30588 - Wet op het hoger onderwijs en onderzoek
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 8 juni 2006 ingediend door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van der Hoeven1, en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rutte2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is het hoger onderwijs en het onderzoek ruimte te geven voor innovatie en in te kunnen spelen op maatschappelijke en economische ontwikkelingen; dat het wenselijk is dat de rijksoverheid de instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek op een terughoudende wijze aanstuurt; dat die terughoudendheid mede mogelijk is vanwege de grotere invloed en de versterkte positie van docenten en onderzoekers, studenten en overige maatschappelijk belanghebbenden; dat tegelijkertijd de instellingen een onmisbaar element van de kennisinfrastructuur zijn als context waarbinnen onderwijs en onderzoek plaatsvinden; dat het wenselijk is dat de wetgeving voor het hoger onderwijs en het onderzoek vereenvoudigd wordt; dat in verband daarmee de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dient te worden ingetrokken en te worden vervangen door een nieuwe wettelijke regeling voor het hoger onderwijs en het onderzoek.
Inhoudsopgave
Vaststelling van een nieuwe regeling voor het hoger onderwijs en het onderzoek (Wet op het hoger onderwijs en onderzoek)
Bij dit wetsvoorstel is een nota van wijziging en een nota van verbetering ingediend. (9 stuks)2 |
8 juni 2006, koninklijke boodschap, nr. 1
KST98147 Koninklijke boodschap publicatie: 16 juni 2006 |
2 |
8 juni 2006, voorstel van wet, nr. 2
KST98148 Voorstel van wet publicatie: 16 juni 2006 |
2 |
8 juni 2006, memorie van toelichting, nr. 3
KST98149 Memorie van toelichting publicatie: 16 juni 2006 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 2.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.