Brief staatssecretaris met regeringsstandpunt over advies vd Raad vd Volksgezondh. en de zorggerelateerde dienstverlen. over zorgprogrammering - Jeugdzorg 1998-2001 - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 25619 - Jeugdzorg 1998-2001.

Officiële titel	Jeugdzorg 1998-2001; Brief staatssecretaris met regeringsstandpunt over advies vd Raad vd Volksgezondh. en de zorggerelateerde dienstverlen. over zorgprogrammering
Document­datum	30-09-1997
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST24232
Kenmerk	25619, nr. 2
Van	Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

25 619

Jeugdzorg 1998–2001

Nr. 2

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

¹ Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Rijswijk, 30 september 1997

Een van de speerpunten in het regeringsstandpunt «Regie in de Jeugdzorg» is zorgprogrammering. Over dit onderwerp is advies gevraagd aan de Raad voor de Volksgezondheid en zorggerelateerde dienstverlening. Dit advies is in 1996 verschenen en hieromtrent is een voorlopig regeringsstandpunt geformuleerd in het beleidskader preventieve en curatieve jeugdzorg 1997–2000. Zoals u toegezegd in onze brief van 30 juni 1997 treft u hierbij het regeringsstandpunt met betrekking tot bovengenoemd advies aan.

Na ontvangst van het standpunt van de SOJN namens de ondernemersorganisaties (augustus 1996) en het Interprovinciaal Overleg (februari 1997) op het advies van de Raad, heeft een tripartite samengestelde werkgroep, een voorstel ontwikkeld met betrekking tot zorgprogramme-ring. Dit voorstel is overgenomen door de leden van het gestructureerd overleg jeugdbeleid. Het plan van aanpak zorgprogrammering is als bijlage bij dit regeringsstandpunt opgenomen.¹

De besluiten die in het plan van aanpak zijn verwerkt worden hieronder in het kort weergegeven.

Uit de reacties van partijen blijkt dat men in vervolg op het advies van de Raad voor de Volksgezondheid en zorggerelateerde dienstverlening, de zorgprogrammering in de jeugdzorg van groot belang acht. Alle partijen zijn bereid de ontwikkeling van zorgprogrammering voort te zetten. Dat geldt met name voor die groepen jongeren met meervoudige problematiek voor wie het rendement van zorgprogrammering naar verwachting het hoogst zal zijn, omdat een voor hen adequate aanpak zich meestal over meerdere sectoren in de jeugdzorg zal uitstrekken.

Uit het advies van de Raad is gebleken dat de wijze waarop zorgprogramma’s worden opgebouwd enige bijstelling behoeft ten opzichte van de ideevorming in het regeringsstandpunt «Regie in de

Jeugdzorg»; functies vormen de bouwstenen van modulen en een aantal modulen vormt in een zekere combinatie een zorgprogramma. Deze visie van de Raad wordt overgenomen.

Bij brief van 30 juni heb ik u onder andere geïnformeerd over de resultaten van de door mij ingestelde projectgroep «Toegang» onder leiding van de heer P. Lankhorst.

Het project Toegang is op de «voorkant» van het hulpverleningsproces gericht. Zorgprogrammering zal zich vooral concentreren op de afstemming van het aanbod van de jeugdzorgvoorzieningen op de vraag van de cliënt. Aan de hand van inhoudelijke en organisatorische thema’s zal zorgprogrammering geleidelijk ontwikkeld worden. Om die ontwikkeling gestructureerd vorm te kunnen geven zijn enkele afspraken gemaakt.

Er is een definitie van zorgprogrammering geformuleerd, die het vertrekpunt vormt voor de nadere vormgeving. Ook is afgesproken dat de ontwikkelingen rond zorgprogrammering in de regio’s dienen te sporen met andere projecten die in het kader van «Regie in de Jeugdzorg» zijn opgezet. Een voorbeeld: de diagnostiek, indicatiestelling en zorgtoewijzing dient in een regio te gaan verlopen conform de systeemeisen van de projectgroep Toegang.

Er zal intensief overleg plaatsvinden met die regio’s en/of instellingen waar zorgprogrammering al in ontwikkeling is. Door bijeenkomsten te organiseren rond bepaalde thema’s zal de discussie over zorgprogrammering op een landelijk niveau getild kunnen worden. Zo ontstaat er enerzijds voor alle betrokkenen zicht op de ontwikkelingen in de diverse locaties en anderzijds kunnen er besluiten worden genomen over gezamenlijke uitgangspunten voor de verdere vormgeving van zorgprogrammering.

Bovendien wordt een aantal proefregio’s geselecteerd om antwoord te krijgen op pregnante vragen rond zorgprogrammering.

In elk van deze projecten zal de ontwikkeling van een bepaald thema centraal staan. Zo zal er aandacht zijn voor vragen als: voor welke doelgroepen/probleemgroepen worden zorgprogramma’s ontwikkeld, waar worden zorgprogramma’s ontwikkeld, hoe verloopt de financiering van zorgprogramma’s, hoe wordt voor de individuele klant een zorgplan uit een zorgprogramma samengesteld, hoe zien de bestuurlijke verhoudingen en verantwoordelijkheden waarbinnen zorgprogrammering gestalte krijgt eruit?

Om het traject zorgprogrammering adequaat te kunnen begeleiden wordt er voor een periode van drie jaar een projectgroep ingesteld. Deze projectgroep vormt onderdeel van en zoekt afstemming met de andere projecten van «Regie in de Jeugdzorg». De voorzitter van deze projectgroep maakt deel uit van de Regiegroep. De projectgroep ontwikkeling zorgprogrammering jeugdzorg zal worden samengesteld uit een inhoudelijk deskundig voorzitter en secretariaat. Omdat het belangrijk wordt gevonden dat vanaf het begin stelselmatig aandacht wordt geschonken aan de financiële, organisatorische en bestuurlijke consequenties die zorgprogrammering heeft, zal een deskundige op dit vlak deel uitmaken van het secretariaat.

Vanuit het ministerie van VWS wordt een budget beschikbaar gesteld ter facilitering van de nadere vormgeving rond zorgprogrammering. De steunfuncties NIZW en Stichting Steunfunctie Jeugdhulpverlening Nederland (SSJN) zijn benaderd voor ondersteuning van deze projectgroep.

Ter ondersteuning van de werkzaamheden van deze projectgroep zal een begeleidingsgroep worden samengesteld. De begeleidingsgroep wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de rijksoverheid, IPO, ondernemersorganisaties en de VNG.

Tijdens het overleg over de vormgeving van het project is nadrukkelijk stilgestaan bij de reikwijdte ervan. Vooralsnog is er in het kader van «Regie in de jeugdzorg» voor gekozen de ontwikkeling van zorgprogrammering te initiëren vanuit de (curatieve) jeugdzorg.

Zoals hierboven reeds aangegeven, ligt het echter voor de hand dat juist voor jongeren met meervoudige problemen zorgprogramma’s worden ontwikkeld, waar modulen van andere sectoren onderdeel van vormen (bijvoorbeeld onderwijs, arbeidstoeleiding en vrijetijdsbesteding). Vanuit dit principe zal bij de samenstelling van een zorgprogramma niet alleen de curatieve jeugdzorg betrokken zijn.

Daarnaast is er geconstateerd dat het ontwikkelen van programma’s niet alleen vanuit de curatieve sector hoeft plaats te vinden. Het principe van (zorg)programmering zou ook voor het brede lokale jeugdbeleid mogelijkheden kunnen bieden.

Het ministerie van VWS zal verkennen, in nauw overleg met VNG en de Projectgroep ontwikkeling zorgprogrammering jeugdzorg, of de ontwikkeling van programma’s, waarbij het accent ligt op het aanbod van lokale voorzieningen, mogelijk en zinvol is.

Daarbij zal worden bezien in hoeverre programmering aansluit bij de ontwikkelingen in het kader van de projectgroep Ontwikkeling lokaal preventief jeugdbeleid, met name rond het thema «aanbod regisseren».

In het (voortgangsverslag van het) beleidskader zal jaarlijks worden gerapporteerd over het traject zorgprogrammering jeugdzorg.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretaris van Justitie, E. G. Terpstra