Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Dit agentschap1 van de Europese Unie heeft als doel de Europese instellingen2 en de lidstaten3 te ondersteunen in het versterken van de gelijkheid van mannen en vrouwen (gendergelijkheid) in de EU. Daarnaast streeft het instituut er ook naar discriminatie op grond van geslacht te bestrijden en de burgers van de Europese Unie bewust te maken van gendergelijkheid en non-discriminatie4 tussen mannen en vrouwen.

Voor de periode 2020-2022 heeft EIGE de volgende prioriteiten gesteld:

  • - 
    het verstrekken van gedegen onderzoek en gegevens ter bevordering van besluitvorming door beleidsmakers en andere belanghebbenden op het gebied van het bereiken van gelijkheid tussen vrouwen en mannen
  • - 
    het beheren van door EIGE opgedane kennis ter bevordering van actuele en innovatieve communicatie die voorziet in de behoefte van stakeholders

­

Inhoudsopgave

  1. Basiskenmerken
  2. Doelstelling en activiteiten
  3. Organisatie
  4. Inspraak EU-lidstaten
  5. Nederlandse vertegenwoordiging
  6. Meer informatie

1.

Basiskenmerken

Locatie (stad)

Vilnius

Locatie (land)

Litouwen

Internetsite

http://eige.europa.eu

Grondslag

Verordening (EG) Nr. 1922/2006

Oprichting

20 december 2006

Aard organisatie

Agentschap van de Europese Unie

Ondersteuning beleid

Mensenrechtenbeleid

2.

Doelstelling en activiteiten

Gelijkheid van vrouwen en mannen is een grondrecht en een belangrijk punt in het beleid van de Europese Unie. Daarom is in 2004 door de Europese Raad5 en het Europees Parlement6 besloten om het Europees Instituut voor Gendergelijkheid op te richten. Op 20 december 2006 is het instituut opgericht en sinds december 2009 is het gevestigd in Vilnius (Litouwen). De officiële opening was in juni 2010.

Een hoofdactiviteit van het instituut is het doen van onderzoek naar gendergelijkheid in het beleid van de EU en het nationale beleid van de lidstaten. Hierover brengt het advies en verslag uit aan de Europese instellingen en lidstaten.

Verder zorgt het instituut ervoor dat het onderwerp van gendergelijkheid en non-discriminatie aandacht krijgt onder de burgers van de lidstaten, door hierover voorlichting te geven. Tot slot bouwt het instituut aan een netwerk om de uitwisseling van informatie tussen onderzoekers, non-gouvernementele organisaties, universiteiten, politici en burgers te bevorderen.

De taken van het bureau zijn:

  • - 
    Het verzamelen en analyseren van onderzoeksresultaten
  • - 
    Het ontwikkelen van instrumenten om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op alle beleidsterreinen te waarborgen
  • - 
    Het organiseren van activiteiten zoals conferenties en het uitvoeren van enquêtes, ten behoeve van het uitwisselen van ervaringen en het totstandbrenging van een Europese dialoog
  • - 
    Het verspreiden van informatie aan het publiek door middel van een website en publicaties

Binnen de instellingen van de Europese Unie werkt het Europees Instituut voor Gendergelijkheid nauw samen met andere instellingen, zoals de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden7, het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk8 en het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding9. Buiten de instellingen van de Europese Unie werkt het nauw samen met nationale onderzoeksinstituten, universiteiten en non-gouvernementele organisaties.

3.

Organisatie

Het Europees Instituut voor Gendergelijkheid bestaat uit een raad van bestuur, een directeur en het adviesforum. De Raad van Bestuur bestaat uit achttien vertegenwoordigers van de lidstaten. Na drie jaar wordt een andere vertegenwoordiging aangesteld. De directeur wordt op voordracht van de Europese Commissie10 door de Raad van Bestuur benoemd voor een periode van drie jaar. De directeur is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur.

Het adviesforum van het instituut is samengesteld uit genderdeskundigen. De taak van het forum is onderzoek binnen het instituut te verrichten. Verder verzorgt het de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen het instituut en de instellingen in de verschillende lidstaten.

4.

Inspraak EU-lidstaten

De Raad benoemt achttien vertegenwoordigers van EU-lidstaten en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie10 in de Raad van Bestuur.

5.

Nederlandse vertegenwoordiging

Nederland is momenteel vertegenwoordigd door Esther van Dijk in de Raad van Bestuur.

6.

Meer informatie

  • Website van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid
  • Gelijke kansen en non-discriminatie4
  • Raad van Europa11
 

  • 1. 
    Een Europees agentschap is een instantie die zich bezighoudt met de ondersteuning en uitvoering van specifieke juridische, technische of wetenschappelijke overheidstaken. Hierbij werken zij nauw samen met de Europese Commissie en de nationale overheden van de EU-lidstaten, zonder direct deel uit te maken van nationale ministeries of de Europese instellingen. Daarnaast onderhouden zij ook banden met maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstituten uit de lidstaten.
     
  • 2. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen, zoals de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie. De bevoegdheden van de EU-instellingen zijn vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU)
     
  • 3. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 4. 
    Gelijkheid en het tegengaan van discriminatie nemen een belangrijke plek in op de agenda van de Europese Unie. Door middel van wetgeving zorgt de EU ervoor dat burgers overal in de Europese Unie dezelfde mate van bescherming tegen discriminatie genieten.
     
  • 5. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 6. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 7. 
    Dit agentschap draagt bij aan het Europees sociaal beleid door onderzoek te doen naar de werk- en levensomstandigheden binnen de EU. Eurofound voorziet regeringen, werkgevers, vakbonden en de Europese Commissie van bevindingen, kennis en advies afkomstig van onafhankelijk en vergelijkend onderzoek.
     
  • 8. 
    Het Europees agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk verzamelt kennis over veiligheid en gezondheid op het werk binnen alle EU-lidstaten. De statistische, technische en economische analyses van het OSHA worden gebruikt door EU-instellingen, regeringen en derden (vakbonden, wetenschappers, etc.).
     
  • 9. 
    Het Europees Centrum voor de Ontwikkeling van de Beroepsopleiding is een agentschap dat sociale partners, beleidsmakers in lidstaten en de Europese instellingen informeert over het beleid van de lidstaten inzake beroepsonderwijs en beroepsopleidingen door het publiceren van bijvoorbeeld studies en statistieken. Ook geeft het Cedefop rapporten uit over te verwachten trends. Cedefop wil 'een leven lang leren' (permanente educatie) bevorderen.
     
  • 10. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 11. 
    Na de verwoestende Tweede Wereldoorlog was er in Europa grote behoefte aan een organisatie die zich zou richten op het bevorderen van mensenrechten en democratie. In 1949 richtten Europese landen daarom de Raad van Europa op. Dit orgaan is géén onderdeel van de Europese Unie en moet niet verward worden met de Raad van de Europese Unie of de Europese Raad. Vrijwel alle Europese landen zijn lid.