J.G. (Ko) Suurhoff

foto J.G. (Ko) Suurhoff
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaande sociaaldemocratisch politicus en vakbondbestuurder. Vertegenwoordiger van de (socialistische) vakbond in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Typische selfmade man, die het in 1952 tot minister van Sociale Zaken bracht. Werd vooral bekend doordat hij de AOW tot stand bracht, maar tot zijn wetgevende prestaties behoren ook de Gezondheidswet en de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. Ontwierp de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Keerde in 1959 terug in het parlement en werd in 1960 partijvoorzitter. In 1965 minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Cals i. Werd reeds toen tussentijds uitgeschakeld door ziekte, en overleed enkele maanden na de val van het kabinet. Uitstekend spreker, die helder ingewikkelde onderwerpen kon uitleggen, en gewaardeerd minister, die het debat niet uit de weg ging.

SDAP, PvdA
in de periode 1939-1967: lid Tweede Kamer, minister

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Jacobus Gerardus (Ko)

geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 23 juli 1905

overlijdensplaats en -datum
Amsterdam, 14 maart 1967

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), van 1923 tot 9 februari 1946
  • PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 9 februari 1946

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/18)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1939 tot 4 juni 1946
  • bezoldigd lid hoofdbestuur NVV, belast met de redactie der periodieken en met scholing, van mei 1945 tot juli 1949
  • lid tijdelijke gemeenteraad van Amsterdam, van 21 november 1945 tot 7 september 1946
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 24 oktober 1946 tot 2 september 1952
  • tweede voorzitter NVV (Nederlands Verbond van Vakverenigingen), van 13 juli 1949 tot 2 september 1952
  • minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, van 2 september 1952 tot 22 december 1958
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juli 1956 tot 3 oktober 1956
  • minister van Binnenlandse Zaken ad interim, van 13 oktober 1956 tot 29 oktober 1956 (in afwachting van de beëdiging van mr. Struycken)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 maart 1959 tot 14 april 1965
  • voorzitter PvdA, van 24 maart 1961 tot 14 april 1965
  • minister van Verkeer en Waterstaat, van 14 april 1965 tot 22 november 1966

gevangenschap/internering
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint Michielsgestel, van 4 mei 1942 tot 21 juni 1943

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/15)

  • lid Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, van 1959 tot 1965
  • voorzitter Raad voor Emigratie, van oktober 1960 tot april 1965

afgeleide functies, presidia etc.
  • ondervoorzitter vaste commissie voor Sociale Zaken en Volksgezondheid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 23 oktober 1962 tot 14 april 1965
  • voorzitter bijzondere commissie voor de brief inzake voorbehouden bij het Europees Vestigingsverdrag (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 4 december 1963 tot februari 1964

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/5)
  • Voerde in 1949 het woord bij de behandeling van de ontwerp-Wet op de bedrijfsorganisatie
  • Interpelleerde op 22 oktober 1959 minister Van Rooy over de algemene aanwijzing voor het College van Rijksbemiddelaars over de loonpolitiek
  • Interpelleerde op 14 december 1960 minister Van Rooy over de moeilijkheden in de metaalindustrie. De beantwoording van de vragen werd door de minister grotendeels overgelaten aan staatssecretaris Roolvink.

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/7)
  • Bevorderde als minister van Verkeer en Waterstaat het openbaar vervoer door financiële ondersteuning en beleidsvoornemens in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening
  • In het Structuurschema hoofdwegennet 1966 dat onderdeel is van de Tweede Nota RO wordt voor 2000 3750 km nieuwe verkeerswegen voorzien. Dit 'ruitenplan' blijft echter grotendeels onuitgevoerd.
  • Bracht in 1966 samen met de ministers Bogaers en Den Uyl de Zeehavennota uit. Daarin werd onder meer ontwikkeling van een haven in de Eemsmond als mogelijkheid genoemd. Er is vooralsnog minder ruimte voor de uitbouw van de Rotterdamse haven. De nota bleef goeddeels onafgedaan. (8.811)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/12)
  • Bracht in 1965 als minister van Verkeer en Waterstaat de Ontgrondingenwet in het Staatsblad (Stb. 508), die de verlening van vergunningen voor grondwinning regelt. De provincies krijgen een belangrijke rol bij het ontgrondingenbeleid, maar voor het uitvaardigen van ontgrondingsverordeningen is goedkeuring van de Kroon nodig. Het wetsvoorstel was in 1961 ingediend door minister Korthals en in 1964 door minister Van Aartsen in de Tweede Kamer verdedigd. (6.338)
  • Bracht in 1966 samen met de ministers Smallenbroek en Vondeling de Wet Uitkeringen Wegen (Stb. 367) tot stand. Hiermee werd de financiering geregeld van de aanleg en het onderhoud van secundaire en tertiaire wegen en van niet-planwegwegen door provincies en gemeenten. Er kwam een verdeelsleutel op grond waarvan de provincies een bedrag uitgekeerd kregen. Het wetsvoorstel was in 1961 ingediend door de ministers Korthals, Toxopeus en Zijlstra. De wet werd in 1992 vervangen door de Wet herverdeling wegenbeheer. (6.294)
  • Bracht in 1966 samen met staatssecretaris Hoefnagels de Wet schade oesterkwekers (Stb. 399) tot stand, waardoor aan oesterkwekers een tegemoetkoming werd verleend in de schade door uitvoering van de Deltawerken. Het wetsvoorstel was in 1964 ingediend door minister Van Aartsen en staatssecretaris Van den Berge. De wet is in 2005 ingetrokken. (7.547)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd in 1967 gekozen tot lid van de Tweede Kamer, maar overleed voor de beëdiging had plaatsgevonden

uit de privésfeer (3/4)
  • Hij zat tussen juni 1943 en mei 1945 ondergedoken
  • Werd op 30 maart 1966 vanwege een darmontsteking opgenomen in het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam en verbleef daar tot half mei. Ging eind mei weer aan het werk.
  • Zijn moeder was van Friese afkomst

anekdotes en citaten
  • Het bericht dat hij tot Kamerlid was benoemd bereikte hem in 1939 'ergens in Nederland' waar hij als soldaat was gemobiliseerd. 'Waar is het Kamerlid Suurhoff' vroegen journalisten die hem zochten. 'Bij Colijn' was het antwoord, want zo heette toevallig de boer bij wie hij was ingekwartierd. Suurhoff kreeg groot verlof.

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • "Suurhoff. Van kantoorkruk tot ministerszetel", Het Parool, 1 september 1952
  • D. Hillenius, "Suurhoff, de volksjongen die staatsman werd", in: "Het Vrije Volk", 14 maart 1967
  • J.P. Jansen, "J.G. Suurhoff 1905-1967, een levensbericht" in: Het eerste jaarboek voor het democratisch socialisme (1979)
  • A.A. de Jonge, "Suurhoff, Jacobus Gerardus (1905-1967)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 551
  • B. Reinalda, "Suurhoff, Jacobus Gerardus", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, deel VIII, 273
  • P. Hofland, "Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941"

Biografisch Woordenboek(en)
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
  • biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland

archivalia
documentatie-J.G. Suurhoff, IISG

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.