H.G. Winkelman - Hoofdinhoud
Generaal, die begin 1940 opperbevelhebber werd en dat ook was tijdens de Duitse inval in de meidagen. Voor hij bevelhebber werd tot 1934 officier bij de Generale Staf en daarna werkzaam bij Philips als militair adviseur. Bij zijn verdedigingsplan lag de nadruk op verdediging van de Vesting Holland, met de Grebbelinie als voorpost. Aan hem werd op 13 mei het regeringsgezag opgedragen na het uitwijken van de regering. Tekende op 15 mei de capitulatie. Trad zowel tijdens de Duitse aanval als in het begin van de bezetting vastberaden en evenwichtig op. Protesteerde tegen Duitse maatregelen en tegen de Duitse lezing van de reden voor de aanval op Nederland. Werd daarop als krijgsgevangene naar Duitsland gevoerd. Overleed zeven jaar na de bevrijding.
functie(s) in de periode 1940: belast met het regeringsgezag
Inhoudsopgave
Maastricht, 17 augustus 1876
overlijdensplaats en -datum
Soesterberg (gem. Soest), 17 december 1952 partij(en)
Nationale Groep/Nationale Partij, vanaf 1950 hoofdfuncties/beroepen
-
-officier Vierde Regiment Infanterie, vanaf 11 augustus 1896
-
-gedetacheerd bij het ministerie van Oorlog, van 15 juni 1909 tot 1 november 1913
-
-gedetacheerd bij het ministerie van Oorlog, van 1 november 1917 tot 22 mei 1924
-
-sous-chef Generale Staf Veldleger, van 17 augustus 1925 tot 1 november 1928
-
-chef Generale Staf Veldleger, van 1 november 1928 tot 1 november 1931
-
-commandant Vierde Divisie en bevelhebber in de Vierde Militaire Afdeeling, van 1 november 1931 tot 1 mei 1934
-
-gepensioneerd, vanaf 1 mei 1934
-
-commandant Luchtverdedigingskring Utrecht-Soesterberg, van 1 november 1939 tot 6 februari 1940
-
-opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, van 6 februari 1940 tot 15 mei 1940
-
-hoogste gezagsdrager in Nederland, van 13 mei 1940 tot 1 juli 1940 (feitelijk tot 29 mei 1940)
-
-eervol ontslag uit militaire dienst, 1 oktober 1945
-
-militair raadsheer, Bijzondere Raad van Cassatie, van 24 augustus 1946 tot 1 september 1946
gevangenschap/internering
krijgsgevangene te Oflag IV-B te Königstein, Duitsland, van 3 juli 1940 tot 12 mei 1945 (2 juli gearresteerd in Den Haag)
officiersrangen
-
-tweede luitenant, van 11 augustus 1896 tot 25 november 1901
-
-eerste luitenant, van 25 november 1901 tot 1913
-
-kapitein, van 1913 tot 1 januari 1924
-
-majoor, van 1 januari 1924 tot 1 augustus 1926
-
-luitenant-kolonel, van 1 juli 1926 tot 1 februari 1929
-
-kolonel, van 1 februari 1929 tot 1 november 1931
-
-generaal-majoor, van 1 november 1931 tot 1 mei 1934
-
-luitenant-generaal, van 1 mei 1934 tot 6 februari 1940 (in buitengewone dienst)
-
-generaal, vanaf 6 februari 1940
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter Comité voor de toekenning van het Mobilisatie-Oorlogskruis, vanaf 1949 voortgezet onderwijs
-
-h.b.s.
hogerberoepsonderwijs
-
-officiersopleiding KMA (Koninklijke Militaire Academie), van 29 augustus 1892 tot 11 augustus 1896 (tot 4 januari 1894 opleiding voor het wapen der infanterie voor Nederlands-Indië)
-
-opleiding Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, 1 november 1902
-
-Besloot na het Duitse bombardement van Rotterdam en de dreiging dat ook Amsterdam, Utrecht en Den Haag zouden worden gebombardeerd tot het beëindigen van de strijd tegen Duitsland, waarbij een uitzondering werd gemaakt voor de provincie Zeeland. Hij tekende op 15 mei 1940 in een schoolgebouw in Rijsoord de capitulatie.
-
-Wees er na de capitulatie op, dat bedrijven op volkenrechtelijke gronden niet behoefden mee te werken aan productie ten behoeve van de Duitse oorlogsinspanningen. Keerde zich ook schriftelijk tegen Duitse aantijgingen over vooroorlogse Nederlandse militaire samenwerking met Engeland en Frankrijk.
-
-Betuigde op 29 juni 1940 (de verjaardag van prins Bernhard, Anjerdag) openlijk zijn aanhankelijkheid aan het koningshuis door een felicitatieregister te tekenen
-
-In de nacht van 1 op 2 juli 1940 werd hij, nog voor de weigering tot het geven van een erewoord dat tot gevolg had, gearresteerd en als krijgsgevangene naar Duitsland gevoerd. Hij behoorde overigens tot de minderheid van de officieren die weigerden hun erewoord over het afzien van verdere strijd tegen Duitsland te geven.
-
-Was in april 1948 met acht anderen medeondertekenaar van een door Gerbrandy bij de Tweede Kamer ingediend adres, waarin werd gevraagd de procureur-generaal bij de Hoge Raad opdracht te geven vervolging in te stellen tegen alle ministers sinds november 1945 die vanwege het Indonesische beleid de Grondwet en andere wetten zouden hebben geschonden. Het verzoek werd afgewezen.
uit de privésfeer
-
-Zijn vader was belastinginspecteur (inspecteur domeinen)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Biografisch Woordenboek(en)biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.