk met één TOW een servische aanval ie sloppen. Hij was onjuist geciteerd in dat deel van hel artikel waarin stond dal twee TOW-s) sternen per YPR aanwezig waren. Hij was op de hoogte van het feit dal zich slechts drie systemen bij de cic bevonden: één was niet inzetbaar, systeem was op de compound Srebrenica. één systeem stond op hel dak van de uitzichttoren bij OP-F en hel derde systeem bevond zich op het dak van de uitzichttoren van OP-C.

-12- 2.2.2.                Benadering van de media Een militair verklaarde, dal hij zelf contact had gezocht met het Nieuwsblad van het Noorden, omdat daar een hem bekende chef nieuwsdienst werkt. Na de eerste publiciteit werd hij overspoeld met telefoontjes van diverse kranten en actualiteitenprogramma's. Hij heeft verteld dat reeds zes weken voor de val aan de militaire top bekend is gemaakt dat het bataljon zijn humanitaire en militaire taak niet meer kon uitvoeren, (eb,. Met betrekking lot het waarnemen vari genocide heeft hij naar de pers toe verklaard dat hier nooit enig bewijs van is geweest. De duizenden doden zijri in zijn ogen merendeel oorlogsslachtoffers als gevolg van oorlogshandelingen, waarbij zich zeer zeker incidentele overtredingen van het oorlogsrecht hebben voorgedaan, bv in de vorm van standrechtelijke executies.

Een militair verklaarde, dat hij begin augustus 1995. via een vriend @ in contact was gebracht met de HAAGSE COURANT. Hij had daar een verhaal verteld, dat hij drie maanden op noodrantsoenen heeft tjclccfd en dat hij drie maanden in prefabs heeft gewoond. Dit interview is gepubliceerd geweest in de HAAGSE COURANT. Verder heeft betrokkene geen contact gehad met andere media.

Een militair verklaarde, dat hij door de media in voormalig Joegoslavië bij de reis naar ZAGREB was benaderd door de Britse pers. Hij had echter geen info verstrekt. Bij zijn aankomst te ZAGREB was ook de Nederlandse pers ook aanwezig. Ook hen had hij geen info verstrekt.

Een militair verklaarde, dat er is getracht een propagandafilm te maken door de Scrvcn van hun behandeling als gevangenen. Hierbij wilde men hem interviewen, maar hij heeft deze mensen doorverwezen <S>,. Een militair verklaarde, dat hij bij terugkeer contact had opgenomen met het GELDERS DAGBLAD en het VEENENDAALS DAGBLAD, dit om zijn onvrede te uiten over de berichtgevingen in de betreffende bladen. Dit heeft niet geleid tol publikalies. Een voor hem onbekend blad uit ROTTERDAM heeft hem tijdens zijn verlofperiode benaderd voor een interview, hierop was hij niet ingegaan.

2.2.3.                Gemaakte afspraken met de media Een militair verklaarde, dat hij was benaderd door de programmamakers van hel programma "LIEF EN LEED" van RTL4. Betrokkene heeft hiervoor al gesprekken gevoerd (in-lake gesprek) met de betreffende omroep (JOHN DE MOL PRODUCTIONS), (datum, woensdag: medio augustus 1995). De opnames voor deze live-uilzending moeten nog plaats vinden. Dit zou pas plaats vinden als Defensie het onderzoek zou hebben afgerond. (Op verzoek van Defensie).

Een militair verklaarde, dat hij was benaderd door het programma LIEF EN LEED van RTL4. Betrokkene had hiervoor al gesprekken gevoerd (in-take gesprek) met de betreffende omroep (JOHN DE MOL PRODUCTIONS), (data: woensdag: medio"augustus 1995). De opnames voor een liveuitzending moeten nog plaats vinden. Dit zou pas plaals vinden als Defensie het onderzoek zou hebben al gerond. (Op verzoek van Defensie).

Een militair verklaarde, dal er afspraken zijn met de B compagnie over een te maken uitzending voor het programma "LIEF EN LEED" van RTL4 . De opnamc'datum opnamen volgt nog.

Een militair verklaarde, dal hij is uitgenodigd door RTL4 om zijn medewerking te geven aan het TV programma "LIEF EN LEED". Hij heeft nog geen ja gezegd, hij twijfelt nog. Difprogramma gaat over wat voor soort uitwerking een uilzending heelt op Defensiepersoneel.

Een militair verklaarde, dal hij meerdere keren is benaderd door de media, te weten: VPRO; het blad OPZIJ en het programma LIEF EN LEED. Betrokkene is samen met 2 collegae ingegaan op een verzoek van de programma makers van LIEF EN LEED van RTL4. Men vertelde dat hiervoor toestemming is verkregen van de Afdeling Voorlichting van het Ministerie van Defensie en dat men vrij was om alles te zeggen. Betrokkene heeft tevens een kort interview gegeven voor een plaatselijk dagblad.

Een militair verklaarde, dat hij was benaderd door de makers van het programma LIEF EN LEED. Betrokkene heeft besloten hieraan mee te werken. Uitzending vermoedelijk medio oktober. Uitzending zou in eerste instantie plaatsvinden as. zondag, dit werd echter uitgesteld i.v.m. hel lopende onderzoek.

-13-

2.3. Documenten en/of afspraken met de strijdende partijen 2.3.1.                Ondertekende documenten mbt RAVIV VAN RENSSEN Uil afgelegde verklaringen blijkt dat er te BRATUNAC een verklaring is opgesteld en ondertekend door een militair m.b.l. de dood van de soldaat RAVIV VAN RENSSEN.

Een militair (dj, verklaarde, dat hij een verklaring had ondertekend tijdens gedwongen verblijf te BRATUNAC. Dit is gebeurd op een kazerne te BRATUNAC waarbij een maaltijd werd geserveerd. E.e.a. is ten overstaan van majoor NICOLIC gebeurd op de dag van aankomst te BRATUNAC op 08 juli 1995 in de loop van de avond. Genoemde majoor NICOLIC vroeg aan de bemanning van OP-(2), of zij zich konden voorstellen waarom de BSA hel "offensief' was begonnen. Hierop is geantwoord van niet. De uitleg van NICOLIC luidde dat de ABiH. ondanks verschillende waarschuwingen, met regelmaat de enclave verlieten en dal bij aanvallen van deze strijders zo'n 68 Sen en waren gesneuveld Tevens vroeg hij. NICOLIC. zich af waarom er op de compound zo'n 100 man waren aangetreden en wat daar de bedoeling van was. Hierop is geantwoord dal dit waarschijnlijk een eerbetoon is geweest aan de gesneuvelde soldaat RENSSEN. Vervolgens is door NICOLIC aangegeven dat hij contact kon zoeken met de Nederlandse OpsRoom teneinde Ie vernemen of het sneuvelen van VAN RENSSEN te wijten was aan BSA of ABiH vuur. Hiertoe is de militair met de tolk naar de YPR van OP-®, gegaan en heeft hij contact gezocht met de OpsRoom waarbij hij aangegeven heeft waar hij zat en dat hij een vraag in de Engelse taal zou stellen. On zijn vraag wal er bekend was van de herkomst van hel vuur wal heeft geleid tot de dood van VAN RENSSEN kreeg het antwoord dat hel "moslim vuur" was geweest.

Naar aanleiding van het vorenstaande is gevraagd of de militair een en ander in de vorm van een verklaring op papier wilde zetten. Hiertoe heeft hij overleg gevoerd met (tb, en zijn zij overeengekomen dat. gelet op het feit dat de OpsRoom reeds had aangegeven dat hel moslimvuur was geweest. er geen 'kwaad" in stak om e.e.a. te verklaren. Hierna heeft hij een verklaring opgesteld dat de dood van VAN RENSSEN te wijten was aan moslimvuur. Deze verklaring is hem doorgenomen <2> en door hem ondertekend. Tevens heeft hij er in toegestemd dat hij deze verklaring zou voorlezen en dal dit dan opgenomen zou worden op een geluidscassclle.

Een militair verklaarde, dal door de bemanning van OP-(«J een verklaring is opgesteld omtrent het feit dal de soldaat VAN RENSSEN door toedoen van de ABiH is gesneuveld, (w, heeft de verklaring opgesteld en voorgelezen aan (a). Deze verklaring is tijdens het voorlezen opgenomen met een memorecorder. De verklaring werd opgesteld in een dik. A4 schrift. De verklaring is in hel Engels opgesteld. Op een andere pagina waren reeds de namen en rangen van de bemanning van OP-@ opgeschreven. De uiteindelijke verklaring is door (êb, "ondertekend" in bloklellers.

Een militair verklaarde, dat door de bemanning van OP-@ een verklaring is opgesteld omtrent hel feil dal de soldaat VAN RENSSEN door toedoen van de ABiH is gesneuveld. @ heeft de verklaring opgesteld en voorgelezen aan (SJ. De verklaring werd opgesteld in een dik, A4 groot boek. De verklaring is in het Engels opgesteld. De wetenschap dal de soldaat VAN RENSSEN door ABiH strijders is gedood berustte op het feil dat tijdens hel eigenlijke incident met de handgranaat waardoor soldaat VAN RENSSEN werd geraakt, de bemanning van OP-(£) uitluislerde op de frequentie waarop op dal moment de bemanning van ÖP-F communiceerde mei de OpsRoom. Direct nadat de bemanning van OP-(S), een harde knal hoorde in de buurt van waar de YPR van de bemanning van OP-F zich moest bevinden kwam er een bericht over de radio waarin werd gemeld dat bij een ABiH roadblock een handgranaat op de YPR van de bemanning van OP-F is terechtgekomen. Ten gevolge van de ontploffing hiervan is de boordschutter geraakt. Bedoelde verklaring is aangevuld met 3c namen van alle leden van de bemanning van 0P-(3), en ondertekend door (5), Een militair verklaarde, dat door hem geen verklaringen zijn ondertekend, ook niet tijdens de "gevangenhouding" Ie BRATUNAC. Wel is door hem cenlijst opgemaakt waarin hij de namen van 5e personen van zijn OP-fa) bemanning met hun rangen. Deze lijst is opgeschreven in cen soort groot notilicbock waarin door hem is gezien dal er op 3c bladzijde voor de bladzijde waarop deze namen werden gesteld, een soort verklaring zat die was ondertekend. De opgemaakte lijst is niet door hem ondertekend. De verklaring die door (eb, is opgemaakt (de bladzijde voor de namenlijst) is door hem gelezen. Hel betrof in grote lijnen een verklaring die handelde over de dood van soldaat VAN RENSSEN en waarin (eb, de moslims daarvoor verantwoordelijk hield. De verklaring bevatte geen krachttermen maar een zakelijke weergave van de bij (3), feitelijkheden die hebben geleid tot de dood van soldaat VAN RENSSEN Hel vernielde "groot model nolitieboek" werd aangereikt door een man gekleed in burger die op hem de indruk maakte cen inlichtingenofficier te zijn. Het betrof een zwart Bock. Hel was van A4 formaat, harde ka ft. 1.5 cm dik. De "inlichtingen officier" was ongeveer 1.75 meter lang. licht gezet postuur, ongeveer 40 / 42 jaar. smal gezicht waarop een zeer spitse neus zat. smalle mond. blauw grijze ogen. lichtblond / grijzend haar half lang achterover gekamd, geen ge- -14- zichtsbcharing.

Een militair verklaarde. dat (a>.een verklaring had opgesteld in de Engelse taal met betrekking lot de dood van RAVIV. Deze verklaring moest worden opgesteld op uitdrukkelijk verzoek van de majoor N1COLIC. Er was een behoorlijke psychische druk van de zijde van de BSA aanwezig om aan dit verzoek te voldoen. Het afleggen van de verklaring is gedaan na overleg van @. Een ieder was het hier mee eens. Deze verklaring is door (2> ondertekend. Deze verklaring bevatte alleen bekende feitelijkheden. Hierna is die verklaring ook door (eb, voorgelezen, wat is opgenomen op een gcluidscasscltc. Op de A-raag van de BSA of hij die verklaring ook op video wilde voorlezen is afwijzend gereageerd. De bedoelde verklaring is opgetekend op een afzonderlijk vel papier. De geluidsopname werd gemaakt in aanwezigheid van een persoon, die hen scherp observeerde op zowel verbaal als non-vcrbaal gedrag, daarbij aantekeningen maakte en waarvan hij de indruk had dat hij deel uitmaakte van een militaire inlichtingendienst, hij had gezien dat hij regelmatig de majoor NICOLIC "souffleerde". Deze "inlichtingenofficier" was gekleed in een Servisch camouflagepak. zonder rangondcrschcidingstckcns of oiïdcrdcclsembleinen. Hij had gezien dat die officier zich verplaatste in een witte LAD~A NIVA. waarvan hij had gezien aari de hand van het kenteken dat het voertuig afkomstig was uit BELGRADO. Die officier droeg altijd een klein bruin leren tasje, waaruit vaak papieren staken. Hel was deze officier geweest die hel bandopname-apparaat met zich voerde waarop fa), de voornoemde verklaring had voorgelezen.

Een militair verklaarde, dat na de aankomst op een kazerne te BRATUNAC om 23.30 uur op de dag dat OP-(2>, was gevallen. (2), op verzoek van de Majoor NICOLIC. een schriftelijke verklaring heeft afgelegd en ondertekend. De inhoud handelde over de feitelijke gebeurtenissen t.a.v. de dood van de soldaat VAN RENSSEN van OP-F. zoals dal door de bemanning van OP-(aJ over de boordradio is gehoord.

Een militair verklaarde, dal hij een lijst (gemaakt van een blad uil een kladblok) had opgesteld met namen en registratienummers van (a),. Deze lijst heeft betrokkene gegeven aan majoor NICOLIC.

2.3.2.                Overige documenten (al dan niet onder dwang) Uit de afgelegde verklaringen blijkt dat er documenten zijn m.b.l. de afvoer van gewonden. vluchtelingen, weerbare mannen en afgenomen materieel.

Een militair verklaarde, dal (eb, wel een document mede had ondertekend, dit was een a crklaring van MANDIC dat evacuatie volgens vigerende normen was verlopen. Hel was naar zijn mening de bedoeling van de BSA om "carte blanche" te hebben, dat bij de afvoer van de vluchtelingen alles zonder incidenten was verlopen. Door toevoegen Aan een zin aan de verklaring heeft @ getracht, en is gezien de reactie van de BSA daarin geslaagd, om het document te ontkrachten. Het belangrijkste argument om mede te ondertekenen was het feit dat het document een teken was van samenwerking en goede wil van BSA zijde, en deze samenwerking essentieel was om de nog aanwezige gewonden en vluchtelingen en locals behorende lol de hulporganisaties veilig het gebied uil te krijgen.

Een militair verklaarde, dat er andere meerdere documenten zijn ondertekend. Als voorbeeld daarvan werd doorhem voornoemd document aangegeven. Dit is niet onder dwang ondertekend. De Directeur van de Middelbare school (3) is 's avond mee geweest naar MLADIC voor een gesprek. Dit was op dinsdag l I juli 1995. Een dai> later was daarbij aanwezig (2).. Zij is meegegaan met AZG naar ZAGREB.                            "                        .                  - .

Een militair verklaarde, dal op 17 juli 1995 hel voornoemde document gezien en gelezen te hebben waarin verklaard werd dat de evacuatie van vluchtelingen in juli 1995. correct was uitgevoerd. Waargenomen werd dat daar met pen aan toegevoegd was. althans woorden van gelijke strekking: "voorzover DUTCHBAT dal zelfheeft kunnen constateren". Dit document was in het Nederlands opgesteld. Hem bekend is dal dit document op een computer c.q. op een diskelte slaat. Hij heeft de Engelse vertaling van dit document niet gezien, alsmede het Servische niel. Deze extra ingevoerde zin ziel hij als een overwinning van de Nederlanders.

Een militair verklaarde, dat hij kennis draagt van de inhoud van een document m.b.l. de afvoeren van de vluchtelingen, voornoemd. Zelf had hij geen documenten ondertekend.

Een militair verklaarde, dat omstreeks 13 juli 1995. de compound werd bezocht door de BSA. De BSA was rustig en gedisciplineerd doch wel waakzaam. Zij hebben een lijst met namen die zij vergeleken met namen die voorkomen op de presentielijst van de compound. Hierbij worden een aantal namen herkend. Verder herkenden de BSA-strijders een aantal mensen tussen de vluchtelingen. De vluchtelingen werden daarbij levens ondervraagd door de BSA. Hierbij werden -15- gccn bijzonderheden gezien. Na een aantal dagen werden de vluchtelingen en daarna de gewonden vervoerd uil de compound POTOCARI. Dit geschiedde onder begeleiding van @. Voor het transport werd er een scheiding in de vluchtelingen en gewonden aangebracht. Mannen die voorkwamen op een door de BSA verstrekte lijst werden gescheiden van de overigen. Deze mannen moesten plaatsnemen in een apart voertuig. Het betrof hier een Nederlandse UN viertonner. De lijst met namen werd voorgelezen door een vrouw van de MSF. Deze mannen werden afgevoerd in de richting van BRATUNAC. Daarna gingen vier ziekenauto's en een grote truck met oplegger vol met vluchtelingen en gewonden ook irTdc richting van BRATUNAC Een militair verklaarde, dat hij van een Nederlands officier de lijst met 239 namen kreeg overhandigd. Deze lijst zou op verzoek van (2) opgemaakt zijn door een leider Aan de vluchtelingen. (2j heeft deze lijst met behulp van de SATCOM-A en vercijfcrapparatuur PNFX 2017 doorgcfaxed naar COMCEN-crisisstaf te UTRECHT. (2> heeft tijdens hel verzenden de papieren angstvallig in zijn broekzak gehouden en blad voor blad door gefaxed. Tijdens dit proces heeft (£j mondeling geverifieerd ofde bladen leesbaar overgekomen waren. Voorzover (2j zich kan herinneren was de lijst geadresseerd aan: (2? (Crisisstaf), de VERENIGDE NATIES en hel RODE KRUIS (ICRC).

Een militair verklaarde, dal hij heeft gezien dat de voornoemde officier de zgn "239-namen-lijst" heeft afgegeven bij de Ops-roóm in ZAGREB.

Een militair verklaarde, dal ® de lijst met namen van Moslimmannen in de weerbare leeftijd naar NEDERLAND hccfl gefaxed. Dit was Defensie, de KL-Crisisstaf. Of deze fax ook naar TUZLA is verzonden is hem niet bekend. Dit was een handgeschreven lijst van de voornoemde officier. Deze lijst was door hem opgesteld in samenwerking mei hel MSF. Voorzover hij zich kan herinneren hoefde er in opdracht van de betreffende officier geen voorblad bij. Door (2j is telefonisch de fax geverifieerd. Deze was goed aangekomen.

Een militair verklaarde, dal de voornoemde officier aan een soldaat een lijst van mannelijke Moslims had gegeven. Deze heeft in eerste instantie getracht deze lijst door ie'faxen naar Den Haag maar wegens de slechte verbinding mislukte dat. Daarop is de lijst doorgefaxed naar SARAJEVO, ter attentie van (3). De lijst is vercijferd verstuurd. De bladen werden één voor één verstuurd en elk blad werd voor en na hef faxen door de betreffende soldaat in zijn broekzak opgeborgen.

Een militair verklaarde, dat op 13 juli. nadat de vluchtelingen weg waren (omstreeks 21.00 uur) van de compound, een persoon, waarvan hij denkt dal dit de vermoedelijke tolk van MLADIC was. aan de poort van de compound POTOCARI verscheen. Deze persoonbeheerste de Engelse taal goed. Hij was ongeveer 30 jaar oud. Deze persoon vroeg om een lijst, vermoedelijk een lijst waarop de namen van 3c gewonde mensen stonden vermeld. Deze persoon heeft enige lijd aan de poort staan wachten. Hij weel dal er een lijst aan de persoon is gegeven, doch hij weel niet wie. wel weet hij dat een korporaal hiervan getuige is geweest daar deze persoon zich aan de poort bevond. Enige lijd later was er wederom elektriciteit op de compound en kon een ieder weer bellen naar Nederland.

Een militair verklaarde, dal de gewonde moslimstrijders op de 14c zijn gescheiden door DUTCHBATlcrs en apart zijn vervoerd naar BRATUNAC. ((a), kan hierover meer info verschaffen). Aan de hand van een lijst mei namen, i.b.v. MSF/DUTCHBAT. hij heeft gezien dat deze scheiding heeft plaatsgevonden.

Een militair verklaarde, dat hij de onderweg afgenomen goederen te NOVA KASABA had laten beschrijven door de majoor ZORAN. Dit document is door hem wel. maar door ZORAN nicl ondertekend. Het doorslag carbon is aangeboden aan de Commandant DUTCHBAT te POTOCARI. ZORAN behield origineel.

Een militair verklaarde, dat tijdens gevangenname in de plaats NOVA KASABA door de Serven aan ia), verzocht werd een document (e ondertekenen, dat in het engels en Servisch was opgesteld, waarin verwoord stond dal de goederen door de Serven. zonder toestemming van de VN ers? waren afgenomen. Dit was op 18 juli tijdens de gevangenname in de school (NOVA KASABA) waar hij twee dagen is vastgehouden. Op deze lokalie werden tevens 30 Moslims vastgehouden.

Een militair verklaarde, dat een majoor commandant van de Serven met hen in zijn maag zal. Dat uit enkele dingen is gebleken. Er is óp aandringen van die majoor een document opgemaakt waarin was verwoord welke spullen onder dwang zijn afgenomen en dat er een pseudo patrouille was gereden. Dit document is door een militair en de Servische commandant ondertekend. Later is dit document op 14 juli aan de leiding op de compound gegeven.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.