ACS-landen (ACS)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Deze 79 landen uit Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan hebben een speciale relatie met de Europese Unie i. De samenwerking dateert al vanaf het ontstaan van de Europese Gemeenschap (EG) i en is toegespitst op drie belangrijke hoofdthema's: economische samenwerking, ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van mensenrechten en democratie.

De samenwerking tussen de EU en de ACS-landen wordt gecoördineerd vanuit het ACS-secretariaat in Brussel. Er wordt ook wel gesproken van ACP-landen, naar het Engelse woord 'Pacific' voor Stille Oceaan.

Vanaf 1975 werden de betrekkingen tussen de ACS-landen en de EU geregeld door de Overeenkomsten van Lomé. De belangrijkste bepaling uit de eerste Overeenkomst van Lomé, is de regeling voor handelspreferenties. Volgens deze regeling kunnen industrie- en landbouwproducten uit ACS-landen vrij van douanerechten of kwantitatieve beperkingen naar de EU geëxporteerd worden. Voorwaarde is wel dat de producten geen directe concurrentie vormen voor producten die onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid vallen.

Op 21 juni 2000 tekenden de Europese Gemeenschap en de ACS-landen het Akkoord van Cotonou i. Dit akkoord is gesloten voor een periode van 20 jaar; het vervangt de eerdere Overeenkomsten van Lomé. Het Akkoord van Cotonou voorziet in een nieuwe aanpak vanaf 2008: de Economische Partnerschapsakkoorden i (EPA). Per ACS-regio wordt met de EU een partnerschapsakkoord afgesloten waarin is afgesproken dat de markten voor producten en diensten wederzijds worden opengesteld. Voor de landen die als minst ontwikkeld zijn aangemerkt geldt een uitzondering. Zij kunnen ervoor kiezen om de samenwerking onder de bepalingen van Lomé voort te zetten zodat ze hun markten niet voor de EU open hoeven te stellen.