C.L.J. (Cees) van Lent - Hoofdinhoud
Katholieke brigade-generaal die in 1974 Mommersteeg verving als staatssecretaris van Defensie in het kabinet-Den Uyl i. Hield zich bezig met het personeelsbeleid bij defensie. Dat deed hij ook in het eerste kabinet-Van Agt i. Was meer een (vriendelijke) technocraat dan politicus. Toonde altijd een grote betrokkenheid bij het wel en wee van het defensiepersoneel.
KVP, CDA
functie(s) in de periode 1974-1981: staatssecretaris
Inhoudsopgave
Cornelis Leonardus Josephus (Cees)
geboorteplaats en -datum
Heemstede, 27 juli 1922
overlijdensplaats en -datum
Leidschendam, 8 maart 2000 partij(en)
-
-KVP (Katholieke Volkspartij), van januari 1974 tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
-
-ambtenaar hoofdkwartier van de Luitenant-Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië, van 1945 tot 1950
-
-medewerker hoofdkwartier van de Generale Staf, met name belast met personeelsplanning en begrotingszaken, van 1951 tot 1958
-
-corpsadministrateur, van 1958 tot 1962
-
-docent KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Breda, van 1958 tot 1962
-
-staffuncties in personeelssector, van 1964 tot 1967
-
-staffuncties op gebied van doelmatigheidszorg, van 1964 tot 1967
-
-plaatsvervangend hoofd onderwijs, Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, tot mei 1970
-
-tijdelijke functie sectie herstructurering van de Legerraad
-
-hoofd afdeling personeelsbestuur, dienst opperofficier personeel, Koninklijke landmacht (in rang van kolonel), tot 1 mei 1973
-
-sous-chef Staf opperofficier personeel, Koninklijke landmacht, van 1 mei 1973 tot 11 maart 1974
-
-staatssecretaris van Defensie (belast met het personeelsbeleid), van 11 maart 1974 tot 19 december 1977
-
-staatssecretaris van Defensie (belast met het personeelsbeleid), van 28 december 1977 tot 11 september 1981
takenpakket (staatssecretaris)
-
-Was als staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl belast met 1. de zaken van personeelsvoorziening, personeelsbeheer, personeelsbeleid en personeelszorg t.a.v. het vrijwillig diendend en dienstplichtig militair personeel en burgerpersoneel; 2. zaken op het terrein van de geestelijke en geneeskundige verzorging, de opleiding en de vorming bij de krijgsmacht en 3. aangelegenheden betreffende de gewetensbezwaarden, alsmede de militaire pensioenen en wachtgelden.
-
-Was als staatssecretaris in het eerste kabinet-Van Agt met de zelfde taken belast als in het kabinet-Den Uyl, maar tevens met aangelegenheden betrekking hebbende op de spreiding van defensiediensten
officiersrangen
brigade-generaal der militaire administratie, van 1 november 1973 tot 10 maart 1974 overzicht
-
-adviserend lid defensiecommissie KVP, tot maart 1974
-
-voorzitter hoofdbestuur ARKOV (Algemene Rooms-Katholieke Officieren-Vereniging), van 1968 tot 1970
-
-voorzitter federatie Christen Officieren Vereniging, van 1970 tot 1971
-
-voorzitter Stichting Koningin Wilhelmina Fonds, van 1982 tot 1984
-
-opleiding tot administratie-officier in Australië
-
-hogere militaire bedrijfsleer, Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, van 1962 tot 1964
postacademisch onderwijs
-
-bedrijfskunde (postdoctorale leergang) te Rotterdam, vanaf 1967
-
-Was verantwoordelijk voor de verplaatsing van de Topografische Dienst naar Emmen. Verdedigde in juni 1975 samen met de staatssecretarissen Van Hulten en Polak de kabinetsnota over het spreidingsbeleid.
-
-Verhoogde per 1 juli 1975 de wedde voor dienstplichtigen, zodat dit kwam te liggen op het niveau van het wettelijk minimumloon
-
-Stond in 1977 toe dat soldaten na voltooiing van hun opleiding zonder verlof buiten de kazerne mochten overnachten
-
-Was in 1979 als staatssecretaris belast met defensiepersoneel eerstverantwoordelijke voor het flankerend beleid rond de uitzending van Nederlandse militairen naar Zuid-Libanon.
-
-Opende in 1981 de mogelijkheid voor vrouwen om adelborst te worden aan het Koninklijk Instituut voor de Marine
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1978 samen met minister Scholten een wijziging (Stb. 694) van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst tot stand. De wijziging leidt tot vereenvoudiging van de verzoeken tot erkenning van gewetensbezwaren en tot een wijziging van de behandeling van beroep tegen een afwijzende beslissing. Hij had het wetsvoorstel in 1976 samen met minister Vredeling in de Tweede Kamer verdedigd; de behandeling werd in 1978 voortgezet en afgerond. Het wetsvoorstel was in 1971 ingediend door minister Den Toom. (11.155)
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.