Brief minister over afhandeling van de schade - Wateroverlast in Nederland

Deze brief is onder nr. 20 toegevoegd aan dossier 24071 - Wateroverlast in Nederland.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wateroverlast in Nederland; Brief minister over afhandeling van de schade 
Document­datum 02-05-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST7804
Kenmerk 24071, nr. 20
Van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1994–1995

24 071

Wateroverlast in Nederland

Nr. 20

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 2 mei 1995

  • 1. 
    Inleiding

In vervolg op mijn brief van 13 maart jl. (24 071, nr. 9) kan ik u met betrekking tot de afhandeling van de schade van boeren en tuinders als gevolg van de watersnood van eind januari, begin februari 1995 als volgt informeren.

Tijdens het overleg op 15 maart jl. heb ik toegezegd dat ik de Bijdrageregeling landbouwbedrijven overstromingsschade 1995 op een aantal punten zou aanpassen, zoals onder punt 2 vermeld.

Daarnaast heb ik toegezegd om de regeling aan te passen indien op basis van de eerste 1000 taxaties blijkt dat zich over de gehele linie evidente onrechtvaardigheden voordoen. Voorts heb ik toegezegd, dat indien zich bij de uitvoering van de regeling in individuele gevallen evidente onrechtvaardigheden of knelsituaties zouden voordoen, hiervoor een oplossing zou worden gezocht via de Stichting Fonds Watersnood 1995 Land- en Tuinbouw. Het kabinet zal de Stichting in dat geval in staat stellen om aanvullende maatregelen te treffen voor individuele boeren en tuinders of voor bepaalde categorieën. Concrete uitwerking zal geschieden in nauw overleg met het georganiseerde landbouwbedrijfs-leven.

Op 16 maart is bij de heropening van de beraadslagingen in de Tweede Kamer een motie van het lid Keur c.s. aanvaard waarin de regering wordt verzocht te bevorderen dat bovenstaande Stichting zich daarbij (zeker) ook richt op het aftoppen van het eigen risico tot een nader te bepalen maximum.

  • 2. 
    De Bijdrageregeling landbouwbedrijven overstromingsschade 1995

Op 21 maart jl. zijn in de Bijdrageregeling landbouwbedrijven overstromingsschade 1995 op grond van het overleg in de Tweede Kamer op 15 en 16 maart de volgende aanpassingen opgenomen:

– voor de agrarische sector is er geen maximum aan de vergoeding van de evacuatiekosten;

– de periode waarin evacuatiekosten moeten zijn gemaakt om voor vergoeding in aanmerking te komen wordt verlengd tot 15 juni 1995;

– mede in verband met het voorgaande is de aanvraagtermijn verlengd tot 1 juli 1995;

– kosten van extra eigen arbeid in eigen beheer bij evacuatie, beredding en opruiming komen voor vergoeding in aanmerking;

– voor leningen, aangegaan voor het herstel van de schade, kan een rentesubsidie worden verkregen. Deze rentesubsidiefaciliteit heeft betrekking op leningen met een looptijd van 12 jaar waarvan het eerste jaar aflossingsvrij is en die maximaal 25% belopen van het schadebedrag dat voor tegemoetkoming in aanmerking komt. De rentesubsidie bedraagt 4% van het in aanmerking komende leningsbedrag.

De gekapitaliseerde bijdrage van 20% betreft de contante waarde daarvan;

– teeltplanschade en bedrijfsschade, geleden in de periode van evacuatie of overstroming (week 5 van 1995) komen voor vergoeding in aanmerking. De teeltplanschade of bedrijfsschade in week 5 zal worden gewaardeerd tegen integrale kostprijs of in voorkomend geval de lagere marktwaarde van week 5.

  • 3. 
    Feiten en Cijfers

Op 24 april jl. waren er 1000 taxaties afgerond. In totaal verwacht het Bureau Watersnood Agrarisch in Roermond dat er circa 3850 taxaties bij getroffen boeren en tuinders zullen plaatsvinden.

Hoewel deze 1000 taxaties niet helemaal representatief zijn, acht ik extrapolatie verantwoord, zeker gelet op de inmiddels beschikbare informatie over getroffen bedrijven bij Bureau Watersnood Agrarisch, de SEV en de Dienst Uitvoering Regelingen (DUR) van mijn departement.

De afgeronde taxaties vormen onderdeel van de aanvraag voor schadevergoeding. Op 1 mei jl. waren er 594 aanvragen bij DUR binnengekomen. Hiervan zijn er inmiddels 200 behandeld en uitbetaald. Op 1 mei waren er 15 aanvragen voor een rentesubsidie ingediend.

Vanaf 13 maart jl. heb ik ter voorkoming van onnodige liquiditeitsproblemen bij gedupeerde boeren en tuinders de mogelijkheid gecreëerd, vooruitlopend op de uiteindelijke schadevergoeding, een voorschot voor bereddingskosten, opruimingskosten en directe activaschade uitbetaald te krijgen.

Bovendien kan vanaf deze datum een voorschot worden verkregen voor evacuatiekosten. Bevoorschotting is alleen mogelijk indien voor genoemde posten nota’s of facturen kunnen worden overlegd. Tot en met 1 mei jl. zijn 670 aanvragen voor een voorschot ingediend. Door DUR zijn inmiddels 560 aanvragen uitbetaald. Hiermee is een bedrag gemoeid van f 3,8 miljoen.

Van de noodfaciliteit bij het Borgstellingsfonds is door 21 boeren en tuinders, vooral champignonkwekers, gebruik gemaakt. Deze faciliteit is overigens per 1 mei jl. gesloten.

  • 4. 
    Overleg met LTO-Nederland

De afgelopen weken heeft er intensief overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van LTO-Nederland, Bureau Watersnood Agrarisch in Roermond en de taxateurs van Hagelunie/Interpolis. Tijdens dat overleg is enerzijds aandacht besteed aan eventuele knelpunten bij uitvoering van de bevoorschotting en de schadevergoedingsregeling, anderzijds aan de voortgang en resultaten van de taxaties. Knelpunten bij de taxaties en de uitvoering zijn weggenomen en opgelost. Dit heeft geresulteerd in een snelle uitbetaling van de voorschotten.

Waar enigszins mogelijk tref ik voorzieningen om de afhandeling van de schade te bespoedigen. Zo hoeven aanvragers – als ze daar niet over beschikken – geen topografische kaart mee te zenden en is er een oplossing gevonden voor het vergoeden van rekeningen waarvoor geen betalingswijzen beschikbaar zijn.

Deze worden – net als bij bevoorschotting – rechtstreeks aan de crediteur betaald.

DUR is in staat om elke aanvraag voor een schadevergoeding, mits compleet, in 5 dagen af te handelen en vervolgens uit te betalen. Er zijn afspraken tussen DUR en Bureau Watersnood Agrarisch om indien nodig, de dossiers die ten grondslag liggen aan de aanvraag, in 24 uur compleet te maken, zodat de behandeling van de incomplete aanvraag niet onnodig stagneert.

  • 5. 
    Categorieën Knelsituaties

Op grond van de resultaten van de eerste 1000 taxaties kan geconcludeerd worden dat de schadevergoedingsregeling in zijn algemeenheid voldoet. Wel is er in een relatief beperkt aantal gevallen sprake van het tekort schieten van de regeling.

Door de combinatie van de resultaten van de taxaties en de informatie over getroffen boeren bij Bureau Watersnood Agrarisch, SEV en DUR kan geconstateerd worden dat er 100 tot 200 getroffen boeren en tuinders zijn, waarbij de regeling aantoonbaar tekort schiet. Getracht is hiervoor een aantal speciale categorieën te ontwikkelen, waar de Stichting Fonds Watersnood 1995 Land- en Tuinbouw, aanvullend aan de schadevergoeding op basis van de Bijdrageregeling, een extra tegemoetkoming zou moeten geven. Het gaat hierbij om de volgende 8 categorieën:

  • 1. 
    Een aantal bedrijven heeft in 1993 wel een schade gehad van meer dan f 2000,–, maar om uiteenlopende redenen, soms omdat de schade pas na de zomer van 1994 geconstateerd werd, geen vergoeding gekregen. Om te voorkomen dat deze boeren een eigen risico van 35% hebben, vergoedt de Stichting het verschil tussen 65% en 90%.
  • 2. 
    Een klein aantal opvangadressen claimt schade door dierziekten als gevolg van het opstallen van geëvacueerd vee.

Indien er een causaal verband is tussen de dierziekte en het opstallen van geëvacueerd vee, vergoedt de Stichting deze schade volledig.

  • 3. 
    Bij een aantal fruitteeltbedrijven, boomkwekerijen en bedrijven met meerjarige groentegewassen is de opstand door de tweede overstroming zwaar beschadigd en zal misschien zelfs gerooid moeten worden. Deze bedrijven lijden teeltplanschade in 1996 en 1997. De Stichting vergoedt deze teeltplanschade volledig. Het gaat alleen om bedrijven waar voor de tweede keer sprake is van overstroming. Teeltplanschade na 52 weken als gevolg van kwel wordt niet vergoed.
  • 4. 
    Bij enkele bedrijven is milieuschade als gevolg van olie geconstateerd (los drijvende olietanks). Deze schade is nergens te verhalen, maar is zo groot dat grond moet worden afgegraven. De Stichting vergoedt deze schade volledig.

Schade door vervuild slib wordt niet vergoed.

  • 5. 
    Enkele bedrijven waren voor de overstroming zo zwaar gefinancierd dat ze geen enkel eigen risico kunnen dragen.

Deze circa 10 bedrijven krijgen van de Stichting het verschil tussen de schadevergoeding en de totale getaxeerde schade.

  • 6. 
    Op een aantal bedrijven is sprake van grote psycho-sociale problemen. De Stichting stelt de SEV in staat deze mensen de komende maanden optimaal te begeleiden.
  • 7. 
    In 3 à 5 gevallen komen alle rampen samen. Zware milieuschade door olie, het rooien van de opstand, zwaar gefinancierd, en psychosociale problemen. De Stichting zorgt hier voor een 100% oplossing.
  • 8. 
    Een aantal bedrijven lijdt grote schade doordat in week 5 de integrale kostprijs wordt vergoed in plaats van de hogere marktprijs (vooral chrysanten). De Stichting vergoedt het verschil conform de percentages van de regeling met een drempel van f 2000,–.

Met LTO-Nederland ben ik tot de conclusie gekomen dat voor deze 8 categorieën een bedrag van circa f 5 miljoen benodigd is.

  • 6. 
    Aftopping eigen risico

Ten behoeve van het bepalen van het maximum aan eigen risico heb ik op basis van de 1000 taxaties onderzocht waar en in welke mate er sprake is van onaanvaardbaar hoge eigen risico’s.

Mij is gebleken dat er een aantal bedrijven is dat een eigen risico van f 10 000,–, f 25 000,–, f 50 000,– of soms zelfs meer dan f 100 000,– heeft.

Dit soort hoge eigen risico’s acht ik niet aanvaardbaar. Gelet op de uitkomsten van de taxaties, alsmede de beschikbare informatie over andere getroffen bedrijven, ben ik van mening dat een aftopping van het eigen risico noodzakelijk is.

Derhalve heb ik in overeenstemming met LTO-Nederland besloten om aan de Stichting Fonds Watersnood 1995 Land- en Tuinbouw een bedrag van f 11 ,5 miljoen ter beschikking te stellen om deze te hoge eigen risico’s af te toppen. De manier van aftoppen is de verantwoordelijkheid van de Stichting.

Samen met het bedrag dat de Stichting zelf heeft ingezameld, naar schatting tenminste f 3 miljoen, acht ik een storting van f 11,5 miljoen voor het beperken van het eigen risico, voldoende om invulling te geven aan het verzoek van de Tweede Kamer, zoals verwoord in de motie Keur c.s.

  • 7. 
    Samenvatting

Alles overziend kom ik tot de conclusie dat er geen redenen zijn om de schadevergoedingsregeling als zodanig aan te passen.

De meeste schades bij het overgrote deel van de getroffen boeren en tuinders worden op een adequate wijze vergoed.

Desondanks is mij gebleken dat er bij een, relatief beperkt, aantal getroffen boeren en tuinders sprake is van evidente onrechtvaardigheid indien volstaan zou worden met alleen een tegemoetkoming in de schade op basis van de schadevergoedingsregeling.

Ik ben dan ook voornemens voor de onder punt 5 genoemde catego-rieën, alsmede voor het aftoppen van het eigen risico eenmalig een bedrag van f 16,5 miljoen in de vorm van een «lump sum» ter beschikking te stellen aan de Stichting. Met dit bedrag zal de Stichting eerst een tegemoetkoming geven aan de 8 categorieën conform het gestelde onder 5. Vervolgens zal de Stichting met inachtneming van de uitkomsten van de taxaties, alsmede de beschikbare informatie over de getroffen bedrijven, met het resterende bedrag het eigen risico aftoppen.

In totaal stel ik derhalve een bedrag van f 16,5 miljoen ter beschikking aan de Stichting. Ik zal de Stichting op korte termijn in kennis stellen onder welke voorwaarden tot uitbetaling kan worden overgegaan.

Op deze wijze vertrouw ik er op dat ik mijn op 15 maart jl. aan uw Kamer gedane toezeggingen ben nagekomen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.