Richtlijn 2001/114/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

32001L0114

Richtlijn 2001/114/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

Publicatieblad Nr. L 015 van 17/01/2002 blz. 0019 - 0023

Richtlijn 2001/114/EG van de Raad

van 20 december 2001

inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Bepaalde verticale richtlijnen op het gebied van levensmiddelen dienen te worden vereenvoudigd teneinde uitsluitend rekening te houden met de essentiële eisen waaraan de onder deze richtlijnen vallende producten moeten voldoen om het vrije verkeer van deze producten op de interne markt mogelijk te maken overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh op 11 en 12 december 1992, zoals bevestigd door de Europese Raad van Brussel op 10 en 11 december 1993.
  • (2) 
    Ter motivering van Richtlijn 76/118/EEG van de Raad van 18 december 1975 houdende onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk(4), is aangevoerd dat verschillen tussen de nationale wetgevingen met betrekking tot bepaalde soorten verduurzaamde melk oneerlijke concurrentievoorwaarden konden scheppen waardoor de consument kon worden misleid, hetgeen een rechtstreekse belemmering vormde voor de totstandkoming en de werking van de gemeenschappelijke markt.
  • (3) 
    Met Richtlijn 76/118/EEG werd beoogd een omschrijving te geven van bepaalde soorten verduurzaamde melk en gemeenschappelijke regels vast te stellen met betrekking tot de samenstelling, de bereidingskarakteristieken en de etikettering van deze producten teneinde het vrije verkeer daarvan binnen de Gemeenschap te verzekeren.
  • (4) 
    Richtlijn 76/118/EEG moet worden aangepast aan de algemene Gemeenschapswetgeving die op alle levensmiddelen van toepassing is, en met name de wetgeving met betrekking tot de etikettering, de toegestane additieven, de hygiëne en de bij Richtlijn 92/46/EEG(5) vastgestelde gezondheidsvoorschriften.
  • (5) 
    Richtlijn 76/118/EEG moet ter wille van de duidelijkheid geheel worden herzien, teneinde de regels betreffende de voorwaarden waaronder bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk wordt bereid en in de handel gebracht, toegankelijker te maken.
  • (6) 
    De algemene regels inzake de etikettering van levensmiddelen die bij Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad(6) zijn vastgesteld, moeten onder bepaalde voorwaarden worden toegepast.
  • (7) 
    Ingevolge Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen(7) is de toevoeging van vitaminen aan de in deze richtlijn omschreven producten in bepaalde lidstaten toegestaan, maar kan niet worden besloten deze mogelijkheid tot de gehele Gemeenschap uit te breiden; het staat de lidstaten in deze omstandigheden vrij de toevoeging van vitaminen aan hun nationale producten toe te staan dan wel te verbieden, maar, overeenkomstig de uit het Verdrag voortvloeiende regels en beginselen, moet het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap in ieder geval worden verzekerd.
  • (8) 
    Voor zuigelingen bestemde producten vallen onder Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie van 14 mei 1991 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding(8).
  • (9) 
    In overeenstemming met de in artikel 5 van het Verdrag neergelegde beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, kan de doelstelling om gemeenschappelijke definities en regels voor de betrokken producten vast te stellen en de bepalingen aan de algemene communautaire voorschriften voor levensmiddelen aan te passen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan derhalve, vanwege de aard van de richtlijn, beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De onderhavige richtlijn beperkt zich tot wat nodig is om de nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.
  • (10) 
    De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(9).
  • (11) 
    Teneinde het ontstaan van nieuwe belemmeringen voor het vrije verkeer te voorkomen, moeten de lidstaten ervan afzien om voor de betrokken producten nationale bepalingen vast te stellen waarin deze richtlijn niet voorziet,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk zoals omschreven in bijlage I.

Artikel 2

De lidstaten kunnen, onverminderd Richtlijn 90/496/EEG, de toevoeging van vitaminen aan de in bijlage I omschreven producten toestaan.

Artikel 3

Richtlijn 2000/13/EG is onder de volgende voorwaarden van toepassing op de in bijlage I omschreven producten:

  • 1. 
    a) De verkoopbenamingen genoemd in bijlage I mogen uitsluitend worden gebruikt voor de daar genoemde producten en moeten, onverminderd punt b), in de handel worden gebruikt ter aanduiding van die producten;
  • b) 
    als alternatief voor de onder a) bedoelde verkoopbenamingen bevat bijlage II een lijst van bijzondere benamingen. Deze mogen worden gebruikt in de taal en onder de voorwaarden die in bijlage II omschreven zijn.
  • 2. 
    De etikettering dient, behalve voor de in punt 1, onder d) en g), en punt 2, onder d), van bijlage I omschreven producten, de vermelding te omvatten van het gewichtspercentage melkvet van het eindproduct alsmede voor de in punt 1 van bijlage I omschreven producten het percentage van melk afkomstige vetvrije droge stof. Deze vermelding moet in de nabijheid van de verkoopbenaming worden aangebracht.
  • 3. 
    Voor de in punt 2 van bijlage I omschreven producten omvat de etikettering de aanbevelingen met betrekking tot de wijze van verdunning of reconstitutie, met inbegrip van de vermelding van het vetgehalte van het product na verdunning of reconstitutie.
  • 4. 
    Wanneer producten met een gewicht van minder dan 20 g per eenheid in verzamelverpakkingen zijn verpakt, behoeven de in dit artikel bedoelde vermeldingen, met uitzondering van de overeenkomstig punt 1, onder a), vereiste verkoopbenaming, slechts op de verzamelverpakking te worden aangebracht.
  • 5. 
    Op het etiket van de in punt 2 van bijlage I omschreven producten moet worden vermeld dat het product "niet bestemd voor zuigelingen van minder dan twaalf maanden" is.

Artikel 4

De lidstaten stellen met betrekking tot de in de bijlagen I en II omschreven producten, geen nationale bepalingen vast waarin deze richtlijn niet voorziet.

Artikel 5

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden worden volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 6, lid 2, vastgesteld:

  • aanpassing van deze richtlijn aan de algemene Gemeenschapswetgeving inzake levensmiddelen;
  • aanpassing aan de vooruitgang van de techniek.

Artikel 6

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 69/414/EEG(10) opgerichte Permanent Comité voor levensmiddelen (hierna "comité").
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

Richtlijn 76/118/EEG wordt ingetrokken met ingang van 17 juli 2003.

Verwijzingen naar Richtlijn 76/118/EEG gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.

Artikel 8

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 17 juli 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De bepalingen worden zodanig toegepast dat:

  • het in de handel brengen van de in bijlage I omschreven producten die aan de in deze richtlijn vervatte omschrijvingen en regels voldoen, wordt toegestaan vanaf 17 juli 2003.
  • het in de handel brengen van producten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen, wordt verboden vanaf 17 juli 2004.

Producten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen, maar die vóór 17 juli 2004 overeenkomstig Richtlijn 76/118/EEG zijn geëtiketteerd, mogen evenwel in de handel worden gebracht zolang de voorraad strekt.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 9

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 10

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    Picqué
  • (1) 
    PB C 231 van 9.8.1996, blz. 20.
  • (2) 
    PB C 279 van 1.10.1999, blz. 95.
  • (3) 
    PB C 56 van 24.2.1997, blz. 20.
  • (4) 
    PB L 24 van 30.1.1976, blz. 49. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (5) 
    PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/71/EG (PB L 368 van 31.12.1994, blz. 33).
  • (6) 
    PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.
  • (7) 
    PB L 276 van 6.10.1990, blz. 40.
  • (8) 
    PB L 175 van 4.7.1991, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/50/EG (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 29).
  • (9) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
  • (10) 
    PB L 291 van 19.11.1969, blz. 9.

BIJLAGE I

OMSCHRIJVING VAN PRODUCTEN EN VERKOOPBENAMINGEN

  • 1. 
    Gedeeltelijk gedehydrateerde melk

is het vloeibare, al dan niet gesuikerde product dat rechtstreeks wordt verkregen door het gedeeltelijk onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk of aan een mengsel van deze producten, waaraan eventueel room, geheel gedehydrateerde melk of deze beide producten zijn toegevoegd, waarbij de hoeveelheid toegevoegde geheel gedehydrateerde melk in het eindproduct niet meer mag bedragen dan 25 % van het totale gehalte aan van melk afkomstige droge stof.

  • Geëvaporeerde-melksoorten (ongesuikerd)
  • a) 
    Geëvaporeerde melk met hoog vetgehalte

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 15 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 26,5 gewichtsprocent.

  • b) 
    Geëvaporeerde volle melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 7,5 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 25 gewichtsprocent.

  • c) 
    Geëvaporeerde gedeeltelijk afgeroomde melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 1 gewichtsprocent en minder dan 7,5 gewichtsprocent en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 20 gewichtsprocent.

  • d) 
    Geëvaporeerde magere melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 20 gewichtsprocent.

  • Gecondenseerde-melksoorten (gesuikerd)
  • e) 
    Gecondenseerde volle melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde sacharose (halfwitte suiker, witte suiker of geraffineerde witte suiker) en met een vetgehalte van ten minste 8 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocent.

  • f) 
    Gecondenseerde gedeeltelijk afgeroomde melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde sacharose (halfwitte suiker, witte suiker of geraffineerde witte suiker) en met een vetgehalte van ten minste 1 gewichtsprocent en minder dan 8 gewichtsprocent en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.

  • g) 
    Gecondenseerde magere melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde sacharose (halfwitte suiker, witte suiker of geraffineerde witte suiker) en met een vetgehalte van ten hoogste 1 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.

  • 2. 
    Geheel gedehydrateerde melk

Dit is het poedervormige product dat rechtstreeks wordt verkregen door het onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk, aan room of aan een mengsel van deze producten, waarbij het vochtgehalte van het eindproduct ten hoogste 5 gewichtsprocent bedraagt.

  • a) 
    Melkpoeder met hoog vetgehalte

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 42 gewichtsprocent.

  • b) 
    Vollemelkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 26 en minder dan 42 gewichtsprocent.

  • c) 
    Melkpoeder van gedeeltelijk afgeroomde melk

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van meer dan 1,5 gewichtsprocent en minder dan 26 gewichtsprocent.

  • d) 
    Mageremelkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 gewichtsprocent.

  • 3. 
    Behandelingen
  • a) 
    Voor de vervaardiging van de in punt 1, onder e), f) en g), omschreven producten mag gebruik worden gemaakt van een extra hoeveelheid lactose van ten hoogste 0,03 gewichtsprocent, berekend in het eindproduct.
  • b) 
    Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 92/46/EEG wordt de verduurzaming van de in de punten 1 en 2 genoemde producten bereikt:
  • door warmtebehandeling (sterilisatie, UHT, enz.), voor wat betreft de in punt 1, onder a) tot en met d), genoemde producten;
  • door toevoeging van sacharose, voor wat betreft de in punt 1, onder e), f) en g), genoemde producten;
  • door dehydratatie, voor wat betreft de in punt 2 genoemde producten.
  • 4. 
    Toegestane toevoegingen

Krachtens artikel 2 kunnen aan de in deze bijlage omschreven producten vitaminen worden toegevoegd, onder voorbehoud van Richtlijn 90/496/EEG.

BIJLAGE II

BIJZONDERE BENAMINGEN VOOR BEPAALDE PRODUCTEN VAN BIJLAGE I

  • a) 
    In het Engels wordt de term "evaporated milk" gebruikt ter aanduiding van het in punt 1, onder b), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte van ten minste 9 gewichtsprocent en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 31 gewichtsprocent.
  • b) 
    In het Frans wordt de term "lait demi-écrémé concentré" of "lait demi-écrémé concentré non sucré", in het Spaans de term "leche evaporada semidesnatada", in het Nederlands de term "geëvaporeerde halfvolle melk" of "halfvolle koffiemelk" en in het Engels de term "evaporated semi-skimmed milk" gebruikt ter aanduiding van het in punt 1, onder c), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte tussen 4 en 4,5 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.
  • c) 
    In het Deens wordt de term "kondenseret kaffefløde" en in het Duits de term "kondensierte Kaffeesahne" gebruikt ter aanduiding van het in punt 1, onder a), van bijlage I omschreven product.
  • d) 
    In het Deens wordt de term "flødepulver", in het Duits de term "Rahmpulver" of "Sahnepulver", in het Frans de term "crème en poudre", in het Nederlands de term "roompoeder", in het Zweeds de term "gräddpulver" en in het Fins de term "kermajauhe" gebruikt ter aanduiding van het in punt 2, onder a), van bijlage I omschreven product.
  • e) 
    In het Frans wordt de term "lait demi-écrémé concentré sucré", in het Spaans de term "leche condensada semidesnatada" en in het Nederlands de term "gecondenseerde halfvolle melk met suiker" gebruikt ter aanduiding van het in punt 1, onder f), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte tussen 4 en 4,5 gewichtsprocent en een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 %.
  • f) 
    In het Frans wordt de term "lait demi-écrémé en poudre", in het Nederlands de term "halfvollemelkpoeder" en in het Engels de term "semi-skinned powder" of "dried semi-skinned milk" gebruikt ter aanduiding van het in punt 2, onder c), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte tussen 14 en 16 gewichtsprocent.
  • g) 
    In het Portugees wordt de term "leite em pó meio gordo" gebruikt ter aanduiding van het in punt 2, onder c), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte tussen 13 en 26 gewichtsprocent.
  • h) 
    In het Nederlands wordt de term "koffiemelk" gebruikt ter aanduiding van het in punt 1, onder b), van bijlage I omschreven product.
  • i) 
    In het Fins wordt de term "rasvaton maitojauhe" gebruikt ter aanduiding van het in punt 2, onder d), van bijlage I omschreven product.
  • j) 
    In het Spaans wordt de term "leche en polvo semidesnatada" gebruikt ter aanduiding van het in punt 2, onder c), van bijlage I omschreven product met een vetgehalte tussen 10 en 16 %.

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.