30901 - Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering in verband met onder meer de invoering van een kwalificatieplicht
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 4 december 2006 ingediend door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van der Hoeven1.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is jongeren meer kansen te bieden op het behalen van een startkwalificatie door de invoering van een kwalificatieplicht; dat daartoe de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering dienen te worden gewijzigd; dat het voorts wenselijk is de leerplichtambtenaar een ruimere onderzoekbevoegdheid alsmede van rechtswege een opsporingsbevoegdheid te geven.
Inhoudsopgave
Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering in verband met onder meer de invoering van een kwalificatieplicht
Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging en twee amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer drie moties ingediend. (21 stuks)2 |
4 december 2006, koninklijke boodschap, nr. 1
KST103617 Koninklijke boodschap publicatie: 11 december 2006 |
2 |
4 december 2006, voorstel van wet, nr. 2
KST103618 Voorstel van wet publicatie: 11 december 2006 |
2 |
4 december 2006, memorie van toelichting, nr. 3
KST103619 Memorie van toelichting publicatie: 11 december 2006 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 2.Uit de onderwijssector afkomstig CDA-Tweede Kamerlid uit Roosendaal. Zat met een korte onderbreking zes jaar in de Tweede Kamer, waar hij het woord voerde over middelbaar beroepsonderwijs. Was daarnaast ondervoorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken. Hij was daarvoor als psycholoog en vestigingsmanager verbonden aan een consultancybureau en was zelfstandig organisatieadviseur. Gemeenteraadslid in zijn woonplaats en Statenlid in Noord-Brabant en actief in de Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie. Van 2010 tot en met 2012 was hij voorzitter van de Benelux Interparlementaire Assemblee. Beminnelijke, relativerende Brabander.
- 3.Energieke en toegankelijke Eindhovense ingenieur die tien jaar Tweede Kamerlid was voor de PvdA. Combineerde een snelle geest met even snel uitgesproken bijdragen in debatten. Was vooral actief als woordvoerder volkshuisvesting en wijkenaanpak, maar hield zich ook bezig met (beroeps)onderwijs, grondpolitiek en pensioenwetgeving. Betrokken bij diverse parlementaire initiatieven. Was voor zijn Kamerlidmaatschap werkzaam bij het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt, het ministerie van VROM en Rijkswaterstaat en als hoofd van de afdeling beleid en strategie bij de Dienst Landelijke Gebieden. Was in 2010-2018 wethouder van Eindhoven.
- 4.Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiƫn. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
- 5.SP-Kamerlid uit Tilburg, dat voor zij in de Tweede Kamer kwam, werkte als verpleegster, fabrieksarbeider en lerares in het vmbo. Was voorzitter van de SP-afdeling Tilburg en lid van het partijbestuur. In de Kamer woordvoerster beroepsonderwijs (vmbo en mbo) en ondervoorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Nam in januari 2009 tamelijk onverwacht afscheid vanwege 'persoonlijke redenen'. Keerde later terug naar het onderwijs en werd yoga-docente.
- 6.Gedurende ruim tien jaar een extrovert en debatvaardig Tweede Kamerlid van D66. Had een achtergrond als acteur bij diverse toneelgezelschappen en was voorzitter van de Jonge Democraten. Verder was hij financieel bestuurslid van de Nationale Jeugdraad. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met het onderwijsbeleid, drugsbeleid, natuurbehoud, dierenwelzijn, binnenlands bestuur, cultuur en media. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen en van het Kamerpresidium. Was betrokken bij vele parlementaire initiatieven, zoals die om de Tweede Kamer het voortouw te geven in de kabinetsformatie en om tot invoering van een correctief dan wel raadgevend referendum te komen.
- 7.Martin Bosma (1964) is sinds 14 december 2023 voorzitter van de Tweede Kamer en sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was in de periode 2004-2006 medewerker van de fractie Groep-Wilders en daarvoor werkzaam in de journalistiek en onder meer mededirecteur van een mediabedrijf. De heer Bosma hield zich als Kamerlid vooral bezig met binnenlandse zaken, hoger en wetenschappelijk onderwijs, media en cultuur. Hij was fractiesecretaris en (tweede) ondervoorzitter van de Kamer. Eerder was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen.
- 8.Jonge, spraakmakende GroenLinks-politicus die vanuit de collegebanken in de Tweede Kamerbankjes terechtkwam. Was behalve student cultuur en media in Amsterdam actief in buurtverenigingen en als organisator van demonstraties. In de Kamer woordvoerder onderwijs, justitie, jeugd en integratie en pleitbezorger van het kinderpardon. Tevens was hij fractiesecretaris en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Ging in 2012, na ruim vijf Kamerlid te zijn geweest, zonder succes de strijd aan om het lijsttrekkerschap van zijn partij en keerde daarna niet terug in het parlement.
- 9.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 10.Rijzige adellijke dame, die in 2003 via voorkeurstemmen voor de VVD in de Eerste Kamer kwam. Afkomstig uit een familie die diverse Eerste Kamerleden voortbracht. Was calligrafe, lid Provinciale Staten van Overijssel, docent arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht aan een HEAO en beleidsmedewerker bij zorggerelateerde instellingen. In de Senaat hield zij zich vooral bezig met cultuur en sociale zaken. Zo voerde zij het woord bij de behandeling van de Wet werk en bijstand. Tevens was zij woordvoerster bij de Wet op de jeugdzorg. Bescheiden en constructief optredend Kamerlid.
- 11.Zeeuw, die een half jaar Eerste Kamerlid voor het CDA was. Had daarvoor een lange loopbaan in het onderwijs, onder meer als leraar aardrijkskunde. In de jaren 1995-2003 was hij lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland. In die provincie was hij ook voorzitter van het CDA, na eerder actief te zijn geweest in Arjos en ARP.
- 12.Zelfbewuste en ontspannen optredende PvdA-senator met onder meer grote belangstelling voor de ontwikkelingen op de Antillen. Was voor zij in 1995 Eerste Kamerlid werd onder meer zelfstandig onderzoeker op het terrein van sociale en bestuurlijke vernieuwing. Was tevens raadslid in Abcoude. Werd in 1999 niet herkozen en hield zich daarna bezig met grotestedelijke problemen in Rotterdam. Keerde in 2003 voor nog eens twaalf jaar terug in de Senaat. Aanvankelijk sprak zij vooral over ruimtelijke ordening en later was zij woordvoerster onderwijs. In 2007-2015 voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties en in 2013-2015 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
- 13.Feministisch activiste en schrijfster van bekende boeken als 'De schaamte voorbij' en 'Het beroofde land', die in 2003 Eerste Kamerlid werd voor de SP en dat acht jaar bleef. Als activiste zet zij zich onder meer in voor de Palestijnen en voor de rechten van slachtoffers van oorlog en geweld. In de Kamer hield zij zich bezig met onder meer justitie (asielbeleid, antikraakwetgeving, positie huurders, grondrechten), emancipatiebeleid, integratie en onderwijs. Stapte in 2016 over naar de politieke beweging van Sylvana Simons.
- 14.CDA-politica en bestuurder, die achtereenvolgens wethouder, burgemeester, partijvoorzitter, staatssecretaris, (kort) Tweede Kamerlid en minister was. Vervolgens werd zij, na drie jaar directeur van het Ronald McDonald Kinderfonds te zijn geweest, in 2016 burgemeester van Delft. Was aanvankelijk werkzaam in de gezondheidszorg en werd na een gedwongen voortijdig vertrek als wethouder van Almere op 33-jarige leeftijd burgemeester van Schipluiden. Staatssecretaris voor voortgezet onderwijs in het kabinet-Balkenende IV. Maakte zich sterk voor kwaliteitsverbetering, onder meer door een rekentoets en een leerlingvolgsysteem. Liep als minister tijdens kabinet-Rutte I niet weg voor pijnlijke bezuinigingen. Vasthoudende en toegewijde bestuurder, met een groot plichtsbesef, die zich even makkelijk verstaat met bestuurders als met 'gewone' burgers.