Memorie van toelichting - Wijziging van de in artikel 7 van de Wet persoonsregistraties opgenomen termijn voor het indienen van een voorstel van wet

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 24516 - Wijziging van de in artikel 7 van de Wet persoonsregistraties opgenomen termijn voor het indienen van een voorstel van wet i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de in artikel 7 van de Wet persoonsregistraties opgenomen termijn voor het indienen van een voorstel van wet; Memorie van toelichting  
Document­datum 27-11-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST11494
Kenmerk 24516, nr. 3
Van Justitie
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1995–1996

24 516

Wijziging van de in artikel 7 van de Wet persoonsregistraties opgenomen termijn voor het indienen van een voorstel van wet

Nr. 3

MEMORIE VAN TOELICHTING1

1  Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

2  Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

De Registratiekamer is over het ontwerp-wetsvoorstel gehoord. Het op 14 juli 1995 uitgebrachte advies (kenmerk 95.A.05) heeft tot aanpassing van het ontwerp-wetsvoorstel geleid.2

Dit wetsvoorstel strekt tot aanpassing van artikel 7, eerste lid, van de Wet persoonsregistraties (verder te noemen: de WPR). Genoemd lid wordt opnieuw geformuleerd, aangezien de in dat lid bedoelde algemene maatregel van bestuur intussen tot stand is gebracht (het Besluit gevoelige gegevens, in werking getreden op 1 juni 1993). Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd.

Het wetsvoorstel strekt er voorts toe de termijn, genoemd in artikel 7, derde lid, van de WPR voor het indienen van een voorstel van wet te vervangen door de datum 1 juni 1997. De Registratiekamer heeft in deze zin geadviseerd.

Op 24 juli 1995 is de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens aangenomen (nummer 95/46/EG, nog niet gepubliceerd) (verder te noemen; de richtlijn bescherming persoonsgegevens). De richtlijn bescherming persoonsgegevens bevat ondermeer specifieke voorschriften inzake het verwerken van gevoelige gegevens. Na de implementatie van genoemde richtlijn zullen deze voorschriften in de wet zijn opgenomen.

Nu de totstandkoming van de richtlijn bescherming persoonsgegevens een feit is, is het weinig zinvol om een voorstel van wet ter uitvoering van artikel 7, derde lid, van de WPR, in te dienen. De termijn waarbinnen de richtlijn bescherming persoonsgegevens geïmplementeerd moet zijn, is relatief kort, namelijk drie jaren. De implementatietermijn loopt derhalve in juli 1998 af.

Zekerheidshalve is ervoor gekozen om de verplichting in artikel 7, derde lid, van de WPR om een Wet gevoelige gegevens tot stand te brengen niet te laten vervallen, maar daarvoor een concrete termijn te stellen. Wordt de richtlijn bescherming persoonsgegevens onverhoopt niet tijdig geïmple-menteerd, dan zal in ieder geval uiterlijk 1 juni 1997 aan de Staten-Generaal een voorstel voor de Wet gevoelige gegevens aangeboden worden. Ook dan zal de verwerking van gevoelige gegevens rond juli 1998 bij de wet zijn geregeld.

Dit betekent dat het Besluit gevoelige gegevens zijn gelding behoudt. Er zijn geen aanwijzingen dat het Besluit gevoelige gegevens sinds de inwerkingtreding niet goed zou functioneren.

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.