Brief staatssecretaris over vervanging van de mitrailleur MAG 7,62mm - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1996

Deze brief is onder nr. 109 toegevoegd aan wetsvoorstel 24400 X - Vaststelling begroting Defensie 1996.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1996; Brief staatssecretaris over vervanging van de mitrailleur MAG 7,62mm 
Document­datum 07-06-1996
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST15027
Kenmerk 24400 X, nr. 109
Van Defensie
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1995–1996

24 400 X

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1996

Nr. 109

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 7 juni 1996

In deze brief schets ik u de behoefte aan een licht ondersteunend wapen (LOW) ter vervanging van de mitrailleur MAG 7,62mm bij de infanteriegroepen van de (pantser)infanterie, de luchtmobiele infanterie, de verkenningsbataljons, de Natres en de commando’s van de Koninklijke landmacht (A-fase).

De huidige inzet van de mitrailleur MAG 7,62mm

De Koninklijke landmacht beschikt sinds 1963 over de mitrailleur MAG. Het wapen kan worden ingezet tegen personeel in het open terrein en tegen personeel in ongepantserde voertuigen, huizen, veldversterkingen en wapenopstellingen.

In de nieuwe organisatie van de Koninklijke landmacht zijn in totaal 1233 MAG’s ingedeeld bij de infanteriegroepen van de (pantser)infanterie-, de luchtmobiele infanterie-, de verkenningsbataljons, de Natres, de commando’s en de gerelateerde schooleenheden. Deze MAG’s worden zowel statisch gebruikt als bij gevechtsacties te voet.

Het relatief hoge gewicht van ongeveer 15 kg (inclusief alle toebehoren) bemoeilijkt het beweeglijk optreden. Voor de bediening van de MAG zijn twee personen nodig: een schutter en een helper. De taak van de helper is de aanvoer van de munitieband met de hand te begeleiden, opdat geen storing zal optreden. De helper draagt tijdens het uitgestegen gevecht ook de reservemunitie, waardoor hij slechts een beperkte bijdrage aan de beweeglijke gevechtsacties van de groep kan leveren.

Er zijn tevens MAG’s ingedeeld bij logistieke, gevechtsondersteunende en commandovoeringseenheden. Deze worden voornamelijk gebruikt voor de statische nabijbeveiliging of worden gedurende een verplaatsing op een voertuigaffuit geplaatst. Bij dit soort eenheden zijn geen vaste MAG-schutters en helpers aangewezen, maar bedient het personeel het wapen bij toerbeurt. Omdat het wapen statisch of vanaf een voertuig wordt gebruikt, is het relatief hoge gewicht géén groot probleem. Voor de hier genoemde taken voldoet de MAG nog steeds aan de gestelde eisen.

Bij de Koninklijke luchtmacht wordt de MAG op dezelfde, relatief statische wijze ingezet als bij de logistieke eenheden van de Koninklijke landmacht. Bij de Koninklijke luchtmacht bestaat er daarom geen behoefte de MAG te vervangen. Bij het Korps mariniers is gekozen voor een LOW met een beperkte dracht, de automatische versie van de Diemaco C7. Voor specifieke operationele taken wordt wel gebruik gemaakt van de MAG. Er is vooralsnog geen aanleiding de MAG bij het Korps mariniers te vervangen. Wel wordt op termijn een nadere studie uitgevoerd naar de noodzakelijke bewapening van eenheden van dit Korps.

De kwalitatieve behoefte

De behoeftestelling voor de vervanging van de MAG beperkt zich derhalve tot de infanteriegroepen van de eerder genoemde eenheden van de Koninklijke landmacht die dit wapen moeten gebruiken voor gevechtsacties te voet. Om de effectiviteit van deze groepen te verhogen, bestaat behoefte aan een nieuw LOW, dat eenvoudig door één persoon bediend kan worden. Het gewicht mag daarom niet hoger zijn dan ongeveer zes kilogram. Het wapen dient een effectieve dracht te hebben van minimaal 600 meter. Door de vereiste hoge vuursnelheid, minimaal 700 schoten per minuut, is het noodzakelijk dat het wapen op eenvoudige en snelle wijze geladen kan worden. Om de uitwisseling van munitie binnen de groep te vergemakkelijken, dient het LOW hetzelfde kaliber te hebben als de Diemaco C7 van de geweerschutters, te weten 5,56mm. Het lage gewicht van de LOW en het lagere gewicht van de 5,56mm munitie maken het mogelijk dat de LOW-schutter zijn eigen reservemunitie kan meevoeren. De schutter moet op relatief grote afstand, zowel bij dag als bij duisternis, gericht vuur kunnen uitbrengen. Daarvoor moet op eenvoudige wijze een vergrotend optisch vizier of een nachtrichtkijker kunnen worden aangebracht.

Het geluidsniveau bij het schieten met scherpe munitie dient te liggen binnen de normen van de hinderwetvergunning. Bij de verwerving van munitie zal met relevante milieu-aspecten rekening worden gehouden, waardoor schadelijke effecten van munitie en munitieresten voor het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen. Voor de opleiding zal optimaal gebruik worden gemaakt van de reeds aanwezige kleinkaliber wapen schietsimulator.

Kwantitatieve behoefte

De huidige algemene indelingsnorm voor de MAG is zes per pantser-infanteriepeloton, te weten twee per standaard infanteriegroep, één in de groep waarin de pelotonscommandant zit en één in de groep van de plaatsvervangend pelotonscommandant, omdat in deze laatste twee groepen ook de draagbare antitankmiddelen Dragon worden meegevoerd. Simulaties van TNO laten zien dat voor een effectieve inzet minimaal acht LOW’s per peloton noodzakelijk zijn. Omdat de LOW lichter is dan de huidige MAG kan deze effectievere indelingsnorm worden toegepast. Amerikaanse, Britse en Duitse infanterie-eenheden beschikken eveneens over ten minste twee LOW’s per groep, of acht per peloton. Op grond van de algemene indelingsnorm van twee LOW’s per groep is de totale kwantitatieve behoefte vooralsnog vastgesteld op 1616 LOW’s, inclusief wapens voor opleiding en vijf procent algemene reserve. Omdat er nog een aantal onzekerheden bestaat over de reorganisatie van eenheden binnen het Nationaal Commando, zal de kwantitatieve behoefte in elke volgende fase worden gevalideerd.

Herindeling MAG’s

Een deel van de vrijkomende MAG’s zal worden gebruikt voor de vervanging van de ongeveer vierhonderd – uit de Tweede Wereldoorlog stammende – sterk verouderde mitrailleurs BREN, die nog zijn ingedeeld bij eenheden van het Nationaal Commando. De overige MAG’s zullen nog niet worden afgestoten, omdat een verbeterde versie van de MAG een optie voor de vervanging van de mitrailleur .50 inch zou kunnen zijn. Over de analysefase van de vervanging van de mitrailleur .50 inch zal ik u in de tweede helft van 1996 afzonderlijk informeren.

Samenwerking

Nagenoeg alle Navo-partners beschikken reeds over wapens met het kaliber 5,56mm. Een groot aantal Navo-partners beschikt al over een LOW met dit kaliber. Belgie¨, Canada en de Verenigde Staten beschikken over de FN 5,56mm Minimi of daarvan afgeleide versies. Het Verenigd Koninkrijk heeft de 5,56mm L86A1 van Royal Ordnance. De Spanjaarden hebben de Santa Barbara 5,56 mm Ameli en de Italianen de Beretta AR 70/84.

Duitsland is evenals Nederland overgegaan tot de aanschaf van een geweer met kaliber 5,56mm. Duitsland heeft daarbij gekozen voor het geweer HK-50 van Heckler und Koch. Evenals bij de Koninklijke landmacht wordt overwogen vanaf 1998 een LOW-versie in te voeren als gedeeltelijke vervanging van de Duitse equivalent van de MAG (MG-3).

Met Duitsland en in Benelux- en Navo-verband wordt bezien of samenwerking op het gebied van kleinkaliber wapens mogelijk is. In de voorstudiefase zal de mogelijkheid tot internationale samenwerking nader worden onderzocht.

Financiële en personele randvoorwaarden

Voor de verwerving van de 1616 LOW’s, inclusief de verwerving van bijbehorende nachtrichtkijkers, vergrotende optische vizieren, initiële munitie, reservedelen, documentatie, opleiding van kerninstructeurs, opleidingsleermiddelen en infrastructurele aanpassingen, is f 64 miljoen gereserveerd. De invoering van het LOW zal niet leiden tot een behoefte aan meer personeel.

Voortzetting van het project

Gezien de financiële omvang van het project ben ik voornemens, eventueel na overleg met u, dit project te delegeren aan de bevelhebber der landstrijdkrachten.

De Staatssecretaris van Defensie, J. C. Gmelich Meijling

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.