Beleid landbouw en milieu

Met dank overgenomen van Europa Nu.

1.

Energiebeleid

Het energiebeleid van de Europese Unie i richt zich op de Europese energievoorziening, een concurrerende energiemarkt en verduurzaming van Europese energiebronnen. De huidige Europese Commissie i streeft naar een constante, duurzame en veilige aanvoer van energie. De energiecrisis i is aanleiding om meer in te grijpen in de markt en om meer vaart te maken met de energietransitie.

De EU-lidstaten i hebben afspraken gemaakt over klimaatbeleid en bestrijding van luchtvervuiling. De EU stimuleert duurzame manieren om energie op te wekken. Hiervoor wordt gekeken naar energiebronnen als wind-, zonne-, waterkracht-, getijden-, geothermische, en biomassa-energie. De Europese Commissie streeft naar een energie-unie i. Door in de energie-unie zelf meer duurzame energie op te wekken en toe te werken naar één Europees energienetwerk, moet de energievoorziening in de EU betrouwbaarder, schoner en goedkoper worden.

2.

Landbouw

Het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moet ervoor zorgen dat er genoeg voedsel wordt verbouwd op een duurzame manier. Daarnaast moeten consumenten voor redelijke prijzen landbouwproducten kunnen kopen en moeten boeren een behoorlijk inkomen hebben. Landbouw is een belangrijk onderwerp voor de EU: een groot deel van de begroting van de Europese Unie i wordt eraan besteed. Dit geld gaat vooral naar subsidies. Hierdoor heeft de EU veel invloed op het Europese landbouwbeleid.

3.

Milieu

Het milieubeleid van de Europese Unie i richt zich op bescherming en verbetering van de leefomgeving. Daarnaast zijn er milieudoelen en -maatregelen vastgelegd in internationale verdragen van de Verenigde Naties i, zoals de Verklaring van Rio. Er zijn enkele specifieke onderwerpen: duurzame ontwikkeling, klimaatverandering i, beheer van afvalstoffen, luchtverontreiniging, waterbeheer- en bescherming, natuurbescherming en biodiversiteit, bodembescherming en geluidshinder.

De EU en de lidstaten hebben een gedeelde bevoegdheid i op het gebied van milieubeleid. Dat betekent dat lidstaten wetten mogen maken met betrekking tot milieu, maar alleen als de EU zelf geen soortgelijke maatregelen treft. De EU en de lidstaten vullen elkaar dus aan op dit terrein.

4.

Visserij

Het visserijbeleid van de EU richt zich op het garanderen van een betaalbaar visaanbod voor de consument, het behoud van de werkgelegenheid voor de vissers en het beschermen van het (zee)milieu. De Europese Unie i is de vierde visproducent ter wereld. Er werken in de visserij- en visverwerkende sector ongeveer 350.000 mensen. De visserij levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de Europese economie. De EU kent ook een Geïntegreerd Maritiem Beleid (GMB). Vooral de scheepvaart en het milieu staan in het maritieme beleid centraal, maar ook onderwerpen als mensensmokkel over zee en zeeweringen vallen er onder.