Verhoudingen 'traditionele drie' - overige partijen

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De parlementaire geschiedenis kent een groot scala aan politieke partijen i. Nieuwe partijen hebben in Nederland bij verkiezingsdeelname een relatief grote kans op het behalen van een zetel in de Tweede Kamer, omdat de kiesdrempel i in verhouding tot andere landen laag is.

Toch bestaan er een aantal 'traditionele partijen'. Deze hebben een oude ideologische basis, bestaan voor een lange tijd en worden meestal de grootste bij de verkiezingen. Er valt een drietal van zulke traditionele partijen te benoemen: het CDA i, de PvdA i en de VVD i. Die behoorden niet altijd tot de grootste drie partijen - in 2002 was de LPF i bijvoorbeeld qua zetelaantal de tweede partij en in 2017 was dat de PVV i.

In de onderstaande tabel staat de getalsverhouding tussen die drie partijen en de overige partijen in de Tweede Kamer i.

Dit is een verkort overzicht van de verhoudingen. Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht 1977.

jaar

grote drie

overige

grootste 'vierde' partij

2023 i

54*

96

PVV i (37 zetels)

2021 i

58

92

PVV i (17 zetels)

2017 i

61

89

PVV i (20 zetels)

2012 i

92

58

PVV i/SP i (15 zetels)

2010 i

82

68

PVV i (24 zetels)

*combinatie GL-PvdA

 

Meer over