Brief minister over politiekorpsen waar agenten aangestuurd worden d.m.v. bonnenquota - Politie - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 98 toegevoegd aan dossier 29628 - Politie.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Politie; Brief minister over politiekorpsen waar agenten aangestuurd worden d.m.v. bonnenquota |
---|---|
Documentdatum | 11-09-2008 |
Publicatiedatum | 20-09-2008 |
Nummer | KST122205 |
Kenmerk | 29628, nr. 98 |
Van | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2007–2008
29 628 28 824
Politie
Landelijk Kader Nederlandse Politie
Nr. 98
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2008
In de Regeling van werkzaamheden d.d. 3 juni 2008 heeft het lid Van Raak (SP) verzocht om een brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie waarin ingegaan wordt op het uitschrijven van extra bonnen door agenten die meegedaan hebben met politieacties, in welke korpsen agenten aangestuurd worden door middel van bonnenquota en waarom dit gebeurt terwijl bonnen uit de landelijke prestatienormen zijn gehaald.
Hierbij kom ik mede namens mijn ambtgenoot van Justitie aan dat verzoek tegemoet.
Bekeuringen maken geen deel uit van de landelijke prioriteiten politie, die mijn ambtgenoot van Justitie en ik voor de periode 2008–2011 hebben vastgesteld (TK 2006–2007; 29 628/28 824 nr. 50).
De landelijke doelstelling boetes en transacties uit staandehoudingen is in de periode 2003 tot en met 2006 ruimschoots gehaald. De politie heeft hiermee een blijvende intensivering van het toezicht en de handhaving in het publieke domein gerealiseerd. Vanaf 2007 maken boetes en transacties uit staandehoudingen daarom geen onderdeel meer uit van de landelijke prestatieafspraken met politie. Van het opleggen van inhaalboetes is in het kader van de landelijke prioriteiten dan ook geen sprake.
De aansturing van de politietaak vindt in het huidige bestel, behalve door de politieministers ook plaats door de regionale colleges, de lokale driehoeken en door het OM. De opgelegde doelstellingen kunnen ertoe leiden dat de korpsleiding gebruik maakt van interne aansturingsmechanismen als «bonnenquota» maar dat is niet noodzakelijk zo. Ik heb geen overzicht welke korpsen hier gebruik van maken.
De interne sturing van de korpsen is namelijk een zaak van de korpsleiding. De effecten van de verkeershandhavingstaak zijn overigens zicht-
baar geworden. De verkeersveiligheid in Nederland neemt al jaren toe; deels is dat ook te danken aan het verkeerstoezicht door de politie.
Voor het overige verwijs ik naar de eerdere beantwoording van Kamervragen over dit onderwerp (vragen van het lid Griffith (VVD), 6 februari 2008, nr. 1531).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst