Bijlagen bij de begroting - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 2000

Deze bijlage(n) is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 26800 XIV - Vaststelling begroting Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 2000.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 2000; Bijlagen bij de begroting 
Document­datum 21-09-1999
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST36532_3
Kenmerk 26800 XIV, nr. 3
Van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1999–2000

26 800 XIV

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 2000

Nr. 3

BIJLAGEN BIJ DE BEGROTING

 

Bijlage 1

Overzichten inzake personeelsgegevens

2

Bijlage 2

Overzicht inzake wetgeving

7

Bijlage 3

Overzicht van moties en toezeggingen

10

Bijlage 4

Overzicht inzake circulaties

18

Bijlage 5

Overzicht aanbevelingen Nationale Ombudsman

22

Bijlage 6

Subsidies

23

Bijlage 7

Evaluatieonderzoek

57

Bijlage 8

Economische en functionele codes

65

Bijlage 9

Voorlichting

67

Bijlage 10

Convenanten

69

Bijlage 11

Financieel Beheer

73

Bijlage 12

Landelijk Meerjarenprogramma Groene Ruimte

78

Bijlage 13

Archiefparagraaf

82

Bijlage 14

Uitgaven en ontvangsten Europese Unie buiten

 
 

Begrotingsverband

84

Bijlage 15

Afkortingenlijst

86

BIJLAGE 1

OVERZICHTEN INZAKE PERSONEELSGEGEVENS

Bijlage 1 geeft inzicht in de relevante gegevens met betrekking tot personeel, materieel en post-actieven. In de bijlage zijn de uitgaven van deze categorieën getotaliseerd en zijn kengetallen opgenomen.

A. Samenvattend overzicht personeelssterkte

 
 

Werkelijke

Geraamde gemiddelde begrotingssterkte

     
 

bezetting

           
 

30-6-1999

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Stafdirecties

669,0

637,4

632,9

625,0

614,2

614,2

614,2

Beleidsdirecties

1 164,1

1 112,0

1 096,8

1 078,6

1 054,3

1 054,3

1 054,3

Uitvoerende diensten

3 784,6

3 887,7

3 264,9

3 231,5

3 194,7

3 194,7

3 194,7

Nog te verdelen

21,9

52,0

86,6

  • 43,1
  • 78,9
  • 78,9
  • 78,9

Totaal

5 621,7

5 689,1

5 081,2

4 892,0

4 784,3

4 784,3

4 784,3

De geraamde begrotingssterkte is in 1999 hoger dan in de jaren erna. De daling in de sterkte vanaf 2000 wordt grotendeels veroorzaakt door de verzelfstandiging van het Praktijkonderzoek (629 fte). Daarnaast daalt de meerjarige sterkte als gevolg van kortingen uit het Regeerakkoord (verlaging personele volume en arbeidsproductiviteitskorting). De verlaging van het personele volume uit het Regeerakkoord is intern in twee tranches verdeeld, waarvan de eerste inmiddels is ingevuld. De tweede tranche, invulling op basis van een doorlichting van uitvoerende diensten, is medio 1999 van start gegaan.

De verlaging van de begrotingssterkte van deze tweede tranche is al wel in bovenstaand overzicht opgenomen; en staat vooralsnog geparkeerd onder «Nog te verdelen». Voorts bestaat dit onderdeel uit nog te verdelen gelden (en de daarbij behorende sterkte) uit de beleidsbuffer en nog te verdelen gelden voor de structuurverandering van de varkenshouderij.

De meerjarige ontwikkeling van de begrotingssterkte wordt in onderstaande grafiek weergegeven.

Ontwikkeling personeelssterkte

6000

5000 4000 3000 2000 1000

 

f^n ffl_ ffl ff] ff] ff]

^j7 hr hr hr hr

/

y

y

/

Begroting 1999 Begroting 2000

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Ten opzichte van de stand 2000 in de begroting 1999 heeft er een daling plaatsgevonden in de begrotingssterkte. De oorzaken hiervoor zijn reeds genoemd bij het eerdere overzicht.

B. Samenvattend overzicht personeelssterkte Agentschappen

 
 

Werkelijke

           
 

bezetting

Geraamde gemiddelde begrotingssterkte

     
 

30-6-1999

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Agentschap Laser

475,8

470,0

470,0

451,0

439,0

439,0

439,0

Agentschap Bureau Heffingen

239,5

315,0

246,0

254,0

277,0

230,0

242,0

Agentschap Plantenziekten-

             

kundige Dienst

312,2

314,0

314,0

312,0

308,0

308,0

308,0

Totaal

1 027,5

1 099,0

1 030,0

1 017,0

1 024,0

977,0

989,0

C. Samenvattend overzicht artikelen Personeel en Materieel

Hieronder wordt het totaal van de personele en materiële uitgaven van het ministerie gepresenteerd. Daarnaast worden, per artikelonderdeel, kengetallen opgenomen.

Uitgaven aan personeel en materieel (x f 1 mln.)

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Ambtelijk personeel Overig personeel Materieel Post actieven

 

567,5

522,7

504,9

497,1

498,3

499,2

15,9

14,3

14,2

14,0

14,0

14,0

283,9

239,7

235,3

233,2

238,3

240,5

23,2

22,2

20,5

19,4

19,0

19,0

Totaal

890,5

798,9

774,9

763,7

769,6

772,7

De daling in de uitgaven op alle artikelonderdelen in 2000 ten opzichte van 1999 houdt verband met de verzelfstandiging van het Praktijkonderzoek. Voorts dalen de uitgaven als gevolg van Regeerakkoord kortingen (verlaging personele volume, arbeidsproductiviteitskorting, vermindering uitgaven aan externe advisering en doelmatiger inkoop).

0

C1. Ambtelijk personeel

Op de artikelonderdelen ambtelijk personeel bij de verschillende hoofdbeleidsterreinen is in 2000 f 522,7 mln. geraamd. Het betreft de loonkosten van al het personeel dat een ambtelijk dienstverband heeft. Onderstaand wordt m.b.t. deze categorie enkele kengetallen gepresenteerd.

Kengetallen ambtelijk personeel totaal ministerie

Onderstaande cijfers voor 1998 betreffen realisaties, voor 1999 en volgende jaren betreft het ramingen.

 
 

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Gemiddelde sterkte ambtelijk

             

personeel (fte)

9 083,4

5 689,1

5 081,2

4 892,0

4 786,7

4 784,3

4 784,3

Gemiddelde prijs ambtelijk

             

personeel (gld.)

94 969

99 752

102 858

103 210

103 842

104 149

104 338

Uitgaven ambtelijk personeel

             

(x f 1 mln.)

862,7

567,5

522,7

504,9

497,1

498,3

499,2

Kengetallen ambtelijk personeel per artikel

 

Hoofdbeleidsterrein

Gemiddelde sterkte

 

Gemiddelde prijs

Uitgaven (x f 1 mln.)

 

1999

2000

1999

2000

1999

2000

10 Algemeen

1 673,4

1 715,2

101 885

101 936

170,5

174,8

11 Internationale Aangelegenhe-

           

den

210,0

209,3

166 657

163 884

35,0

34,3

12 Landbouw

252,0

250,8

105 298

106 427

26,5

26,7

13 Natuur, Groene Ruimte en

           

Recreatie

1 105,5

1 094,8

95 936

97 057

106,1

106,3

14 Visserijen

72,7

72,3

100 536

101 798

7,3

7,4

15 Milieu, Gezondheid en

           

Kwaliteit

1 652,7

1 652,2

96 859

98 615

160,1

162,9

16 Wetenschap en Kennisover-

           

dracht

           

– Algemeen

94,2

86,6

115 902

118 464

10,9

10,3

– Praktijkonderzoek

628,6

 

81 301

 

51,1

 

Totaal

5 689,1

5 081,2

99 752

102 858

567,5

522,7

De gerealiseerde apparaatsuitgaven in 1998 liggen hoger dan de ramingen in de jaren erna; dit is gelegen in het feit dat in de realisatie 1998 ook nog de uitgaven voor de Dienst Landbouwkundig Onderzoek en het agentschap Laser waren opgenomen.

De stijging van de gemiddelde prijs in 2000 ten opzichte van 1999 bij het gehele ministerie is het gevolg van de verzelfstandiging van het Praktijkonderzoek: de gemiddelde prijs van het Praktijkonderzoek is lager dan die van de andere onderdelen. De stijging van de gemiddelde prijs op de artikelen is het gevolg van de contractloonstijging uit de CAO 1999–2000. De gemiddelde prijs op het Beleidsterrein Internationale Zaken ligt in 1999 hoger als gevolg incidenteel hogere uitgaven bij de Agrarische Vertegenwoordiging Buitenland in 1999.

C2. Overig personeel

Op het artikelonderdeel overig personeel worden de uitgaven aan het niet-ambtelijke personeel (uitzendkrachten en freelance personeel) geraamd. De uitgaven aan overig personeel betreffen voornamelijk de vervanging van het ambtelijk personeel. Op de verschillende beleidsterreinen zijn de volgende ramingen opgenomen voor overig personeel.

Raming overig personeel per artikel (x f 1 mln.)

Hoofdbeleidsterrein                                                                                                                           2000

10  Algemeen                                                                                                                                        0,3

11  Internationale Aangelegenheden                                                                                                  5,4

12  Landbouw                                                                                                                                          –

13  Natuur, Groene RuimteenRecreatie                                                                                            5,1

14  Visserijen                                                                                                                                         0,5

15  Milieu, GezondheidenKwaliteit                                                                                                    3,0

16  Wetenschap en Kennisoverdracht – Algemeen                                                                                                                                        – – Praktijkonderzoek                                                                                                                           –

Totaal                                                                                                                                                   14,3

C3. Post actieven

Op de verschillende artikelonderdelen Post actieven wordt f 22,2 mln. aan uitgaven geraamd voor 2000.

Kengetallen met betrekking tot post actieven (x f 1 mln.)

 
 

Realisatie 1998

Raming 1999

Raming 2000

Wachtgelduitgaven

Uitgaven aan ambtelijk personeel

28,9 862,7

23,2 567,5

22,2 522,7

Wachtgelduitgaven-ratio

3,3%

4,1%

4,2%

De wachtgelduitgaven-ratio drukt in een percentage uit hoe de verhouding is tussen de uitgaven aan post-actieven en de uitgaven aan ambtelijk personeel. De stijging van de Wachtgelduitgaven-ratio is onder andere het gevolg van de recente Regeerakkoord kortingen. De uitgaven aan ambtelijk personeel dalen hierdoor sneller dan de uitgaven aan post-actieven.

C4. Materieel

Op de artikelonderdelen materieel worden de materiële uitgaven geraamd. Op de verschillende artikelonderdelen wordt voor 2000 f 239,7 mln. geraamd. Onderstaand een overzicht van de gemiddelde materiële kosten per fte, alsmede een procentuele uitsplitsing in de belangrijkste uitgaven categorieën.

Ontwerp-begroting 2000

Materiële uitgaven per fte                                                                                                              47174

Het artikelonderdeel materieel kan globaal in de volgende categorieën worden onderverdeeld:

– Bureaukosten                                                                                                                                  11%

– Opleidingskosten                                                                                                                              5%

– Huisvestingskosten                                                                                                                         27%

– Reis-enverblijfkosten                                                                                                                    17%

– Uitbesteding van werk                                                                                                                     9%

– Algemene materiële uitgaven                                                                                                        25%

– Aanschaffingen                                                                                                                                 6%

100%

C5. Personeelsbeleid

In het personeelsbeleid blijft van kracht dat de personeelsontwikkeling gericht zal zijn op een optimale match tussen de doelen van de organisatie en de ontwikkeling van mensen. Voor de komende jaren betekent dat: + verbetering van de vaardigheden en competenties die de externe oriëntatie versterken; + formuleren van vereiste competenties en het toerusten van de medewerkers met die competenties; + uitwisselingsprogramma’s tussen centrale beleidsdirecties en regionale beleidsdirecties en de uitvoering/handhaving worden ontwikkeld; + beleidsmedewerkers worden getraind op meer oog voor de internationale dimensie; + bekeken wordt hoe het internationale aspect kan worden ingebouwd in de loopbaanplanning voor leidinggevenden; + medewerkers worden gestimuleerd om flexibel te opereren en vaker van functie te wisselen om de inzetbaarheid te vergroten; + bij de instroom van nieuwe medewerkers en bij de ontwikkeling van de huidige medewerkers wordt een zakelijke en resultaatgerichte instelling een belangrijk punt van aandacht.

Enkele cijfers:

Per eind 1998 bestond het totale ambtelijk personeel voor 29% uit vrouwen (was 26,6%). In schaal 10 en hoger werd ruim 19% behaald. Op

het niveau van schaal 14 en hoger bleef de score met 6% nagenoeg gelijk aan die van 1997. Dat laatste is een gevolg van de (relatief) grote uitstroom. De oorzaken van die uitstroom worden onderzocht.

Het percentage minderheden bleef met 2,7% gelijk aan dat over 1997. Dat was toen gelijk aan het streefcijfer, maar dat streefcijfer ligt voor LNV

inmiddels op 3,9%.

Door een verandering van definitie daalde het percentage gehandicapten

(WAGW/REA) van 3,9% naar 2,3%. Een nieuw streefcijfer is hierbij nog niet voorhanden.

Het ziekteverzuim ging na de (ook elders zichtbare) daling van het verzuim in 1997 (4,7%) weer terug naar het meer gebruikelijke niveau van 5,7%.

LNV blijft hiermee onder het gemiddelde van de Rijksoverheid.

BIJLAGE 2

OVERZICHT INZAKE DE WETGEVING A. Tot stand gekomen wetgeving

Citeertitel kamerstuknr.

Staatsbladjaar, nummer

Inwerkingtreding

Wijziging Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verzelfstandiging College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen)

Wijziging Diergeneesmiddelenwet (actualisering n.a.v. EU-implemen-tatie en grondslag tarieven)

24 817

25 769

Wet van 12 november 1998, Stb. 689

Wet van 19 oktober 1998, Stb. 629

bij KB te regelen

1 maart 1999 (gedeeltelijk)

B. Bij het parlement aanhangige wetsvoorstellen

 

Wetsvoorstel inzake

Kamerstuknr.

Augustus 1999

Verwachting

   

gevorderd tot

omtrent

   

en met

eerstvolgende fase

Wijziging Landbouwkwaliteitswet

22 139

voorlopig

intrekking

(uitbreiding bevoegdheden

 

verslag TK

wetsvoorstel met

controle-instellingen/heffingen bij

   

totstandkoming

niet-aangeslotenen)

   

wijz.LKW i.v.m. ZBO-aanwijzingen

Wijziging Zaaizaad- en plantgoedwet

22 159

voorlopig

intrekking

(uitbreiding bevoegdheden

 

verslag TK

wetsvoorstel met

controle-instellingen/heffingen bij

   

totstandkoming

niet-aangeslotenen)

   

wijz. ZPW i.v.m. ZBO-aanwijzingen

Wijziging van de Meststoffenwet

26 473

ingediend bij

aan TK

(invoering van een stelsel van

 

TK

 

pluimveerechten)

     

Wijziging Zaaizaad- en plantgoedwet

26 568 (R 1638)

ingediend bij

aan TK

(i.v.m. Rl. rechtsbescherming

 

TK

 

biotechnologische vindingen)

     

Reconstructiewet concentratie-

26 356

nota n.a.v.

plenair TK

gebieden

 

verslag juli 1999

 

C. In voorbereiding zijnde wetsvoorstellen

Wetsvoorstel inzake

Augustus 1999 gevorderd tot en met

Verwachting omtrent eerstvolgende fase

Wijziging Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (voorkoming bewijsrechtelijke problemen m.b.t. art. 55 en aanpassing art. 117 aan EU-regelgeving) Implementatie DI-akkoord (verzelfstadiging Dienst landelijk gebied, BDU, IMP en wijziging diverse wetten)

Wijziging Landbouwkwaliteitswet (aanpassingen m.b.t. toezicht en effectief beleid om het op de markt brengen van schadelijke stoffen in landbouwproducten tegen te gaan/ verontreinigde grond) Wijziging Zaaizaad- en plantgoedwet (wijziging van stelsel van verkeer van teeltmateriaal) Wijziging Visserijwet (bestuurlijke boeten)

Wijziging Visserijwet (i.v.m. natuurbelangen)

Wijziging Wet herstructurering varkenshouderij (uitvoering motie 25 746, nr. 75; verhandelbaar maken grondgebonden varkensrechten en uitstel 2de korting tot uiterlijk 1-1-2000) Wijziging Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (diverse wijzigingen inzakedier-gezondheid samenhangend met veterinair complex) Herijking landinrichting

Wijziging Natuurbeschermingswet i.v.m. programma beheer (duurzame veiligstelling omvormingsbeheer) Tijdelijke wet varkensrechten

Wijziging Meststoffenwet (i.v.m. aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffing)

Wijziging Meststoffenwet (i.v.m. de invoering van een veebezettingsnorm voor melkrundvee en schapen) Kaderwet diervoeders

Wijziging Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundige onmisbaarheid)

Wijziging Zaaizaad- en plantgoedwet (positie Raad v.h. Kw.rechti.v.m. ZBO-aanwijzingen) Wijziging Visserijwet (positie OVB i.v.m. ZBO-aanwijzingen)

Wijziging Landbouwkwaliteitswet (positie keuringsinstellingen i.v.m. ZBO-aanwijzingen)

advies Raad van State ontvangen advies Raad van State ontvangen eind mei 1997 advies Raad van State 9 november 1993

adviezen voorontwerp verwerkt advies Raad van State februari 1995 adviezen voorontwerp verwerkt in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding advies Raad van State 30 maart 1999 advies Raad van State 21 mei 1999

in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding indiening TK 2de helft 1999

indiening TK 2de helft 1999

nog niet aan te geven wordt gevoegd bij wijz. ZPW i.v.m.

ZBO-aanwijz.

nog niet aan te geven adviesaanvraag 2de helft 1999

nog niet aan te geven voorontwerp 3de kwartaal voor advies voorontwerp 2de helft 1999 voor advies adviesaanvraag Raad van State medio 2000

procedure wordt verder bezien indiening 3de kwartaal 1999

nog niet aan te geven adviesaanvraag Raad van State 3de kwartaal 1999 adviesaanvraag Raad van State 3de kwartaal 1999 nog niet aan te geven adviesaanvraag Raad van State 2de helft 1999

adviesaanvraag Raad van State 2de helft 1999

BIJLAGE 3

OVERZICHT VAN MOTIES EN TOEZEGGINGEN I. Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats1

Stand van zaken

– Op korte termijn nader onderzoek laten uitvoeren naar de oorzaak van het zich niet herstellen van biotopen in gebieden van de Waddenzee die nu voor visserij zijn gesloten. Dit biedt de mogelijkheid voor objectieve criteria in de nieuwe PKB-Waddenzee en een win-win-situatie voor zowel de visserij als de natuurwaarden.

– Het jaar 1999 als overgangsjaar beschouwen en de voor dit jaar met de visserijsector in het kader van de 5%-contour gemaakte afspraken over het niet bevissen van delen Waddenzee als vrijwillig en voorlopig beschouwen, uitgezonderd het sub-litoraal van Breehorn.

21 501-17, nr. 76 Motie-Herrebrugh

In gang gezet. Het onderzoek wordt getrokken door IBN-DLO. Daarnaast betrokkenheid RIVO en NIOZ.

– Initiatieven bevorderen van particuliere bedrijfsleven en verzekeringsmaatschappijen tot verzekeringsvormen tegen voorkomende rampen en calamiteiten. Dit om bestaande rijksvergoedingen zoveel mogelijk te beperken. Kamer regelmatig rapporteren.

– Met spoed maatregelen nemen, in afwachting van de totstandkoming van reparatiewetgeving, die elke uitbreiding van de varkensstapel voorkomen.

– Kamer krijgt een voortgangsrapportage a.d.h.v. én het Actieprogramma «Waterkwaliteit en diergezondheid». én aanbevelingen Cie. Meijer.inzake riooloverstorten

– Bevorderen dat:

  • 1. 
    waterbodems bij riooloverstorten ten spoedigste worden gesaneerd
  • 2. 
    voor boeren geen ontvangstplicht geldt voor hieruit afkomstige bagger.

24 071, nr. 45 Motie-Geluk/ Wagenaar

25 448, nr. 26 Motie-Feenstra c.s

25 890, nr. 5 Motie-Van Middelkoop c.s.

25 890, nr. 6 Motie-Van Middelkoop en Ter Veer

AO Waterschade op 29/6/’99: De Staatssecretaris van BZK komt in najaar ’99 met nadere voorstellen voor een verzekeringsstelsel. Onderzoeksuitkomsten LTO-werkgroep worden er bij betrokken.

Zie MvT2, par. 3.3.1.

Bij brief van de staatssecretarissen LNV en V&W d.d. 14/6/’99 (25 890, nr. 11) naar de Kamer.

Stand van zaken in brief van de staatssecretarissen LNV en V&W d.d. 14/6/’99 (25 890, nr. 11) aan de Kamer

– Op korte termijn bewerkstelligen dat kosten van de saneringsoperatie mede gefinancierd kunnen worden uit de Europese structuurgelden.

25 890, nr. 7 Motie-Atsma

Stand van zaken in brief van de staatssecretarissen LNV en V&W d.d. 14/6/’99 (25 890, nr. 11) aan de Kamer

– Meer activiteiten inzake bedrijfsbeëindiging ontwikkelen.

– Fonds politionele dierziekten voor de melkveehouderij door de sector laten beheren.

26 200, XIV, nr. 11 Motie-Ter Veer c.s.

26 200, XIV, nr. 13 (beh. LNV-begr. 99, 8/10/’98) Motie-Van Ardenne

Weergegeven in brief d.d. 16/11/’98 (25 448, nr. 8) aan Kamer.

In voorbereiding

c.s.

Omschrijving van de motie

Vindplaats1

Stand van zaken

– Maatregelen op korte termijn tot verlaging quotumkosten en vergroting mobiliteit in de sector.

26 200, XIV, nr. 16 Motie-Waalkens c.s.

Standpunt/ eindoordeel m.b.t. systeem van overdracht melkquotum bij brief d.d. 27/4/’99 (26 200, XIV, nr. 52) naar Kamer.

– Het beschikbaar stellen van voor particulier beheer niet benutte middelen aan Nationaal Groenfonds ter realisatie van de EHS.

26 200, XIV, nr. 20 Motie-Vos, Augusteijn en Swildens

Heeft de aandacht.

– Betrekken van sector bij beheer van het Diergezondheidsfonds en inning.

26 200, XIV, nr. 21 Motie-Oplaat, Ter Veer en Waalkens

Zie MvT2, par. 3.8.6.

– Tussendoelstellingen voor de komende vier         26 200, XIV, nr. 23

jaar t.a.v. verwerving, inrichting, beheer en             Motie-Augusteijn,

kwaliteit van de EHS; de Kamer daarover op           Swildens en korte termijn rapporteren.                                          Passtoors

AO Programma Beheer en Evaluatie NBL-beleid op 28/4/’99: In de loop van 1999 zal de Staatssecretaris mede op basis van bijdragen van de provincies, rapporteren over de kwalitatieve tussendoelen van het natuurbeleid.

– Binnen internationale fora van Agenda                 26 200, XIV, nr. 26

2000, WTO en FAO de instandhouding van              Motie-Stellingwerf,

GGO-vrije voedselketens als «consumer                  Van Ardenne en concern» aangemerkt krijgen.                                    Poppe

GGO’s vormen één van de drie thema’s van consumer concern die LNV als eerste wil opnemen in de komende WTO-onderhande-lingen. Ingebracht in interdepartementaal overleg ter voorbereiding Nederlandse standpunt.

– Naast nationaal in te zetten beleid (PvA) een        26 200, XIV, nr. 27

krachtige inzet op Europees niveau om                    (beh. LNV-begr. 99,

harmonisatie te bewerkstelligen m.b.t. gebruik       8/10/’98)

van groeibevorderaars in diervoeders.                     Motie-Van der Vlies

Zie MvT2, par 4.2

– Nagaan of en hoe een bevredigende schaderegeling mogelijk is voor zwaar gedupeerden in de neerslaggebieden waar niet de WTS van toepassing is.

26 200, XIV, nr. 31,

ter vervanging van

15

Motie-Van Ardenne en Waalkens

Weergegeven in brief Oogsschaderegeling d.d. 17/11/’98, (24 071, nr. 42) mede namens staatsssecretaris BZK.

c.s.

Omschrijving van de motie

Vindplaats1

Stand van zaken

– Op korte termijn een PvA opstellen i.o.m. de zaadveredelingsbedrijven en de biologische sector ter stimulering van de veredeling van de biologische gewassen.

26 200, XIV, nr. 32 ter vervanging van 25 (beh. LNV-begr. 99, 8/10/’98) Motie-Stellingwerf

Antw. 9 van brief d.d. 7/4/’99 van VWS en LNV aan VC LNV met o.m. beantwoording vraagpuntennotitie t.b.v. AO voedselveiligheid en keuzevrijheid: De Evaluatie van het PvA Biologische Landbouw wordt naar voren gehaald. Afhankelijk van de resultaten zal een nieuw PvA geschreven kunnen worden, waarin de biologische plantenveredeling meegenomen kan worden.

Planning: begin 2000 naar Kamer.

– Zo spoedig mogelijk een groeistop op het bedrijfsmatig houden van nertsen afkondigen. – Maatregelen voorbereiden teneinde het bedrijfsmatig houden van nertsen te beëindigen en de kamer daarover op korte termijn berichten.

26 200, XIV, nr. 63 Motie-Swildens-Rozendaal c.s.

Zie MvT2, par. 3.3.3

– Zo spoedig mogelijk een programma van            26 407, nr. 4

eisen opstellen op grond waarvan de                       Motie-Stellingwerf,

biologische landbouw kan worden gevrij-                M. Vos, Van der waard van contaminatie door in het milieu              Vlies toegelaten GGO’s.

Wordt beperkt in nieuwe PvA biologische landbouw.

Het budget voor de stimuleringsregeling                 26 549, nr. 8

biologische landbouw in de LNV-begroting             Motie-Stellingwerf voor het jaar 2000 substantieel verhogen.                c.s.

Is gebeurd

– In gevallen als die van de dioxine-affaire              26 577, nr. 6

dient het voorzorgsprincipe uitgangspunt van         Motie-Van der Vlies beleidtezijn.                                                               c.s.

Is uitgangspunt.

– Vóór de behandeling van de begroting 2000 duidelijk tastbare en transparante maatregelen zichtbaar maken, gericht op de interne organisatie van het ministerie van LNV om de interne communicatie op orde te brengen.

26 577, nr. 8 Motie-Oplaat c.s.

Zie MvT2, par. 4.1 en par. 9.1.

– Met kracht een versnelling bewerkstelligen bij de aangekondigde kaderwet veevoeding; herijking van de medebewindstaken van de productschappen bezien; met kracht een Europees voedselkwaliteits-beleid bepleiten

26 577, nr.9                     Ingang gezet.

Motie-Waalkens c.s.

1  Indien niet anders vermeld: Tweede-Kamerstukken, vergaderjaar 1998–1999.

2  Memorie van Toelichting bij de begroting LNV voor 2000.

c.s.

II. Door de bewindslieden gedane toezeggingen

Toezegging

Vindplaats1

Stand van zaken

Algemeen

Nota met de hoofdlijnen van het LNV-beleid Schr. voorbereiding voor de komende jaren zal in de eerste helft van 1999 worden afgerond en aan de Kamer worden voorgelegd.

behandeling LNV-begr. ’99, antw. 4, 117) (Brief d.d.28/9/’98) (26 200, nr 5)

De nota LNV-beleidsprogramma 1999 – 2002 («Kracht en kwaliteit») is met brief d.d. 19/3/’99 (26 446, nr. 1) aan de Kamer gezonden.

Agrarische sector

– De Kamer krijgt resultaten onderzoeken naar de inkomenseffecten van Agenda 2000 en informatie over gevolgen nieuwe systematiek in de diverse productgroepen op punt van inkomensvorming.

Brief d.d. 14/10/’98 aan VC LNV + Europa-overleggen d.d. 15/10/’98, 19/11/’98 en 16/3/’99

Gebeurd met brieven d.d. 16/11/’98, 3/2/’99, 23/3/’99 en 6/4/’99 aan VC LNV.

Het Kameroverleg over Agenda 2000 vond plaats op 27 april ’99.

– Een vernieuwd plan van aanpak verdere stimulering biologische landbouw aan de Kamer voorleggen. In de nieuwe beleidsnota worden de resultaten verwerkt van een evaluatie van de Regeling Stimulering Biologische Productiemethode (RSBP).

– Er komt een breed onderzoek naar de toekomst van het instrument pacht. Hiervoor wordt een externe commissie ingesteld die in 1999 zal rapporteren.

Behandeling begroting 99 in Eerste Kamer, mondeling op 2/2/’99 + Antw. d.d. 21/5/’99 op schr. vragen van de VC LNV + AO Biologische landbouw op 24 juni ’99

AO pachtnormen 3 sept. ’98

In voorbereiding. Planning: begin 2000 naar Kamer. Zie MvT2, par. 3.4.

Zie MvT2, par. 3.10.

– Eind 1999 het beleidsvoornemen herstructurering pluimveehouderij aan de Tweede kamer aanbieden.

Brief d.d. 1/3/’99 (26 200, XIV, nr. 42) aan Kamer

Stand van zaken weergegeven in brief van 2 juni 1999 aan de Kamer met tussenrapportage van de Stuurgroep Heroriëntatie Pluimveehouderij (Stuurgroep Alders) (24 445, nr. 48) en in MvT2, par. 3.3.2.

Milieu/Kwaliteit/Diergezondheid- en welzijn

– EU-Nitraatrichtlijn: De Kamer wordt zo snel         Mondeling tijdens mogelijk geïnformeerd over aanvullend beleid behandeling in reactie op ingebrekestelling door Europese         LNV-begr. ’99 op

Commissie.                                                                  8/10/’98 (Handelin- gen 12).

Is gebeurd bij brief d.d. 2/12/’98 (24 445, nr. 43).

Toezegging

Vindplaats1

Stand van zaken

– Indeloop van 1999 krijgt Kamerde                      Behandeling                    Zie MvT2, par. 3.6.

beleidsnotitie met de contouren van de                   LNV-begroting ’99:         Gespreksronde is verdere beleidsontwikkeling gewas-                         mondeling tijdens          gehouden, zie brief bescherming na 2000. De hoofdlijnen worden         debat op 8/10/’98            d.d. 14 juli ’99 aan eerst ter discussie en toetsing voorgelegd aan        (Handelingen 12):           Kamer. verschillende vertegenwoordigers van de samenleving.

– Kamer krijgt in kader uitvoering herstructureringswet brief over pakket flankerend beleid, incl. bedrijfsbeëindiging, het sociaal-economisch plan, misschien verdere verruiming van borgstellingsfaciliteiten, en fiscale ondersteuning.

AO 24/9/’98 over knelgevallen + Brief d.d. 28/9/’98 (25 448, nr. 6) + Mond. tijdens behandeling LNV-begroting 1999 op 8/10/’98 (Handelingen 12)

Brief d.d. 16/11/’98 (24 445, nr. 8) naar Kamer

– De Kamer ontvangt een tussenrapportage over het effect van diverse maatregelen herstructurering varkenshouderij.

AO 16/12/’98 over knelgevallen + 2-minutendebat d.d. 3/2/’99 n. a. v. AO van 19/1

Bij brief d.d. 4/3/’99 (25 448, nr. 28) naar Kamer.

Streven is in september voorstellen voor aanvullend beleid voor te leggen aan de Kamer in het licht van de door de EU-Nitraatrichtlijn noodzakelijke beperking van de varkensmestproductie en de situatie inzake het mest- en herstructureringsbeleid die door de rechterlijke uitspraken van 23 februari en 10 juni 1999 is ontstaan.

Brief d.d. 28/6/’99 (25 448, nr. 34) + AO Herstructurering varkenshouderij op 30 juni 1999

Bij brief d.d. 10/9/99 naar Kamer.

Streven is de benodigde wetgeving in 2001 in werking te laten treden.

– De definitieve nota diergezondheid – mede op basis van afrondend overleg met bedrijfsleven – bereikt de Kamer nog in 1998.

Mondeling tijdens behandeling LNV-begr. ’99 op 8/10/’98 (Handelingen 12).

Is gebeurd. Brief aan Kamer d.d. 8/1/’99, (26 200, XIV, nr 37.).

– Binnenkort evaluatie van de resultaten van de onderzoeken n.a.v. de BSE-gevallen in Nederland. Hierbij aandacht voor veevoeder-spoor en administratieve controles. Tevens wordt gekeken naar BSE-beleid op langere termijn, mede in het licht van de hervatting van de rundvleesexport uit het VK. De Kamer wordt geïnformeerd over de resultaten van de evaluatie.

Brief d.d. 9/2/’99 (24 668, nr. 27) aan de Kamer

In bewerking.

– De Kamer wordt nader op de hoogte gesteld Brief d.d. 1/10/’98 van uitvoering en voortgang aanscherping              (24 668, nr. 22) aan

I&R-systeem runderen.                                               Kamer

Zie MvT2, par. 3.8.5.

De Kamer ontvangt een overzicht van notities, brieven en verslagen die sinds de invoering van het I&R-systeem op het ministerie «gepasseerd» zijn, waarbij wordt aangegeven hoe op al deze stukken is gereageerd. Ook «witte stukken» van de Kamer zullen bij deze inventarisatie betrokken worden.

AO I&R runderen op 28/4/’99

In september ’99 naar de Kamer

Toezegging

Vindplaats1

Stand van zaken

– De Kamer ontvangt een overzicht van de n.a.v. de varkenspest aangescherpte maatregelen.

AO 16/12/’98 knelgevallen herstructurering varkenshouderij

Opgenomen in Beleidsbesluit Diergezondheid. Besproken in AO 10/2/’99.

– Er wordt in 1999 een Beleidsnotitie Veevoeder opgesteld i.v.m. in algemene zin de aanscherping van de eisen aan, en de controle op de kwaliteit van diervoeders.

Nota Kracht en Kwaliteit + antw. d.d. 27/4/’99 op schr. vragen-Eisses (Aanh. Handelingen, 1264)

Zie MvT2, par. 4.2. Nader beleid voor de veevoedersector wordt versneld ontwikkeld naar aanleiding van de dioxine-affaire medio 1999, aldus de betrokken bewindslieden in de Kamerdebatten op 2 juni (AO) en 9 juni (AO en plenair). Maatregelen weergegeven in brieven d.d. d.d. 8 juni 1999 en 9/6/’99 (26 577, nrs. 4 en 10) aan Kamer. Beleidsnotitie gaat voor het kerstreces naar de Kamer.

– De Kamer op korte termijn informeren over de naar aanleiding van het Gezondheidsraadadvies inzake antimicrobiële groeibevorderaars te nemen stappen. Ook overleg met bedrijfsleven en met Eur. Cie. Want toelating veevoederadditieven is op Europees niveau geregeld.

Brief d.d. 31/08/’98 van min. VWS mede namens stas LNV. + antw. op schr. Vragen Poppe en Kant, d.d. 7/9/’98 (Aanh. Handelingen 1747)

Stand van zaken laatstelijk aan Kamer gemeld in brief d.d. 22 februari 1999, mede namens VWS (26 200, XIV, nr. 40).

– Het kabinet is voornemens een integrale beleidsnotitie inzake moderne biotechnologie uit te brengen. Zij zal onder meer aandachtspunten bevatten voor een daarna in te stellen regeringscommissie biotechnologie.

Brief d.d. 7/4/’99 van minister VWS en stas LNV aan VC LNV met Tweede Voortgangsrapportage Biotechnologie en Levensmiddelen. + AO GGO’ s op 14/4/’99 en 30/6/’99

Zie MvT2, par. 1 en 4.3.

– De Kamer wordt voor het eind van dit jaar geïnformeerd over de uitwerking van het Plan van aanpak voor meer verantwoord fokken, houden, en kennisontwikkeling over het gedrag van honden. Bij de uitwerking wordt aandacht gegeven aan het meldpunt voor hondenbeten, voorlichting, de vrijwillige gedragstest, mogelijkheden voor een importverbod voor agressieve honden en sperma.

AO d.d. 17/3/’99 over Agressieve honden; honden en kattenbesluit

Overleg met sector over opzet PvA is gaande.

Toezegging

Vindplaats1

Stand van zaken

– Een vervolg geven aan de oriënterende onderzoeken naar veterinair verantwoorde verwerking van swill en eventueel de regelgeving aanpassen, ook uit handhavings-oogpunt. De Kamer wordt in de loop van dit jaar nader geïnformeerd over de resultaten en de daaraan te verbinden conclusies.

Brief d.d. 25/3/’99 aan de Kamer (26 200, XIV, nr. 47)

Zie MvT2, par 4.2. In brief d.d. 20 mei 1999 aan de Kamer n.a.v. vragen van de VC LNV op de te volgen werkwijze ingegaan.

Visserij

– De Kamer wordt najaar ’98 geïnformeerd over het voedselreserveringsbeleid voor de Oosterschelde.

Brief d.d. 15/7/’98

Gebeurd in Beleidsbesluit schelpdiervisserij kustwateren 99-2003, dat met brief d.d. 5/3/’99 aan VC LNV is gezonden.

– De Kamer krijgt een notitie over het «Voorzorgsbeginsel» in het visserijbeleid.

Europa-overleggen d.d. 10/12/’98 en 25/3/’99 + Brief d.d. 24/3/’99 aan VC LNV.

Nota met brief d.d.29/3/’99 naar VC LNV.

– De Kamer wordt separaat geinformeerd               Brief d.d. 24/3/’99            Gebeurd met brief over de toepassing van het MOP in Neder-              aan VC LNV.                    d.d. 25/3/’99 aan VC

land.                                                                                                                      LNV.

– Het beleidsbesluit beroepsbinnenvisserij gaat zeer binnenkort naar de Kamer.

AO Binnenviserij op 18/3/’99 + AO MOP-problematiek; voorzorgsbeginsel; schelp-diervisserij op 23 juni ’99

Is gebeurd met brief aan VC LNV d.d. 15/9/99.

Natuur/Groene Ruimte/Recreatie

– De Kamer over enige tijd nader informeren met een financieel overzicht van de middelen die voor het nieuwe stelsel van het Programma Beheer beschikbaar zijn.

Brief d.d. 15/2/’99 + AO Programma Beheer en Evaluatie NBL-beleid op 28/4/’99

Gebeurd met brief d.d. 16 juni 1999 (25 420, nr. 18).

– De Kamer zal schriftelijk worden geïnformeerd over de doorwerking van de Nitraatrichtlijn in de verschillende gebieden.

AO Programma Beheer en Evaluatie NBL-beleid op 28/4/’99

Gebeurd met brief d.d. 16 juni 1999 (25 420, nr. 18).

– De nota NBL21 zal in overleg met de                     Brief d.d. 7/4/’99

maatschappelijke en bestuurlijke partners               aan Kamer + brief worden opgesteld en rond de zomer ’99 aan           d.d. 28/4/’99

de Tweede Kamer worden gezonden.                       (26 200, XIV, nr. 53) Idem resultaten van Operatie Boomhut.

Zie MvT2, par. 1 en 5.1.

– Er wordt een leidraad opgesteld hoe om te          Antw. d.d. 27/4/’99

gaan met de grote grazers in natuurgebieden         op schr. vragen-

– in overleg met de beheerders en de                       Geluk, Oplaat en

Veterinaire Begeleidingscommissie natuur.             Passtoors (Aanh.

Geeft aandacht aan welzijns-, ethische,                    Handelingen 1271)

veterinaire en juridische aspecten plus flankerende maatregelen bij ingrepen beheerder. Verschijnt in 1999. De Kamer wordt hierover geïnformeerd.

In voorbereiding.

Toezegging

Vindplaats1

Stand van zaken

– De Kamer wordt geïnformeerd over de Kabinetsreactie op de brief van de Eur. Cie. inzake Habitatrichtlijn zodra het kabinet hierover een besluit heeft genomen.

De Kamer zal worden geïnformeerd over de voorgenomen definitieve aanwijzingen, voordat – op z’n vroegst eind november a.s. de besluiten worden genomen.

– De Kamer zullen voorstellen worden voorgelegd, gericht op versterking van het platteland in brede zin. Dit zal voor een deel inhoud krijgen in de vorm van gedecentraliseerd gebiedsbeleid.

Brief d.d. 21/12/98

AO Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Wetlands op 24 juni ’99

AO ICES d.d. 8/12/’98

Neergelegd in brief d.d. 5/3/’99 (26 200, XIV, nr. 43).

Zie MvT2, par. 5.3.2.

Zie MvT2, par. 1

– Bij de evaluatie van het financiële-                        Mondeling tijdens compensatie-beginsel, die binnenkort plaats           behandeling vindt, bezien of het zinvol is het compensatie-         LNV-begr. ’99 op beginsel alsnog in de Natuurbeschermingswet       8/10/’98 (Handelin-te regelen. Daarbij de mogelijkheid van een            gen 12). mechanisme met vaste maatstaf betrekken.

Wordt op ingegaan in nota NBL21

– De Kamer op korte termijn informeren over het te voeren beleid inzake de opvang van in beslag genomen dieren, op basis van NOD-onderzoek.

Brief met                          Zie brief d.d. 18/6/’99

voortgangsrap-               aan Kamer (26 200,

portage handhaving XIV, nr. 61). CITES d.d. 15/7/’98 + Antw. d.d. 29/4/’99 op schr. vragen-Augustijn c.s. (Aanh. Handelingen 1284).

– Begin 1999 wordt de Kamer geïnformeerd           TK, AO d.d. over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg       29/10/’98 over (de richtinggevende bestuurlijke conclusies)           herijking landinrich-tussen Rijk en Provincies over sanering van de       ting verplichtingenstand en ruimte voor nieuwe projecten landinrichting.

Zie brief d.d. 4/2/’99 (25 940 nr 4).

– Aan de behoefte van de Kamer om                       AO Recreatie en regelmatig geïnformeerd te worden over de            toerisme 28/4/’99

voortgang in het toerisme- en recreatiebeleid,

zal de regering tegemoet komen door, in aanvulling op de MvT bij de begrotingen,

ieder voorjaar een «handzame notitie» naar de

Kamer te zenden.

Zal gebeuren.

1  Indien niet anders vermeld: Tweede-Kamerstukken, vergaderjaar 1998–1999.

2  Memorie van Toelichting bij de begroting LNV voor 2000.

BIJLAGE 4

OVERZICHT CIRCULAIRES

Publicatie van circulaires voor het agrarisch onderwijs loopt in veel gevallen gelijk met die van de circulaires voor het overig onderwijs, zoals deze verschijnen in het publicatieblad van het Ministerie van OCW «Uitleg

OCW-regelingen».

Voor het agrarisch onderwijs worden de regelingen aangekondigd via het periodiek Agrarisch onderwijs.

Het gaat bij de uitgebrachte circulaires om de volgende publicaties:

Agrarisch Onderwijs nr. 15–1998

Regelingen Hoger landbouwonderwijs

+ Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs 1998 – 1999

(kenmerk HBO/SB-98/22 812) in Uitleg nr. 15 van 10 juni 1998. + Wijziging Regeling Centraal Register Inschrijving Hoger Onderwijs

(CRIHO) (kenmerk WO/BS-1998/27210) in Uitleg nr. 17b van 22 juni

1998. + Privacy-reglement Centraal Register Inschrijving Hoger Onderwijs

(CRIHO) (kenmerk OWD/AP-9805629) in Uitleg nr. 17b van 22 juni 1998. + Hardheidsclausule uitgelote studenten, studiejaar 1998 – 1999

(kenmerk OWD/HVDW-05 930) in Uitleg nr. 17b van 22 juni 1998.

Regelingen Voortgezet landbouwonderwijs/algemeen

Onderwijsbevoegdheid filosofie en informatica (kenmerk VO/TAB/1998/ 14019) in Uitleg nr. 12c van 20 mei 1998.

Regeling actualisering faciliteitenregeling WVO 1998 (kenmerk VO/TAB-1998/9835) in Uitleg nr. 15 van 10 juni 1998. Wijziging Regeling visueel of auditief gehandicapte leerlingen WVO (kenmerk VO/TAB-1998/16101) in Uitleg nr. 15 van 10 juni 1998. Wijziging financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 1998, per 1 juli 1998, per 1 augustus 1998 en per 1 december 1998 (kenmerk AB-1998/ 22141) in Uitleg nr. 16 van 17 juni 1998.

Invoering zogenoemde «koppelingswet» (kenmerk VO/TAB-1998/ 13260) in Uitleg nr. 16 van 17 juni 1998.

Aanwijzing domeinen centraal examen aardrijkskunde (profielen) 2000 en onderwerpen centraal en schriftelijk examen aardrijkskunde 1999–2000 (kenmerk VO/BOB-1998/25978) in Uitleg nr. 17a van 8 juli 1998.

Regeling vaststelling bedragen nascholing voortgezet onderwijs 1998–1999 (kenmerk VO/TAB-1998/4303) in Uitleg nr. 17a van 8 juli 1998.

Afsluitende toetsen basisvorming 1998 (kenmerk VO/BOB-1998/23636) in Uitleg nr. 17a van 8 juli 1998.

Wijziging van de Overgangsregeling bekostiging beroepsonderwijs Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) tot 2000 (kenmerk BVE/ DenR-1998/22408) in Uitleg nr. 17a van 8 juli 1998. Wijziging van de Regeling bekostiging landelijke organen voor het beroepsonderwijs onder de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (kenmerk BVE/DenR-1998/22412) in Uitleg nr. 17a van 8 juli 1998. Regeling aanvullende vergoeding voortijdig schoolverlaten beroepsopleidende leerweg 1998 (kenmerk BVE/DenR-98/20881) in Uitleg nr. 17b van 22 juli 1998. Gewogen gemiddelde leeftijd per schoolsoortgroep (ggls) schooljaar

1998–1999 en een aanpassingsmodel landelijke gemiddelde personeelslasten (lgpl-leraren) (kenmerk VO/FB-1998/30920) in Uitleg nr. 18 van 2 september 1998.

Mededelingen

+ In de Staatscourant van 20 juli 1998 staat de Via-regeling vermeld. + In de Staatscourant van 23 juli 1998 staat de Regeling Bekostiging LOBAS vermeld.

Agrarisch Onderwijs nr.4–1999

Regelingen Hoger landbouwonderwijs

+ Publicatie CROHO 1999–2000 (kenmerk OWD/HW-98.059090) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998. + Wijziging CROHO 1998–1999 in verband met de invoering van duale opleidingen (kenmerk OWD/HW-98–05 901) in Uitleg nr. 19 van 9

september 1998. + Wijzigingen CROHO 1998–1999 voortvloeiende uit de wet van 14 mei

1998 (kenmerk OWD/HW-98 05902) in Uitleg nr. 19 van 9 september

1998. + Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs (kenmerk

HBO-1998/23 977) in Uitleg nr. 21 van 23 september 1998. + Regeling stimulering aansluiting vwo-wo 1999–2001 (kenmerk

WO/BS-1998/36 684) in Uitleg nr. 22 van 30 september 1998.

Regelingen Voortgezet Landbouwonderwijs/Algemeen

+ Aanmeldingsprocedure voor het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) 1999–2000 (kenmerk FBT/bpl-9812214N) in Uitleg nr. 18a van 2 september 1998.

+ Reglement voor de registratie aanmelding, selectie en plaatsing (kenmerk OWD/AP-98059095) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998.

+ Stopzetting vermindering van de rijksbijdragen en rijksvergoedingen op grond van de Tijdelijke Wet Arbeidsbemiddeling Onderwijs (TWAO) (kenmerk CFI/FBT-98/13160N) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998.

+ Reglement voor de registratie diplomawaardering (kenmerk OWD/AP-98.059098) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998.

+ Overgangsvoorziening van school naar landelijk gemiddelde personeelslast (gpl) voortgezet onderwijs (Brielle) (kenmerk VO/FB-1998/ 30919) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998.

+ Ontwerp Plan van Scholen 1999–2001 (kenmerk FBT/BPL-98/12 964M) in Uitleg nr. 19 van 9 september 1998.

+ Verhoging bedragen per leerling van de «Regeling exploitatiekosten scholen vwo-avo-vbo schooljaar 1998–1999» (kenmerk VO/FB-1998/ 24951) in Uitleg nr. 20 van 16 september 1998.

+ Wijziging van de «Regeling aanvullende vergoeding voortijdig schoolverlaten beroepsopleidende leerweg 1998» (kenmerk BVE/DenR-98/34445) in Uitleg nr. 20 van 16 september 1998.

+ Mededelingen over de eindexamens 1999 voor vwo, havo, mavo, vbo en vavo (Septembermededeling (kenmerk CEVO-98/638) in Uitleg nr. 21 van 23 september 1998.

+ Rooster voor de landelijke examens voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) 1999 (kenmerk CEVO-98/668 in Uitleg nr. 22 van 30 september 1998.

Gemengde leerweg aan scholen voor mavo of scholen voor vbo 1999–2002 (Brielle) (kenmerk VO/BOB-1998/36253) in Uitleg nr. 23 van 7 oktober 1998.

Gemengde leerweg aan agrarische opleidingen centra (aoc’s) 1999–2000 (kenmerk VO/BOB-1998/29655) in Uitleg nr. 23 van 7 oktober 1998.

Regeling gemengde leerweg aan agrarische opleidingen centra (aoc’s) na bestuurlijke samenwerking 1999–2002 (kenmerk VO/BOB-1998/ 36257) in Uitleg nr. 23 van 7 oktober 1998.

Formulierenoverzicht oktober 1998 (kenmerk CFI/IRB-98/722N) in Uitleg nr. 24 van 14 oktober 1998.

Regeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (kenmerk VO/FB-1998/ 34201) in Uitleg nr. 24 van 14 oktober 1998. Overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs lom en mlk (kenmerk VO/BJA-98/41447) in Uitleg nr. 24 van 14 oktober 1998.

Plan van Scholen 1999–2001 (kenmerk FBT/BPL-98/18329M) in Uitleg nr. 25 van 4 november 1998.

Centrale examens van de eindexamens vwo, havo, mavo en vbo en van de schriftelijke examens van de staatsexamens vwo, havo, mavo in het jaar 2000 (kenmerk CEVO-98/811) in Uitleg nr. 25 van 4 november 1998.

Richtlijnen en criteria voor omzetting, splitsing, verplaatsing en nevenvestiging per 1 augustus 1999 (kenmerk CFI/FBT-98/19349N) in Uitleg nr. 25 van 4 november 1998.

Wijziging van de Regeling bekostiging huisvesting bve-sector (kenmerk BVE/DenR-1998/20878) in Uitleg nr. 25 van 4 november 1998. Regeling Pilot Trajectbegeleiders (kenmerk BVE/DenR-1998/37768) in Uitleg nr. 25 van 4 november 1998.

Regeling OV-studentenkaart 1999 (kenmerk SFB-1998/4405) in Uitleg nr. 26 van 11 november 1998.

Regeling vaststelling normbedragen studiefinanciering per 1 januari 1999 (kenmerk SFB-1998/43164) in Uitleg nr. 27 van 18 november 1998. Regeling monitor fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg (kenmerk BVE/DenR-1998/40487) in Uitleg nr. 27 van 18 november 1998.

Centraal examen aardrijkskunde 2000 (kenmerk VO/BOB-1998/41276) in Uitleg nr. 27 van 18 november 1998.

Centraal examen geschiedenis examenjaar 2001 (kenmerk VO/BOB-1998/30442) in Uitleg nr. 27 van 18 november 1998. Regeling faciliteitenbeleid voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) 1999–2000 (kenmerk VO/BOB-1998/45550) in Uitleg nr. 28 van 25 november 1998.

Regeling aanvullende vergoeding beroepsbegeleidende leerweg (kenmerk BVE/FC&I-1998/41933) in Uitleg nr. 28 van 25 november 1998. Aanvraagprocedure en voorschriften intrasectorale programma’s per 1 augustus 1998 (kenmerk VO/BOB-1998/45551) in Uitleg nr. 28 van 25 november 1998.

Regeling vaststelling rentepercentages studiefinanciering per 1 januari 1999 (kenmerk SFB-1998/48755 in Uitleg nr. 30 van 9 december 1998. Regeling controleleidraad scholen/organisaties sector voortgezet onderwijs 1998 (kenmerk FVE/VII-98/40648N) in Uitleg nr. 30 van 9 december 1998.

Omzetting speciaal voortgezet onderwijs (Brielle) (kenmerk VO/BOB-1998/46151) in Uitleg nr. 30c van 16 december 1998.

+ Aanvragen Plan van Scholen 2000–2002 (kenmerk VO/BOB-1998/51901) in Uitleg nr. 30c van 16 december 1998.

+ Regeling bekostiging huisvesting bve-sector 1999 (kenmerk BVE/DenR-1998/48349) in Uitleg nr. 30c van 16 december 1998.

+ Vragenrubriek informatiecentrum VO

+ Regeling faciliteitenbeleid voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) 1999–2000 gepubliceerd in het Gele Katern nr. 28 van 25 november 1998 in Uitleg nr. 30c van 16 december 1998.

+ Tijdelijke regeling regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (kenmerk BVE/DenR-1998/48348) in Uitleg nr. 30c van 16 december 1998.

+ Tijdelijke regeling regionale verwijzingscommissies (rvc’s) voortgezet onderwijs (kenmerk VO/BJA-1998/54047) in Uitleg nr. 1 van 13 januari 1999.

+ Overzicht publicaties voor het voortgezet onderwijs 1999 (kenmerk VO/BJA-1998/54427) in Uitleg nr. 1 van 13 januari 1999.

+ Bijlagen 5 en 6 bij de Regeling monitor fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg 1998 (kenmerk BVE/DenR-1998/52749) in Uitleg nr. 1 van 13 januari 1999.

+ Normen Wet tegemoetkoming studiekosten en Regeling tegemoetkoming studiekosten 1999 (kenmerk TSL/HVK-98/1201) in Uitleg nr. 2/3 van 27 januari 1999.

BIJLAGE 5                                              OVERZICHT AANBEVELINGEN NATIONALE OMBUDSMAN

In de periode van 1 juni 1998 tot 1 juni 1999 zijn vijf eindrapporten ontvangen van de Nationale Ombudsman inzake klachten met betrekking tot het ministerie van LNV. De ombudsman heeft slechts in één van die rapporten een aanbeveling gedaan. De aanbeveling had betrekking op een klager, die nadat hij een beslissing op een bezwaarschrift had gekregen, geen beroep had ingesteld bij de rechtbank, ondanks dat hij wel op die mogelijkheid is gewezen in de beslissing. Hij had daarentegen wel een klacht ingediend bij de ombudsman. De ombudsman heeft de klacht als beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank, die het beroep als te laat en dus niet ontvankelijk aanmerkte. De klacht is alsnog door de ombudsman in behandeling genomen en gegrond bevonden, waarna de aanbeveling is gedaan de beslissing op het bezwaarschrift te heroverwegen. Deze aanbeveling is opgevolgd.

Er zijn overigens in de behandelde periode geen aanbevelingen gedaan. In de vier overige rapporten bevond de ombudsman één klacht ongegrond, één gegrond en twee grotendeels ongegrond.

BIJLAGE6                                              SUBSIDIES

De bedragen zoals vermeld onder begrotingsbedrag kas luiden in guldens x 1000.

Voor 2000 bedraagt het totale bruto budgettaire kasbeslag voor subsidies f 976,3 mln. Hier staan ontvangsten van f 212,3 mln. tegenover. Het uiteindelijke netto budgettaire kasbeslag voor 2000 voor subsidies bedraagt daarmee f 764,0 mln.

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

     

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

     

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

Eindevaluatie beleidsnota emancipatie tezamen met Nota Emancipatiebeleid LNV tot 2000.

«De

rentesubsidieregeling.»

Eindrapport evaluatieonderzoek beëindigings-vergoedings-besluit d.d. april 1991.

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

1996 beleidsevaluatie

1994 beleidsevaluatie

1991 beleidsevaluatie

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

     
 

Organisaties, die op het gebied waar LNV voor verantwoordelijk is, emancipatieprojecten opstarten.

Bedrijfshoofden met hoofdberoep in de landbouw, met voldoende vakbekwaamheid, die een ontwikkelingsplan opstellen.

Bedrijfshoofden en bedrijfsleiders in de agrarische sector, die hun bedrijf beëindigen, alsmede meewerkende gezinsleden. BB 2: inkomensgrens f 6 500. BB 103:

inkomensgrens f 26 000.

 

Stimulering van projecten die een gerichte stimulans geven aan emancipatieontwikkelingen binnen of vanuit organisaties en die tevens een voldoende uitstraling hebben.

Het stimuleren van investeringen op bedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden. De regeling is de nationale invulling van de EU-richtlijn betreffende modernisering van de landbouwbedrijven (72 / 159 / EEG).

Door bevordering van bedrijfsbeëindiging te komen tot verbetering van de landbouwstructuur.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

     

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

     
   

34 Besluit landb.bedrij-ven met ontwikkelingsmogelijkheden (BB125/BB352 tot 1/12/’89). Stcrt. 1974, 83 en 89

45 Beëindigingsvergoedingsregelingen (BB 2/103/200). Stcrt. 1964, maart; 1972, 221; 1978, 92

 
     
     
     
     
     
     
     
     

EU-bijdrage begeleidende maatregelen (Mac Sharry)

   
 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

 

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

 

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

Heroverwegingsrapport 1991

«Voorbereidings-en uitvoeringsduur landinrich-tings-projecten.»

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

1991 beleidsevaluatie

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

 
 

Alle belanghebbenden in de herinrichtingsprojecten in Oost-Groningen en de GroningsDrentse veenkoloniën.

 

Het bevorderen van een goed woon-, leef- en werkklimaat en de economische en maatschappelijke ontwikkelingen van Oost-Groningen en de GroningsDrentse veenkoloniën.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

 

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

 
 

69 Herinrichting Oost-Groningen/ Gronings-Drentse Veenkoloniën. Stb. 1977, 694

 
       
       

Juni verslag Algemene Rekenkamer 1994 TK 93/94 23 785 nr 1–2

     

1994 beleidsevaluatie

     
       

Alle belanghebbenden in het reconstructieproject Midden Delfland.

     

Het voorzien in een bufferzone van natuur, landbouw en recreatie tussen Delft en de stedelijke gebieden langs de Nieuwe Waterweg.

     
       
       
       

72 Reconstructie Midden-Delfland. Stb. 1977, 233 Reconstructiewet Midden Delfland

     
 
     
     

Eindrapportage evaluatie A2-regeling.

   

1996 beleidsevaluatie

   
     

Instanties die verantwoordelijk zijn voor waterbeheersing in bepaalde gebieden (met name waterschappen).

   

De regeling is gericht op verbetering van waterbeheersing. In het kader van de waterbe-heersingswerken kunnen maatregelen en voorzieningen worden getroffen voor de aan- en afvoer en voor het beheer van waterlopen-stelsels en kunstwerken.

   
     
     
     

67 Waterbeheersing en ontsluiting in A2-verband. Werkinstructie A2-werken

   
 
     
     
     
     
     

Overheden, organisaties en particulieren in het Groene Hart.

   

Het verhogen van de kwaliteit van natuur, recreatie, milieu en landschap in het Groene Hart d.m.v. het subsidiëren van projecten op het gebied van bruggen en tunnels, recreatieve verbindingen en voorzieningen, kleinschalige landschapselementen, hydrologische systemen, lozingen en visievorming.

   
     
     
     

201 Regeling subsidiëring kwaliteit Groene Hart. Stcrt. 1998, 54

   
 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

       

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

       

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

       

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

     

1996 beleidsevaluatie

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

       
 

15 stadsgewesten (gemeenten) buiten de randstad.

Een ieder die voldoet aan de voorwaarden met uitzondering van niet-terreinbeherende organisaties, provincies en waterschappen

 

Particuliere agrarische bedrijven.

 

Het realiseren van 3000 ha. bos in ca. 15 jaar.

Subsidiëring van projecten die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het landschap door middel van de aanleg van landschapselementen in bepaalde gebieden

Subsidiëring landschapsplannen om tot een samenhangend en doelmatig beheer en ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap te komen

Op een snelle en goedkope wijze via een eenvoudige procedure op basis van vrijwilligheid tot een betere verkaveling te komen.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

       

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

       
 

157 Regeling projectsubsidiëring bosuitbreiding publiek private samenwerking. Regeling in voorbereiding

215 Besluit aanleg landschapselementen (BAL) Stcrt. 1999, 134

217 Besluit ontwikkeling landschapselementen (BOL) Regeling in voorbereiding.

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

     

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

 

Nee regeling is in 1995 gesloten

 

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

«Onderweg» (voortgangsrapportage over nota «kiezen voor recreatie»).

Evaluatie van samenwerking in de bosbouw.

Totale evaluatie van het instrument Natuurbeschermingswet. Onderdeel NBP in de peiling.

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

1994 beleidsevaluatie

Juli 1996 beleidsevaluatie

Juni 1994 beleidsevaluatie

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

     
 

De recreatieschappen Midden-Delfland en Grevelingen (in deze schappen is het Rijk deelnemer).

 

Eigenaar of gebruiker van beschermde natuurmonumenten.

 

Het tot stand brengen en behouden van een adequaat niveau van beheer voor de gebieden Midden-Delfland en Grevelingen.

Bevorderen van duurzame samenwerkingsverbanden tussen bos-eigenaren ten behoeve van vergroting van efficiency.

Bevorderen van doelmatig beheer van beschermde natuurmonumenten.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

     

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

     
 

130 Beheer en onderhoud. Standaard-voorwaarden voor subsidieverlening

103 Bijdrageregeling beheer samenwerking bos 1993. Stcrt. 1993, 143

77 Natuurbeschermings wet. Standaard-voorwaarden voor subsidieverlening

 
   
 

Nee,

Regeling is gesloten

1995 – beleidsevaluatie

 
   

gemeenten en stichtingen die ingevolge hun statutaire doelstelling activiteiten verrichten ten behoeve van de instandhouding van schaapskuddes.

Eigenaren van natuurterreinen, niet zijnde rijksdiensten/instellingen. Particuliere terreinbeherende organisaties. Boseigenaren.

Het instandhouden van schaapskuddes die gehoed worden en bijdragen aan het doelmatig beheer van heideterreinen of veengebieden.

Het bevorderen van de instandhouding van bos-en natuurterreinen

   
   
   

79 Besluit instandhouding schaapskudden. Stcrt. 1999, 87

214 Regeling functiebeloning bos- en natuurterreinen stcrt. 1994, 174

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

 

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

 

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

 

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

 

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

 
 

Particuliere natuurbe-heerders/ organisaties.

 

Behoud, beheer en inrichting en ontwikkeling van natuurterreinen.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

 

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

 
 

199 Tijdelijke regeling Particulier Natuurbeheer. Stcrt. 1998, 163

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

 

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

 

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

 

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

 

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

 
 

Particuliere NB-organisaties, provincies, gemeenten en waterschappen en waterschappen en overige particulieren.

 

Het verminderen van de effecten van verzuring, vermesting of verdroging in bossen en natuurterreinen.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

 

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

 
 

98 Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen. Stcrt. 1996, 250

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

 

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

 

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

 

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

 

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

 
 

Eigenaren van vissersvaartuigen die voldoen aan de criteria van registratie in het visserijregister, geldigheid van de licentie, leeftijd, lengte en inzet voor visserijactiviteiten.

 

Het terugbrengen van de visserijactiviteiten in de wateren van de Europese Unie.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

 

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

 
 

197 Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij. Stcrt. 1999, 42

 

Accountants-verklaring

(ja/nee)1

   

Horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)

   

Vindplaats laatste ex-post evaluatie

 

«Doelmatig-heidsonder-zoek Uitvoering

Bijdrageregeling Kwaliteitsprojecten».

Datum, aard laatste ex-post evaluatie

 

oktober 1993 beleidsevaluatie

Ex-ante geëvalueerd

(ja/nee)

   
 

Primair: Kwaliteits Controle Bureau (KCB)

Secundair: De producenten die hun producten laten keuren.

Privaatrechtelijke keuringsinstellingen (v.w.b. agrarische producten). Product- en bedrijfs-schappen. Organisaties in de agrarische sector die een collectief belang behartigen zonder winstoogmerk.

 

Bevordering toepassing Europese en nationale regelgeving m.b.t. keuring van agrarische producten.

Bevordering kwaliteit en kwaliteitszorg van agrarische producten alsmede de voortbrenging daarvan.

Begrotingsbedrag kas (*1 000)

1999 2000

   

Artikelnummer of artikel onderdeel-nummer

   
 

113 Bijdragen in de keuringskosten private keuringsdiensten. Standaardvoorwaarden voor subsidieverlening

150 Bijdrage regeling kwaliteitsprojecten agrarische producten en productieprocessen. Stcrt. 1992, 61

 
   
   

Quick Scan DLV, Risicoanalyse.

 

1995

Organisatiedoorlichting DLV

 
   

Primair: de Stichting Landbouwvoorlichting (DLV)

Secundair: In landbouw werkzame personen (ondernemers, gezinsleden, medewerkers)

Agrarische onderwijsinstellingen en/of samenwerkingsverbanden van agrarische onderwijsinstellingen.

Het verbeteren van het ondernemerschap en het economisch rendement in technisch-economische zin van het agrarisch bedrijf ten behoeve van de werkenden op dat bedrijf.

Stimulering van vernieuwing innovatie in het agrarisch onderwijs.

   
   
 

16.06(02), 16.07 (02), 16.08(02)

138 Subsidie Stichting Landbouwvoorlichting. Stb. 1992, 619

187 Versterking en innovatie agrarisch onderwijs (VIA-regeling). Stcrt. 1998, 134

BIJLAGE7                                              EVALUATIE-ONDERZOEK

1  Ontwikkelingen inzake coördinatie en stimulering van het evaluatie-onderzoek

De verantwoordelijkheid voor het opzetten en (laten) uitvoeren van beleidsevaluaties, organisatiedoorlichtingen en beleidsmonitoring is primair gelegen bij directies en diensten. Daarnaast heeft de departementsleiding de mogelijkheid om een beleidsevaluatie of organisatiedoorlichting uit te (laten) voeren. Bij de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ) zijn taken op het terrein van de coördinatie en stimulering hiervan neergelegd.

In 2000 wordt de door de directie Financieel-Economische Zaken in 1998 ontwikkelde visie op beleidsevaluatie verder geïmplementeerd. In deze visie zijn in nauwe samenwerking met de beleidsdirecties de LNV-beleidslijnen ten aanzien van beleidsevaluatie beschreven. Tevens zijn de volgende acties in gang gezet: – Beleidsdirecties stellen een meerjarenprogramma op met een doorkijk tot 2003; – Het inrichten van een helpdesk door de directie FEZ; – Het ontwikkelen van een beleidsevaluatie-informatiesysteem (BEIS).

De informatie omtrent evaluatie-onderzoek van het LNV-beleid zal

m.i.v. 1999 systematische worden vastgelegd.

Met deze acties wordt beoogd de beleidsevaluaties binnen LNV in kwalitatief en kwantitatief opzicht te verbeteren en evaluatie-onderzoek, als normaal onderdeel van het beleidsproces, te verankeren.

2  Evaluatie-onderzoek naar subsidies

Begin 1999 is de Handleiding Financiële Regelingen (HFR) geactualiseerd. De aanpak van deze handleiding is gebaseerd op een geïntegreerde benadering, waarin de ex-ante en ex-post evaluatie van een financiële regeling een belangrijke rol spelen. Naast een 5-jaarlijkse (beleids) evaluatie van de regeling wordt ook een 5-jaarlijkse doorlichting op M&O-aspecten voorgeschreven. De basis voor de M&O-doorlichting is een toetsing aan de HFR. In de handleiding wordt aanbevolen de M&O-doorlichting van de regeling gelijktijdig met de (beleids)evaluatie te laten plaatsvinden, omdat voor bijsturing een samenhangende aanpassing aan de verschillende aspecten is vereist. De evaluatiegegevens over financiële regelingen worden opgenomen in het bredere beleidsevaluatie informatiesysteem (BEIS).

3  Evaluatie-onderzoek naar het vergunningen instrument

In het kader van de rijksbrede implementatie van het rapport van de Algemene Rekenkamer inzake vergunningstelsels bij de rijksoverheid zijn alle 112 LNV-vergunningstelsels geëvalueerd en is onderzocht of deze aan de door de Rekenkamer gestelde eisen voldoen. Er is getoetst op de aspecten heroverweging, bedrijfsvoering, leges, handhaving en integriteit. Voor meer gedetailleerde informatie omtrent de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer inzake vergunningen wordt verwezen naar Tweede Kamerstuk 1997–1998, 24 656 nummer 7.

Heroverweging

Met betrekking tot het criterium heroverweging dient de vraag te worden beantwoord of het instrument «vergunning» het meest geschikte instrument is, of dat een ander instrument meer geschikt zou zijn. Meer dan de helft van de LNV-vergunningstelsels vloeit voort uit internationale verplichtingen. Heroverweging of het stelsel zou moeten worden afgeschaft of worden vervangen door een ander instrument is voor deze stelsels dus niet aan de orde.

Heroverweging van de overige vergunningstelsels heeft voor 11 stelsels geleid tot het opheffen ervan. Voor de te handhaven stelsels wordt op een aantal punten verbeteringen doorgevoerd. Een aantal van de belangrijkste verbeteringen zal hieronder nader worden toegelicht.

Bedrijfsvoering

Voor een aantal stelsels is verbetering van de bedrijfsvoering wenselijk. Een geautomatiseerd vergunningenbestand is inmiddels gerealiseerd voor de afhandeling van vergunningen gebaseerd op de Visserijwet, respectievelijk de Plantenziektenwet. Verbeteringen met betrekking tot de bedrijfsvoering van vergunningenstelsels gebaseerd op de Bestrijdingsmiddelenwet zijn opgenomen in het programma «Verbetering uitvoering toelatingsbeleid». Achterstanden bij de afhandeling van aanvragen gebaseerd op de Diergeneesmiddelenwet zijn nagenoeg ingelopen.

Leges

LNV hanteert het uitgangspunt dat voor het verlenen van vergunningen kostendekkende leges in rekening worden gebracht. Dit geldt niet voor alle stelsels, omdat Europese regelgeving deze mogelijkheid niet steeds toestaat. In een aantal gevallen is het onwenselijk om kostendekkende leges in rekening te brengen, omdat Nederland hierdoor te veel uit de pas zou lopen ten opzichte van andere Europese landen. Tevens kan het heffen van een kostendekkende lege een ongewenste drempel opwerpen voor het aanvragen van de vergunning. Een voorbeeld hiervan zijn de vergunningen in het kader van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren. De momenteel in voorbereiding zijnde wijziging van de Diergeneesmiddelenwet zal een basis bieden voor kostendekkende leges.

Handhaving

Voor de onder LNV ressorterende stelsels zijn geen knelpunten op het gebied van de handhaving geconstateerd. Wel wordt een aantal verbeteringen voorgesteld om de handhaving nog verder te verbeteren. Ten behoeve van de Jachtwet, de Vogelwet, de Flora- en faunawet wordt de handhaving verder geïntensiveerd door de inzet van extra formatieplaatsen en door het opstellen van handhavingsdocumenten. Voor de Landbouwwet, de Veewet en de wet Bedreigde uitheemse plant- en diersoorten zijn reeds geautomatiseerde systemen ontwikkeld en in gebruik genomen ter ondersteuning van de controle en het toezicht.

Integriteit

Met betrekking tot de integriteit van de stelsels hanteert LNV het uitgangspunt van functiescheiding en functieroulatie. Met name bij de stelsels waarbij grote commerciële belangen een rol spelen aan de zijde van de aanvragers, is deze aandacht voor integriteitsbevorderende maatregelen groot. Voor onder meer de stelsels gebaseerd op de Diergeneesmiddelenwet geldt dat bijvoorbeeld eerst technische adviezen worden ingewonnen alvorens over te gaan tot besluitvorming over de verlening van een vergunning. Eveneens is LNV-breed een circulaire opgesteld met daarin maatregelen ter verhoging van de ambtelijke integriteit.

4 Overzicht evaluatie-onderzoek

De in de tabel opgenomen gegevens hebben een indicatief karakter. Het overzicht bestrijkt de periode tot en met het jaar 2000.

12 (hoofd) beleidster-         realisatie- rein                                 (jaar)

doelstelling en titel

4 karakter

 

5

6

M&O-

kosten of

aspecten

uitgaven

Afgerond evaluatie-onderzoek

Landbouw                      1998

Evaluatie van de Stimuleringsregeling Praktijkgerichte Oplossingen Mestproblematiek ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Evaluatie Stimuleringskader LNV. Stimuleringskader innovatie Markten Concurrentiekracht. Een evaluatie van 1997.

ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Evaluatie Stimuleringskader LNV, Verspreidingsprogramma Markten Concurrentiekracht, onderdeel Investeringsregeling Primaire Landbouw.

ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Evaluatie Stimuleringskader LNV, Verspreidingsprogramma Markten Concurrentiekracht, onderdeel verwerking en afzet landbouwproducten.

ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Evaluatie Stimuleringskader LNV. Verspreidingsprogramma Markten Concurrentiekracht. Subsidieregeling demonstratieprojecten markt- en concurrentiekracht onderdeel Primaire Landbouw.

ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Eindevaluatie Demonstratieproject Welzijnsvriendelijke Huisvestings-sytemen ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

1998

Evaluatie van de bijdrageregeling demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw Landbouw

1998                     Evaluatie Emancipatiebeleid 2000

1998                     Nieuwsgierig naar Vernieuwing,

tussentijdse evaluatie plattelandsvernieuwing ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie geen geen

f 220 000,–

3

(hoofd) beleidsterrein realisatie-(jaar)

doelstelling en titel

4 karakter

5

M&O-aspecten

6

kosten of uitgaven

Landbouw

Landbouw

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

1999

1998

Evaluatie van de Nederlandse maatregelen verwerking en afzet landbouwprodukten (verordening 866/90 i)

ex-post beleidsevaluatie

De gevolgen van de invoering van         ex-ante beleidsevaluatie

MINAS-AT voor de vollegronds-groenteteelt in West-Friesland

Onderzoek ontwikkeling grondprij- ex-post beleidsevaluatie geen geen geen

f 160 000,–

f 15 000,–

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Beleidsevaluatie Overlegplatform          organisatiedoorlichting

Groene Ruimte (LOGR)

geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Evaluatie Nota Kiezen voor Recreatie ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Evaluatie Natuurbalans 1998 en graadmeters natuurbeleid ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Organisatiedoorlichting directie Natuurbeheer doorlichting geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Evaluatie strategisch plan van aanpak biodiversiteit ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw en Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1998

Evaluatie Structuurschema Groene ex-post beleidsevaluatie Ruimte (SGR)

geen

f 25 000,– tevens 2 fte.

Landbouw en Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

Landbouw en Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

1998

Evaluatie Stimuleringskader (programma’s markt en concurrentiekracht en vernieuwing van het landelijk gebied)

Evaluatie Stimuleringskader (programma vernieuwing landelijk gebied) eerste tender 1997

ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie geen geen

 

Visserijen

1998

Evaluatie Beleid Beroepsbinnenvisserij

ex-post beleidsevaluatie

geen

 

Visserijen

1998

Evaluatie Kustvisserijbeleid

ex-post beleidsevaluatie

geen

-

Milieu, Gezondheid

1998

Actieprogramma Waterkwaliteit en

ex-post beleidsevaluatie

geen

-

en Kwaliteit

 

Diergezondheid (cie. Ouwerkerk)

     

Milieu, Gezondheid

1998

De uitbraak van klassieke

ex-post beleidsevaluatie

geen

externe

en Kwaliteit

 

varkenspest in Nederland; eindevaluatie

   

kosten f 1,3 mln.

Wetenschap en

1998

Kennisbeleidsplan; zelfevaluatie

ex-ante

geen

-

Kennisoverdracht

 

van de inhoudelijke prioriteiten en evaluatie van de hoofdpunten van het beleid

     

2

3

zen

(hoofd) beleidsterrein realisatie-(jaar)

doelstelling en titel

4 karakter

 

5

6

M&O-

kosten of

aspecten

uitgaven

Agrarisch praktijkschoolonderwijs

Agrarisch Praktijkschoolonderwijs

Voortgezet

Agrarisch onderwijs

Lopend evaluatieonderzoek

Landbouw

Landbouw

Landbouw

Landbouw

1998

1998

1998

1999

1999

1999

1999

Landbouw                      1999

Industrie en Handel 1999

Landbouw

Landbouw

Landbouw

Landbouw

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

1999

1999

1999

1999

Evaluatie-onderzoek naar de effectiviteit van de middelen zoals die door het Ministerie van LNV worden verstrekt.

Onderzoek innovatieve taak IPC’s

Evaluatie van de examenresultaten voor het agrarisch VBO en MAO

Beleidsmatige evaluatie receptuursysteem dichloorvos

Voortgangsrapportage MJP-G over 1998

Politiek bestuurlijke evaluatie MJP-G

ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie

Structuurverbetering Glastuinbouw

Evaluatie Sociaal Economisch Plan Glastuinbouw

Evaluatie-onderzoek pachtbeleid

Evaluatie EU-regeling Demonstratie en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden

Monitoring en Evaluatie Plan van Aanpak biologische landbouw

Evaluatie demonstratieregeling Markt- en Concurrentiekracht

Evaluatie BPM (bijdrageregeling proef-projecten mestverwerking)

Evaluatie Kaderverordening 2078 plattelandsvernieuwing

Evaluatie Regeling Subsidiëring Kwaliteit Groene Hart ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-ante ex-post beleidsevaluatie geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen

f 3 000,-; tevens 20 mandagen

f 3 000,- ; tevens 25 mandagen

 

Landbouw

1999

Evaluatie steunpunt kleine toepassingen

ex-post beleidsevaluatie

geen

 

Landbouw

1999

Zicht op sturing

ex-post beleidsevaluatie

geen

f 35 000,–

Landbouw

1999

Evaluatie Dossier Glastuinbouw

ex-post beleidsevaluatie

geen

-

Landbouw

1999

Evaluatie van de Regeling

ex-post beleidsevaluatie

geen

-

f 150 000,-

0,1 fte

2

3

 

(hoofd) beleidster-

realisatie-

rein

(jaar)

Natuur, Groene

1999

Ruimte en

 

Recreatie

 

Natuur, Groene

1999

ruimte en Recreatie

 

doelstelling en titel

4 karakter

 

5

6

M&O-

kosten of

aspecten

uitgaven

Evaluatie natuurgericht milieube-          ex-post beleidsevaluatie leid

Evaluatie-onderzoek naar de gegevensvoorziening van faunagegevens in de Milieu-Effect Rapportage geen geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

Evaluatie van het Natuur-, Bos- en landschapsbeleid ex-post beleidsevaluatie geen

f 300 000,– tevens 2 fte.

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

Tussentijdse evaluatie «jaar 2000 doelstelling»

ex-post beleidsevaluatie geen

f 40 000,–; tevens 10 mandagen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

Evaluatie Actieplan Midden- en Oost-Europa 1996-2000

ex-post beleidsevaluatie geen

f 150 000,– tevens 20 mandagen

Natuur, Groene ruimte en Recreatie

1999

Evaluatie-onderzoek naar de uitvoering van de Natuurbeschermingswet (NB-wet)

ex-ante beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene ruimte en Recreatie

1999

Doorwerking Europese wet- en regelgeving op het gebied van natuur in nationale wet- en regelgeving ex-post beleidsevaluatie geen

Inrichting

1999

Evaluatie implementatie Watersysteembenadering ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

Analyse van krachten achter diffuse verstedelijking geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

1999

Evaluatie Recreatie op eigen Benen ex-post beleidsevaluatie (ROEB)

geen

Milieu, Gezondheid en Kwaliteitszorg

1999

Beleidsvisie dierenwelzijn geen

Milieu, Gezondheid en Kwaliteitszorg

1999

Onderzoek naar een passende tariefstelling bij het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen.

ex-ante geen

f 100 000,–

Milieu, Gezondheid en Kwaliteitszorg

1999

Audit naar Identificatie & Registratie van runderen en varkens ex-post beleidsevaluatie

f 200 000,–

à

f 300 000,–

Wetenschap en kennisoverdracht

1999

Controles op wettelijke regelingen         ex-post beleidsevaluatie geen

f 5 000,–; tevens 50 mandagen

Wetenschap en kennisoverdracht

1999

De staat van het landbouw-onderwijsverslag. Rapport uitbrengen over de staat van het landbouwonderwijs.

ex-post beleidsevaluatie geen

f 10 000,–; tevens 120 mandagen

2

3

ex-ante ex-ante ex-ante ja

(hoofd) beleidsterrein realisatie-(jaar)

doelstelling en titel

4 karakter

 

5

6

M&O-

kosten of

aspecten

uitgaven

geen

f 10 000,–

 

intern,

 

f 10 000,–

 

extern;

 

tevens 55

 

mandagen

Wetenschap en kennisoverdracht

Agrarisch onderwijs

Agrarisch onderwijs

1999

1999

1999

Gepland evaluatie-onderzoek

Algemeen                       2000

Landbouw

2000

Onderzoek maatschappelijke oriëntatie landbouwopleidingen

Op basis van de kwaliteitszorgverslagen van de instellingen van het landbouwonderwijs wordt een onderzoek verricht naar de kwaliteitszorg binnen de instellingen.

Evaluatie van de regeling versterking en innovatie agrarisch onderwijs

Doorlichting uitvoerende diensten; onderzoek naar doeltreffendheid beleid en doelmatigheid uitvoering.

Evaluatie LNV-emancipatienota tot 2000

ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie organisatiedoorlichting ex-post beleidsevaluatie geen geen geen geen

Landbouw

2000

Voortgangsrapportage MJP-G over 1999

ex-post beleidsevaluatie geen

Landbouw

2000

Evaluatie Integrale Notitie Mest- en Ammoniakbeleid 2000

ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

2000

Evaluatie regeling Versterking Recreatie ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

2000

Evaluatie Wet op de Openluchtrecreatie ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

2000

Evaluatie Stimuleringskader (landelijk gebied)

ex-post beleidsevaluatie geen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

2000

Evaluatie Emancipatie Effectrapportage ex-ante geen

Inrichting

2000

 

Natuur, Groene

2000

Ruimte en

 

Recreatie

 

Natuur, Groene

2000

Ruimte en

 

Recreatie

 

Visserijen

2000

Milieu, Gezondheid

2000

en Kwaliteitszorg

 

Evaluatie regionale reconstructie oude glastuingebieden (RROG’s)

Structuurschema Groene Ruimte (SGR) “2”

ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie

Evaluatie Groen in en om de Stad          ex ante

(GIOS)

Evaluatie Sanering IJsselmeervloot ex-post beleidsevaluatie

Evaluatie Besluit Biotechnologie bij ex-post beleidsevaluatie Dieren geen geen geen geen geen

2

3

 

(hoofd) beleidster-

realisatie-

rein

(jaar)

Wetenschap en

2000

kennisoverdracht

 

Wetenschap en

2000

kennisoverdracht

 

Hoger agrarisch

2000

onderwijs

 

Hoger agrarisch

2000

onderwijs

 

doelstelling en titel

4 karakter

 

5

M&O-aspecten

6

kosten of uitgaven

geen

f 10 000,–; tevens 75 mandagen

geen

f 50 000,–; tevens 50 mandagen

geen

f 5 000,–; tevens 40 mandagen

geen

f 2 000,–; tevens 20 mandagen

Evaluatie Wet op het Beroepsonderwijs (WEB)

Evaluatie Kennisprogramma’s Ministerie van LNV

Onderzoek agrarische scholengemeenschappen, ressorterend onder OCW

Meta-evaluaties Hoger onderwijs ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie ex-post beleidsevaluatie

2

3

BIJLAGE 8

DE BIJLAGE INZAKE ECONOMISCHE EN FUNCTIONELE CLASSIFICATIES

Overzicht a: Uitgaven en ontvangsten per (macro-) economische categorie met totalen per economische hoofdgroep

Code

Omschrijving

1999

Uitgaven 2000

Ontvangsten 1999                    2000

01

Uitgaven nader te verdelen over hoofdgroepen 1 t/m 9

01.11 01.12

Loonbijstelling Prijsbijstelling

03 08

Interne verrichtingen Interne verrichtingen

155 538

146 358

102 941

80 529

11 12 16

Beloning van werknemers Overige goederen en diensten Verkopen van goederen en diensten

584 114            600 017

295 055            273 707

518 182

3 426 313 281

26 29

Ontvangsten rente

Inkomen uit grond en minerale reserves

6 440

600 6 440

31

Subsidies (producenten)

19 679

34 446

36

41

Belastingen op productie en invoer

Sociale uitkeringen (excl. soc.overdr.in natura)

5 000

869

810

43 A                  Inkomensoverdrachten Centrale overheid

43 C                  Inkomensoverdrachten Lokale overheid

43 D                  Inkomensoverdrachten Ondernemingen in de vorm van vennootschap- pen

43 E                  Inkomensoverdrachten Gezinnen

43 F                  Inkomensoverdrachten Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v.

gezinnen

43 G                  Inkomensoverdrachten Buitenland

43 Z                  Inkomensoverdrachten Meerdere sectoren

47 A                  Ontvangen inkomensoverdrachten Centrale overheid

47 C                  Ontvangen inkomensoverdrachten Lokale overheid

47 D                  Ontvangen inkomensoverdrachten Ondernemingen in de vorm van vennootschappen

47 E                  Ontvangen inkomensoverdrachten Gezinnen

47 G                  Ontvangen inkomensoverdrachten Buitenland

 

1 982 598

1 705 347

500

500

148 244

131 571

4 999

4 999

339 584

126 134

   

500

500

   

14 362

18 893

   

1 000

74 043

8 500 224 711

51                     Invest. in grondwerken, water- en wegenbouwkundige werken

52                     Invest.in vaste act.overige nieuwe invest.goederen 56                     Verkoop gebouwen

62 A                  Investeringsbijdragen Centrale overheid

62 C                  Investeringsbijdragen aan lokale overheid

62 D                  Investeringsbijdragen Ondernemingen in de vorm van vennootschappen

62 F                  Investeringsbijdragen Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen

 

304 580

333 223

25 273

157 217

104 864

136 517

71 060

53 387

195 148

78 402

63 C 63 D

63 F 66

Kapitaaloverdrachten Lokale overheid

Kapitaaloverdrachten Ondernemingen in de vorm van vennootschappen Kapitaaloverdrachten Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen

Verkoop gronden

72 A 72 D

72E

Verstrekking langlopende leningen Centrale overheid

Verstrekking langlopende leningen Ondernemingen in de vorm van vennootschappen

Landlopende leningen aan gezinnen

55 317              98 276

673

1 133

77A                   Aflossing van langlopende leningen centrale overheid

77 D                  Aflossing van langlopende leningen ondernemingen

77 E                  Aflossing van langlopende leningen gezinnen

 

1 837

1 837

96 645

94 120

446

446

Totaal

4 296 589         3 900 128

807 902

740 199

Overzicht b: Uitgaven en ontvangsten per functionele categorie

Code

Omschrijving

1999

Uitgaven 2000

1999

Ontvangsten 2000

01.42                Vertegenwoordiging in het buitenland

01.50                Algemeen (Ontwikkelingssamenwerking)

01.501              Algemeen (Ontwikkelingssamenwerking)-Onderzoek

01.53                Hulpverlening via internationale organisaties

14 362

13 864

04.0                  Onderwijs algemeen

04.34                Technisch onderwijs en vak en beroepsonderwijs 04.341              Technisch onderwijs en vak- en beroepsonderwijs Onderzoek

04.43                Universitair onderwijs

04.44                Overig hoger onderwijs

07.35                Overig milieubeheer 07.351              Overig milieubeheer – Onderzoek 07.5                  Natuur- en landschapsbehoud

08.3                  Sportenrecreatie

10.0                  Algemeen (Landbouw)

10.01                Algemeen (Landbouw) – Onderzoek

10.1                  Akkerbouw, tuinbouw, wijnbouw en veeteelt

10.2                  Ruilverkaveling 10.21                Ruilverkaveling – Onderzoek

10.3                  Bosbouw

10.4                  JachtenVisserij 10.9                  Onverdeeld

 

13 465

12 187

5 036

5 036

739 436

769 657

   

255 846

253 127

   

312 789

76 111

7 869

7 810

175 890

266 922

18 875

21 355

34 107

38 505

   

398 926

371 991

235 338

45 226

787 439

540 172

26 979

32 500

770 282

739 955

333 723

445 415

600 058

630 561

165 990

162 765

160 479

168 497

5 250

11 250

33 117

18 186

8 842

8 842

393

393

   

Totaal

4 296 589

3 900 128

807 902

740 199

BIJLAGE9                                              VOORLICHTING

In het onderstaande overzicht wordt aangegeven welke voorlichtingsuitgaven bij LNV gedaan worden. In het overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen een drietal componenten:

A.  Het totale budget van de centrale directie Voorlichting;

B.  Het totaal aan voorlichtingsbudget van overige departementsonderdelen;

C.  Verstrekte subsidies aan instellingen met het doel om voorlichting te geven aan burgers of bedrijven door die instellingen.

Meerjarenraming voorlichtingsuitgaven per component (x f 1 mln.)

1999         2000         2001          2002          2003             2004

A.  Budget centrale directie Voorlichting

Personeel                                                   3,6             3,6            3,5             3,5             3,5                3,5

Materieel                                                    2,8             2,7            2,7             2,6             2,6                2,7

Programma                                                   –                –                –                –                –                   –

SubtotaalA.                                               6,4             6,3            6,2             6,1             6,1                6,2

B.  Voorlichtingsbudget overige departementsonderdelen

Personeel                                                   1,2             1,2            1,2             1,2             1,2                1,2

Materieel                                                    2,7             2,7            2,7             2,6             2,0                2,0

 

Programma

7,3

10,4

9,4

8,5

3,9

0,0

Subtotaal B.

C. Verstrekte subsidies

11,2 3,6

14,3 3,6

13,3 3,6

12,3 3,6

7,1 3,6

3,2 3,6

Totaal voorlichtingsuitgaven

21,2

24,2

23,1

22,0

16,8

13,0

Met de hierboven genoemde personele budgetten zijn ca. 49 fte’s gemoeid.

Toelichting bij component B.

Bij onderdeel B. «voorlichtingsbudget overige departementsonderdelen» zijn de uitgaven opgenomen ten behoeve van de directie Landbouw, de directie Veterinaire, Voedings- en Milieu-aangelegenheden en de Dienst Landelijk Gebied. De raming van de directie Veterinaire, Voedings- en Milieu-aangelegenheden betreft uitgaven in het kader van voorlichting over het agromilieukeur, biotechnologie, voeding in relatie tot het milieu en maatschappelijk gewenste productiemethoden voor voeding. De raming van de directie Landbouw betreft ondermeer uitgaven ten behoeve van het communicatieplan Mineralen en Ammoniakbeleid, het communicatieplan Stimuleringskader en een plan beleidscommunicatie herstructurering varkenshouderij.

Het communicatieplan Mest- en Ammoniakbeleid is een voortzetting van de communicatie zoals die in de afgelopen jaren is ingezet om te communiceren inzake het Mest- en Ammoniakbeleid. In de afgelopen jaren was een belangrijk onderdeel de communicatie over het Mineralenaangiftesysteem (Minas) dat op 1 januari 1998 in werking is getreden. Dit communicatieplan richt zich op het informeren van relevante actoren over het waarom en inhoud van het Mest- en Ammoniakbeleid waaronder Minas, gedurende het gehele proces van voorstel tot en met uitvoering van wet- en regelgeving. Prioritaire doelgroepen zijn de agrariërs en de intermediairs.

Het communicatieplan Stimuleringskader (SMK) is bedoeld om voorlichting te geven omtrent allerlei acties die voortvloeien uit het Stimuleringskader. Met het stimuleringskader wordt beoogd een stimulans te geven aan de vernieuwing in de LNV-sectoren door het verstrekken van subsidies.

In juli 1997 is de Tweede Kamer geïnformeerd omtrent de plannen rondom de herstructurering van de varkenshouderij. Het communicatieplan behelst het actief informeren van prioritaire doelgroepen, zoals de varkenshouders, intermediairen en kolom-actoren over de inhoud van de wet. Doel van de communicatie in deze fase is het informeren en het stimuleren van draagvlak onder de betrokkenen om zich voor te bereiden op de komst van de wet. Hierbij wordt uitleg gegeven over: inhoud van de vastgestelde plannen c.q. wet, aangeven van wijzigingen t.o.v. oorspronkelijke plannen, verdere uitwerkingen en vervolgprocedure.

Toelichting bij component C.

Bij onderdeel C. «verstrekte subsidies» is de bijdrage opgenomen ten behoeve van het Voedingscentrum Nederland (VCN).

Aan de Voorlichtingsraad zijn voor de komende jaren, al dan niet in samenwerking met andere departementen, de navolgende communicatieprojecten gemeld:

– Campagne «Goede voeding, wat let je», – Campagne «Biologische Landbouw».

De campagne «Goede voeding, wat let je» (1996–2001) is het vervolg op de «let op vet» campagne. De Stuurgroep Goede Voeding is verantwoordelijk voor de organisatie die opereert onder auspiciën van het voedingscentrum. Het jaarlijks campagnebudget bedraagt circa f 2 500 000,– (financiering door diverse stichtingen, fondsen, de produktschappen en de ministeries van VWS en LNV). Het accent in de nieuwe campagne ligt op verhoging van de consumptie van complexe koolhydraten, met name in de vorm van groenten en fruit. Verlaging van de vetconsumptie blijft impliciet doel. Uit voedselconsumptieonderzoek is gebleken dat in de jaren van de «let op vet» campagne de vetconsumptie is gedaald. Uit volgende onderzoeken zal moeten blijken of deze gunstige trend zich voortzet. De campagne kent zowel massamediale als specifieke, doelgroepgerichte activiteiten.

Door middel van de campagne «Plan van Aanpak Biologische Landbouw» wordt beoogd de ontwikkeling van de biologische landbouw te stimuleren. De biologische landbouw wordt gezien als een marktgerichte sector met produkten die voldoen aan de behoefte van de consument aan specifieke natuur- en milieuvriendelijke geproduceerde produkten. Middels de Postbus 51 campagne wordt de consument voorgelicht en gestimuleerd over te stappen op biologische geproduceerde produkten. De campagne wordt massamediaal uitgevoerd. De financiële omvang bedraagt op jaarbasis circa f 475 000,–. Met deze campagne is ook aansluiting gezocht bij de eerder gehouden EKO-campagne. Ook voor 1999 en de jaren daarna zal middels Postbus 51, voorlichting worden gegeven ter bevordering en stimulering van de biologische landbouw.

Het ministerie van LNV heeft geen externe adviseurs ingeschakeld voor deze voorlichtingsactiviteiten.

BIJLAGE10                                            CONVENANTEN

Gesloten convenanten (periode van 1 juni 1998 tot 1 juni 1999)

Naam convenant doelstelling betrokken partijen

Datum van ondertekening

Inwerkingtreding

Samenwerken bij de planvorming en uitvoering van de droge infrastructuur

Ministerie LNV,

Dienst Landelijk Gebied

Fryslân

Ministerie V&W,

Rijkswaterstaat,

directie Noord-Nederland

2 juni 1998

1 januari 1998; looptijd 1 jaar

Uitvoeringsovereenkomst «Natuurontwikkeling Zuidkust van Schouwen»

Ministerie LNV, Dienst Landelijk Gebied Rijkswaterstaat, directie Zeeland

1 augustus 1998          1 augustus 1998

Gebiedsgerichte aanpak Kop van Goeree teneinde een duurzame ontwikkeling te realiseren

Ministerie LNV directie, Zuid-West Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland Gemeente Goedereede, Provincie Zuid-Holland, Waterschap Goeree-Overflakkee,

Zuiveringsschap Holland-sche Eilanden en waarden N.V. Delta Nutsbedrijven Vereniging Zaad, Plant, Bloem WLTO afdeling Goeree Overflakkee

Landinrichtingscommissie, Vereniging Voor Natuur- en Landschapsbescherming, Wildbeheereenheid De Stelle Stichting Duinbehoud Vereniging Natuurmonumenten

Stichting Het Zuid-Hollandsch-Landschap Landsbeheer Zuid-Holland VVV, Ouddorp VEERO

Natuur- en Recreatieschap Grevelingen Staatsbosbeheer

25 juni 1998                  25juni 1998

Bijdrage inrichting eiland Tiengemeten

Ministerie LNV, Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland

3 december 1998         3 december 1998

Convenant tussen Unie van Bosgroepen

Kaderstelling voor te maken afspraken op het gebied van doelrealisatie en kwaliteitscontrole

Ministerie LNV

Unie van Bosgroepen

21 december 1998 1 januari 1999

Inrichtingsplan Middag-Humsterland

Tot uitvoering komen van een inrichtingsplan voor het gebied Middag-Humsterland in het noordwesten van de provincie Groningen.

Ministerie LNV

Provincie Groningen

NLTO

Milieufederatie Groningen

Gemeenten Zuidhorn en

Winsum

Waterschap Noorderzijlvest

22 december 1998 22 december 1998

Naam convenant doelstelling betrokken partijen

Datum van ondertekening

Inwerkingtreding

Convenant ter uitvoering van het plan van aanpak verdrogingsbestrijding in de provincie Utrecht

In onderlinge samenwerking het areaal verdroogd gebied in de provincie Utrecht te verminderen met 25% in 2005 en 40% in 2010, ten opzichte van de verdrogingskaart 1999.

Dienst Landelijk Gebied (Ministerie LNV) Vereniging Natuurmonumenten

Staatsbosbeheer Stichting Het Utrechts Landschap

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Waterschap Vallei en Eem N.V. Waterleidingbedrijf Midden-Nederland Provincie Utrecht Stichtse Milieufederatie Gewestelijke Land- en Tuinbouworganisatie Vereniging Nederlandse gemeenten, afdeling Utrecht Utrechts Particulier Grondbezit Regionale Inspectie Milieuhygiëne Rijkswaterstaat, directie Utrecht

2 februari 1999

2 februari 1999

Bestuursconvenant Milieu-rechtshandhaving Drenthe

Milieurechtshandhaving

Ministeries LNV,

VROM

Betreffende gemeenten

Provincie Drenthe

Betreffende politieregio’s

Openbaar Ministerie

Zuiveringsschap Drenthe

Douane

Koninklijke Marechaussee

15 februari 1999

15 februari 1999

Naam convenant doelstelling betrokken partijen

Datum van ondertekening

Inwerkingtreding

Convenant De Venen 1998

Partijen onderschrijven het door de Stuurgroep De Venen op 1 juli 1998 vastgestelde Plan van Aanpak De Venen in al zijn onderdelen, dat wil zeggen de inrichtingsvisie, de daartoe benodigde maatregelen, de daartoe benodigde financiën, de verdeling van de kosten en de uitvoeringsorganisatie.

Ministeries LNV,

VROM, V&W

Provincie Utrecht,

Zuid-Holland,

Noord-Holland

Gemeente Abcoude, Alphen aan den Rijn, Bodegraven,

Breukelen,

Harmelen, Liemeer,

Nieuwkoop, Ouder-Amstel,

De Ronde Venen, Ter Aar,

Woerden

Hoogheemraadschap Amstel

Gooi en Vecht, van Rijnland,

De Stichtse Rijnlanden

Waterschap De Oude

Rijnstromen de Gewestelijke Land- en

Tuinbouworganisatie de Westelijke Land- en

Tuinbouw Organisatie de Stichtse Milieufederatie de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten

ANWB

HISWA

17 februari 1999

17 februari 1999

Bestuursconvenant Milieu-rechtshandhaving Groningen

Milieurechtshandhaving

Ministeries LNV, VROM, V&W, EZ Betreffende gemeenten Provincie Groningen Betreffende waterschappen

24 februari 1999

24 februari 1999

Het realiseren en in stand houden van een gewenste milieu-, water- en omgevingskwaliteit door het bevorderen en vasthouden van structureel, systematisch en samen handhaven van milieuhygiënische-, waterstaatnatuurbeschermings-en ruimtelijke ordeningswet-en regelgeving

Ministerie van LNV, Algemene Inspectiedienst Rijkswaterstaat, directie Noord-Nederland alle gemeenten in de Prov. Groningen de Waterschappen Dollard-zijlvest, Eemzijlvest, Hunze en Aa en Noordzijlvest Provincie Groningen de Regionale Inspectie Milieu hygiëne Noord Staatstoezicht op de Mijnen

24 februari 1999

24 februari 1999; looptijd 4 jaar

Naam convenant doelstelling betrokken partijen

Datum van ondertekening

Inwerkingtreding

Overeenkomst tot uitvoering gebiedsgericht beleid Vecht-Regge.

Ministerie LNV, directie Oost Ministerie EZ, regio Oost Rijkswaterstaat, directie Oost-Nederland Gemeenten Dalfsen, Den Ham, Gramsbergen, Hardenberg, Hasselt, Hellendoorn Ommen, Zwolle,

regio’s IJssel/Vecht en Twente waterschappen groot-Salland,

Vechtlanden en Regge en Dinkel waterleiding maatschappij Overijssel, Staatsbosbeheer Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie Zuid Midden Oost Landschap en Natuur Overijssel

Vereniging Natuurmonumenten

Natuur en Milieu Overijssel recron Overijssel Overijssels Particulier Grondbezit Provincie Overijssel

22 april 1999

22 april 1999

Samenwerken bij planvorming en uitvoering van de droge infrastructuur (wijzigingsovereenkomst)

Ministerie LNV,

Dienst Landelijk Gebied

Fryslân

Rijkswaterstaat,

directie Noord Nederland

4 mei 1999

1 januari 1999, looptijd 1 jaar

BIJLAGE11                                            FINANCIEEL BEHEER

Even als voorgaande jaren heeft de accountantscontrole over het begrotingsjaar 1998 tot een goedkeurende verklaring geleid.

Automatisering/beveiligingsbeleid

De beveiliging van de geautomatiseerde gegevensverwerking en informatievoorziening is voor het ministerie van LNV een prioritair aandachtsgebied. Ook in het jaar 2000 blijft de beveiliging een belangrijk object van beoordeling.

De organisaties die met geautomatiseerde systemen bij de uitvoering van hun taken worden ondersteund, zullen, wanneer een proef met de door het Advies Coördinatiepunt Informatie Beveiliging (ACIB) van het ministerie van BZK goed uitpakt, onderworpen worden aan een afhankelijksheids-/kwetsbaarheids-analyse.

Financiële Functie

In 1999 is onderzoek verricht naar de opzet van de financiële functie bij diensten en directies van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden afgezet tegen de onderkende taken en kernfuncties die zijn beschreven in het in 1998 verschenen rapport: «De plaats van de Financieel Economische Functie binnen het ministerie van LNV». Met het management van de onderzochte organisaties zullen de resultaten van dit onderzoek worden besproken en zal besluitvorming plaatsvinden over eventuele consequenties en aanpassingen van de organisaties.

Aansturing verzelfstandigde diensten

Het beleid van LNV om uitvoeringsorganisaties op afstand te plaatsen en om prikkels in te bouwen voor een doelmatiger functioneren, begint steeds meer vorm te krijgen. Nu het daadwerkelijk instellen van verzelfstandigde uitvoeringsorganisaties in de meeste gevallen voltooid is, komt de aandacht meer te liggen op het vorm geven en invullen van de relaties tussen beleidsdirecties en uitvoerende organisaties. In 1999 is geïnventariseerd welke vormen van aansturing en toezicht er tot nu toe bestaan en hoe ze worden toegepast. In 2000 zal getracht worden een vergelijkbaar en zoveel mogelijk uniform aansturings- en toezichtsarrangement voor de verzelfstandigde eenheden vorm te geven.

Twee diensten zullen de komende jaren nog verzelfstandigd worden. Het voornemen is de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) per 2001 intern te verzelfstandigen als agentschap van LNV. Als eerste stap is de interne organisatie gewijzigd, de bestaande 9 kringen zijn geclusterd tot 5 regio’s. In de periode 1999–2002 zullen diverse activiteiten in gang worden gezet om de veranderingsdoelstellingen van de RVV te realiseren. Verder wordt in 1999 gewerkt aan de opbouw van outputsturing en administratieve systemen, inclusief een volledig tijdschrijfsysteem. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek naar de bedrijfsvoering (IBO) bij de RVV. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) zal in de toekomst werken als uitvoeringsdienst voor het Rijk en de provincies gezamenlijk. De externe verzelfstandiging zal geschieden in de vorm van een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Ter voorbereiding hiervan zijn het versterken van de planning & control cyclus en het verder toesnijden van de managementinformatie op de toekomstige interne en externe gebruikers, cruciale aandachtspunten.

Subsidies in relatie tot misbruik en oneigenlijk gebruik

Ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid inzake de Verbetering van het Subsidiebeheer binnen LNV is de in 1992 samengestelde Handleiding Subsidie Instrument geactualiseerd. Hiermee wordt aangesloten op de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving (Algemene Wet Bestuursrecht, Kaderwet e.d.), de nieuwe handleiding ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Directie Accountancy Rijksdienst (DAR), alsmede aan de wensen van de gebruikers. De geactualiseerde Handleiding Financiele Regelingen (HFR) is nu niet alleen op subsidies, maar ook op andere financiële regelingen gericht en uitgebreid met de aspecten communicatie en sancties. Het hart van de handleiding wordt gevormd door checklisten met aandachtspunten per aspect.

De nieuwe Handleiding Financiële Regelingen is inmiddels verspreid en in gebruik genomen door de betrokken directies voor het ontwerpen en toetsen van financiële regelingen. De toepassing zal worden gemonitord. Op grond van signalen van de gebruikers en deskundigen zal de handleiding regelmatig worden geactualiseerd.

Het Subsidie Informatie Systeem (SIS) is omgevormd tot het FRIS (Financiële Regelingen Informatie Systeem) door uitbreiding met de onder verantwoordelijkheid van LNV vallende heffingen en schaderegelingen. De informatierubrieken zijn heroverwogen en de vormgeving is aangepast. De gegevens zijn overgezet in een meer geavanceerde databank. Tenslotte zijn de huidige monitoringgegevens ten aanzien van het M&O-beleid uitgebreid.

Beleidsevaluatie en Doorlichting

Op basis van de ontwikkelde visie op evaluatie-onderzoek bij LNV (1998) nemen beleidsdirecties jaarlijks het onderwerp beleidsevaluatie in hun jaarplanning op. In het jaarplan geven zij aan welke onderwerpen zij zullen gaan evalueren, wat het doel is van de evaluatie en hoe zij dit zullen organiseren. Met ingang van het jaar 2000 stelt elke directie in aanvulling op de jaarlijkse programmering van het beleidsevaluatie-onderzoek een doorkijk naar de te verrichten evaluatie-inspanningen in de komende jaren op. Beleidsdirecties geven vanaf 2000 in het (financieel-economisch) jaarverslag aan wat de nog lopende en afgeronde evaluatieonderzoeken zijn, inclusief de resultaten van de onderzoeken en de beleidsmatige en budgettaire consequenties.

In 2000 zal het beleidsevaluatie-informatiesysteem (BEIS) worden ingevoerd. Dit systeem draagt bij aan heldere informatievoorziening over de verrichtingen op het gebied van beleidsevaluatie.

Binnen LNV is een eenheid opgericht voor de kwaliteitsborging van de beleidsinstrumentatie. De eenheid zal zich in eerste instantie richten op de uitvoering van beleid op het gehele terrein van het ministerie, maar daarnaast ook op de beleidsvorming in relatie tot de beleidsinstrumentatie.

Tevens wordt een doorlichting gestart waarbij alle uitvoerende diensten tegen het licht worden gehouden. De doorlichting richt zich zowel op de opportuniteit van gekozen beleidsinstrumenten als op de effectiviteit en de efficiency van de uitvoering ervan.

Kengetallen en Motie Melkert

De in de ontwerpbegroting 1999 geschetste voortgang op het gebied van de ontwikkeling en het gebruik van kengetallen bij LNV zal zich ook in 2000 voortzetten. De basis voor de (verdere) ontwikkeling van kengetallen vormt het rapport Sturen op Effecten en Resultaten met Kengetallen (STERK), dat voor een achttal terreinen streefbeelden weergeeft tot aan 2002.

Het bijbehorende plan van aanpak wordt jaarlijks geactualiseerd. In 2000 zal LNV zich met name richten op het (verder) verbeteren van doeltreffendheidskengetallen. De reeds enkele jaren in gang gezette ontwikkeling en verdere verbetering van doelmatigheids- en doeltreffendheidskengetallen krijgt hiermee ook in 2000 verder vorm. In het kader van de Motie Melkert heeft LNV voor een drietal beleidsonderwerpen, te weten biologische landbouw, grondverwerving en -beheer en de herstructurering van de varkenshouderij specifieke werkgroepen ingesteld. Deze zullen de vragen die in de Motie Melkert zijn verwoord met betrekking tot tussendoelen en streefwaarden nader uitwerken. De resultaten van deze activiteiten zullen conform de afspraken hierover met de Tweede kamer in de verantwoording over 1999 worden gepresenteerd.

Van Beleidsbegroting tot beleidsverantwoording (VBTB)

LNV hanteert de aanbevelingen, welke worden beschreven in de beleidsnota «Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording» (VBTB) met betrekking tot de ontwikkeling van beleidsthema’s, kwantificeerbare doelstellingen, etc. als uitgangspunt voor het opstellen van een nieuwe beleidsbegroting en beleidsverantwoording.

Binnen LNV is hiervoor een projectorganisatie ingesteld die de voorstellen uit de genoemde beleidsnotitie zal uitwerken voor de LNV-begroting. Uit ervaring is gebleken dat de bijdrage van verantwoordelijke beleidsdirecties in deze projectorganisatie van cruciaal belang is. Ook voor de ontwikkeling van een beleidsbegroting is deze inbreng onontbeerlijk. LNV heeft afgelopen drie jaar reeds ervaring opgedaan met het opstellen van een alternatieve verantwoording. Deze alternatieve verantwoording is afgelopen jaren naast de reguliere financiële verantwoording gepresenteerd. De alternatieve verantwoording over 1998 is tegelijkertijd met de reguliere verantwoording aan de Tweede Kamer aangeboden. Tenslotte heeft LNV, in het kader van activiteiten welke voortvloeien uit de notitie VBTB een tijdpad opgesteld, dat voorziet in een LNV-begroting 2002 Nieuwe Stijl op de derde dinsdag van september 2001. Het eerste LNV-Jaarverslag Nieuwe Stijl zal een verantwoording over het begrotingsjaar 2002 betreffen en zal mei 2003 worden gepresenteerd.

EU-Structuurfondsen

Het doel van het structuurbeleid van de Europese Unie is het verkleinen van de sociaal-economische verschillen tussen de regio’s van de verschillende lidstaten. De instrumenten die de EU hiervoor tot haar beschikking heeft zijn de structuurfondsen. Eén van de onderwerpen van Agenda 2000 omvat de hervorming van Europese structuurbeleid voor de periode 2000 tot en met 2006. De twee belangrijkste vernieuwingen zijn vereenvoudiging (minder doelstellingen) en concentratie (de middelen komen terecht in een kleiner aantal aangewezen regio’s).

Het nieuwe structuurbeleid kent momenteel nog drie doelstellingen, daar waar het in de programmaperiode 1994–1999 nog zeven doelstellingen kende. Van de drie doelstellingen zijn voor LNV alleen uit hoofde van doelstelling 2 nog middelen beschikbaar. Deze middelen zijn bestemd voor regio’s met structurele moeilijkheden, waartoe de reconstructiegebieden behoren. De financiering van de reconstructie loopt via het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor de doelstellingsgebieden uit de vorige programmaperiode is er een overgangsregeling. De steun in deze gebieden wordt in een aantal jaren (4–6 jaar) naar nul afgebouwd. De financiering hiervan loopt zowel via het EFRO als via het Europese Oriëntatie en Garantie Fonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL-O). Daarnaast is er nog het communautaire initiatief LEADER, dat zich richt op kleinschalige projecten met een innovatief karakter. De financiering van de hiervoor beschikbare middelen vindt ook plaats via het EOGFL-O.

Een ander gevolg van de hervorming van het structuurbeleid is dat het landbouwstructuurbeleid tezamen met het gebiedsgerichte beleid apart wordt opgenomen in de kaderverordening plattelandsontwikkeling. Dit beleid staat open voor de gehele Europese Unie, dus niet alleen voor de aangewezen probleemregio’s. De Brusselse co-financiering wordt verkregen op basis van de ingediende rurale ontwikkelingsplannen (ROP’s). Deze financiering vindt echter niet langer plaats uit het Europese Oriëntatie en Garantie Fonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL-O) maar uit de afdeling Garantie (EOGFL-G). Het Garantiefonds stelt echter strengere eisen aan financieel beheer en controle. Een van deze strengere eisen is dat uitbetaling aan eindbegunstigden door erkende betaalorganen moet worden gedaan. De betaalorganen worden door de EU verantwoordelijk gesteld voor alle aspecten aangaande rechtmatige uitbetaling aan eindbegunstigden. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) en het agentschap LASER treden in dit kader op als betaalorganen. De inspanningen zijn erop gericht beide diensten adequaat toe te rusten voor deze taakuitbreiding.

De administratieve organisatie

Na de acties in voorgaande jaren inzake de actualisering van de beschrijvingen van de administratieve organisaties (AO) van directies en diensten, zal door de directie Financieel Economische Zaken het onderhoud, de bewaking en de kwaliteit van de beschrijvingen, door middel van periodieke toetsing ervan aan een toetsingskader AO, worden uitgevoerd. In het begrotingsjaar 2000 zal daarom wederom een drietal directies worden geselecteerd waarvan de beschrijving van de Administratieve Organisatie (AO), in samenwerking met de Departementale Accountantsdienst, getoetst zal worden op inhoudelijke actualiteit en aan het Toetsingskader AO. Ook in voorgaande jaren is onderzoek verricht naar de opzet en werking van de onderhoudsorganisatie. De diensten en directies zijn met name gewezen op de noodzaak van actuele beschrijvingen. In het jaar 2000 zal met name de beschrijving van het beheer van geautomatiseerde systemen worden beoordeeld.

Ter ondersteuning van directies en diensten bij de verschillende aspecten van de administratieve organisatie en om er voor te zorgen dat de huidige AO’s actueel blijven, is er door de directie FEZ een AO-team ingesteld. Er

worden door het AO-team adviezen gegeven over verbeterpunten in AO’s. Tevens worden met de instelling van het AO-team de kosten van het onderhoud van de AO gereduceerd.

Financiele Informatiesystemen

In 1999 zijn de financiële informatiesystemen aangepast aan het komende millennium. Tevens is een noodplan opgesteld. Op basis van dit noodplan is ondermeer een kerncrisisteam ingesteld en zijn voor de vitale bedrijfsprocessen noodmaatregelen genomen.

In het kader van de euro is in 1999 is een projectplan opgesteld waarin activiteiten zijn benoemd om zowel de technische als organisatorische consequenties van de invoering van de euro voor de bedrijfsvoering te inventariseren c.q. te benoemen.

BIJLAGE 12

LANDELIJK MEERJARENPROGRAMMA GROENE RUIMTE

1 Inleiding

Dit Meerjarenprogramma Groene Ruimte (LMGR) geeft inzicht in de programmering van de uitvoering van rijksbeleid in de groene ruimte voor de periode 2000 t/m 2004.

Naast investeringen van LNV, zijn ook gelden van V&W en VROM in dit overzicht opgenomen. Achtergronden en nadere toelichtingen treft u aan in de Memorie van Toelichting en de artikelsgewijze toelichtingen van de begrotingen van de betreffende departementen.

Een belangrijk deel van dit programma wordt uitgevoerd onder regie van de gezamenlijke provincies. Het zogenoemde (interim-) Interprovinciaal Meerjarenprogramma (IMP) bevat de projecten voor de komende periode. Het IMP dient dan ook te passen binnen het financiële kader van het onderhavige programma.

2 Taakstellingen en realisatie per 1-1-1999

Kwantitatieve taakstellingen

categorie taakstelling SGR (in hectare, tenzij anders vermeld)

begrensd/in planvorming realisatie verworven ingericht1

Natuurreservaat

Beheersgebied

Natuurontwikkeling

Afronding bestaand natuurterrein

Recreatiegebied en -bos in de Randstad Bos op landbouwgrond (maximaal)

 

100 0002

84 900

44 600

35 800

100 000

81 200

-

56 8003

50 000

28 700

17 900

7 900

36 000

pm

12 200

-

13 200

12 970

7 520

4 670

30 000

3 4904

-

2 370

1  Voor natuurreservaten en natuurontwikkeling: op basis van de overdracht aan eindbeheerder.

2  Incl. de taakstelling van 19 200 ha reservaat via particulier beheer die niet behoeft te worden verworven/ingericht.

3  Oppervlakte afgesloten beheersovereenkomsten incl. reservaatsgebied.

4

Betreft de totale oppervlakte van goedgekeurde en opgeleverde aanvragen.

3 Investeringsprogramma Groene Ruimte

BRUTO UITGAVEN in FL MLN.

«indicatief voor 2001–2004»

Herkomst begroting

Omschrijving

2000

2001

2002

2003

2004

13.02-11

GRONDVERWERVING

Aankopen t.b.v. Staat a. Staatsaankopen

 
 

minus

74,6

70,6

68,3

77,1

89,3

13.02-11

  • b. 
    NURG-aandeel DLG

15

11,5

1,5

1,5

1,5

13.02-11

  • c. 
    Bufferzone-aandeel DLG

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

a-b-c

  • d. 
    Saldo staatsaankopen

50,5

50

57,7

66,5

78,7

13.02-20

  • e. 
    Overig staatsaankopen

24,4

24,4

24,4

24,4

24,4

 
  • f. 
    Verkopen BBL

50,1

50,1

50,1

50,1

50,1

d+e+f

TOTAAL AANKOPEN T.B.V. STAAT Bufferzones

125

124,5

132,2

141

153,2

13.02-11

  • a. 
    aandeel DLG

99999

VROM

  • b. 
    aandeel VROM

12

12

12

12

12

a + b

TOTAAL AANKOPEN BUFFERZONES NURG

21

21

21

21

21

13.02-11

  • a. 
    aandeel DLG

15

11,5

1,5

1,5

1,5

13.03-50

  • b. 
    aandeel N

22222

V&W

  • c. 
    aandeel V&W

17

5555

a+b+c

TOTAAL AANKOPEN NURG

         
 

(incl. inrichting)

34

18,5

8,5

8,5

8,5

V&W

Investeringen in bedijkte rivieren, mede leidend tot natuurontwikkeling

80

100

100

100

120

Aankopen t.b.v. Particuliere natuurbeschermingsorganisaties

13.06–1                    – garanties natuurterrein en reservaten

13.02–40                  – natuurontwikkeling

TOTAAL AANKOPEN PNB’s

 

20

20

20

20

20

42,4

39,7

42,0

44,2

54,0

62,4

59,7

62,0

64,2

74,0

LNV/V&W

Natte natuur

20

30

40

44

87,5

BRUTO UITGAVEN in FL MLN.

«indicatief voor 2001–2004»

 

Herkomst

Omschrijving

2000

2001

2002

2003

2004

begroting

           
 

INRICHTING

         

13.03-10

Landinrichting (excl. Groene Hart Impuls)

246,8

239

237,6

236,2

232,7

 

waarvan reconstructie LNV

80

80

95

75

60

 

VROM

20

20

20

20

20

 

waarvan inkomsten:

         

13.03-1

  • a. 
    landinrichtingsrente

94,1

88,5

88,5

88,5

88,5

13.03-2

  • b. 
    bijdragen derden

58,2

57,7

57,2

56,7

56,7

13.03-3

  • c. 
    div. ontvangsten inrichting

1,5

1,5

1,5

1,5

1,5

13.03-4

  • d. 
    EU-bijdragen

55555

13.03-51

  • e. 
    EU-ontv.
         
 

DLG

3,5

3,5

3,5

3,5

3,5

 

SBL

6,8

7,6

8,4

8,4

8,4

a t/m e

TOTAAL ONTVANGSTEN

169,1

163,8

164,1

163,6

163,6

13.03-20

Waterbeheersing

10,0

10,0

10,3

10,3

10,3

13.03-31

Anti-verdrogingsbeleid (Gebeve) Recreatie

4,2

10,6

pm

pm

pm

13.03-40

  • a. 
    RGS buiten Li.

9,8

9,8

9,8

9,8

9,8

13.03-40

  • b. 
    LNV/EZ/V&W/VROM

3,8

3,8

3,8

3,8

3,8

a + b

TOTAAL RECREATIE

13,6

13,6

13,6

13,6

13,6

Herkomst begroting

Omschrijving

2000

2001

2002

2003

2004

 
 

Blauwe Stad

13.03-40

Blauwe Stad

VROM

aandeel VROM

 

TOTAAL BLAUWE STAD

 

Natuurterreinen en reservaten

13.03-50

  • a. 
    budget excl. NURG

13.03-32

  • b. 
    waterbeheersing

a + b

TOTAAL NATUURTERREINEN EN

 

(excl. Westerschelde)

13.03-60

Bosaanleg

13.03-70

Landschapsinrichting

13.03-80

Inrichting overig

12.02-15

Regeling glastuinbouw

12.02-15

ICES-glastuinbouw

 

Kwaliteitsimpuls Groene Hart

13.03-10

  • a. 
    versnelling landinrichting

13.03-40

  • b. 
    recreatie etc.

13.04-40

  • c. 
    natuur

a+b+c

TOTAAL KWALITEITSIMPULS GH

1

0,5

10

5

11

5,5

5,4                         5,4                         5,4                         5,4

2222

7,4

7,4

7,4

7,4

5,4 2

7,4

 

19,3

21,0

23,6

19,6

17,2

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

4444

4

24,1

24,1

24

23

pm

12

13

15

25

25

6,4

4,7

4,7

4,7

4,7

13,9

15,6

15,6

19,6

19,6

4,7

4,7

4,7

4,7

4,7

20

20

20

20

20

BRUTO UITGAVEN in FL MLN.

«indicatief voor 2001–2004»

Herkomst begroting

Omschrijving

2000

2001

2002

2003

2004

BEHEER

13.04.10

Staatsbosbeheer

TOTAAL NETTO BIJDRAGE SBB (indicatief)

134,3

138,0

140,0

142,3

145,0

 

13.04-20

Grevelingen/Midden Delfland

13.04.30

Functiebeloning bos

13.04.40

Functiebeloning natuur

13.04-40

Ganzenbeheer

13.04-40

Particuliere Nb-organisaties

13.04-40

Nb-wet

13.04-40

Weidevogels buiten Groene Hart

13.04-50

Landschapsbeheer

13.04-60

Herstelbeheer

13.04-70

Nationale parken

13.04-80

Relatienota

13.04-40

Programma Beheer

 

– particulier natuurbeheer

 

– natuurbraak

 

- omvormingsbeheer

 

– schaapskuddes

 

TOTAAL PROGRAMMA BEHEER

 

Overig

13.05.50

Gebiedsgericht beleid

13.05-60

WCL

13.05.70

Stimuleringskader

VROM

Bijdrageregeling Gebiedsgericht Milieubeleid

 

3,1

3,1

3,1

3,1

3,1

12,5

12,5

12,5

12,5

12,5

0,9

0,9

1,0

1,0

1,0

5,4

6,4

7,9

7,9

7,9

31,8

32,2

32,7

32,7

32,7

2,1

2,3

2,5

2,5

2,5

1,4

2,4

3,9

3,9

3,9

22,7

30,1

36,6

31,1

31,8

20,3

20,3

20,6

20,6

20,6

8,3

8,8

9,3

9,3

9,8

60,4

63,5

65,4

68,0

70,6

3,0

3,5

4,1

4,1

5,5

0,5

0,8

0,8

0,8

0,8

2,7

2,5

2,6

3,0

3,0

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

17,9

20,6

24,2

24,6

26,0

3,2

       

16,9

16,9

13,2

   

13,8

15,1

13,9

14,1

14,1

25

25

25

25

25

Toelichting bij het investeringsprogramma:

+ Dit overzicht bevat de bruto-uitgaven van het Rijk. Daar de begroting zelf gesaldeerde posten bevat, is afwijking van de cijfers in de begroting mogelijk.

+ De meerjarenraming is indicatief en afgerond op miljoenen.

+ In de post Inrichting natuurterreinen en reservaten zijn niet opgenomen de gelden afkomstig van V&W t.b.v. natuurcompensatie Wester-schelde. Er is in totaal f 66 miljoen beschikbaar (waarvan 44 miljoen uit Vlaanderen afkomstig). Dit zal de komende 9 jaar worden ingezet voor verwerving en inrichting van gronden binnen en buiten de ecologische hoofdstructuur in het Westerscheldegebied. Thans is nog niet bekend in welk tempo de middelen zullen worden ingezet.

+ In 2000 zal de Regeling Gebiedsgericht Beleid (SGB-2000) in werking treden. Deze regeling treedt in de plaats van BGM (Bijdrageregeling gebiedsgericht milieubeleid), GEBEVE en de uitvoering van WCL-beleid. Tevens wordt hierin ondergebracht de uitvoeringsregeling voor de reconstructie.

BIJLAGE 13

ARCHIEFPARAGRAAF

Veranderingen op het bestuurlijke en maatschappelijke vlak, zoals de decentralisatietendens, het alsmaar toenemende aanbod van informatie en ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie hebben grote gevolgen voor de documentaire informatievoorziening binnen LNV. Een kwalitatief goed archiefbeheer staat hoog op de agenda. LNV werkt dit uit in een actief tweesporenbeleid. Het eerste spoor is gericht op het op orde hebben en houden van de archieven, waarvoor vier concrete acties worden uitgevoerd. In de eerste plaats het in 1999 afronden van de brede invoering van Tracé (een millenniumbestendig documentregistratie en -volgsysteem), gevolgd door een meer geavanceerde invoering in 2000, voor het volgen van essentiële departementale documentaire processen. In de tweede plaats het inpassen van de selectielijsten, die in het kader van het Pivot-project zijn ontwikkeld, in de dagelijkse bedrijfsvoering en de daadwerkelijke selectie en overbrenging van de LNV-archieven uit de periode 1946–1990. Als derde actie dient het Concernoverzicht archieven te worden genoemd. Begin 1999 is een grootscheepse inventarisatie gedaan naar kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over de LNV-archieven over 1998, waarbij o.a. voor het eerst is gepoogd om kwantitatief inzicht te krijgen in de hoeveelheid digitale archieven binnen LNV (zie onderstaand overzicht). Dit overzicht, dat belangrijke informatie over trends in het archiefbeheer verschaft, zal jaarlijks bijgewerkt worden. In de vierde plaats werkt LNV aan een heldere afbakening van de archiefzorg door de minister. Dit is van belang, omdat door recente verzelfstandigingen het zicht op de reikwijdte van de archiefzorg dreigt te vertroebelen.

Het tweede spoor is gericht op innovatie, kwaliteitsverbetering en professionalisering. Binnen dit kader past een door LNV ontwikkeld kwaliteitszorgsysteem voor de documentaire informatievoorziening, dat in 1999–2000 interdepartementaal navolging krijgt. Via het instrument kwaliteitsauditing kan een manager snel inzicht krijgen in verschillende aspecten van de documentaire informatievoorziening binnen zijn of haar directie. Voorts is vermeldenswaard de overheveling van het fysieke beheer over een aanzienlijk deel van het semi-statisch LNV-archief naar de Centrale Archiefselectiedienst te Winschoten, waarmee efficiencywinst en professionalisering zal worden bereikt. Tenslotte investeert LNV in 2000 fors in de opbouw van expertise en in de ontwikkeling van visie en beleid rond het thema digitale duurzaamheid. Dat betekent onder meer dat de voor de documentaire informatievoorziening geldende ministeriële beheersregels en instrumenten zoals Tracé, selectielijsten en kwaliteitszorg zullen worden getoetst op toepasbaarheid voor digitaal informatiebeheer.

Gegevens over omvang van LNV-archief:

 

Organisatie (eigenaar

Omvang

Toename

Afname

Ontsloten

Aantal

archief)

 

in 1998

in 1998

 

raadplegingen in 1998

Beleidsdirecties

6 321

317

370

95.7%

17 072

Stafdirecties

6 673

380

119

94 %

80 459

Diensten en instellingen

26 147

2 149

1 345

97.2 %

17 103

Totaal

39 141

2 846

1 834

96.4 %

114 634

  • Omvang per 1-1-1999. De hoeveelheden zijn uitgedrukt in strekkende meters.

Verhouding papieren–digitale archieven

papier: 39.141strekkende meter digitaal: 38.9 Gb. Dit zo u in papieren vorm ongeveer 1.943 strekkende meter zijn

BIJLAGE 14

UITGAVEN EN ONTVANGSTEN EUROPESE UNIE BUITEN BEGROTINGSVERBAND

Overzicht inzake uitgaven en ontvangsten van de Europese Unie buiten begrotingsverband. Het betreft hier uitgaven en ontvangsten die tot 31-12-1999 via het Landbouw-Egalisatie Fonds, afdeling B worden verantwoord.

Bij de begroting van LNV wordt een bijlage gevoegd met een overzicht van de voor 2000 geraamde uitgaven ten laste van het EOGFL. Deze uitgaven worden buiten begrotingsverband verantwoord. Het betreft voornamelijk betalingen wegens restituties, interventies, hectaresteun en dierpremies.

Daarnaast wordt een overzicht van de Eigen Middelen van de Europese Unie opgenomen voorzover het de douanerechten op landbouwproducten en productieheffingen betreft.

Raming van de uitgaven en ontvangsten (rekeningen buiten begrotingsverband) (bedragen x f 1 mln.)

Uitgaven

Restituties, steunmaatregelen, interventieuitgaven en toeslagen

Plantaardige producten

Restituties akkerbouwgewassen

Hectaretoeslag akkerbouwgewassen

Suiker

Gedroogde voedergewassen

Vezelgewassen en Zijderupsen

Groenten en fruit

Wijn

Andere plantaardige producten

Sub-totaal

235

295

135

30

10

70

1

20

796

Dierlijke producten

Melk en zuivelproducten

Restituties/interventies rundvlees

Restituties varkensvlees

Slachtpremies

Restituties eieren en slachtpluimvee

Premie voor zoogkoeien

Premie voor stieren

Premies voor ooien

Nationale enveloppe rundvlees

Visproducten

Sub-totaal

Overige producten/maatregelen

Verwerkte landbouwproducten Voedselhulp

Begeleidende maatregelen en plattelandsontwikkeling Overige maatregelen

1 250

220

40

115

15

20

25

45

18

0,3

1 748,3

215

5

70 100

Sub-totaal

390

Totaal geraamde uitgaven EOGFL/ afdeling garantie

2 934,3

1.

2.

3.

Ontvangsten

Douanerechten op landbouwproducten

Plantaardige producten

Granen                                                                                                                                      50

Rijst                                                                                                                                           30

Suiker                                                                                                                                        10

Vetten/oliën                                                                                                                                1

Groenten/fruit                                                                                                                             5

Sub-totaal                                                                                                                                 96

Dierlijke producten

Zuivel                                                                                                                                      155

Rundvlees                                                                                                                                 60

Varkensvlees                                                                                                                              2

Pluimvee                                                                                                                                   75

Eieren                                                                                                                                          2

Sub-totaal                                                                                                                              294

Productieheffingen

Bijdrageindeopslagkosten suiker                                                                                        39

Productieheffing suiker                                                                                                         119

Productieheffing isoglucose                                                                                                     0,4

Productieheffing inuline                                                                                                            1,6

Sub-totaal                                                                                                                              160

Totaal douanerechten en productieheffingen                                                                                                                                          550

1.

2.

3.

BIJLAGE 15

AFKORTINGENLIJST

AAW            =    Algemene Arbeidsongeschiktheidswet

ABP             =    Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

AID              =    Algemene Inspectiedienst

AKK             =    Agroketen Kennis projecten

AMK            =    Algemene Milieu Kwaliteit

AMvB          =    Algemene Maatregel van Bestuur

AO               =    Algemeen overleg

AOC            =    Agrarisch Opleidingscentrum

ASC             =    Afrika Studiecentrum

BBL             =    Bureau Beheer Landbouwgronden

BEVER-       =    Beleidsvernieuwing bodemsanering landelijk gebied groen

BGM            =    Bijdrageregeling Gebiedsgericht Milieubeleid

BH               =    Bureau Heffingen

BSE             =    Bovine spongiform encephalopathy

BTW            =    Belasting Toegevoegde Waarde (omzetbelasting)

BZ                =    Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK             =    Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CAO            =    Collectieve arbeidsovereenkomst

CITES          =    Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora

CLM            =    Centrum voor Landbouw en Milieu

CPB             =    Centraal Planbureau

CPVO          =    Centrale van Plattelandsvrouwen organisaties

CSD             =    Commission Sustainable Development

CTB             =    College Toelating Bestrijdingsmiddelen

DGF

DI

DKR

DLO

DLG

DLV

Diergezondheidsfonds Decentralisatie Impuls Diergezondheidsketen Rundveehouderij Dienst Landbouwkundig Onderzoek Dienst Landelijk Gebied De Stichting Landbouwvoorlichting

EHS             =    Ecologische Hoofdstructuur

EOGFL        =    Europees Oriëntatie en Garantie Fonds voor de Landbouw

EU               =    Europese Unie

EVD             =    Economische Voorlichtingsdienst

EVOA          =    Europese Verordening voor de Overbrenging van

Afvalstoffen

EZ                =    Ministerie van Economische Zaken

F+F wet       =    Flora en fauna wet

FAO             =    Food and Agricultural Organisation

FAOP           =    Fonds Arbeidsongeschiktheid Overheidspersoneel

FIOV            =    Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij fte                =    Full time eenheid

GeBeVe       =    regeling Gebiedsgerichte Bestrijding Verdroging

GLB             =    Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

GVB             =    Gemeenschappelijk Visserijbeleid

GPL             =    Gemiddelde personeelslast

Gwwd

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

HAO            =    Hoger Agrarisch Onderwijs

HBO            =    Hoger Beroepsonderwijs

HOOP          =    Hoger Onderwijs en Onderzoeks Plan

IAC              =    Internationaal Agrarisch Centrum

IAHS            =    Internationale Agrarische Hogeschool

ICCO            =    Internationale cacao overeenkomst

ICES            =    Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking

ICT               =    Informatie- en Communicatietechnologie

IFAD            =    International Fund Agricultural Programs

ILRI              =    International Institute for Land Reclamation and Improvement

IPC               =    Innovatie Praktijkcentra

IPO              =    Interprovinciaal overleg

IT                 =    Informatietechnologie

IUCN           =    International Union for the Conservation of Nature

KVP             =    Klassieke Varkenspest

LASER         =    Landelijke Service Uitvoering Regelingen

LEF              =    Landbouw Egalisatiefonds

LEI               =    Landbouw-economisch instituut

LNV             =    Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

LTO              =    Land- en Tuinbouw Organisatie

LUW            =    Landbouwuniversiteit Wageningen

MAO           =

MDW           =

MER            =

MINAS        = MINAS-AT =

MJP-G         =

MKZ            =

MOL            =

MOP-IV       =

MPD            =

MvT             =

NAJK          =

NBL21         =

NCD            =

NETA           =

NGOs          =

NIS              =

NME            =

NMP3          =

NWO           =

OCW           =

OESO          =

OR               =

Middelbaar Agrarisch Onderwijs

Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit

Milieu Effect rappportage

Mineralen aangiftesysteem

Mineralen aangiftesysteem in de akker- en tuinbouw

Meerjarenplan Gewasbescherming

Mond- en Klauwzeer

Minst Ontwikkelde Landen

4e Meerjarig Oriëntatie Programma

Masterplan Duitsland

Memorie van Toelichting

Nederlands Agrarisch Jongerenkontakt nota Natuur Bos en Landschap 21e eeuw

New Castle Disease (pseudo vogelpest)

Platform voor internationaal agrarisch onderwijs

Niet-Gouvernementele Organisaties

Nationaal informatie systeem van het Nederlands Rundvee

Syndicaat

Nota Milieu en Economie

Nationaal milieubeleidsplan 3

Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Ondernemingsraad

OS

  • Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking
 

PBM

=

PBO

=

PD

=

PIN

=

PKB

=

PO

=

PPS

=

RBON

=

REB

=

RECRON

=

RGD

=

ROP

=

RROG

=

RVV

=

RTR

=

RVN

=

RWS

=

SBB

=

SEP

=

SER

=

SEV

=

SGD

=

SGR

=

SNN

=

SOR

=

SPA-

=

biover-

 

siteit

 

STERIN

=

STIKA

=

ST.PHB

=

Prestatie bekostigingsmodel Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie Plantenziektenkundige dienst Programma Internationaal Natuurbeheer Planologische kernbeslissing Producenten Organisatie Publiek private samenwerking

Regeling Beheersovereenkomsten en Natuurontwikkeling

Regulerende Energiebelasting

Vereniging van ondernemers in de recreatiesector

Rijksgebouwendienst

Regionale OntwikkelingsPlannen (EC)

Regeling Reconstructie Oude Glastuinbouwgebieden

Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees

Regeringsstandpunt tropisch regenwoud

Regelgeving Veeverbetering Nederland

Rijkswaterstaat

Staatsbosbeheer

Sociaal economisch plan

Sociaal Economische Raad

Sociaal Economische Voorlichting

Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren

Structuurschema groene ruimte

Samenwerkingsverband Noord Nederland

Starters Overname Reserve

Strategisch plan van aanpak biologische diversiteit internationale erkenningsorganisatie

Stimuleringskader

Stichting van particuliere hoveniersbedrijven

TNO

Instituut voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UNEP

  • United Nations Environment Programme

Vamil           =    Regeling Vervroegde Afschrijving Milieuinvesteringen

VBO             =    Voortgezet Beroepsonderwijs

VHI              =    Veterinaire Hoofdinspectie

VIA              =    Versterking Innovatie Agrarisch Onderwijs

VINAC         =    actualisering VINEX

VINEX         =    Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra

VN               =    Verenigde Naties

VNG            =    Verenging van Nederlandse Gemeenten

VROM         =    Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Milieu

VUT             =    Vervroegde uittreding

VWS            =    Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WCL WEB

Waardevolle cultuurlandschappen Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WFP            = World Food Program

WHW          = Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek WTO            = World Trade Organisation

WVO           = Wet op het Voortgezet Onderwijs

WUR           = Wageningen Universiteit en Research centrum

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganisatie

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.