Brief Algemene Rekenkamer over niet vervullen van deze vacature - Vacature voor een derde lid in buitengewone dienst van de Algemene Rekenkamer - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 24432 - Vacature voor een derde lid in buitengewone dienst van de Algemene Rekenkamer.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Vacature voor een derde lid in buitengewone dienst van de Algemene Rekenkamer; Brief Algemene Rekenkamer over niet vervullen van deze vacature |
|---|---|
| Documentdatum | 20-09-1995 |
| Publicatiedatum | 12-03-2009 |
| Nummer | KST10047 |
| Kenmerk | 24432, nr. 1 |
| Van | Algemene Rekenkamer |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1995–1996
24 432
Vacature voor een derde lid in buitengewone dienst van de Algemene Rekenkamer
Nr. 1
BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 20 september 1995
Onder verwijzing naar onze brief van 8 september 1994 (23 796, nr. 5) en verwijzend naar de recente publikatie in het Staatsblad van de zogenaamde zesde wijziging van de Comptabiliteitswet (CW), berichten wij u een definitief besluit te hebben genomen ten aanzien van de vacature voor een derde lid in buitengewone dienst van de Rekenkamer. In lijn met onze brief van vorig jaar menen wij dat de huidige praktijk aanleiding geeft gebruik te maken van de door de zesde wijziging CW geboden mogelijkheid om het aantal leden in buitengewone dienst te beperken en thans niet over te gaan tot vervulling van de vacature, welke is ontstaan door het vertrek van mevrouw E. J. Sevenhuijsen-Hoogewooning per 1 augustus 1994. Zoals vorig jaar reeds aangegeven kunnen de werkzaamheden ter vervanging en waarneming voorzover wij thans overzien de komende jaren naar onze mening op voortreffelijke wijze worden verspreid over en vervuld door de nog in functie zijnde twee leden in buitengewone dienst, de heren G. M. Kersten B.Ec. en drs. B. van Nes RA.
Mochten er in de toekomst redenen zijn om alsnog de procedure tot benoeming van een derde lid in buitengewone dienst te starten, dan zullen wij u daarover uiteraard nader berichten.
De ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën en de Voorzitter van de Eerste Kamer der staten-Generaal hebben wij heden eveneens per brief met gelijkluidende inhoud over deze aangelegenheid geïnformeerd.
Algemene Rekenkamer
H. E. Koning, president
T. A. M. Witteveen, secretaris
S-AFE