Memorie van toelichting - Goedkeuring van de Regeling ophoging depositorente - Hoofdinhoud

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 26462 - Goedkeuring van de Regeling ophoging depositorente i.

Officiële titel	Goedkeuring van de Regeling ophoging depositorente; Memorie van toelichting
Document­datum	27-03-1999
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST34402
Kenmerk	26462, nr. 3
Van	Financiën (FIN)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1998–1999

26 462

Goedkeuring van de Regeling ophoging depositorente

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)

Op grond van artikel 18, tweede lid, van de Wet overgang belastingheffing in euro’s dient een voorstel van wet tot goedkeuring van een regeling krachtens het eerste lid van dat artikel, i.c. de Regeling ophoging depositorente¹, uiterlijk binnen drie maanden na het tijdstip waarop die regeling in werking is getreden, te worden gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dit wetsvoorstel strekt ertoe aan deze verplichting te voldoen.

De Regeling ophoging depositorente geeft uitvoering aan artikel 17, eerste en derde lid, van de Wet overgang belastingheffing in euro’s. Artikel 1, eerste lid, van die regeling bepaalt dat, in afwijking in zoverre van artikel 17, tweede lid, van de Wet overgang belastingheffing in euro’s, voor de toepassing van de regeling van de heffings- en invorderingsrente in de periode van 1 april 1999 tot en met 31 december 2001 de depositorente van de Europese Centrale Bank (ECB) wordt vermeerderd met 1,25 procentpunt. Artikel 1, tweede lid, van die regeling bepaalt dat, in afwijking in zoverre van artikel 17, derde en vierde lid, van de Wet overgang belastingheffing in euro’s, voor de toepassing van de regeling voor de vergoeding van rente in geval van zekerheidstelling in contant geld in de sfeer van de accijnzen en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen in de periode van 1 februari 1999 tot en met 31 december 2001 de depositorente van de ECB wordt vermeerderd met 0,75 procentpunt. De regeling is wat betreft de afwijkingen van artikel 17 van de Wet overgang belastingheffing in euro’s gebaseerd op artikel 18, eerste lid, van die wet. De regeling en de toelichting daarbij zijn als bijlagen bij deze memorie van toelichting gevoegd.

De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend

¹ Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.