Memorie van toelichting - Goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 24643 - Goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 19-03-1996 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST13458 |
Kenmerk | 24643, nr. 3 |
Van | Financiën |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1995–1996
24 643
Goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Op grond van artikel 25a, vierde lid van de Wet op de Raad van State, blijft publikatie van het advies van de Raad van State achterwege.
1 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw), Kamerstukken II, 1995/96, 24 428, nr. 3, blz. 15; voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet op belastingen van rechtsverkeer (wijziging van enige fiscale wetten in het kader van lastenverlichting voor het midden- en kleinbedrijf), Kamerstukken II, 1995/96, 24 423, nr. 3, blz. 5; voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet belasting- en premiefaciliteit voor de zeevaart 1995 (wijziging van enige belastingwetten in het belang van de zeescheepvaart), Kamerstukken II, 1995/96, 24 482, nr. 3, blz. 2.
In de memories van toelichting bij enige wetsvoorstellen die op 1 januari 1996 in werking zijn getreden1 is aangekondigd dat bij ministeriële regeling voor investeringen in een aantal nieuwe groepen bedrijfsmiddelen de mogelijkheid van willekeurige afschrijving zou worden ingevoerd. Het gaat hierbij om investeringen door startende ondernemers, investeringen in zeeschepen, in immateriële activa die zijn verkregen in het kader van de verwerving van een voordien buiten Nederland gedreven onderneming en in nieuwe gebouwen in aangewezen gemeenten. De inhoud van deze faciliteiten heeft deel uitgemaakt van de parlementaire behandeling van de genoemde wetsvoorstellen. Daarbij is ook aan de orde geweest dat in de mogelijkheid om willekeurig af te schrijven op de onderscheiden groepen bedrijfsmiddelen, beperkingen zouden worden aangebracht met als doel het budgettaire beslag van de faciliteiten af te stemmen op de beschikbare ruimte. De beperkingen hebben betrekking op het maximaal toegestane percentage of bedrag van de willekeurige afschrijving respectievelijk op de duur van de regeling.
Inmiddels zijn bij de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving met ingang van 1 januari 1996 de nieuwe groepen bedrijfsmiddelen aangewezen waarop willekeurig kan worden afgeschreven. De genoemde regeling en de wijzigingen daarvan heb ik bij brief van 22 december 1995 (WDB95/495 M) respectievelijk bij brief van 15 januari 1996 (WDB96/15 M) ter kennisneming van de Voorzitter van de Tweede Kamer gezonden. De aanwijzing in die regeling is gebaseerd op de aanwijzingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 10, derde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De beperkingen die zijn opgenomen in de artikelen 3, 6, 8, 13 en 14 van die regeling zijn gebaseerd op artikel 10, vierde lid, van die wet.
Op grond van artikel 10, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 dient een voorstel van wet tot formele goedkeuring van een regeling waarbij de mogelijkheid van willekeurige afschrijving wordt beperkt of buiten toepassing wordt gesteld, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van die regeling ter goedkeuring te worden gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe aan deze verplichting te voldoen.
Ten aanzien van de in artikel 3 opgenomen beperking in de willekeurige afschrijving door startende ondernemers is goedkeuring niet nodig. In artikel IV van de wet van 15 december 1995 tot wijziging van enige fiscale wetten in het kader van lastenverlichting voor het midden- en kleinbedrijf is namelijk bepaald dat artikel 10, vijfde lid, van de wet met betrekking tot die beperking geen toepassing vindt.
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.