F.E. (Folkert) Posthuma - Hoofdinhoud
Minister die tijdens de Eerste Wereldoorlog in het kabinet-Cort van der Linden i belast was met de voedseldistributie en die daardoor vele impopulaire maatregelen moest nemen. Was pro-Duits en kwam openlijk in conflict met Treub, die pro-Entente was. Voor en na zijn ministerschap bekleedde hij leidinggevende functies bij verzekeringsmaatschappij 'Centraal Beheer'. Werd in de jaren dertig sympathisant van de NSB i en werd in 1943 door Mussert i gevraagd als gemachtigde voor landbouw. In dat zelfde jaar werd hij geliquideerd door het verzet.
partijloze liberaal
functie(s) in de periode 1914-1918: minister
Inhoudsopgave
Folkert Evert (Folkert)
geboorteplaats en -datum
Leeuwarden, 20 mei 1874
overlijdensplaats en -datum
Vorden, 3 juni 1943
begraafplaats en -datum
Ruurlo, 7 juni 1943 stroming(en)
-
-liberaal
-
-nationaal-socialistisch, omstreeks 1930 en nog in 1940 (geen lid NSB)
-
-secretaris Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland, van 1898 tot 1899
-
-rijkszuivelconsulent in Drenthe, van 1899 tot 1905
-
-waarnemend rijkszuivelconsulent in Noord-Brabant, van 1904 tot 1905
-
-(bezoldigd) secretaris Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (FNZ), van 1905 tot 1909
-
-directeur verzekeringsmaatschappij "Landbouwonderlinge en Tuinbouwonderlinge", van 1909 tot 1914
-
-directeur Centrale Werkgevers-Risicobank, van 1 december 1911 tot 19 november 1914
-
-minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, van 19 november 1914 tot 9 september 1918 (benoemd bij K.B. van 26 oktober 1914)
-
-directeur Centrale Werkgevers-Risicobank, van 1 oktober 1918 tot 1 mei 1939
-
-directeur verzekeringsmaatschappij "Landbouwonderlinge en Tuinbouwonderlinge", van september 1918 tot 1 mei 1939
-
-voorzitter Raad van Bestuur, Coöperatieve Vereeniging "Centraal Beheer", van december 1918 tot 1 mei 1939
-
-gepensioneerd, van 1939 tot 1943
-
-gemachtigde van de leider voor Landbouw en Visserij in schaduwkabinet van ir. A.A. Mussert, van 1 februari 1943 tot 3 juni 1943
-
-voorzitter Vereniging tot bevordering der Pluimveehouderij en tamme konijnenteelt in Nederland, van 1910 tot 1914
-
-secretaris commissie van de landbouworganisaties ter voorbereiding vrijwillige ongevallenverzekering voor landarbeiders
-
-voorzitter commissie voor de voeding, Centrale Commissie voor Belgische uitgewekenen, tot november 1914
-
-voorzitter kerkeraad, Doopsgezinde Gemeente te 's-Gravenhage, van 1918 tot 1925
-
-voorzitter Maatschappij voor Nijverheid en Handel, van 1919 tot 1927
-
-voorzitter Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (FNZ), van 1921 tot 1933
-
-voorzitter Nijverheidsraad, van 1921 tot 1933
-
-voorzitter Genetische Vereniging, van 1921 tot 1928
-
-ondervoorzitter Zuiderzeeraad, van 1 oktober 1921 tot 1 mei 1929
-
-lid Staatscommissie invoeging en vereenvoudiging geneeskundige rijksdiensten (Staatscommissie-Sikkel), van 8 september 1924 tot juni 1925
-
-voorzitter Nationaal Technisch Scheepvaartkundig Museum, van 1925 tot 1931
-
-lid Spoorwegraad, omstreeks 1926
-
-lid Staatscommissie uitgifte landbouwgronden in de nieuwe Zuiderzeepolders (Staatscommissie-Vissering), vanaf december 1926
-
-lid Hoge Raad van Arbeid, omstreeks 1928 (namens de Nederlandse Maatschappij voor Handel en Nijverheid)
-
-voorzitter Voorbereidingscommissie Economische Voorlichtingsdienst, van 1928 tot 1931
-
-lid Radioraad, vanaf januari 1929
-
-voorzitter Nationaal Comité van de Internationale Zuivelbond, vanaf 1929
-
-voorzitter bestuur "Vrijzinnig-Christelijk Lyceum" te 's-Gravenhage, van 1929 tot 1934
-
-voorzitter Landbouwcrisis Comité, van 1930 tot 1934
-
-voorzitter Contactcommissie Bond van Nederlandse Brouwerijen, vanaf 1930
-
-voorzitter Centraal Instituut ter bevordering van het normale Handelsverkeer, vanaf 1932
-
-voorzitter Industrieële Club te Amsterdam, vanaf 1935
-
-ondervoorzitter Raad van Toezicht Nederlands Clearinginstituut, omstreeks 1939
-
-voorzitter adviesorgaan op landbouwgebied (commissie-Posthuma), vanaf 1940 (voor en door Duitse bezetter)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
voortgezet onderwijs-
-Rijks Hogere Burgerschool te Leeuwarden (drie klassen)
hoger beroepsonderwijs
-
-M.O.-opleiding school- en huisonderwijs in de landbouw, van 1893 tot 1896
academische studie
-
-Nederlandse landbouw, Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wageningen, van 1890 tot 1893
-
-studie Landbouw-Instituut te Halle an der Saale (Dld.), van 1896 tot 1898
eredoctoraten
-
-landbouwkunde, Rijks Hoogere Land-, Tuin- en boschbouwschool te Wageningen, 16 december 1918
-
-Was tijdens de Eerste Wereldoorlog verantwoordelijk voor de levensmiddelenvoorziening in Nederland
-
-Bracht in 1917 alle werkzaamheden op het gebied van de distributie onder in de afdeling Crisiszaken, die diverse onderafdelingen omvatte
-
-Voerde vanaf februari 1917 voedselrantsoenering in voor onder meer brood, melk, aardappelen, peulvruchten, koffie, boter, kleding en schoeisel.
-
-Voerde in maart 1918 rantsoenering van vlees in. Dit rantsoen bestond uit een worst van vijfentwintig cent (de 'eenheidsworst').
-
-Trok in de zomer van 1918 - als demissionair minister - een wijziging van de Distributiewet in, die erop was gericht ontduiking van de wet tegen te gaan, nadat de Tweede Kamer een door hem onaanvaardbaar verklaard amendement had aangenomen.
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1915 de Oorlogs-zeeongevallenwet en in 1916 de Oorlogsmolestverzekeringswet. Hierdoor kunnen schepen zich verzekeren tegen schade ten gevolge van de oorlog op zee
-
-Bracht in 1916 de Distributiewet tot stand, waardoor de voedselvoorziening werd gecentraliseerd in regeringshanden. Er kunnen productie-regelingen en verplichte leveringen van landbouwproducten worden ingesteld.
-
-Bracht in 1917 de Schepen-uitvoerwet en Schepen-vorderingswet tot stand. Hierdoor moest worden gewaarborgd dat Nederland voldoende schepen hield en de staat zonodig zelf kon optreden als bevrachter.
-
-Bracht in 1917 een wet tot stand waarbij, ter centralisering, in geval van oorlog of oorlogsgevaar de leiding van het goederenvervoer naar het buitenland werd opgedragen aan de N.V. Nederlandsche Uitvoer-Maatschappij (Export Centrale) (N.U.M.). Deze organisatie ging op 15 oktober 1917 van start.
-
-Bracht in 1918 de Wet tot regeling van het hooger landbouw- en hooger veeartsenijkundig onderwijs tot stand, op grond waarvan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouw-school te Wageningen werd omgevormd tot Landbouw-Hogeschool en de Rijksveeartsenijschool te Utrecht werd verheven tot Veeartsenijkundige Hogeschool
-
-Bracht in 1918 de Slachtwet tot stand, waardoor een slachtverbod mogelijk werd om schaarste aan vlees tegen te gaan, en bracht verder de Scheurwet tot stand, die verplichte omzetting van weidegronden in akkerbouwgrond mogelijk maakte.
-
-Bracht in 1918 de Landarbeiderswet tot stand. Deze regelde het door landarbeiders in eigendom verwerven van land met woning, of van los land in pacht.
-
-Bracht in 1918 een wet tot stand waardoor de zoutmijn te Buurse (Ov.) staatseigendom werd. De exploitatie werd opgedragen aan de NV Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie.
-
-Bracht in 1918 de Scheurwet tot stand. Daarbij konden boeren verplicht worden grasland om te zetten in akkerland.
-
-Vroeg in november 1916 een aanvullend bedrag van f 80 miljoen ter financiering van de distributie en kwam hierover in conflict met minister Van Gijn. De ministerraad steunde Posthuma, waarop Van Gijn aftrad.
-
-Adviseur van de Landstand tijdens de Duitse bezetting
-
-Weigerde in 1933 leider te worden van het Verbond voor Nationaal Herstel
uit de privésfeer
-
-Werd in zijn woning door revolverschoten omgebracht
anekdotes en citaten
-
-Kwam op 12 december 1917 achter de regeringstafel openlijk in conflict met zijn ambtgenoot Treub over de uitvoer van kaas naar Duitsland. De Kamervoorzitter onderbrak interpellant De Jong met de woorden: "De zaak, die wij bespreken, is te belangrijk om haar te behandelen, terwijl er voortdurend onderlinge besprekingen worden gehouden. Ik verzoek dus wat meer stilte voor den spreker, die aan het woord is".
-
-D. Hans, "Posthuma", in: "Parlementsfilm" (z.j.)
-
-J.M.G. van der Poel, "Posthuma, Folkert Evert (1874-1943)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 466
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.