Dr. L. (Leendert) Ginjaar

foto Dr. L. (Leendert) Ginjaar
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotobureau Dijkstra
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Wat streng ogende, bedachtzame, maar tevens voorkomende en bescheiden scheikundige, die na een loopbaan bij TNO VVD-minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne in het kabinet-Van Agt I i werd. Bracht als minister diverse milieuwetten tot stand, zoals de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en de Wet geluidhinder. Daarnaast breidde hij wettelijke regelingen voor over de milieu-effectrapportage en bodembescherming. Regelde samen met minister De Ruiter i de abortuskwestie. Nadien Eerste Kamerlid, fractievoorzitter van de VVD-senaatsfractie en VVD-voorzitter i. Bekleedde die laatste functie ten tijde van het tweede kabinet-Lubbers i en stuurde in 1989 aan op de val van dat kabinet. Speelde tevens een belangrijke rol bij de wisseling van het leiderschap van de VVD tussen Voorhoeve i en Bolkestein i. Zijn echtgenote was Tweede Kamerlid en staatssecretaris.

VVD
functie(s) in de periode 1977-2003: lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK, minister

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Leendert (Leendert)

geboorteplaats en -datum
Leiden, 28 mei 1928

overlijdensplaats en -datum
Goes, 17 september 2003

2.

Partij/stroming

partij(en)
VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), vanaf 1960

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • research-chemicus Chemisch Laboratorium, Rijksverdedigingsorganisatie TNO, van 30 januari 1955 tot 1 november 1965
  • plaatsvervangend directeur Chemisch Laboratorium, Rijksverdedigingsorganisatie TNO, van 1 november 1965 tot 1 september 1970
  • directeur milieubeheer Studie- en Informatiecentrum TNO te Delft, van 1 september 1970 tot 19 december 1977
  • lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 15 januari 1971 tot 19 december 1977
  • minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, van 19 december 1977 tot 11 september 1981
  • minister belast met aangelegenheden betreffende het wetenschapsbeleid, van 1 april 1979 tot 3 mei 1979 (na het overlijden van minister Peynenburg)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 25 augustus 1981 tot 10 juni 2003
  • voorzitter College van Bestuur Rijksuniversiteit Utrecht, van 1 september 1982 tot 1 januari 1986
  • deeltijd-hoogleraar milieu-gezondheidkunde, Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht (1 dag in de week), van maart 1990 tot september 1994
  • fractievoorzitter VVD Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 11 maart 1997 tot 14 september 1999

takenpakket (bewindspersoon)
  • Het volksgezondheidsbeleid werd behartigd door staatssecretaris Veder-Smit, maar hij was wel specifiek verantwoordelijk voor de wetgeving inzake afbreking van zwangerschappen

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • voorzitter VVD afdeling Rijswijk, van 1967 tot 1970
  • lid commissie milieuhygiëne VVD, van 1969 tot 1972
  • lid stuurgroep "Liberaal Manifest", van 1972 tot 1972
  • voorzitter commissie milieuhygiëne VVD, van 1973 tot 1976
  • fractievoorzitter VVD Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 1974 tot december 1977
  • lid commissie rapport "Milieu, groei en schaarste" Teldersstichting, van 1975 tot 1975
  • lid dagelijks bestuur VVD, van mei 1983 tot 4 oktober 1991
  • voorzitter VVD, van 29 november 1986 tot 4 oktober 1991
  • vicefractievoorzitter VVD Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 juni 1995 tot 11 maart 1997
  • erelid VVD, 15 mei 1998

5.

Nevenfuncties (24/54)

  • lid adviescommissie regeringscommissaris voor de rijksdienst, van 1982 tot 1986
  • lid Tijdelijke Adviescommissie Inkomens beroepsbeoefenaren, van 1982 tot 1986
  • voorzitter bestuur Rode Kruis Ziekenhuis te 's-Gravenhage, van 1982 tot 1986
  • lid/voorzitter stuurgroep Toekomstscenario's Gezondheidszorg, van 1983 tot 1998
  • voorzitter Centrale Raad voor Milieuhygiëne, van 1985 tot 1 mei 1993
  • voorzitter Gezondheidsraad, van 1 december 1985 tot 1 april 1996
  • lid bestuur Stichting Holland Festival, van mei 1985 tot mei 1991
  • voorzitter Adviescommissie Postdoctorale Opleiding Toxicologie, van 1986 tot 1994
  • voorzitter Adviescommissie Universitaire Beroepsopleiding Milieukunde, van 1986 tot 1992
  • voorzitter Programmacommissie Sociaal-Economische Verschillen Gezondheidszorg, van 1987 tot januari 1995
  • voorzitter Raad van Advies medisch-biologisch laboratorium TNO, van 1990 tot 1995
  • vicevoorzitter Stichting Parlementaire Geschiedenis te Nijmegen, van 1991 tot 2001
  • voorzitter stuurgroep convenant Tropisch Hout, van september 1993 tot 1996
  • voorzitter Stichting Europees Milieubeleid te Amsterdam, van 1994 tot 1998
  • voorzitter VSNU-visitatiecommissie milieukunde, 1995
  • voorzitter Commissie beoordeling onmisbaarheid chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw, van juni 1999 tot 2001
  • voorzitter Stichting Keurhout, van april 1996 tot 2000
  • vicevoorzitter Programmacommissie sociaal-economische gezondheidsverschillen, van 31 januari 1995 tot 1998
  • voorzitter adviescommissie uurtarief medisch specialisten, 2001
  • voorzitter Provinciale Commissie voor Omgevingsbeleid, provincie Zeeland
  • lid begeleidingscommissie Beleidskader Sociale Zorg, provincie Zeeland
  • voorzitter Raad van Toezicht Stichting Renesse
  • lid Commissie van Toezicht bijzondere leerstoel 'Risico-analyse', Universiteit Maastricht
  • lid Stichtingsraad Zeeuws Landschap

afgeleide functies, presidia etc.
  • voorzitter vaste commissie voor het Wetenschappelijk Onderwijs en Wetenschapsbeleid (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 20 september 1983 tot 10 juni 2003
  • plaatsvervangend voorzitter vaste commissie voor Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 23 juni 1995 tot 11 maart 1997
  • lid College van Senioren (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 11 maart 1997 tot 14 september 1999

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

primair onderwijs
  • lagere school te Leiden, van 1934 tot 1940

voortgezet onderwijs
  • m.u.l.o., van 1940 tot 1944
  • h.b.s.-b, van 1944 tot 1946

academische studie
  • scheikunde, Rijksuniversiteit Leiden, van 1 september 1946 tot 15 april 1953

promotie
  • wiskunde en natuurwetenschappen, Rijksuniversiteit Leiden, 21 september 1960

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Eerste Kamer vooral bezig met milieubeheer, hoger onderwijs en landbouw
  • Was na 1999 enkele keren fungerend Kamervoorzitter

opvallend stemgedrag (2/8)
  • Stemde in 2001 als enige van zijn fractie tegen de wetsvoorstellen Tijdelijke referendumwet en opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (eerste lezing).
  • Behoorde in 2001 tot de vier VVD-Eerste Kamerleden die alleen vanwege politieke redenen vóór het wetsvoorstel gemeentelijke herindeling Den Haag stemden

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Verdedigde in 1978 met de ministers Tuijnman en Van Aardenne het besluit over de aanlanding van LNG in de Eemsmond (14.626, nr. 6)
  • Bracht in 1979 met minister Tuijnman de Fosfatennota uit, waarin maatregelen worden aangekondigd om de fosfaatbelasting van het Nederlandse oppervlaktewateren terug te dringen (15.640)
  • Bracht in 1979 de Nota sanering van milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving uit. Er komt een eenmalige en tijdelijke aanvullende financiële regeling om knelpunten op te lossen. Bij de uitvoering wordt begonnen met experimenten in een beperkt aantal gemeenten en met proefprojecten in verschillende bedrijfstakken. (15.657)
  • Bracht in 1979 de Nota milieuheffingen uit. Deze nota heeft een sterk inventariserend karakter. Ingegaan wordt onder meer op de economische effecten van toepassing van het principe 'de vervuiler betaalt', op juridische en uitvoeringsaspecten, op schadevergoeding aan bedrijven en op uitkeringen aan lagere overheden ter financiering van de uitvoering van milieuwetten. (15.658)
  • Bracht in 1979 de Nota milieu-effectrapportage uit. Hiermee wordt het instrument van de (verplichte) milieu-effectrapportage bij infrastructurele werken aangekondigd. Dat moet een hulpmiddel gaan vormen bij besluitvorming op ruimtelijk gebied. (15.715)
  • Bracht in 1979 het SO-2 beleidskaderplan uit. Hierin wordt beleid aangekondigd om verontreiniging door zwaveldioxide te bestrijden. Er komt een uitstootplafond en er komen kwaliteitsnormen. Onder andere overschakeling naar andere energiedragers dan kolen en aardolie speelt daarbij een belangrijke rol. (15.834)
  • Tijdens zijn ministerschap kwam (in 1980) het eerste gifschandaal, dat van Lekkerkerk, naar buiten, waarbij een woonwijk op vervuilde grond bleek te zijn gebouwd. Bracht hierover samen met staatssecretaris Koning een notitie uit. (dossier 16.187)
  • Diende in 1980 het wetsvoorstel Wet bodembescherming in. De wet werd in 1986 door minister Winsemius in het Staatsblad gebracht (16.529)
  • Diende in 1981 het wetsvoorstel Wet milieugevaarlijke stoffen in. De wet werd in 1986 door minister Winsemius in het Staatsblad gebracht. (16.800)
  • Diende in 1981 een wetsvoorstel tot regeling van de milieu-effectenrapportage in. De wet werd in 1986 door minister Winsemius in het Staatsblad gebracht. (16.814)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1978 samen met de staatssecretarissen Smit-Kroes en Van Eekelen een wijziging (Stb. 354) van de Luchtvaartwet in het Staatsblad, waarbij nadere regels werden gesteld voor de aanwijzing van luchtvaartterreinen. Bij die aanwijzing moet rekening worden gehouden met planologische aspecten en met aanwezige bebouwing en voorts moet inspraak van belanghebbenden gewaarborgd zijn. Het wetsvoorstel was in 1974 ingediend door de ministers Westerterp, Vredeling, Gruijters en Vorrink en in 1977 in de Tweede Kamer verdedigd door Westerterp, Stemerdink en Vorrink. (13.130)
  • Bracht in 1979 de Wet Geluidhinder (Stb. 99) tot stand, die regels bevat over het voorkomen of beperken van geluidshinder. Er komen voorschriften voor apparaten, geluidnormen en -metingen, heffingen, alsmede indicatieve meerjarenprogramma's geluidshinder. Het wetsvoorstel was in 1975 ingediend door minister Vorrink. (13.639)
  • Bracht in 1979 de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Wet a.b.m.h.) (Stb. 442) tot stand. Daarin zijn onder meer regels opgenomen over procedures rond de verlening van milieuvergunningen en inspraak en beroep. Daardoor moet betere coördinatie ontstaan op milieugebied. Onder andere worden regels gesteld inzake de wijze van en termijn voor publicatie, terinzagelegging en kennisgeving van besluiten, alsmede inzake de wijze waarop bezwaar kan worden gemaakt en de daarbij geldende termijnen. Het wetsvoorstel was in 1976 ingediend door minister Vorrink. (14.311)
  • Bracht in 1980 een wijziging (Stb. 757) van de Wet a.b.m.h. tot stand, waarbij een Centrale raad voor de milieuhygiëne werd ingesteld. (14.818)
  • Bracht in 1981 samen met minister De Ruiter de Wet afbreking zwangerschap (Stb. 257) tot stand. Uitgangspunt van de wet is dat vrouwen die door een ongewenste situatie in een noodsituatie verkeren, recht op hulp hebben. Na zorgvuldige afweging en een beraadtermijn van vijf dagen is onderbreking van een zwangerschap van niet langer dan 13 weken toegestaan. De ingreep moet plaatsvinden in een ziekenhuis of in een abortuskliniek, die daarvoor een vergunning heeft. Medewerking aan een zwangerschapsonderbreking is niet verplicht. Abortus provocatus blijft strafbaar als misdrijf indien niet de nodige zorgvuldigheid is betracht of de wet niet is nageleefd. De wet trad 1 november 1984 in werking. (15.475)
  • Bracht in 1981 een wet (Stb. 409) tot herziening van de Hinderwet tot stand. De wet wordt gemoderniseerd, er komt een mogelijkheid om problemen bij verordening te regelen (in plaats bij vergunning voor een afzonderlijk complex) en er wordt een mogelijkheid geschapen om financiële tegemoetkoming te verlenen indien ingrijpende aanpassingen in een bedrijf nodig zijn. Naast de sanctie dat een bedrijf gesloten moet worden, komen er minder verregaande sancties. (15.027)

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Speelde in 1990 als VVD-voorzitter een belangrijke rol bij het aftreden van fractievoorzitter Voorhoeve. Had kort van het aftreden Voorhoeve nog steun toegezegd. Zijn rol werd sterk bekritiseerd en op de algemene ledenvergadering in Zwolle werd een motie van afkeuring met klein verschil verworpen. Kondigde toen wel zijn vertrek aan.
  • Werd in 1999 verrast door de tegenstem die Hans Wiegel in de Eerste Kamer liet horen tegen het tweede-lezingvoorstel over het correctief referendum. Hij trok het zich als fractievoorzitter persoonlijk sterk aan, dat hij verwerping van het voorstel niet had weten te voorkomen.

verkiezingen
  • Werd in 1981 gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • J.M. Bik, "Een strikt pettenregime. Prof.dr. L. Ginjaar (1928-2003)", NRC Handelsblad, 19 september 2003
  • H. Wiegel, "Gedachten aan Leendert Ginjaar (1928-2003)", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2004, 138

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.