Verslag schriftelijk overleg over de veiligheid binnen de Glen Mills School - Jeugdzorg 2005-2008 - Hoofdinhoud
Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. 144 toegevoegd aan dossier 29815 - Jeugdzorg 2005–2008.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Jeugdzorg 2005-2008; Verslag schriftelijk overleg over de veiligheid binnen de Glen Mills School |
---|---|
Documentdatum | 18-06-2008 |
Publicatiedatum | 25-06-2008 |
Nummer | KST119831 |
Kenmerk | 29815, nr. 144 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2007–2008
29 815 24 587
Jeugdzorg 2005–2008 Justitiële Inrichtingen
Nr. 144
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 18 juni 2008
De algemene commissie voor Jeugd en Gezin1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Jeugd en Gezin naar aanleiding van de brieven van 17 en 20 maart 2008 inzake Veiligheid binnen de Glen Mills School (Kamerstukken 29 815/24 587, nrs. 128 en 129) en het terzake door de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs verrichte onderzoek.
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 juni 2008. Vragen en antwoorden zijn, voorzien van een inleiding, hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Heijen
De griffier van de commissie, Teunissen
1 Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), ondervoorzitter, Cqörüz (CDA), Tichelaar (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Van Dijken (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), Teeven (VVD), Wolbert (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Voordewind (CU), Zijlstra (VVD), Bouchibti (PvdA), Langkamp (SP), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Dibi (GL), Heijnen (PvdA), voorzitter, Van Toorenburg (CDA), Uitslag (CDA) en Vacature (algemeen). Plv. leden: Vacature (SGP), Gerkens (SP), De Rouwe (CDA), Heerts (PvdA), Van der Burg (VVD), Eijsink (PvdA), Nicolaï (VVD), Biskop (CDA), Van der Ham (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Verdonk (Verdonk), Bouwmeester (PvdA), Van Dijk (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Schippers (VVD), Timmer (PvdA), Gesthuizen (SP), Vacature (PvdD), Bosma (PVV), De Wit (SP), Azough (GL), Arib (PvdA), De Vries (CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA) en Karabulut (SP).
Hierbij zend ik u, mede in het licht van het Algemeen Overleg van 18 juni 2008, de antwoorden op de vragen van enkele fracties binnen de algemene commissie voor Jeugd en Gezin over de Glen Mills School.
Voor de beantwoording van de vragen heb ik gebruik gemaakt van informatie die mij is aangereikt door de provincie Zuid-Holland. De provincie heeft, waar nodig, weer informatie opgevraagd bij de Hoenderloo Groep. De antwoorden zijn afgestemd met de staatssecretaris van Justitie.
De door u gestelde vragen heb ik helaas niet binnen de daarvoor gestelde termijn kunnen beantwoorden. De reden daarvoor is gelegen in het feit dat een deel van de vragen pas beantwoord kon worden op het moment dat ik een visie had ontwikkeld op de toekomst van de Glen Mills School, zoals ik u heb toegezegd in mijn brieven van 17 maart 2008 en 20 maart 2008. Voor de ontwikkeling van die visie heb ik in de afgelopen tijd overleg gevoerd met het ministerie van Justitie, de provincie ZuidHolland, de Inspectie Jeugdzorg en de Hoenderloo Groep.
In mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143) ga ik apart in op mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School en de gebruikte methodiek.
De minister voor Jeugd en Gezin, A. Rouvoet
Vragen van de CDA-fractie
1
Uit het Inspectierapport komt naar voren dat er sprake is van een minimale personele bezetting. Kan de minister aangeven hoeveel behandelaars op hoeveel jongeren er in Glen Mills zijn? Hoe is deze verhouding in andere (open) jeugdzorginstellingen?
Op dit moment zijn overdag 10 coaches en 6 coachdocenten (onderwijs) aanwezig en zijn 2 seniorcoaches verantwoordelijk voor de directe aansturing voor 110 studenten. ’s Avonds zijn er 10 coaches werkzaam. In de nacht (van 23.00 tot 07.00) zijn 6 coaches aanwezig en er zijn twee coaches oproepbaar.
De provincie heeft aangegeven dat dit vergelijkbaar is met soortgelijke/ open jeugdzorginstellingen.
2
Hoeveel meldingen zijn er in het afgelopen jaar in Glen Mills geweest van toepassing van het zwaarste confrontatieniveau om negatief gedrag van jongeren bij te sturen (zevende level)? Waarom zijn (wettelijke) maatregelen nodig voor «holding» nu de rechter in een zaak van «holding» heeft bepaald dat dit geoorloofd was (blijkt uit een artikel in het tijdschrift Perspectief)?
De provincie Zuid-Holland heeft mij gemeld dat er in 2007 183 meldingen level 7 geweest.
De uitspraak in de zaak waar u naar verwijst gaat over het gehele regime van de Glen Mills School, waarbij het onderdeel «holding» niet specifiek aan de orde komt. De Rechtbank heeft zich in deze zaak gebogen over de vraag of de behandeling van de jongere in de Glen Mills School in strijd is met artikel 19 (maatregelen tegen geweld) en art 37 (verbod van geweld) van het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK). De Rechtbank heeft geconcludeerd dat art. 19 gezien aard, inhoud en strekking geen rechtstreekse werking heeft, maar dat art. 37 wel rechtstreekse werking heeft in deze zaak. Echter, naar het oordeel van de Rechtbank is onvoldoende gebleken dat er bij de Glen Mills School sprake is van stelselmatig in strijd handelen met het IVRK.
De rechter heeft dus niet zozeer bepaald dat «holding» geoorloofd is, maar dat er geen sprake is van structurele kindermishandeling, laat staan foltering in de Glen Mills School.
Sinds 1 januari 2008 is de Wet op de jeugdzorg aangepast, waardoor gesloten jeugdzorg mogelijk is. Hiermee is een expliciete wettelijke basis gelegd zodat er inbreuk gemaakt mag worden op een grondrecht, namelijk de onaantastbaarheid van het lichaam. Gesloten jeugdzorg omvat zorg in een gesloten setting alsmede het treffen van vrijheidsbeperkende maatregelen. De Inspectie heeft een uitspraak gedaan over het ontbreken van een wettelijke grondslag voor het toepassen van «holding» in de open jeugdzorg. Samen met de Inspectie ben ik van mening dat er bij het onderdeel «holding» als agressie reducerende maatregel sprake is een vrijheidsbeperkende maatregel en daarmee alleen in de gesloten jeugdzorg mogelijk zou moeten zijn, mede met het oog op rechtsbescherming van de jeugdige.
Gezien het bovenstaande vind ik het nodig dat er maatregelen worden getroffen voor de Glen Mills School.
3
Er wordt gezinspeeld dat Glen Mills mogelijk een gesloten jeugdzorginstelling zal worden. Kloppen deze berichten? Zo ja, op welke termijn gaat dit plaatsvinden? Zo nee, welke (juridische) mogelijkheden staan er
anders nog open? Geldt dit ook ten aanzien van andere (open) jeugdzorginstellingen?
Hoe gaat de minister bevorderen dat de unieke (verbeterde) aanpak van Glen Mills toch behouden blijft voor Nederland?
Kan de minister aangeven welke certificaten c.q. keurmerken Glen Mills heeft?
Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School en de aanpak die ze hanteren verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
De provincie geeft aan dat de Hoenderloo Groep en daarmee ook Glen Mills School met ingang van 1 februari 2008 HKZ gecertificeerd is. De methodiek van Glen Mills is vastgelegd in het boek «Respect voor Jezelf». Deze theoretische onderbouwing is in samenwerking met onderzoeksbureau Van Montfoort gerealiseerd en is de eerste fase van een longitudinaal onderzoek waarin Glen Mills de effecten van de interventies in termen van behandeldoelen wil aantonen. De tweede fase van dit onderzoek heeft bestaan uit het toetsen van alle onderzoeksinstrumenten. Deze fase is begin 2008 afgerond. De derde fase, het feitelijke longitudinale onderzoek (tijdens en na het verblijf van Glen Mills) is nog niet gestart.
4
Kan de minister aangeven onder welk regime de jongeren in Glen Mills vallen? Kan de minister aangeven of Glen Mills helemaal geen klachtenprocedure heeft? Zo nee, op welke termijn gaat Glen Mills een klachtenprocedure tot stand brengen?
Alle jongeren die op de Glen Mills School verblijven vallen onder van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg.
Glen Mills heeft een interne klachtenprocedure. Deze procedure is bij iedereen (studenten en medewerkers) bekend. De interne klachtenprocedure staat vermeld in de informatieboekjes voor ouders en studenten. Dit is een belangrijk onderdeel van het ontwikkelingsproces van de studenten. Naast de interne klachtenprocedure is er een Klachtenregeling voor cliënten van Stichting de Hoenderloo Groep.
De Klachtenregeling is in het kwaliteitssysteem meegenomen als onderdeel van de HKZ certificering. Tegelijkertijd met het onder de aandacht brengen van de Klachtenregeling is de externe onafhankelijke klachtencommissie onder de aandacht gebracht van studenten en personeel. Bij klachten van jongeren wordt eerst de interne procedure doorlopen. Dit betekent het volgende; als de jongere een klacht indient bij een team, de leidinggevende van het team de klacht behandelt. Mocht de klacht een leidinggevende betreffen, dan gaat de klacht naar de eersthogere leidinggevende.
De leidinggevende van de beklaagde zoekt samen met klager/beklaagde binnen tien werkdagen naar een oplossing. De leidinggevende doet binnen twee weken aan de ambtelijk secretaris van de klachtencommissie mededeling van het resultaat van zijn inspanningen. Als na de behandeling door de leidinggevende een bevredigende oplossing van de klacht uitblijft, kan de klager er voor kiezen een klacht in te dienen bij de onafhankelijke externe klachtencommissie.
Op dit moment hebben de studenten rechtstreeks toegang tot de klachtencommissie.
5
Welke partijen zijn belast met de nazorg van jongeren die Glen Mills
verlaten? Wie heeft de regie c.q. de eindverantwoordelijkheid?
Voor zover het jongeren betreft die vanuit de Dienst Justitiële Inrichtingen zijn geplaatst op een inkoopplaats bij Glen Mills, geldt het Verantwoor-delijkheidskader Nazorg jeugd, dat in mei 2007 is vastgesteld door de minister van Justitie. Binnen dit verantwoordelijkheidskader liggen de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen afzonderlijk vast. De filosofie die ten grondslag ligt aan het verantwoordelijkheidskader is gebaseerd op een ketenbenadering tussen de betrokken partijen. In het nazorgtraject moeten die partijen, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, samenwerken, informatie aan elkaar overdragen en zorg dragen voor een warme overdracht van iedere casus aan de volgende partij in de keten.
Goede nazorg behelst een op de persoon afgestemd traject, waarin systematisch samen met de jeugdige wordt gewerkt aan het oplossen van de problemen op de belangrijkste levensdomeinen (wonen, inkomen, werk/ opleiding, vrije tijd, gezondheid).
Het hierbij betrekken van de gemeentelijke voorzieningen is noodzakelijk. Zoals aangekondigd in het Coalitieakkoord hebben alle gemeenten afspraken gemaakt over sluitende nazorg voor mensen die voor kortere of langere termijn in een Justitiële Inrichting hebben gezeten. Dit geldt ook voor jeugdigen.
Nazorg in justitieel kader kan vrijwillig en verplicht worden gegeven. Verplichte nazorg heeft de vorm van een opdracht aan de (jeugd-) reclassering tot het verlenen van «Hulp en Steun» bij voorwaardelijke jeugddetentie of een pij-maatregel, volgend op de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke gedeelte. De duur van de begeleiding is gelijk aan de proeftijd. Vrijwillige nazorg vindt haar grondslag in de Regeling vrijwillige begeleiding jeugdreclassering. Deze regeling geeft aan, dat de Raad voor de Kinderbescherming aan de jeugdreclassering opdracht kan geven tot Toezicht & Begeleiding:
-
a.na langdurige detentie (meer dan 6 maanden), mits de jeugdige bij ontslag uit de justitiële jeugdinrichting de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
-
b.tijdens en na kortdurende detentie (6 maanden of minder), mits de jeugdige bij aanvang van de begeleiding van de jeugdreclassering de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
-
c.na een pij-maatregel, mits de jeugdige bij ontslag uit de justitiële jeugdinrichting de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Met de herziening van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen worden de mogelijkheden tot wettelijk verplichte nazorg uitgebreid.
Vooruitlopend op de uitbreiding van de mogelijkheden om nazorg in verplicht kader op te leggen, die met de herziening van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen zal worden ingevoerd, is vanaf 1 januari 2008 gestart met het aanbieden van vrijwillige nazorg aan alle pij-jongeren die 18 jaar of ouder zijn geworden. Er is een pilot gestart die in de eerste helft van 2008 wordt uitgerold naar alle JJI’s. Doelstelling is dat eind 2008 alle ex-pij-jongeren (een aanbod voor) nazorg op vrijwillige basis ontvangen. Ook de pij-ers die in Glen Mills geplaatst zijn, vallen hieronder.
Voor zover het jongeren betreft die op een provinciaal gefinancierde jeugdzorg plek zitten vindt de hele nabegeleiding plaats op vrijwillige basis. Jongeren worden nu afbouwend in intensiteit 1,5 tot 2 jaar nabege-leid, zonder verplichting overigens en tot nu toe op kosten van de Glen Mills School. In de beginfase worden de jongeren 1 keer in de 2 weken bezocht door de trajectbegeleiders, gaat het goed, dan wordt de frequentie lager en vindt telefonisch contact plaats. Jongeren worden verder in samenwerking met MKB-Nederland begeleid naar een baan. In
de begeleiding wordt aandacht besteed aan de vier belangrijkste pijlers wonen, werken, opleiding en vrijetijdsbesteding.
6
Wat is de ondergrens van het aantal jongeren dat in Glen Mills aanwezig
moet zijn wil de continuïteit geborgd zijn?
De Glen Mills School heeft aangegeven dat zij feitelijk minimaal 108 studenten nodig hebben om budgetneutraal te draaien.
Vragen van de PvdA-fractie
7
Wat gaat u doen aan de recidivecijfers bij de Glen Mills School?
Het WODC concludeert dat de algemene recidive van de groep onderzochte jeugdigen niet lager of hoger is dan verwacht mag worden op grond van hun leeftijd, etnische achtergrond, het gepleegde delict, de verblijfstitel, de verblijfsduur en het aantal eerdere justitiecontacten. De Glen Mills School heeft aangegeven dat zij verbeteringen hebben ingevoerd. Het duurt enige jaren voordat daarvan in termen van recidivevermindering de vruchten zijn te plukken.
Nu ik besloten heb om de Glen Mills School aan te wijzen als aanbieder van gesloten jeugdzorg zal ik via ZonMw een onderzoek starten naar de effectiviteit van aangepaste methodiek, zoals ook gebeurt bij de andere aanbieders van gesloten jeugdzorg. Bij deze evaluatie wordt breder gekeken dan alleen de recidive.
8
In de brief van 25 januari 2008 geeft Staatssecretaris Albayrak aan dat de Glen Mills School hard werkt aan een aantal verbeteringen in de aanpak. Zij geeft aan dat zij haar beslissing over de verdere samenwerking met de Glen Mills School laat afhangen van de nieuwe werkwijze die aan het einde van dit jaar gepresenteerd zal worden. Kan de minister aangeven hoeveel jongeren er op dit moment met een pij-maatregel deelnemen aan het programma in Glen Mills? Wat zijn de gevolgen voor de instelling als justitie besluit niet meer met de Glen Mills School in zee te gaan? Bij welke resultaten of onder welke omstandigheden besluit u dat het niet meer verantwoord is om de Glen Mills School als instelling als bedoeld in de Wet op de jeugdzorg verder te laten behandelen?
Op 1 april 2008 (peildatum) namen 20 jongeren met een pij-maatregel deel aan het programma van de Glen Mills School.
Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
9
Kunt u aangeven of er onderzoek gedaan wordt naar de uitkomsten van de behandeling en de mate van veiligheid in de oude en nieuwe jeugdzorginstellingen? Zo ja, wie voeren dit onderzoek uit, hoe ziet dit onderzoek eruit en wanneer kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek verwachten?
Bij ZonMw loopt het onderzoeksprogramma Zorg voor jeugd. Binnen dit programma wordt onderzoek gedaan naar de effectieve jeugdzorg en de effectiviteit binnen het nieuwe zorgaanbod. De looptijd van het onderzoeksprogramma is 2005–2009. In 2009 verschijnt het eindrapport. Na verschijning zal ik het u toesturen.
10
De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie toetst de kwaliteit van gedragsinterventies voor jeugdigen en volwassenen. Van goedgekeurde interventies mag worden verwacht dat zij recidive verminderen of voorkomen. Ook kunnen provincies en gemeenten zelf jeugdzorgprojecten voordragen bij de erkenningscommissie van het NJI. Wordt de methode die gebruikt wordt op Glen Mills op dit moment beoordeeld door één van beide instanties?
De methode Glen Mills is niet voorgelegd aan de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Uit de programma evaluatie Glen Mills van 2004 is gebleken dat het hier een experimenteel programma betreft dat niet is gebaseerd op een programma dat al eerder wetenschappelijk is getoetst en effectief bevonden. Dit is een belangrijke eis van de Erkenningscommissie.
11
Tijdens het spoeddebat over probleemjongeren gaf de minister aan dat hij bereid is met de minister van Justitie te bekijken of de erkenningscommissies vanJustitie en jeugdzorg geharmoniseerd kunnen worden. Wat is de stand van zaken? Wanneer wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de uitkomsten?
Zoals in het spoeddebat van 24 april 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 81, blz. 5697–5716) is aangegeven bezien de minister van Justitie en ik of en hoe de Erkenningscommissies Gedragsinterventies Justitie en de commissie van het Nederlands Jeugdinstituut verregaand kunnen samenwerken. De indiening van het programma/ interventie wordt nu bepaald door het kader waarin deze wordt ingezet. De beoordeling van de kwaliteitscriteria zijn grotendeels het zelfde. Voor justitiële interventies geldt nog een specifieke eis dat deze de recidive moet verminderen.
Op dit moment verkennen de beide Erkenningscommissie op welke wijze de samenwerking het beste vorm kan krijgen. Zodra hier duidelijkheid over bestaat zal ik u daarover informeren.
12
Tijdens het spoeddebat over probleemjongeren zei de minister na te
zullen gaan of provincies en gemeenten voldoende bekend zijn met de
erkenningscommissies. Wat is hiervan de uitslag? Indien de uitkomst nog
niet bekend is, kunt u dan aangeven wanneer de Kamer hierover wordt
ingelicht?
De provincies hebben aangegeven dat zij bekend zijn met de erkenningscommissies.
13
De methode die gebruikt wordt op de Glen Mills school komt oorspronkelijk uit Amerika. Hebben recente evaluaties van het project in Amerika invloed op uw beleid, of acht u deze uitkomsten niet relevant? Kunt u uw antwoord toelichten?
Er zijn geen recente evaluaties vanuit het project Amerika bij de Hoen-derloo Groep bekend. Deze zijn ook niet ter tafel gekomen in het bezoek van het MT Glen Mills aan Glen Mills Amerika in de zomer 2007.
14
Hoe beoordeelt u de stelling van hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter, en hoogleraar ontwikkelingspsychologie Willem Koops, dat Glen Mills zo snel mogelijk dicht moet, omdat de tucht en de groeps-
discipline in de heropvoedingskampen averechts werken, en dat jongeren elkaar crimineel gedrag aanleren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Ik kan de stelling van de genoemde hoogleraren niet beoordelen. Nu ik besloten heb de Glen Mills School aan te wijzen als aanbieder van gesloten jeugdzorg zal er via ZonMw een onderzoek worden gestart naar de effectiviteit van de behandeling, zoals ook gebeurt bij de andere aanbieders van gesloten jeugdzorg.
15
Uit de brief wordt niet duidelijk hoe het klachtenrecht op de instelling er na april 2008 eruit komt te zien. Kunt u de procedure toelichten? Heeft een jongere bijvoorbeeld nu wel rechtstreeks toegang tot de klachtencommissie?
Zie het antwoord op vraag 4.
16
In de brief geeft de minister aan dat, in tegenstelling tot wat in de Wet op de jeugdzorg wordt geregeld, hij met het oog op de veiligheid holding voorlopig niet zal verbieden. Kunt u ingaan op de juridische gevolgen die het besluit om holding, in weerwil van de wet, niet te verbieden? Hoe beoordeelt bijvoorbeeld een klachtencommissie/rechter een klacht over holding, nu de Wet op de jeugdzorg holding in een open jeugdzorginstelling uitdrukkelijk niet toestaat als dat toch plaatsvindt?
Ik ben voornemens om de Glen Mills School aan te wijzen als gesloten jeugdzorg aanbieder. Het toepassen van de techniek holding als agressie-reducerende maatregel valt dan binnen de wettelijke kaders. Maar de Glen Mills School zal de methodiek aan moeten passen, voor zover dit verder gaat dan een agressiereducerende maatregel. Holding zoals dat bij de Glen Mills wordt toegepast zal dus ook moeten worden aangepast. Ik geeft de instelling hiervoor een jaar de tijd. Omdat de inspectie heeft aangegeven dat er sprake is van matig risico, wil ik in de tussentijd de instelling niet sluiten. Ik heb de instelling verzocht terughoudend om te gaan met holding. Er is sinds het uitkomen van het inspectierapport al afgesproken dat holding alleen geprotocolleerd wordt toegepast. Dat wil zeggen dat er elk incident van holding wordt geregistreerd en gemeld aan de Provincie Zuid-Holland.
17
Zowel de provincie Zuid-Holland als de Hoenderloo Groep zullen, zo verwacht de minister, zorgvuldig met de aanbevelingen omgaan. Kan de minister aangeven wanneer de Kamer op de hoogte gesteld wordt van de vorderingen? Wanneer zal de Inspectie haar volgende onderzoek doen naar de veiligheid en kwaliteit van de instelling?
Bijgevoegd treft u het plan van aanpak van de Hoenderloo Groep aan1. Dit plan van aanpak is opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen van de Inspectie Jeugdzorg. In dit plan wordt de stand van zaken op alle onderdelen aangegeven. De provincie Zuid-Holland heeft aangegeven tevreden te zijn met het plan van aanpak. De aanbevelingen van de Inspectie zijn alle verwerkt in het plan van aanpak.
18
Hoe ziet het nazorgtraject er nu uit? Welke verbeteringen zijn er volgens u
nodig om terugval te voorkomen? Met wie gaat u overleggen om dit te
bereiken?
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
Zie het antwoord op vraag 5.
19
Is nazorg voor iedereen in Glen Mills onderdeel van het traject? Hoe ziet dit nazorg traject eruit? Hoe is de nazorg na de opleiding van 18 maanden geregeld? Neemt iedereen hieraan deel? Zo nee, waarom niet? Hoeveel procent van de jongeren krijgt geen nazorg?
Zie het antwoord op vraag 5.
20
Tot welke leeftijd is de nazorg verplicht? Is er sprake van een «warme» overdracht? Wordt de omgeving (gezin) meegenomen in de nazorg, of is de nazorg alleen op de jongere gericht? Wat gebeurt er als een jongere niet wil meewerken? Is er dan een stok achter de deur?
Zie het antwoord op vraag 5.
21
Wordt het onderwijs betrokken bij nazorg? Helpt Glen Mills bij het zoeken
van een vervolgschool en of het vinden van een baan?
De Glen Mills school helpt bij het zoeken van vervolgonderwijs en/of vinden van een baan. De belangrijkste risicofactoren zijn ontbreken van werk, inkomen, onderdak en ontbreken van een daginvulling zoals school/ werk.
22
Hoe beoordeelt u de zorg binnen de instelling? Hoeveel jongeren met psychische problemen zitten er in Glen Mills? Welke specialismen zijn er in huis en op welke wijze worden jongeren met psychische problemen bijgestaan? Hoe beoordeelt u de stelling van een ex-medewerker, dat er nauwelijks behandeld wordt?
De behandeling is specifiek gericht op het gebied van gedragsproblemen die voortkomen uit autoriteitsproblemen, morele ontwikkelingsachterstanden, dreigende scheefgroei in de persoonlijkheidsontwikkeling en agressieproblematiek. De Glen Mills methodiek is qua behandeling met name gericht op gedragsontwikkeling en ontwikkeling van gedragsalternatieven in groepsverband.
Jongeren met actuele psychische of psychiatrische problematiek mogen niet geïndiceerd worden voor Glen Mills, het is een contra-indicatie voor deelname aan de methodiek. Andersoortige, onderliggende problematiek die vaak wel aanwezig is, kan na de Glen Mills worden opgepakt als een jongere daar aan toe is.
Na aanmelding bewaakt de GZ psycholoog of andere problematiek actueel wordt tijdens de behandeling. In incidentele gevallen bij psychische problemen wordt de jongere opnieuw geïndiceerd en in overleg met de plaatsende instantie op korte termijn uitgeplaatst. Gemiddeld gebeurt dit 1 keer per jaar.
23
In de rapportage van Netwerk suggereerde een ex-leerling dat het onderwijs niet zo veel voorstelde. Hij suggereerde dat de leerlingen de toetsen mochten maken met de boeken erbij en/of dat leerlingen bij het nakijken van de toets met het boek erbij verbeteringen mochten aanbrengen. Klopt dit? Op welke wijze en door wie wordt er toezicht gehouden op het onderwijs in Glen Mills?
Via de provincie Zuid-Holland heb ik vernomen dat er in het verleden (2006) een incident is geweest met het maken van toetsen met de boeken
erbij. De betrokken docent is hier op aangesproken en dit heeft in 2006 mede geleid tot zijn ontslag.
Overigens is het gezamenlijk nakijken van elkaars toetsen een geaccepteerde lesvorm in het onderwijs; ook het aanbrengen van correcties op elkaars toetsen. Eigen werk verbeteren is natuurlijk niet aan de orde. Bovenstaande heeft plaatsgevonden ten tijde van de oude vbo-mavo-havo structuur. Tegenwoordig liggen alle toetsen/toetsvormen e.d. vast in het Programma van Toetsing en Afsluiting.
De examencommissie ziet toe op de volledigheid van het Programma van Toetsing en afsluiting, het studentendossier, de cijferregistratie e.d. Dit onder verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur Onderwijs.
Verder heb ik via het ministerie van Onderwijs vernomen dat er onlangs examens aan de Glen Mills school ongeldig zijn verklaard. De reden hiervoor was de volgende.
Vier leerlingen van de Glen Mills school leggen als extraneï examens af bij het Edisoncollege te Apeldoorn. Deze examens vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur resp. de rector van dit college. Bij het examen Duits is geconstateerd dat de vier leerlingen zijn geholpen door een leraar van de Glen Mills school.
Zoals het hoort en is bepaald in het Eindexamenbesluit (artikelen 5 en 43) heeft de rector in overleg met de inspectie voor het onderwijs dit examen ongeldig verklaard. Dit geldt voor alle scholen waar onrechtmatigheden tijdens de examens worden geconstateerd. De overig afgelegde examenvakken blijven wel geldig. Er is geen uitzondering is gemaakt voor deze vier leerlingen.
Zij krijgen voor het vak Duits een herkansing op 17 juni. Deze wordt aangemerkt als 1e kans zodat – indien nodig – er nog een extra herkansing kan plaatsvinden medio augustus 2008.
De Glen Mills school heeft disciplinaire maatregelen jegens de betreffende leraar genomen.
Aangezien de verantwoordelijke school – daar waar het examen wordt afgenomen – correct heeft gehandeld, is er voor de minister van Onderwijs geen aanleiding hierin te treden.
24
Is het bij de minister bekend hoeveel pogingen tot zelfmoord er de afgelopen periode in Glen Mills zijn gedaan? Zo ja, hoeveel waren dat er? Zo nee, waarom is dit niet bekend?
Via de provincie Zuid-Holland heb ik vernomen dat er ruim twee jaar geleden een poging tot zelfmoord is geweest.
Vragen van de SP-fractie
25
De leden van de SP-fractie zijn geschrokken van de nieuwe gegevens die bekend zijn geworden over de Glen Mills. Zowel het WODC-onderzoek als het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg en de Inspectie van het onderwijs geven aanleiding tot bezorgdheid..
Zij lezen in de brieven van de minister dat de provincie Zuid-Holland afspraken gaat maken over de voorgestelde verbeteringen rond het klachtrecht en de cliëntvertrouwenspersoon, omdat de provincie de directe financier is van de Hoenderloo Groep. Toch wensen de leden ook van de regering bemoeienis en toezicht op deze punten, het is immers ook het ministerie van Justitie dat plaatsen inkoopt voor het behandelen van jeugdigen die strafrechtelijk veroordeeld zijn. Is de onafhankelijke klachtencommissie er inmiddels? Is er inmiddels een vertrouwenspersoon? Hoe kan het eigenlijk dat deze tekortkomingen er zijn? Klopt het bericht dat er al geruime tijd door het personeel werd gewezen op de wenselijkheid van
het aanstellen van een cliëntvertrouwenspersoon? Sinds wanneer? Waarom is dit niet eerder aan de orde gesteld, hoe kan het dat dit dan toch zo lang heeft geduurd?
Zie voor de vraag over de klachtencommissie het antwoord op vraag 4. Ter uitvoering van de voorgestelde verbeteringen is voor de cliëntvertrouwenspersoon per direct een tijdelijke oplossing geregeld door (beperkte) inzet van de cliëntvertrouwenspersoon die werkzaam is voor de overige cliënten van de Stichting de Hoenderloo Groep. Binnenkort, dat wil zeggen zodra de werving is afgerond door het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg, zal voor 24 uur per week een cliëntvertrouwenspersoon beschikbaar zijn voor de Glen Mills. Dit wordt gefinancierd door de provincie Zuid-Holland.
Redenen waarom de vertrouwenspersoon nooit eerder expliciet geregeld is voor de Glen Mills School, is dat de interne klachtenprocedure intensief gebruikt wordt. De interne klachtenprocedure is een belangrijk onderdeel van het ontwikkelingsproces van de studenten. Daarnaast kan altijd via de advocaat (PIJ) en met gezinsvoogden rechtstreeks contact opgenomen worden.
26
Hoeveel van de huidige personeelsleden zijn niet voldoende opgeleid voor het werken op de Glen Mills School zoals de Onderwijsinspectie aangeeft? Op welke wijze wordt hier verbetering in gebracht, en wanneer zullen deze verbeteringen gerealiseerd zijn? Kan worden aangegeven hoeveel medewerkers ’s nachts op de werkvloer staan? Wat is de verhouding student/medewerkers ’s nachts? Is het waar dat er medewerkers zijn die nacht- en dagdiensten achter elkaar draaien? Zo ja, is dat toegestaan? Is de Arbeidsinspectie hiervan op de hoogte?
Via de provincie Zuid-Holland heb ik vernomen dat alle medewerkers interne opleidingen in de diverse aspecten van het werken en rapporteren met de Glen Mills methodiek ondergaan. Deze opleidingen worden herhaald zodat alle medewerkers op de hoogte zijn van veranderingen cq ontwikkelingen. Medewerkers mogen slechts zelfstandig als coach aan het werk gaan op het moment dat zij met succes de introductiecursussen en trainingen hebben gevolgd en in de één op één begeleiding in de eerste maanden hebben laten zien dat zij hun rol kunnen vervullen. Meestal duurt deze periode tussen de drie en negen maanden. Daarnaast worden alle medewerkers aangespoord relevante opleidingen te doen, zoals sociaal pedagogisch werk voor de woonunits en het behalen van een onderwijsbevoegdheid voor diegenen die hiervoor dispensatie hebben.
Voor wat betreft het onderwijs:
Zes docenten zijn momenteel onbevoegd: een docent rondt deze zomer zijn PABO-studie af; twee docenten volgen een passend studietraject, voor twee docenten is nog geen sprake van een passend traject (wordt wel aan gewerkt via bijvoorbeeld gesprekken over een Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en een docent gaat vertrekken.
Jaarlijks wordt dispensatie verleend door de Onderwijsinspectie, op voorwaarde dat gewerkt wordt aan het behalen van de bevoegdheid. Dit is een continu proces van scholing en bijscholing.
Daarnaast volgen alle onderwijsmedewerkers de trainingen/cursussen die verzorgd worden vanuit de methodiek.
Er staan ’s nachts zes coaches op de groep en er zijn twee coaches oproepbaar, op een populatie van 110 studenten.
In het verleden zijn door de arbeidsinspectie, als gevolg van personeelstekort en een andere wijze van roosteren, overtredingen op de Arbeidswet geconstateerd (zoals dag- en nachtdiensten achter elkaar draaien). De afgelopen twee jaar heeft Glen Mills geïnvesteerd in meer en beter opgeleid personeel. De arbeidsinspectie heeft medio 2007 aangegeven geen aanleiding te zien voor hernieuwde inspecties.
27
Hoe is het personele verloop op de Glen Mills School geweest? Hoeveel mensen zijn ontslagen, en hoeveel mensen kregen geen contractverlenging? Kunt u aangeven wat de aanleiding voor de ontslagen was, specifiek als het om incidenten met studenten gaat? Is het waar dat er aan vertrekkend personeel geld is meegegeven, en dat zij een «zwijgplicht» opgelegd hebben gekregen? Is dit alleen bij personeel gebeurd?
De Hoenderloo Groep heeft aan de provincie Zuid-Holland gemeld dat er het afgelopen jaar nauwelijks personeelsverloop is geweest. Er staat een homogene groep medewerkers, die het belang van de studenten en de toegepaste methodiek centraal stelt. Dit blijkt ook uit onlangs (anoniem) gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek. Het afgelopen jaar is een aantal medewerkers geen contractverlenging aangeboden omdat zij niet voldeden aan de meest basale eisen.
Niemand is ontslagen in verband met incidenten, een medewerker is ontslagen op basis van verschil in inzicht en beleid. Daarnaast is een aantal medewerkers van het eerste uur vertrokken daar zij zich niet konden vinden in de voorgenomen verbeteringen en veranderingen danwel dat zij hun eigen ambities niet ingevuld zagen. Deze medewerkers bleven voorstander van de Amerikaanse aanpak en wilden niet doorgroeien naar een methodiek welke beter aansluit op de Nederlandse maatschappij en haar problematiek.
In de reorganisatie die Glen Mills heeft doorgevoerd naar aanleiding van haar onderzoek naar machtsmisbruik op de werkvloer (eind 2006) is sprake geweest van ontslagen met in een aantal gevallen een geldelijke vergoeding conform de regulier toegepaste rekenformules van het kantongerecht (variërend van 1 à 1,5 maandsalaris per gewerkt jaar). Zwijgplicht opleggen kan en mag niet.
28
Is de minister op de hoogte van de meldingen (van zowel personeel en oud-personeel, alsmede oud-studenten en huidige studenten) dat er met de onderwijsresultaten gesjoemeld wordt, zowel tijdens de toetsen als tijdens de eindexamens? Bent u net als deze leden gechoqueerd over deze consistente meldingen? Deelt u de mening dat juist deze jongeren zouden moeten zien dat eerlijkheid een belangrijke waarde is, en dat schoolresultaten niet geboekt zouden mogen worden doordat leraren antwoorden voorzeggen? Is het voorts bekend dat bij toetsen waar geen boeken gebruikt mogen worden het benutten van boeken toch wordt toegestaan? Wat is daarover uw mening?
Zie het antwoord op vraag 23.
Op alle signalen wordt, net als bij signalen op andere scholen, door de Onderwijsinspectie actie ondernomen. Consistente meldingen zijn niet bekend. Er wordt niet gesjoemeld met cijfers/resultaten. Ook worden boeken niet gebruikt bij toetsen, tenzij het gaat om de toegestane naslagwerken als tabellenboekjes, atlassen, woordenboeken.
29
Vindt u het, net als de leden van de SP-fractie, niet te accepteren dat leerlingen midden in de les aan een toets mogen beginnen, zodat zij deze pas
in een volgende les kunnen afmaken en in de tussenliggende periode de antwoorden erbij kunnen zoeken?
Kunt u duiden waardoor dit gesjoemel met onderwijsresultaten wordt veroorzaakt? Is dit als fraude te kwalificeren? Gebeurt dit op initiatief van het betrokken personeel? Wat gaat u ondernemen om de betrouwbaarheid van de onderwijsresultaten te garanderen? Hoe hoog is op dit moment het slagingspercentage, en kan naar uw mening wel worden beschouwd als een succesfactor? Zo ja, welke garanties zijn er dat de certificaten die op de Glen Mills School worden behaald wel voldoende betekenis hebben? Bent u bereid de Onderwijsinspectie diepgaand onderzoek te laten doen?
Uit gegevens van de Hoenderloo Groep blijkt dat een student een toets maakt op het moment dat hij volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting daar aan toe is. Omdat studenten op elk moment in het jaar instromen, zullen zij ook op diverse momenten toetsen maken. Het zal incidenteel voorkomen dat een toets niet af is bijvoorbeeld omdat een les later begonnen is. Een student kan dan op een ander moment verder gaan Slagingspercentages van de afgelopen jaren zijn:
Schooljaar 2004–2005 (gem. 78%)
Basis Beroepsgericht Kader Beroepsgericht Theoretische Leerweg |
100% 46% 88% |
Schooljaar 2005–2006 (gem. 88%) |
|
Basis Beroepsgericht Kader Beroepsgericht Theoretische Leerweg |
81% 82% 100% |
Schooljaar 2006–2007 (gem. 84%) |
|
Basis Beroepsgericht Kader Beroepsgericht Theoretische Leerweg |
100% 88% 64% |
30
De leden van de SP-fractie vragen de minister om een reactie op het feit dat kinderen langdurig in «proces» worden gehouden, sessies waarbij jongeren in strakke houding op de grond moeten zitten en die soms dagen aan een stuk duren ook tijdens examens. Vindt u het wenselijk dat studenten van de Glen Mills School niet in staat worden gesteld zich voor te bereiden op de toetsen en examens doordat zij slechts vlak voor hun examen uit dit proces weg mogen gaan om zich naar het onderwijsgebouw te begeven?
De Hoenderloo Groep heeft laten weten dat dit in het verleden incidenteel heeft plaatsgevonden. Het huidige beleid is dat de senior coach het moment van proces kiest en inzet, processen worden kort en krachtig gehouden. Uitgangspunt is nu dat tijdens de landelijke, schriftelijke vmbo examens geen studenten in proces worden gehouden. Zij kunnen zich voldoende voorbereiden op de examens. Door de rust en discipline die heerst tijdens de lessen, wordt intensief gewerkt zodat de studenten goed voorbereid hun examens ingaan. Tevens wordt extra studieondersteuning in het weekend georganiseerd, waarbij studenten op vrijwillige basis de ontstane achterstanden kunnen wegwerken.
31
Wat vindt u van de lengte van de periodes waarin de leerlingen in proces zitten? Vindt u het acceptabel dat in de praktijk (vaak minderjarige) studenten tot wel 8 dagen in zo’n proces zitten? Wat is hierop hun reactie? Is het de bewindspersonen bekend dat verschillende studenten hier blijvend fysiek ongemak van ondervinden? Kunt u aangeven hoe vaak er sprake is geweest van «proces» het afgelopen jaar en wat daarvan de aanleiding was?
De Hoenderloo Groep heeft gemeld dat in proces zitten inhoudt dat de groep in gesprek is met elkaar over de oorzaak van normatieve overtredingen (zoals graffiti). De groep gaat uitzoeken wie, wat, waar heeft gedaan. Belangrijk hierbij is dat de studenten leren van het proces en dat zij zich anders, namelijk positiever, gaan opstellen binnen de groep om zo een nieuwe start te maken als groep. Het is de bedoeling dat de leden van de groep elkaar onder druk zetten om een sprong in de ontwikkeling te maken. Beleid is dat de lengte van een proces varieert van kort, een half uur, tot lang, 3 uur. Incidenteel gebeurt het nog dat een proces uitloopt en twee dagen duurt. In het verleden (voor medio 2006) duurden processen erg lang. Dit was in die tijd het beleid binnen de Glen Mills School. Twee studenten hebben geklaagd over ongemak als gevolg van de zithouding. Op dit moment is het onduidelijk of het direct een gevolg is van de zithouding danwel andere oorzaken kent. Onafhankelijk ergonomisch onderzoek naar de zithouding tijdens een proces is zojuist afgesloten als een van de verbetervoorstellen. Implementatie bestaat uit een speciaal ontwikkeld foamkussen. De leverancier heeft deze nu in productie. Omdat het in proces gaan een integraal onderdeel van de methodiek is, wordt niet bijgehouden hoe vaak dit plaats vindt.
32
De leden van de SP-fractie constateren dat het confrontatiemodel om negatief gedrag van een jongere bij te sturen inherent onderdeel uitmaakt van de methodiek op de Glen Mills School. Hoe kan het dat nu pas bekend is dat het zevende en laatste level van dit confrontatiemodel, de zogenaamde «holding», in strijd is met de wet? De Inspectie heeft recent geoordeeld dat er teveel risico’s kleven aan deze agressieregulerende techniek. Kan worden onderzocht of deze maatregel iets oplevert? Draagt holding eigenlijk wel iets bij aan een mogelijke gedragsverandering? Is het denkbaar dat deze techniek zelfs contraproductief werkt, dat jongeren hierdoor zelfs beschadigd kunnen raken?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
33
Is het u bekend dat de level 6 en 7 confrontaties niet alleen in «extreem agressieve situaties» worden ingezet en dat deze in de regel meerdere malen per week plaatsvinden? Kan worden aangegeven hoe vaak er in het afgelopen jaar sprake is geweest van level 6 en 7 confrontaties?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
Voor het aantal level 7 confrontaties in 2007 verwijs ik u naar het antwoord bij vraag 2.
34
De maatregel holding, die een agressieregulerende techniek wordt
genoemd, zou naar de mening van de leden van de SP-fractie, slechts als
ultimum remedium moeten worden gebruikt. Is het niet zo dat deze techniek ook wordt toegepast wanneer iemand zich niet aan de in de Glen Mills School vastgestelde normen houdt? Is het uitgesloten dat holding wordt toegepast wanneer iemand bijvoorbeeld weigert zijn handen uit zijn zakken te halen na een herhaald verzoek daartoe? Kan de minister uitsluiten dat holding wordt toegepast in andere gevallen dan waarin dat noodzakelijk is om een jongere die ernstige vormen van agressie vertoont in bedwang te houden?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
35
Kan worden aangegeven of alle studenten die de afgelopen jaren en tot op heden op de Glen Mills School zitten en zaten voldoen aan de criteria die gesteld zijn voor deelname aan dit experiment? Zijn er studenten met contra-indicaties qua problematiek/leeftijd toegelaten?
De Hoenderloo Groep heeft aangegeven dat er een keer is afgeweken van leeftijd (13 jaar) omdat betrokkene in zijn gedrag ouder was dan dat zijn leeftijd aangaf. Daarin zijn aanpassingen gemaakt t.a.v. de wijze van begeleiding door coaches en senior coaches. Bij aanwijsbare contra-indicaties qua problematiek en leeftijd worden studenten niet toegelaten.
36
Kan worden aangegeven hoeveel studenten er zijn weggelopen, hoe lang het duurde voor deze studenten weer «terecht» waren, en of er momenteel nog studenten vermist zijn? Wat is de procedure in het geval van een onttrekking?
De Hoenderloo Groep heeft gemeld dat er in vier maanden tijd 13 jongens zijn weggelopen. Twee daarvan zijn nog steeds niet terug gekeerd.
Glen Mills is een open instelling, in de praktijk blijkt dat de jongeren veelal dezelfde dag nog opgepakt worden (vaak door de politie) danwel zelf contact opnemen. In geval van onttrekking treedt het Wegloopprotocol in werking.
37
Kan inzicht worden gegeven in de financiële aspecten van de Glen Mills School? Hoeveel kost een «bed» bij Glen Mills School, vergeleken met andere (reguliere) instellingen voor jeugdzorg en inrichtingen waar de pij-maatregel ten uitvoer wordt gelegd? Waaruit bestaan deze kosten? Hoe groot is de huidige capaciteit en hoeveel bedden worden er daadwerkelijk benut? Klopt het dat het ministerie van Justitie van mening was dat er mogelijk sprake was van contractbreuk wegens niet voldoende bedbezetting in de periode 2004-2006?
Een plek kost € 63 698,-. De gemiddelde dagprijs voor een plaats in een justitiële jeugdinrichting bedraagt € 349 (hierin is DJI overhead begrepen). Een plek in een Justitiële Jeugdinrichting kost dus € 127 385-. De gemiddelde kosten voor een residentiële jeugdzorgplaats in Zuid-Holland (prijspeil 1 januari 2008) bedragen € 56 000,- (inclusief huisvesting-kosten).
De huidige capaciteit is 120 bedden. Het ministerie van Justitie koopt 60 plaatsen in, waarvan 20 (peildatum 1 april 2008) daadwerkelijk worden bezet door jongeren met een pij-maatregel. Naar het oordeel van het ministerie van Justitie is er geen sprake van contractbreuk. Tussen het
ministerie van Justitie en de Glen Mills School bestaat de afspraak dat 60 plaatsen worden ingekocht voor strafrechtelijke jongeren met een pij-maatregel, maar dat bij onderbezetting de resterende plaatsen kunnen worden bezet door jongeren met een machtiging uithuisplaatsing.
38
Welke samenwerkingsverbanden heeft de Glen Mills School tot op heden afgesloten. Hoe is de samenwerking tussen Defensie en de Glen Mills School verlopen? Is het waar dat deze samenwerking is afgelopen en wat was de reden daarvoor? Wat is de relatie tussen de Uitdaging en de Glen Mills School? Hoeveel Glen Mills studenten zijn uiteindelijk bij Defensie aan de slag gegaan? Hoeveel zijn er nu nog werkzaam bij Defensie? Hoe verloopt de samenwerking tussen de Glen Mills School en MKB Nederland? Is dit een succesvol project? Wat zijn de kosten voor deze samenwerking, en wie draagt deze kosten? Worden de bedrijven betaald voor het in dienst nemen van studenten van Glen Mills School? Bij hoeveel van bij het MKB aangesloten bedrijven werken die jongens nu nog steeds?
Via de provincie Zuid-Holland heb ik de volgende informatie gekregen: Bij Defensie mocht geen student definitief aan de slag gezien hun achtergrond. Later is dat veranderd onder de voorwaarde dat alleen wanneer de directie van de Hoenderloo Groep garant zou staan voor de betreffende jongeren ze aan de slag zouden kunnen bij Defensie. Daarnaast was er weinig interesse vanuit de jongeren.
De samenwerking met het MKB loopt zonder meer goed. De projectkosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd door het UWV/CWI. Het blijkt dat jongeren niet in de eerste MKB-baan blijven zitten, maar na drie tot zes maanden meestal een nieuwe baan hebben. Gemiddeld blijken de jongeren rond de 2,8 banen nodig te hebben om hun plek te vinden. Bedrijven worden niet betaald voor het in dienst nemen van de studenten.
39
Is het waar dat de nazorg na verblijf op de Glen Mills School gebrekkig georganiseerd is, dan wel dat de toegezegde nazorg niet is nagekomen? Dit bleek ondermeer uit de uitzending van Netwerk van 18 april 2008. Welke nazorg moet er worden geboden? Zijn er inmiddels verbeteringen ten aanzien van de nazorg voor ex-studenten van de Glen Mills School? Wat gebeurt er concreet aan nazorg?
Zie het antwoord op vraag 5.
De Hoenderloo Groep heeft uitgezocht dat de twee betreffende jongens uit de uitzending volgens de contactjournalen zelf de begeleiding hebben gestopt. Zij kunnen te allen tijde weer contact opnemen.
40
Kan een reactie worden gegeven op het oordeel van de Inspecties dat binnen Glen Mills niet de opvoeding van de jongeren centraal staat, maar de methodiek? De methodiek is gericht op het ombuigen van gedrag in het hier en nu en niet op de achterliggende problematiek. Nu worden bijvoorbeeld psychiatrische stoornissen onvoldoende en niet tijdig worden herkend, naar de mening van de aan het woord zijnde leden is dit ernstig. Wat gaat de minister hier- aan doen? Ook het (veiligheids)risico van machtsmisbruik, omdat de methodiek van Glen Mills gebaseerd is op het verkrijgen van macht en status, baart de leden van de SP-fractie zorgen. Hoe kan dit risico worden ingedamd? Welke maatregelen worden er genomen?
Voor mijn visie op de methodiek van de Glen Mills School verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
41
Kan de minister toelichten wat hij bedoelt met zijn aankondiging te gaan
«onderzoeken of, en zo ja onder welke condities», deze locatie [Glen Mills
School] aangewezen kan worden als gesloten jeugdzorgaccommodatie? Is
dit slechts bedoeld om de maatregel holding mogelijk te maken? Wat
zouden de (overige) gevolgen zijn van deze wijziging? Kan dit worden
toegelicht?
Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School en de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
42
Tot slot stellen de leden van de SP-fractie vast dat de Glen Mills School nu 9 jaar bestaat, maar dat men er nog niet in is geslaagd een programma te realiseren dat aantoonbaar werkt. Uit het recent gepubliceerde WODC-onderzoek bleek al dat 78% van de jongeren binnen vier jaar opnieuw in de fout ging. Deelt u de mening dat de recidivecijfers erg hoog zijn, en dat de Glen Mills School de verwachtingen niet waar maakt op dat vlak? Ziet u mogelijkheden om dit hoge recidivegetal te verlagen en zo ja, welke? Deelt u de mening dat, indien dit recidive-getal niet daalt, het beter zou zijn dit experiment te staken?
Kort na deze recidivecijfers kwamen de Inspectie jeugdzorg en de Inspectie van het onderwijs met forse kritiek. Wat zijn nu de criteria waaraan Glen Mills kan worden getoetst en op welke termijn zal dit plaatsvinden?
Welke plannen heeft de regering concreet met de Glen Mills School met de huidige methodiek? Zijn de bewindspersonen van mening dat de Glen Mills School nog steeds een experiment is en zo ja, hoe lang mag een experiment duren? De Glen Mills School krijgt nu een jaar om het beleid te wijzigen, maar waar zal zij op afgerekend worden? Zijn er concrete doelen, criteria of maatstaven? Is dit nu de laatste waarschuwing?
Zie het antwoord op vraag 7. Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
Vragen van de VVD-fractie
43
De leden van de fractie van de VVD willen graag een reactie op de constatering dat het op het punt van een adequaat alarmerings- en bewakingssysteem tekort schiet binnen de Glenn Mills School. Tevens ontvangen zij een inhoudelijke reactie op de constatering in het onderzoek dat het zeer moeilijk is goed inzicht te krijgen in de gang van zaken en werkwijze binnen de School. Is dit naar mening van de minister inmiddels voldoende? Dient het inzicht in wat zich binnen de open instellingen afspeelt te liggen op provinciaal niveau of/of tevens op rijksniveau?
De provincie Zuid-Holland heeft mij laten weten dat er geen technisch alarmeringssysteem is. Het alarmering- en bewakingssysteem van de Glen Mills is ingebed in de methodiek waarvan inspectie geconcludeerd heeft dat dat operationeel is, maar dat het nog geborgd moet worden in een protocol. De alarmeringsprocedure is standaard onderdeel van het inwerk- en opleidingstraject van het personeel.
Het inzicht in wat zich afspeelt in open jeugdinstellingen ligt in de eerste plaats op provinciaal niveau; de provincie is planner en financier. Met de realisatie van de maatregelen in het Plan van aanpak Veiligheid Glen Mills
School is de provincie van mening dat er voldoende inzicht in de gang van zaken en verbetering van de werkwijze binnen de Glen Mills School is.
44
Dit brengt deze leden tot een vraag inzake de verantwoordelijkheid voor het huidige aanbod binnen de Glen Mills School. Zij onderkennen de verantwoordelijkheid van de provincie Zuid-Holland voor het huidige aanbod als directe financier. Maar hoe verhoudt deze verantwoordelijkheid zich tot de plaatsen die door het ministerie van justitie worden ingekocht? Kan een toelichting worden verschaft over de verantwoordelijkheid voor de verschillende plaatsen, en verschillende plaatsingsgronden, binnen de betreffende instelling?
Provincie Zuid-Holland financiert op basis van een convenant met het Rijk en de andere provincies/grootstedelijke regio’s 60 landelijke plaatsen voor jeugdzorgcliënten, op basis van een subsidiebeschikking. Het ministerie van Justitie financiert 60 plaatsen voor PIJ’ers en voorwaardelijk gestraften, op basis van een inkoopcontract. Iedere financier is verantwoordelijk voor haar/zijn plaatsen door toepassing van de Wet op de Jeugdzorg en op basis van de subsidieverordening respectievelijk de voorwaarden van het inkoopcontract.
Het ministerie van Justitie is verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de pij-maatregel in de Glen Mills School en daarmee voor de veiligheid van de jongeren die daar worden geplaatst door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De provincie draagt de verantwoordelijkheid voor de school als geheel en daarmee ook voor de bedrijfsvoering. Als de veiligheid van de pij-jongeren niet kan worden gegarandeerd, zal DJI de jongeren daar niet meer plaatsen.
45
Deze leden vinden het positief dat de aanbevelingen met betrekking tot de klachtencommissie en cliëntvertrouwenspersoon voor eind april op orde zijn gebracht door de Hoenderloo Groep. Kan de minister aangeven of er reeds een vervolginspectie is gepland door de Inspectie jeugdzorg en/of de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van deze punten? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
De Inspectie Jeugdzorg heeft nog geen vervolgtoezicht gepland. Het eindoordeel over Glen Mills was dat het bij de veiligheid om een matig risico gaat. Dit betekent dat er door de handhavende overheid (in dit geval de provincie Zuid-Holland) een verbeterplan is gevraagd aan Glen Mills. Dit verbeterplan kan aanleiding zijn voor de provincie om de Inspectie Jeugdzorg te vragen op kortere termijn een hertoets te doen. Dit is echter nog niet door de provincie aangekaart.
46
Deze leden willen ingaan op het toepassen van de maatregel «holding». De Inspectie definieert «holding» als het «vastpakken en vasthouden» van jeugdigen, indien dit noodzakelijk is in verband met ernstige vormen van agressie. In hoeverre loopt deze uitleg in de pas met het derde lid van artikel 29o van de Wet op de jeugdzorg? In dit lid wordt niet aangegeven dat het zogenaamde «holding» kan worden toegepast in verband met ernstige vormen van agressie, tenzij deze vormen van agressie de veiligheid van de jeugdigen of anderen bedreigd of dit als dusdanig in de huisregels is opgenomen. Kan een toelichting worden gegeven op situaties waarin binnen de gesloten jeugdzorg holding kan worden toegepast?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressie-reducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
47
In hoeverre wordt de maatregel «holding»ook binnen de methodiek van andere instellingen en accommodaties toegepast die niet als gesloten jeugdzorg zijn aangemerkt? Kan inzichtelijk maken binnen welke (open-) instellingen holding wordt toegepast, en in hoeverre dit binnen de instellingen geprotocolleerd is en wordt geregistreerd en geëvalueerd? Deelt u de mening dat de maatregel ook toegepast zou moeten kunnen worden ter handhaving van de huisregels?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
48
Uit de brief van 20 maart jl. maken deze leden op dat, wanneer binnen de Glen Mills School gestopt zou worden met het toepassen van holding, dit impliceert dat ook de behandeling van 120 jeugdigen zou (dienen te) worden beëindigd. Kan een toelichting op dit punt worden gegeven?
Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
49
Er wordt aangegeven dat acuut stoppen met holding niet in het belang is van de betrokken jeugdigen (en daarom niet door Inspectie jeugdzorg wordt geëist) en hierdoor juist risicovolle situaties zouden kunnen ontstaan. Kan de minister aangeven of deze redenatie ook geldt voor andere open instellingen waar de maatregel holding wordt toegepast? Deelt de minister de mening dat holding, als ultimum remedium, tot het maatregelenpakket dient te behoren van instellingen die werken met jeugdigen die al dan niet op basis van een justitiële titel zijn geplaatst, in verband met mogelijk agressief gedrag en gevaar voor anderen en/of zichzelf?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
50
De minister wil voor de zomer bezien of, en zo ja onder welke condities, de Glen Mills als een gesloten jeugdzorgaccommodatie kan worden aangemerkt. Is de minister bekend met andere jeugdinstellingen waarbinnen deze problematiek ook mogelijk aan de orde is? Zo ja welke en op welke wijze dienen deze instellingen met de maatregel holding om te gaan? Zo neen, is de minister bereid hiervan een inventarisatie te maken?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
51
Kan worden aangegeven wat het «gedogen» van de toepassing van holding betekent voor de eventuele strafbaarheid en aansprakelijkheid van het personeel dat het toepast? In hoeverre kunnen deze personen strafrechtelijk worden vervolgd en/of aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade ten gevolge van het toepassen van holding, dit
mede naar aanleiding van de uitzending van Netwerk van 18 april jl. over een oud-leerling die Glen Mills heeft aangeklaagd? Kan hierop een inhoudelijke reactie worden gegeven?
Zie het antwoord op vraag 16.
Vragen van de ChristenUnie-fractie
52
De minister geeft aan dat de Inspectie jeugdzorg geen aanleiding ziet in de indicatie matig risico om verdergaande maatregelen te treffen. Het rapport van de Inspectie jeugdzorg geeft op pagina 12 aan dat er wel een beperkt veiligheidsrisico is voor de coaches. Vindt de minister dat de veiligheid van coaches is gewaarborgd? Is de minister daarnaast van mening dat de veiligheid van de jongeren in de Glen Mills School voldoende is gegarandeerd?
De provincie heeft mij laten weten dat wanneer het Plan van aanpak Veiligheid Glen Mills School, met name het onderdeel voorkomen van agressie en geweld, zo uitgevoerd gaat worden als is omschreven, kan worden gesteld dat veiligheid van zowel studenten en medewerkers voldoende is gewaarborgd. Tegelijk is het realiteit dat bij dit soort jongeren veiligheidsrisico’s zullen blijven bestaan.
53
De Inspectie jeugdzorg constateert dat de toegang tot de klachtencommissie en de cliëntvertrouwenspersoon niet voldoende zijn in de Glen Mills School. De Hoenderloo Groep zal de problemen met de toegang tot de klachtencommissie en de cliëntvertrouwenspersoon eind april op orde hebben volgens de brief van de minister. Zal hierover terugkoppeling naar de Kamer plaatsvinden? Zo ja, wanneer?
Zie het antwoord op vraag 4.
54
De minister laat weten vóór de zomer een standpunt kenbaar te maken over het eventueel aanwijzen van de status «gesloten jeugdzorgaccommodatie» aan de Glen Mills School. Is de regelgeving over de uitvoering van de maatregel «holding» in gesloten jeugdzorgaccommodaties volgens de minister op orde? Zal het toekennen van de status «gesloten jeugdzorgaccommodatie» eventuele misstanden daadwerkelijk uit de wereld helpen?
Voor mijn visie op de toepassing van holding als agressiereducerende maatregel in de gesloten jeugdzorg verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
55
Op pagina 11 van het rapport van de Inspectie jeugdzorg staat dat er binnen de Glen Mills School beleid is hoe om te gaan met seksueel misbruik door hulpverleners en hoe misbruik te voorkomen is. Het rapport geeft ook aan dat medewerkers inhoudelijk niet goed op de hoogte zijn van het schriftelijk protocol Discriminatie en Seksuele Intimidatie (geldend voor de gehele Hoenderloo Groep). Welke maatregelen zullen er genomen worden naar aanleiding van deze kritiek?
De Hoenderloo Groep heeft aangegeven dat het protocol wordt meegenomen in de introductiecursussen van de medewerkers.
56
Na een incident «is geen aantoonbare procedure voor opvang en nazorg aanwezig» voor medewerkers (pagina 13 van het rapport van de Inspectie jeugdzorg). Medewerkers kunnen bij hun Senior of Unitleider terecht, die geen specifieke opleiding hiervoor hebben gevolgd. Vindt de minister het noodzakelijk dat een procedure voor opvang en nazorg na incidenten moet worden ingesteld voor medewerkers?
De Hoenderloo Groep geeft aan dat er een GZ psycholoog aanwezig is die een centrale rol heeft bij de verwerking van het incident indien de senior of unitleider niet voldoende tot de verwerking heeft kunnen bijdragen. Het is in eerste instantie aan de instelling zelf om te beoordelen of er op deze manier voldoende waarborgen zijn voor een goede opvang en nazorg.
57
In de uitzending van «Netwerk» op 18 april 2008 wordt door ex-studenten van de Glen Mills School de kwaliteit van het onderwijs in de instelling in twijfel getrokken. De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat volgens het rapport van de Inspectie jeugdzorg (pagina 14) onlangs een evaluatie is gestart die gericht is op de kwaliteit van het onderwijsprogramma in zijn totaliteit. Wanneer zijn de resultaten bekend? Hoe wordt op dit moment de kwaliteit van onderwijs gegarandeerd in de Glen Mills School?
De provincie heeft laten weten dat na een bezoek van de onderwijsinspectie aan het totale Hoenderloo College (waaronder de VMBO GMS) de inspectie heeft aangegeven de komende jaren geen bezoek meer te zullen brengen aan die instelling wegens de goede resultaten, de vastgelegd protocollen en de heldere werkwijze enz.
De kwaliteit van onderwijs binnen GMS wordt gegarandeerd door de landelijke richtlijnen voor het vmbo te volgen. Deze zijn per vak uitgewerkt en vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting.
58
Kan een reactie worden gegeven op de bevinding van de Inspectie jeugdzorg (pagina 26/27 van het rapport) dat een psychiatrische stoornis onvoldoende en niet op tijd kan worden herkend in de Glen Mills School? Kunnen jongeren metproblemen van psychiatrische aard zelf intern voor hulp aankloppen? Zo ja, wordt over deze mogelijkheid voldoende geïnformeerd? Daarnaast staat in het rapport «Violence against children in conflict with the law» van de organisatie «Defence for Children» van 5 maart 2008 op pagina 82 dat in de periode 2002-2007 vijf gevallen van suïcide in Nederlandse jeugdinstellingen zijn geconstateerd. Op welke manier wordt aandacht geschonken aan preventie van zelfdoding?
Zie het antwoord op vraag 22.
59
Een van de aanbevelingen in het rapport van de Inspectie jeugdzorg (pagina 30) is dat externe reflectie op methodiek en handelswijze verbetert door interactie met de wereld buiten Glen Mills. Kan de minister zijn visie op deze aanbeveling geven?
De provincie heeft mij gemeld dat zij van mening is dat in het Plan van Aanpak Veiligheid Glen Mills School (29 februari 2008), dat is opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen van het inspectierapport, Glen Mills de nodige interventies inganggezet heeft. De interactie met de buitenwereld wordt verder opgepakt door onder andere een externe begeleidingcommissie met voor- en tegenstanders in het (longitudinale) onderzoek naar de effecten van de methodiek op het individu, activering van deel-
name aan lezingen, workshops, uitnodigen sprekers zoals voorbeeld in april jl. Micha de Winter over slachtoffertraining (een onderwerp dat over het verleden gaat en in die zin haaks staat op de oude dogma’s van de Glen Mills School), aanpassing van de hoofdstructuur van de Hoenderloo Groep waardoor meer interactie en uitwisseling tussen methodische invalshoeken uitgenodigd wordt. Deze aanpassingen liggen nu in een eerste ontwerp en moeten rond mei/juni afgerond zijn. Verder zullen er uitwisselingsstages met andere onderdelen van de Hoenderloo Groep plaats vinden.
Vragen van de SGP-fractie
60
Welk perspectief heeft de minister voor de Glen Mills School in gedachten? Momenteel zet de Glen Mills School sterker in op het aanbieden van kortlopende cursussen. Tegelijk blijkt uit onderzoek dat de effecten van gedragsverandering in een beperkte tijdsspanne zeer gering zijn. Kan de minister een reactie op deze situatie geven?
Voor mijn visie op de toekomst van de Glen Mills School verwijs ik u naar mijn brief van 17 juni 2008, (Kamerstuk 29 815/24 587, nr. 143).
61
De minister geeft aan dat hij wil bezien of de Glen Mills School als gesloten jeugdzorgaccommodatie kan worden aangewezen, zodat het strenge regiem voortgezet kan worden. Justitie gaat echter over tot de afbouw van de aanlevering van strafrechtelijke pupillen. Hoe zijn deze beide voornemens met elkaar te verenigen?
De gesloten jeugdzorg kent een andere doelgroep dan de doelgroep waar Justitie plekken voor ingekocht bij de Glen Mills School. Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdzorg op 1 januari 2008 is het in principe niet meer toegestaan dat strafrechtelijke pupillen met jeugdigen die een machtiging gesloten jeugdzorg hebben worden samen geplaatst. De jaren 2008–2010 zijn een overgangfase waarin jongeren met een machtiging gesloten jeugdzorg in voorkomende gevallen in een Justitiële jeugdinrichting geplaatst kunnen worden. Vanaf 2010 kunnen jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg niet meer samen geplaatst worden met strafrechtelijke pupillen.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.