Verslag over adres E.J. van Haaren te Ommen over toepassing Wet BIG op tandartsen - Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften 1997-1998 - Hoofdinhoud

Deze verslagen van de commissies voor de verzoekschriften is onder nr. 108 toegevoegd aan dossier 25702 - Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer 1997-1998.

Officiële titel	Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften 1997-1998; Verslag over adres E.J. van Haaren te Ommen over toepassing Wet BIG op tandartsen
Document­datum	09-04-1998
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST29063
Kenmerk	25702, nr. 108
Van	Staten-Generaal
Commissie(s)	de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (VERZ)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

25 702

Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

Nr. 108

¹  Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op de griffie van de commissie voor de Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage van de leden.

²  De commissie bestaat uit de leden: Apostolou (PvdA), ondervoorzitter, Ybema (D66), Van Hoof (VVD), voorzitter, Koekkoek (CDA), Van Oven (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B.M. de Vries (VVD), Verkerk (AOV), Heeringa (CDA) en de plaatsvervangende leden Liemburg (PvdA), Giskes (D66), M.M.H. Kamp (VVD), Hillen (CDA), Middel (PvdA), Cherribi (VVD), Van Wingerden (AOV), Smits (CDA).

VERSLAG OVER HET ADRES¹ VAN E.J. VAN HAAREN TE OMMEN BETREFFENDE TOEPASSING VAN DE WET BIG (WET OP DE BEROEPEN IN DE INDIVIDUELE GEZONDHEIDSZORG) OP TANDARTSEN

Vastgesteld 9 april 1998

De commissie², gelet op de door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hij zijn functie van tandarts zal moeten verliezen als hij zich op grond van de Wet BIG niet opnieuw laat registreren als tandarts, in welk geval hem evenwel geen schadevergoedingsregeling wordt aangeboden;

dat adressant dat beschouwt als onteigening en van mening is dat zijn destijds verkregen hoedanigheid van tandarts geldig was voor het leven en hem niet achteraf ontnomen kan worden;

dat de minister meedeelt dat adressant zich zonder meer op basis van het overgangsrecht kan laten inschrijven in het BIG-register om ook op basis van de nieuwe wet het recht te krijgen de titel van tandarts te voeren, maar dat de wet bepaalt dat hij dat recht verliest, samen met het recht bepaalde (geneeskundige) handelingen op eigen initiatief te verrichten, indien hij daar niet om verzoekt of indien hij niet (meer) aan de criteria voor herregistratie voldoet;

dat de minister aanvoert dat een en ander overeenstemt met de bedoeling van de wetgever;

dat de commissie niet tot taak heeft te treden in de beoordeling van geldende regelgeving;

dat adressant geen omstandigheden aanvoert die specifiek zijn voor zijn situatie, zodat zijn klacht slechts betrekking heeft op de regelgeving;

dat de minister zich bereid verklaard heeft adressant te doen uitnodigen voor een voorlichtend persoonlijk gesprek met een deskundige ambtenaar,

van oordeel,

dat niet is gebleken dat ten aanzien van adressant een verkeerd beleid is gevoerd,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie, Van Hoof

De griffier van de commissie, Hubert