Brief staatssecretaris bij ambtsberichten over de situatie in Algerije en in Sierra Leone - Vluchtelingenbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 363 toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vluchtelingenbeleid; Brief staatssecretaris bij ambtsberichten over de situatie in Algerije en in Sierra Leone |
---|---|
Documentdatum | 14-09-1998 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST30938 |
Kenmerk | 19637, nr. 363 |
Van | Justitie (JUS) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
19 637
Vluchtelingenbeleid
Nr. 363
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 14 september 1998
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft mij op 28 juli jl. een algemeen ambtsbericht gestuurd over de situatie in Algerije en op 1 september jl. over de situatie in Sierra Leone1. De verschijning van deze algemene ambtsberichten is met name van belang gezien het feit dat de Rechts-eenheidskamer van de Rechtbank Den Haag zich op respectievelijk 29 en 30 september a.s. zal buigen over het beleid ten aanzien van asielzoekers uit deze landen. In het bijzonder zal daarbij de vraag aan de orde komen of voor hen een vvtv-beleid geïndiceerd is. Indien daartoe aanleiding is, zal ik u op de hoogte stellen van de uitspraken van de Rechtseenheidskamer.
-
1.Algerije
1.1. De situatie in Algerije
Sedert het annuleren in 1992 van de parlementsverkiezingen en de afkondiging van de noodtoestand vonden in Algerije regelmatig ernstige geweldadigheden plaats, die aan veel mensen het leven kostten. In de loop van de jaren zijn de terreurdaden die in Algerije plaatsvinden van karakter veranderd. Gerichte aanslagen op personen, voornamelijk in de grote steden, hebben sedert 1996 plaatsgemaakt voor ogenschijnlijk willekeurig geweld op het platteland en aanslagen op infrastructurele voorzieningen.
Volgens de minister van Buitenlandse Zaken is sinds de komst van een delegatie namens het Europees Parlement in februari 1998 de vraagstelling «qui tue qui» (wie doodt wie?) genoegzaam beantwoord: de terreurdaden worden veroorzaakt door gewapende groeperingen die veelal zijn afgesplitst van de fundamentalistische partij, het «Front Islamique du Salut» (FIS). Hoewel het geweld is afgenomen omdat de gewapende tak van het FIS, het «Armee Islamique du Salut» (AIS) op 1 oktober 1997 een wapenstilstand heeft afgekondigd die door verschillende andere gewapende groeperingen is onderschreven, gaan met name de Groupes Islamiques Armés (GIA), door met terroristische aanslagen.
37 |
32 |
1 452 |
213 |
1 742 |
12 |
77 |
839 |
90 |
1 018 |
8 |
21 |
288 |
36 |
353 |
Volgens de minster van Buitenlandse Zaken vormen de islamitische extremisten thans geen geloofwaardige bedreiging meer voor het voortbestaan van het Algerijnse bewind. Immers, thans vinden de terreurdaden vooral plaats in geografisch moeilijk toegankelijke of afgelegen regio’s. De anti-terreur campagnes, waarbij naast de veiligheidsdiensten ook het leger wordt ingezet, zijn relatief succesvol. Een verbetering van de veiligheidssituatie in de steden heeft geresulteerd in een afname van het aantal slachtoffers uit die categorieën waarvoor eerder sprake was van een verhoogd risico.
In de strijd tegen het terrorisme worden door de veiligheidsdiensten en de politie mensenschendingen jegens de bevolking begaan. Er zijn echter geen aanwijzingen dat hier sprake is van structurele of massale schendingen.
1.2. Statistieken
Het aantal asielaanvragen in de periode 1996–1998 (stand 1 juli 1998) bedroeg respectievelijk 442, 526 en 399. Het aantal beslissingen in dezelfde periode is als volgt:
A-status vtv-hum afwijzing overig totaal
1996 1997 1998
De gegevens over de beslissingen zijn niet gerelateerd aan de datum van indiening van een asielaanvraag.
Het aantal Algerijnse asielzoekers dat in dezelfde periode is verwijderd is als volgt:
uitzetting vertrek onder controle van totaal toezicht adres
1996 14 7 148 169
1997 24 3 134 161
1998 29 3 68 100
De gegevens over verwijdering zijn niet gerelateerd aan het land waar betrokkene naar toe zijn verwijderd.
1.3. Omringende landen
Groot-Brittannië, Duitsland, Denemarken, Spanje en Zweden zetten uitgeprocedeerde Algerijnse asielzoekers uit naar Algerije. Frankrijk verwijdert uitsluitend delinquenten en illegalen.
1.4. Standpunt van UNHCR
UNHCR heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat indien een asielverzoek na een zorgvuldige procedure is afgewezen, verwijdering naar Algerije kan plaatsvinden.
1.5. Conclusie
Bij brief van 28 augustus 1996 (TK 1995–1996, 19 637, nr 207) heb ik uw Kamer bericht dat bij de beoordeling van asielaanvragen van Algerijnse onderdanen enerzijds grote zorgvuldigheid is geboden, doch dat anderzijds het niet in alle gevallen is uitgesloten dat terugzending mogelijk is. Naar het oordeel van de regering kunnen deze beleidsuitgangspunten gehandhaafd blijven gelet op de conclusie van het ambtsbericht, dat de algehele situatie in Algerije, hoe zorgelijk ook, niet dusdanig is dat aangenomen moet worden dat van geen enkele Algerijn, ongeacht zijn achtergrond of verblijfplaats, kan worden verlangd dat hij terugkeert naar zijn land van herkomst.
In het licht van de indicatoren voor het vvtv-beleid, zoals uiteengezet in de bijlage bij de brief van 18 december 1997 aan uw Kamer (TK 1997–1998, 19 637, nr 308), acht de regering een vvtv-beleid voor Algerijnse asielzoekers niet geboden. Verschillende omringende landen verwijderen naar Algerije. De UNHCR heeft niet verzocht om een uitzettingsverbod. De aard van het geweld in Algerije duidt er niet op dat iedere Algerijnse staatsburger een niet voorzienbaar risico loopt voor lijf en leden. De gewelddadige aanslagen in Algerije beperken zich tot bepaalde gebieden in Algerije en de Algerijnse overheid kan geacht worden bescherming te bieden in heel Algerije, met uitzondering van met name de Mitidja, het gebied ten zuiden van Algiers. Van Algerijnen afkomstig uit de Mitidja kan worden gevraagd dat zij zich elders vestigen in Algerije, bijvoorbeeld in de grote steden.
De werkinstructie over het toelatingsbeleid inzake Algerijnse asielzoekers zal worden aangepast aan het ambtsbericht.
-
2.Sierra Leone
2.1. De situatie in Sierra Leone volgens het ambtsbericht
Onder leiding van Paul Koroma nam het AFRC (Armed Forces Revolutionary Council)/RUF (Revolutionary United Front in mei 1997 op gewelddadige wijze de macht over van president Kabbah. Na de coup stelde de ECOWAS (Economic Community of West African States) een blokkade van de zee- en luchtwegen tegen het bewind van Paul Koroma in.
In februari 1998 braken rond Freetown gevechten uit tussen Nigeriaanse ECOMOG-eenheden en het AFRC/RUF. Na een hevige strijd namen de ECOMOG-troepen Freetown in. President Kabbah keerde op 10 maart uit ballingschap in Freetown terug.
De AFRC/RUF heeft zich teruggetrokken in het oosten en het noorden van Sierra Leone.
De verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de overige delen van het land is thans in handen van de ECOMOG-eenheden, aangezien Sierra Leone geen officieel regeringsleger meer heeft. De ECOMOG-eenheden verzetten zich tegen de terreur-acties van de AFRC/RUF buiten Freetown, waarbij af en toe een succes wordt geboekt. Daarnaast bestrijden ook leden van de Civil Defense Force (CDF), plaatselijk georganiseerde inheemse «burgerbescherming», waar mogelijk, de AFRC/RUF.
Met name in Freetown maar ook, doch in mindere mate, in het zuiden van het land is de veiligheidssituatie door aanwezigheid van ECOMOG-eenheden verbeterd.
2.2. Statistieken
Het aantal asielaanvragen in de periode 1996–1998 (stand 1 juli 1998) bedroeg respectievelijk 51, 21 en 42. Het aantal beslissingen in dezelfde periode is als volgt:
A-status vtv-hum vvtv afwijzing overig totaal
46
1996 |
7 |
78 |
1997 |
1 |
53 |
1998 |
0 |
53 |
518 |
65 |
714 |
305 |
26 |
385 |
124 |
29 |
206 |
De gegevens over de beslissingen zijn niet gerelateerd aan de datum van indiening van een asielaanvraag.
Het aantal Sierraleoonse asielzoekers dat in dezelfde periode is verwijderd is als volgt:
uitzetting vertrek onder controle van totaal toezicht adres
1996 14 7 148 169
1997 24 3 134 161
1998 29 3 68 100
De gegevens over verwijdering zijn niet gerelateerd aan het land waar betrokkene naar toe zijn verwijderd.
2.3. Omringende landen
België, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk sturen uitgeprocedeerde Sierraleoonse asielzoekers terug.
2.4. Standpunt van UNHCR
Volgens de minister van Buitenlandse Zaken heeft UNHCR verklaard dat uitgeprocedeerde Sierraleoonse asielzoekers kunnen terugkeren naar Freetown en de gebieden die door ECOMOG gepacificeerd zijn. Terugkeer naar gebieden waar het RUF en AFRC de overhand hebben en hun aanvallen uitvoeren, te weten het noorden en het oosten en het noordoosten, wordt door UNHCR sterk afgeraden.
In een brief van UNHCR van 21 augustus jl. geeft UNHCR aan dat, behalve voor het noorden en het oosten, de situatie in de overige delen van Sierra Leone zich genormaliseerd heeft. UNHCR heeft inmiddels het repatriëringsprogramma, dat vanwege de coup van 25 mei 1997 was opgeschort, hervat. Repatriëring geschiedt in alle gevallen naar Freetown.
2.5. Activiteiten van de internationale gemeenschap
De Verenigde Naties heeft op 13 juli 1998 de United Nations Observer Mission in Sierra Leone (UNOMSIL) ingesteld. UNOMSIL is in Freetown gelegerd. De taken van UNOMSIL zijn het monitoren van de militaire en veiligheidssituatie in het gehele land (in verband met het tezijnertijd inzetten van waarnemers in andere gebieden die door de ECOMOG zijn beveiligd) en het rapporteren over schendingen van mensenrechten. UNOMSIL heeft inmiddels een eerste rapport uitgebracht over de situatie en zal in de toekomst elke zestig dagen nader rapporteren. Hieruit blijkt dat door de internationale gemeenschap de situatie in Sierra Leone ter plekke op de voet wordt gevolgd.
2.6. Conclusie
De minister van Buitenlandse Zaken acht het niet op voorhand onverantwoord dat afgewezen Sierraleoonse asielzoekers naar Freetown terug worden gezonden. Terugkeer naar gebieden waar AFRC/RUF actief is, acht de minister van Buitenlandse Zaken, met UNHCR, niet verantwoord. Voor andere gebieden in Sierra Leone valt op dit moment geen eenduidig oordeel te geven.
Gelet op het standpunt van de minister van Buitenlandse Zaken, het beleid in verschillende omringende landen, het standpunt van UNHCR, de instelling van UNOMSIL en het feit dat UNHCR haar repatriëringsprogramma heeft vervat, is de regering van oordeel dat het niet langer noodzakelijk is dat gedwongen terugkeer van Sierraleoonse asielzoekers achterwege blijft. Aan Sierraleoonse asielzoekers zal geen uitstel van vertrek meer worden verleend.
Gelet op bovengenoemde informatie kan Freetown thans als binnenlands vestigingsalternatief worden aangemerkt. Het betekent verder dat uitgeprocedeerde Sierraleoonse asielzoekers met ingang van heden geacht worden terug te kunnen keren naar Freetown, ook indien zij afkomstig zijn uit andere delen van Sierra Leone danwel niet zijn uitgereisd via Freetown.
De Staatssecretaris van Justitie, M. J. Cohen
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.